Marsipulami
26-08-06, 17:34
Pakistaanse katholieken: arm, rechteloos, gelovig
Ondanks vijandige omgeving blijven katholieken trouw aan geloof
Geplaatst op 26/8 '06 om 16:30u
Door Eric Masseus (Bron: Kath.net)
LAHORE (RKnieuws.net) – Tweederangs burger, dat zijn de christenen van alle confessies in de Islamitische Republiek Pakistan. Ofschoon ze volgens de wet gelijkgesteld worden met de islamitische landgenoten, worden de christenen in het land slechts gedoogd. Indien een moslim christen wenst te worden, dan riskeert hij niet alleen zijn eigen leven, maar ook degenen die hem tot deze keuze gevoerd hebben of hen op deze weg begeleiden.
Mgr. Victor Gnanapragasam, leider van de in 2001 opgerichte Apostolische Prefectuur van Quetta in het zuidwesten van Pakistan, vertelde in een gesprek met vertegenwoordigers van de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood / Oostpriesterhulp over de moeilijke situatie van de christenen in het land.
De prefectuur met de zetel in de drie miljoen inwoners tellende provinciehoofdstad Quetta, omvat de zuidwestelijke provincie Baloetsjistan, een gebied dat aan Iran en Afghanistan grenst. Hier wonen volgens de in Sri Lanka geboren missionaris 38.716 katholieken. Baloetsjistan, dat 44 procent van Pakistan beslaat, is ruim 8 keer zo groot als Nederland.
In de provincie wonen slechts 7,7 van de 165 miljoen inwoners van Pakistan. De regio is nauwelijks ontsloten, het wegennet is slecht. Mgr. Gnanapragasam: “Het is uiterst moeizaam om de gelovigen in deze door woestijnen en nauwelijks ontsloten berggebieden te bereiken.”
Trouw aan het geloof
Om de in totaal zes gemeenschappen en enkele, voor een deel zeer afgelegen wonende, families te kunnen bereiken, zijn de tot de Apostolische Prefectuur behorende zielzorgers vaak dagenlang onderweg. Wat de priesters steeds weer tijdens hun reizen van onder de indruk zijn, is het sterke geloof en geloofstrouw van deze katholieken. “Ook als we ze een lange tijd niet bezocht hebben, ontmoeten zij elkaar regelmatig voor gebed en catechese,” vertelde hij. “En mochten ze ook vijandigheid ervaren, dan blijven de katholieken toch trouw aan het geloof.”
Voor de zielzorg in het gebied van de Apostolische prefectuur, kan Mgr. Gnanapragasam rekenen op 20 vrouwelijke religieuzen, franciscanessen, dominicanessen, zusters van Sint Jozef en zusters van de Goede Herder, en verder negen priesters. De prefectuur draagt zorg voor acht scholen, die vooral door niet-christelijke kinderen worden bezocht. Christenen zijn ook hier in de minderheid.
Hulp aan meisjes en vrouwen in nood
De zusters van de Goede Herder wijden zich aan een geheel andere taak. De nonnen zorgen voor de meisjes en jonge vrouwen die door een gedwongen huwelijk of ongewenste zwangerschap in nood zijn geraakt.
Steeds weer vallen militante moslims christenen aan. Een voorbeeld. Na protesten tegen de in Deense kranten gepubliceerde Mohammed-karikaturen, werden op 19 februari 2006 in Sukkur, een stad in de zuidoostelijke provincie Sind met 430.000 inwoners, twee kerken in brand gestoken.
Kerk in Nood ondersteunt al jaren de zielzorg in de Apostolische Prefectuur Quetta. Onlangs werd de bouw van een kerk ondersteund in Sibi, een stad op ongeveer 100 km ten zuiden van de provinciehoofdstad, evenals de aankoop van een minibus voor de zusters van de Goede Herder. (em)
Ondanks vijandige omgeving blijven katholieken trouw aan geloof
Geplaatst op 26/8 '06 om 16:30u
Door Eric Masseus (Bron: Kath.net)
LAHORE (RKnieuws.net) – Tweederangs burger, dat zijn de christenen van alle confessies in de Islamitische Republiek Pakistan. Ofschoon ze volgens de wet gelijkgesteld worden met de islamitische landgenoten, worden de christenen in het land slechts gedoogd. Indien een moslim christen wenst te worden, dan riskeert hij niet alleen zijn eigen leven, maar ook degenen die hem tot deze keuze gevoerd hebben of hen op deze weg begeleiden.
Mgr. Victor Gnanapragasam, leider van de in 2001 opgerichte Apostolische Prefectuur van Quetta in het zuidwesten van Pakistan, vertelde in een gesprek met vertegenwoordigers van de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood / Oostpriesterhulp over de moeilijke situatie van de christenen in het land.
De prefectuur met de zetel in de drie miljoen inwoners tellende provinciehoofdstad Quetta, omvat de zuidwestelijke provincie Baloetsjistan, een gebied dat aan Iran en Afghanistan grenst. Hier wonen volgens de in Sri Lanka geboren missionaris 38.716 katholieken. Baloetsjistan, dat 44 procent van Pakistan beslaat, is ruim 8 keer zo groot als Nederland.
In de provincie wonen slechts 7,7 van de 165 miljoen inwoners van Pakistan. De regio is nauwelijks ontsloten, het wegennet is slecht. Mgr. Gnanapragasam: “Het is uiterst moeizaam om de gelovigen in deze door woestijnen en nauwelijks ontsloten berggebieden te bereiken.”
Trouw aan het geloof
Om de in totaal zes gemeenschappen en enkele, voor een deel zeer afgelegen wonende, families te kunnen bereiken, zijn de tot de Apostolische Prefectuur behorende zielzorgers vaak dagenlang onderweg. Wat de priesters steeds weer tijdens hun reizen van onder de indruk zijn, is het sterke geloof en geloofstrouw van deze katholieken. “Ook als we ze een lange tijd niet bezocht hebben, ontmoeten zij elkaar regelmatig voor gebed en catechese,” vertelde hij. “En mochten ze ook vijandigheid ervaren, dan blijven de katholieken toch trouw aan het geloof.”
Voor de zielzorg in het gebied van de Apostolische prefectuur, kan Mgr. Gnanapragasam rekenen op 20 vrouwelijke religieuzen, franciscanessen, dominicanessen, zusters van Sint Jozef en zusters van de Goede Herder, en verder negen priesters. De prefectuur draagt zorg voor acht scholen, die vooral door niet-christelijke kinderen worden bezocht. Christenen zijn ook hier in de minderheid.
Hulp aan meisjes en vrouwen in nood
De zusters van de Goede Herder wijden zich aan een geheel andere taak. De nonnen zorgen voor de meisjes en jonge vrouwen die door een gedwongen huwelijk of ongewenste zwangerschap in nood zijn geraakt.
Steeds weer vallen militante moslims christenen aan. Een voorbeeld. Na protesten tegen de in Deense kranten gepubliceerde Mohammed-karikaturen, werden op 19 februari 2006 in Sukkur, een stad in de zuidoostelijke provincie Sind met 430.000 inwoners, twee kerken in brand gestoken.
Kerk in Nood ondersteunt al jaren de zielzorg in de Apostolische Prefectuur Quetta. Onlangs werd de bouw van een kerk ondersteund in Sibi, een stad op ongeveer 100 km ten zuiden van de provinciehoofdstad, evenals de aankoop van een minibus voor de zusters van de Goede Herder. (em)