Good Kahuna
24-08-06, 07:51
Als jongetje droomde hij ervan oorlogsverslaggever te worden, maar inmiddels bedankt hij voor die geuzennaam. Brit Robert Fisk ontmoette Osama bin Laden driemaal en schrijft al dertig jaar vlammende analyses over verkrachting, marteling en de raketinslagen die hij live aanschouwt vanaf zijn Beiroetse balkon. ‘We zeggen altijd dat we lokale tradities respecteren voordat we een land bombarderen.’
Zijn magnum opus verscheen kortgeleden in het Nederlands. De grote beschavingsoorlog is een monumentaal boek van 1300 pagina’s, waarin Robert Fisk een ooggetuigenverslag geeft van dertig jaar Midden-Oosten. Zich baserend op een enorm kranten- en aantekeningenarchief (Fisk gelooft niet in het papierloze kantoor en is waarschijnlijk de laatste journalist die weigert e-mail of internet te gebruiken) laat de Brit zien hoe de geschiedenis zich voortdurend herhaalt, althans, hoe bepaalde elementen in de geschiedenis van het Midden-Oosten steeds weer opduiken. Nu Nederland met 1400 troepen gaat pogen Uruzgan weer op te bouwen en de Libanezen hun wonden likken na het conflict met Israël, belde Carp met Fisk in Beiroet.
Zowel in uw krant The Independent als in uw boek hamert u voortdurend op de historische achtergrond van de huidige conflicten. Waarom haalt u WOI er steeds bij?
Mijn vader vocht in die oorlog, op vakanties gingen we de slagvelden bekijken. Toen hij stierf in 1992 liet hij me propagandamateriaal uit die tijd na en een medaille, waar ‘the great war for civilisation’ op stond. Het viel me opeens op dat iedereen altijd denkt dat hij voor zíjn beschaving vecht en uiteindelijk blijkt dat niet zo te zijn.
Zo trokken Engeland en Frankrijk in de achttien maanden na WOI de grenzen van Noord-Ierland, Joegoslavië en het grootste gedeelte van het Midden-Oosten. In al die gebieden heb ik gezeten, terwijl ik de mensen zag branden. Ik ben me steeds meer gaan realiseren dat ik verslag doe van het verraad en de valse koloniale beloften die we hebben gedaan: wij, Westerse mogendheden, beloven vrijheid, maar zoals de ondertitel van mijn boek - de verovering van het Midden-Oosten - al aangeeft, beloven we die met onze zwaarden en Apache-helikopters en onze paarden en onze M1A1-tanks. We beloven vrijheid en dan veroveren we die landen en proberen er te blijven. Napoleon beloofde de inwoners van Cairo vrijheid in de 18e eeuw, de Britten publiceerden in 1915 een verklaring in Bagdad die begon met de woorden: ‘We komen hier niet als veroveraars maar om u te bevrijden van generaties tirannie.’ En in 2003 zeiden we precies hetzelfde, en we bleven, en we bleven, en we bleven.
Maar het zal ons niet lukken om permanent in het Midden-Oosten te blijven, vroeg of laat worden we weer verdreven.
Terwijl Nederlandse wederopbouwtroepen in Uruzgan verblijven, zijn Amerikanen en Britten nog volop in gevecht in andere regio’s. In uw boek beschrijft u hoe u als beginnend journalist zag hoe de Russen Afghanistan probeerden te bezetten. En verloren. Hoe zal het huidige conflict aflopen?
Het is een vreemde missie, zeg maar rustig controversieel. De troepen vechten nu op precies dezelfde plaatsen als waar ik de Russen zag vechten en de Amerikaanse generaals verklaren op precies dezelfde plaats, Baghrum wat de Russische generaals me dertig jaar geleden vertelden: we winnen, het gaat slechts om restanten van de Taliban, we maken een nieuw land van Afghanistan.
Ik kreeg gisteren een telefoontje uit Kandahar en het blijkt dat de Britten en de Taliban heftige strijd leveren in het district Maiwand. Maiwand was de plek van de grote Britse nederlaag in de tweede Afghaanse oorlog in de 19e eeuw. Ik heb hier een officieel Brits onderzoek naar de nederlaag van Maiwand in 1870-’78, waarin ene kapitein Wainwaring beschrijft hoe mannen met messen de Britse grenadiers de keel doorsneden. Het waren de Talit, de voorlopers van de Taliban, en dat was Kandahar in 1878.
Ik denk dat de Amerikanen verliezen in Afghanistan, waar steeds grotere gedeelten in het zuidwesten niet meer onder regeringscontrole vallen. Ze verliezen in Irak, dat afgezien van Koerdistan in een totale staat van anarchie verkeert. We blijven naar moslimlanden gaan en denken dat we ze kunnen besturen, maar dat kunnen we niet. Het zijn niet onze mensen, we hebben geen recht om daar te zijn.
Kan Nederland onder de huidige omstandigheden wel werken aan een constructie van veiligheid?
Ze maken geen enkele kans om bij te dragen aan stabilisatie van de regio. Luister, in mijn visie zijn soldaten er niet om waterleidingen aan te leggen, nieuwe scholen of internetcafés, maar om te vechten tegen de Taliban. En de Taliban zijn daar om tegen de westerse troepen te vechten. Amerikanen, Nederlanders, Britten, Canadezen, dat maakt ze niet uit.
In het Nederlandse parlement is lang gediscussieerd over de wederopbouwmissie; regeringspartij D66 dreigde zelfs met een kabinetscrisis. Uiteindelijk ging men akkoord, mits de veiligheid van de troepen gewaarborgd was. Een farce?
Het is geen farce. De Nederlandse regering wilde waarschijnlijk iets goeds doen, humanitair werk verrichten, al is het prestige van de Nederlandse militairen ver onder het vriespunt gezakt na Srebrenica - dear goodness me, na Srebrenica zou ik niet meer door een Nederlands bataljon beschermd willen worden. Maar als je naar een land gaat met de belofte humanitair werk te verrichten en daar ondertussen ook gevechtstroepen naartoe stuurt, dan worden die door de lokale bevolking op een hoop gegooid. De Afghanen gaan niet denken: o, zij zijn Nederlands, zij werken aan de wederopbouw dus zij zijn goed, en die anderen zijn Amerikanen. Zo gaat het niet.
Een ander probleem voor de Nederlanders: ik heb regelmatig met eigen ogen gezien hoe Amerikanen een Afghaans dorp ingaan en mededelen dat ze nieuwe waterpijpen zullen aanleggen als de dorpelingen informatie over Al Qaida of de Taliban geven. Daarmee leggen ze een link tussen intelligence en humanitaire hulp. Dat maakt het humanitaire werk gevaarlijk, want de Afghanen zeggen: o, de hulpverleners werken voor de Amerikanen. Dus die worden voortaan ook aangevallen.
Dus de ‘Dutch approach’ met lichte wapens en respect voor lokale tradities zal weinig effect hebben?
We zeggen altijd dat we lokale tradities respecteren voordat we een land bombarderen. Als de Nederlanders in de veilige hoofdstad Kaboel blijven, zitten ze goed. Zodra ze Kaboel verlaten, komen ze in de problemen.
Een andere brandhaard: uw woonplaats Libanon, waar net een staakt-het-vuren is ingegaan. Velen beschouwen dit als een overwinning van de Hezbollah en met name de charismatische leider Sayed Hassan Nasrallah. U heeft zowel deze nieuwe held van het Midden-Oosten ontmoet als die oude ‘held’, Osama bin Laden. Wat is uw mening over Nasrallah?
Nasrallah gelooft als sjiiet in de cultus van martelaars. Zijn zoon werd gedood door de Israëli’s en hij wilde absoluut geen condoleances, alleen felicitaties. Er zijn foto’s van hem aan de telefoon na de dood van zijn zoon, lachend. Ik ontmoette de verloofde van zijn zoon, maar zij glimlachte niet, zij had haar aanstaande bruidegom verloren.
Aan de andere kant is Nasrallah een pragmatist die gestudeerd heeft en over de hele wereld heeft gereisd. Hij weet dat er geen islamitische revolutie in Libanon zal plaatsvinden, ook al zou hij dat wel willen: de sjiieten vormen weliswaar de grootste groep, maar maken slechts dertig procent van de bevolking uit. Daarom onderhandelt hij met alle bevolkingsgroepen, ook de christenen.
Overigens is Bin Laden zo langzamerhand irrelevant. Hij heeft Al Qaida gecreëerd en daar moeten we aandacht aan besteden, niet meer aan hem. Zelfs al dood je Bin Laden of arresteer je hem, Al Qaida gaat gewoon door. Je kunt de uitvinders van de atoombom vermoorden, daardoor verdwijnt die bom niet.
U noemde de cultus van martelaren. Waarom heeft Hezbollah nu alleen raketten gebruikt en geen zelfmoordcommando’s?
Ze hadden geen tijd om te oefenen; tijdens de eerdere Israëlische bezetting van Zuid-Libanon in de jaren tachtig en negentig gebruikten de Hezbollah-strijders ze wel. Bovendien moesten ze nu vooral tanks bestrijden, dan helpt een kleine bom niet, wel een lasergestuurde raket.
Hezbollah weet hoe ze moet vechten en is niet te vergelijken met het rotzooitje van de PLO dat ooit vanuit Libanon tegen de Israëli’s vocht: dit is een harde, gedisciplineerde, intelligente guerrilla-organisatie. Israël denkt dat ze er vanaf zijn, gewoonweg belachelijk!
Oké, Hezbollah is niet verslagen. Maar wat willen ze nu eigenlijk?
Ze blijven hameren op het gebied van de Sheeba-boerderijen, dat Israël sinds 1967 bezet houdt (en dat grenst aan de Golan-hoogte, red.). Er staat een vaag zinnetje in de net aangenomen resolutie 1701 van de Veiligheidsraad dat de Sheeba-boerderijen ‘in de toekomst geregeld moet worden’. Stel dat Libanon dat gebied terugkrijgt, de Israëli’s zich terugtrekken en Hezbollah belooft geen geweld te gebruiken: dat zou het eind betekenen van de Hezbollah als militaire organisatie. Leuk, maar wij Britten weten uit onze eigen geschiedenis dat je een verzetsbeweging als de IRA niet kunt ontwapenen. Ze roepen een wapenstilstand uit, en dat is het dan.
Dus hoe schat u de kansen van resolutie 1701 in?
Onbruikbaar. Het idee dat Hezbollah wapens overhandigt aan een stelletje Franse en Italiaanse blauwhelmen is belachelijk.
Gelooft u na dertig jaar moord en doodslag nog in positieve ontwikkelingen in uw verblijfplaats?
Ik verkeer in een vreemde positie als verslaggever: ’s ochtend ga ik op pad, zie de luchtaanvallen en de bommen, mensen die kinderen uit de puinhopen graven en ’s avonds ga ik naar Oost-Beiroet voor een etentje met vrienden. En zo is het altijd geweest in Libanon. Om terug te komen op je vraag: ook na de inval van Israël zie ik nog positieve dingen. Toen premier Hariri in februari vorig jaar werd vermoord, vreesde iedereen dat de geesten van de doden uit de massagraven zouden klimmen en de burgeroorlog opnieuw zouden aanjakkeren. Maar dat gebeurde niet. De Libanezen zijn opgegroeid, wijzer geworden. Ze willen geen nieuwe oorlog. En het feit dat de verschillende bevolkingsgroepen tijdens de Israëlische bombardementen van de afgelopen 34 dagen niet tegenover elkaar kwamen te staan, is opvallend. Palestijnen herbergden sjiieten, de Druzen vingen sjiieten op, christelijke scholen werden opengesteld voor vluchtelingen uit het zuiden.
Toch kan Libanon nooit een moderne staat zijn zolang als het nog een sektarisch land is, zolang de minister-president een christelijke maroniet moet zijn, de premier een soennitische moslim en de voorzitter van het parlement een sjiiet. Maar een moderne staat zonder sektarisme, zou Libanon niet meer zijn. Dat is de tragedie van dit land.
Ik zie wel veranderingen. Tijdens de eerste burgeroorlog eind jaren zeventig, stuurde de elite zijn kinderen naar het buitenland, Harvard, Columbia, Genčve, Londen, Parijs. Nu komen die professionals terug om hun land op te bouwen. Ze hebben geen tijd voor oude mannetjes die over oorlogen praten. Ik ken een vrouw, Harvard graduate, die toevallig in Syrië zat en zich terughaastte om als gemeentesecretaris de stad aan de gang te houden. Mensen zoals zij zijn niet geďnteresseerd in sektarische verschillen.
Als zestigjarige zonder internet bent u een correspondent van de oude stempel. U heeft de jonge garde oorlogsverslaggevers regelmatig bekritiseerd als ‘hulpjes van generaals’, ‘reporters die zich op embedded missions laten misbruiken voor propaganda’. De Nederlandse ex-correspondent Joris Luijendijk gelooft niet dat journalisten in het Midden-Oosten hun werk kunnen doen. In dictaturen, in niet-transparante maatschappijen, kun je geen onpartijdige berichtgeving verzorgen, schrijft hij in een boek. Bent u het daar mee eens?
Ik ken zijn boek niet. Het enige wat ik daarover kan zeggen, is dat ik al sinds 1978 in en uit Irak reis, en dat ik al over het gebruik van gifgas door de Irakese regering schreef, voordat westerse regeringen wilden dat het in de openbaarheid kwam. Ik schreef over verkrachtingen in de gevangenissen van Saddam, over martelingen door zijn regime, ook toen ik daar rondreisde. Je kunt de waarheid over een dictatuur schrijven, ook in het Midden-Oosten kun je, moet je als verslaggever je werk doen. Luijendijks stelling is totale onzin.
Bron: Carp (http://www.carp.nl/content/pages/i/actueel/feature/24060_interview_robert_fisk_i.asp)
Zijn magnum opus verscheen kortgeleden in het Nederlands. De grote beschavingsoorlog is een monumentaal boek van 1300 pagina’s, waarin Robert Fisk een ooggetuigenverslag geeft van dertig jaar Midden-Oosten. Zich baserend op een enorm kranten- en aantekeningenarchief (Fisk gelooft niet in het papierloze kantoor en is waarschijnlijk de laatste journalist die weigert e-mail of internet te gebruiken) laat de Brit zien hoe de geschiedenis zich voortdurend herhaalt, althans, hoe bepaalde elementen in de geschiedenis van het Midden-Oosten steeds weer opduiken. Nu Nederland met 1400 troepen gaat pogen Uruzgan weer op te bouwen en de Libanezen hun wonden likken na het conflict met Israël, belde Carp met Fisk in Beiroet.
Zowel in uw krant The Independent als in uw boek hamert u voortdurend op de historische achtergrond van de huidige conflicten. Waarom haalt u WOI er steeds bij?
Mijn vader vocht in die oorlog, op vakanties gingen we de slagvelden bekijken. Toen hij stierf in 1992 liet hij me propagandamateriaal uit die tijd na en een medaille, waar ‘the great war for civilisation’ op stond. Het viel me opeens op dat iedereen altijd denkt dat hij voor zíjn beschaving vecht en uiteindelijk blijkt dat niet zo te zijn.
Zo trokken Engeland en Frankrijk in de achttien maanden na WOI de grenzen van Noord-Ierland, Joegoslavië en het grootste gedeelte van het Midden-Oosten. In al die gebieden heb ik gezeten, terwijl ik de mensen zag branden. Ik ben me steeds meer gaan realiseren dat ik verslag doe van het verraad en de valse koloniale beloften die we hebben gedaan: wij, Westerse mogendheden, beloven vrijheid, maar zoals de ondertitel van mijn boek - de verovering van het Midden-Oosten - al aangeeft, beloven we die met onze zwaarden en Apache-helikopters en onze paarden en onze M1A1-tanks. We beloven vrijheid en dan veroveren we die landen en proberen er te blijven. Napoleon beloofde de inwoners van Cairo vrijheid in de 18e eeuw, de Britten publiceerden in 1915 een verklaring in Bagdad die begon met de woorden: ‘We komen hier niet als veroveraars maar om u te bevrijden van generaties tirannie.’ En in 2003 zeiden we precies hetzelfde, en we bleven, en we bleven, en we bleven.
Maar het zal ons niet lukken om permanent in het Midden-Oosten te blijven, vroeg of laat worden we weer verdreven.
Terwijl Nederlandse wederopbouwtroepen in Uruzgan verblijven, zijn Amerikanen en Britten nog volop in gevecht in andere regio’s. In uw boek beschrijft u hoe u als beginnend journalist zag hoe de Russen Afghanistan probeerden te bezetten. En verloren. Hoe zal het huidige conflict aflopen?
Het is een vreemde missie, zeg maar rustig controversieel. De troepen vechten nu op precies dezelfde plaatsen als waar ik de Russen zag vechten en de Amerikaanse generaals verklaren op precies dezelfde plaats, Baghrum wat de Russische generaals me dertig jaar geleden vertelden: we winnen, het gaat slechts om restanten van de Taliban, we maken een nieuw land van Afghanistan.
Ik kreeg gisteren een telefoontje uit Kandahar en het blijkt dat de Britten en de Taliban heftige strijd leveren in het district Maiwand. Maiwand was de plek van de grote Britse nederlaag in de tweede Afghaanse oorlog in de 19e eeuw. Ik heb hier een officieel Brits onderzoek naar de nederlaag van Maiwand in 1870-’78, waarin ene kapitein Wainwaring beschrijft hoe mannen met messen de Britse grenadiers de keel doorsneden. Het waren de Talit, de voorlopers van de Taliban, en dat was Kandahar in 1878.
Ik denk dat de Amerikanen verliezen in Afghanistan, waar steeds grotere gedeelten in het zuidwesten niet meer onder regeringscontrole vallen. Ze verliezen in Irak, dat afgezien van Koerdistan in een totale staat van anarchie verkeert. We blijven naar moslimlanden gaan en denken dat we ze kunnen besturen, maar dat kunnen we niet. Het zijn niet onze mensen, we hebben geen recht om daar te zijn.
Kan Nederland onder de huidige omstandigheden wel werken aan een constructie van veiligheid?
Ze maken geen enkele kans om bij te dragen aan stabilisatie van de regio. Luister, in mijn visie zijn soldaten er niet om waterleidingen aan te leggen, nieuwe scholen of internetcafés, maar om te vechten tegen de Taliban. En de Taliban zijn daar om tegen de westerse troepen te vechten. Amerikanen, Nederlanders, Britten, Canadezen, dat maakt ze niet uit.
In het Nederlandse parlement is lang gediscussieerd over de wederopbouwmissie; regeringspartij D66 dreigde zelfs met een kabinetscrisis. Uiteindelijk ging men akkoord, mits de veiligheid van de troepen gewaarborgd was. Een farce?
Het is geen farce. De Nederlandse regering wilde waarschijnlijk iets goeds doen, humanitair werk verrichten, al is het prestige van de Nederlandse militairen ver onder het vriespunt gezakt na Srebrenica - dear goodness me, na Srebrenica zou ik niet meer door een Nederlands bataljon beschermd willen worden. Maar als je naar een land gaat met de belofte humanitair werk te verrichten en daar ondertussen ook gevechtstroepen naartoe stuurt, dan worden die door de lokale bevolking op een hoop gegooid. De Afghanen gaan niet denken: o, zij zijn Nederlands, zij werken aan de wederopbouw dus zij zijn goed, en die anderen zijn Amerikanen. Zo gaat het niet.
Een ander probleem voor de Nederlanders: ik heb regelmatig met eigen ogen gezien hoe Amerikanen een Afghaans dorp ingaan en mededelen dat ze nieuwe waterpijpen zullen aanleggen als de dorpelingen informatie over Al Qaida of de Taliban geven. Daarmee leggen ze een link tussen intelligence en humanitaire hulp. Dat maakt het humanitaire werk gevaarlijk, want de Afghanen zeggen: o, de hulpverleners werken voor de Amerikanen. Dus die worden voortaan ook aangevallen.
Dus de ‘Dutch approach’ met lichte wapens en respect voor lokale tradities zal weinig effect hebben?
We zeggen altijd dat we lokale tradities respecteren voordat we een land bombarderen. Als de Nederlanders in de veilige hoofdstad Kaboel blijven, zitten ze goed. Zodra ze Kaboel verlaten, komen ze in de problemen.
Een andere brandhaard: uw woonplaats Libanon, waar net een staakt-het-vuren is ingegaan. Velen beschouwen dit als een overwinning van de Hezbollah en met name de charismatische leider Sayed Hassan Nasrallah. U heeft zowel deze nieuwe held van het Midden-Oosten ontmoet als die oude ‘held’, Osama bin Laden. Wat is uw mening over Nasrallah?
Nasrallah gelooft als sjiiet in de cultus van martelaars. Zijn zoon werd gedood door de Israëli’s en hij wilde absoluut geen condoleances, alleen felicitaties. Er zijn foto’s van hem aan de telefoon na de dood van zijn zoon, lachend. Ik ontmoette de verloofde van zijn zoon, maar zij glimlachte niet, zij had haar aanstaande bruidegom verloren.
Aan de andere kant is Nasrallah een pragmatist die gestudeerd heeft en over de hele wereld heeft gereisd. Hij weet dat er geen islamitische revolutie in Libanon zal plaatsvinden, ook al zou hij dat wel willen: de sjiieten vormen weliswaar de grootste groep, maar maken slechts dertig procent van de bevolking uit. Daarom onderhandelt hij met alle bevolkingsgroepen, ook de christenen.
Overigens is Bin Laden zo langzamerhand irrelevant. Hij heeft Al Qaida gecreëerd en daar moeten we aandacht aan besteden, niet meer aan hem. Zelfs al dood je Bin Laden of arresteer je hem, Al Qaida gaat gewoon door. Je kunt de uitvinders van de atoombom vermoorden, daardoor verdwijnt die bom niet.
U noemde de cultus van martelaren. Waarom heeft Hezbollah nu alleen raketten gebruikt en geen zelfmoordcommando’s?
Ze hadden geen tijd om te oefenen; tijdens de eerdere Israëlische bezetting van Zuid-Libanon in de jaren tachtig en negentig gebruikten de Hezbollah-strijders ze wel. Bovendien moesten ze nu vooral tanks bestrijden, dan helpt een kleine bom niet, wel een lasergestuurde raket.
Hezbollah weet hoe ze moet vechten en is niet te vergelijken met het rotzooitje van de PLO dat ooit vanuit Libanon tegen de Israëli’s vocht: dit is een harde, gedisciplineerde, intelligente guerrilla-organisatie. Israël denkt dat ze er vanaf zijn, gewoonweg belachelijk!
Oké, Hezbollah is niet verslagen. Maar wat willen ze nu eigenlijk?
Ze blijven hameren op het gebied van de Sheeba-boerderijen, dat Israël sinds 1967 bezet houdt (en dat grenst aan de Golan-hoogte, red.). Er staat een vaag zinnetje in de net aangenomen resolutie 1701 van de Veiligheidsraad dat de Sheeba-boerderijen ‘in de toekomst geregeld moet worden’. Stel dat Libanon dat gebied terugkrijgt, de Israëli’s zich terugtrekken en Hezbollah belooft geen geweld te gebruiken: dat zou het eind betekenen van de Hezbollah als militaire organisatie. Leuk, maar wij Britten weten uit onze eigen geschiedenis dat je een verzetsbeweging als de IRA niet kunt ontwapenen. Ze roepen een wapenstilstand uit, en dat is het dan.
Dus hoe schat u de kansen van resolutie 1701 in?
Onbruikbaar. Het idee dat Hezbollah wapens overhandigt aan een stelletje Franse en Italiaanse blauwhelmen is belachelijk.
Gelooft u na dertig jaar moord en doodslag nog in positieve ontwikkelingen in uw verblijfplaats?
Ik verkeer in een vreemde positie als verslaggever: ’s ochtend ga ik op pad, zie de luchtaanvallen en de bommen, mensen die kinderen uit de puinhopen graven en ’s avonds ga ik naar Oost-Beiroet voor een etentje met vrienden. En zo is het altijd geweest in Libanon. Om terug te komen op je vraag: ook na de inval van Israël zie ik nog positieve dingen. Toen premier Hariri in februari vorig jaar werd vermoord, vreesde iedereen dat de geesten van de doden uit de massagraven zouden klimmen en de burgeroorlog opnieuw zouden aanjakkeren. Maar dat gebeurde niet. De Libanezen zijn opgegroeid, wijzer geworden. Ze willen geen nieuwe oorlog. En het feit dat de verschillende bevolkingsgroepen tijdens de Israëlische bombardementen van de afgelopen 34 dagen niet tegenover elkaar kwamen te staan, is opvallend. Palestijnen herbergden sjiieten, de Druzen vingen sjiieten op, christelijke scholen werden opengesteld voor vluchtelingen uit het zuiden.
Toch kan Libanon nooit een moderne staat zijn zolang als het nog een sektarisch land is, zolang de minister-president een christelijke maroniet moet zijn, de premier een soennitische moslim en de voorzitter van het parlement een sjiiet. Maar een moderne staat zonder sektarisme, zou Libanon niet meer zijn. Dat is de tragedie van dit land.
Ik zie wel veranderingen. Tijdens de eerste burgeroorlog eind jaren zeventig, stuurde de elite zijn kinderen naar het buitenland, Harvard, Columbia, Genčve, Londen, Parijs. Nu komen die professionals terug om hun land op te bouwen. Ze hebben geen tijd voor oude mannetjes die over oorlogen praten. Ik ken een vrouw, Harvard graduate, die toevallig in Syrië zat en zich terughaastte om als gemeentesecretaris de stad aan de gang te houden. Mensen zoals zij zijn niet geďnteresseerd in sektarische verschillen.
Als zestigjarige zonder internet bent u een correspondent van de oude stempel. U heeft de jonge garde oorlogsverslaggevers regelmatig bekritiseerd als ‘hulpjes van generaals’, ‘reporters die zich op embedded missions laten misbruiken voor propaganda’. De Nederlandse ex-correspondent Joris Luijendijk gelooft niet dat journalisten in het Midden-Oosten hun werk kunnen doen. In dictaturen, in niet-transparante maatschappijen, kun je geen onpartijdige berichtgeving verzorgen, schrijft hij in een boek. Bent u het daar mee eens?
Ik ken zijn boek niet. Het enige wat ik daarover kan zeggen, is dat ik al sinds 1978 in en uit Irak reis, en dat ik al over het gebruik van gifgas door de Irakese regering schreef, voordat westerse regeringen wilden dat het in de openbaarheid kwam. Ik schreef over verkrachtingen in de gevangenissen van Saddam, over martelingen door zijn regime, ook toen ik daar rondreisde. Je kunt de waarheid over een dictatuur schrijven, ook in het Midden-Oosten kun je, moet je als verslaggever je werk doen. Luijendijks stelling is totale onzin.
Bron: Carp (http://www.carp.nl/content/pages/i/actueel/feature/24060_interview_robert_fisk_i.asp)