PDA

Bekijk Volledige Versie : Ook ik had een martelaar voor Allah kunnen worden



Seif
27-08-06, 12:41
Ook ik had een martelaar voor Allah kunnen worden

Naema Tahir

Het is, in je hoofd, niet eens zo’n grote stap, martelaar worden voor de islam. Toen schrijfster Naema Tahir als ontheemde puber klem zat tussen Pakistan, Engeland en Nederland, lokte het gastvrije hemelse paradijs heel wat meer dan het verwarrende leven als immigrant.

Auteur van de roman ‘Een moslima ontsluiert’. Jurist, eerder werkzaam op verschillende Nederlandse ministeries, bij het Hof voor de Mensenrechten in Straatsburg en in Nigeria voor de VN-Vluchtelingenorganisatie.

Ooit wilde ik als martelaar sterven.

Zo moeilijk ik het vind om mijn verhaal te delen, zo belangrijk is het om het toch te doen. Mensen vragen zich verbijsterd af hoe moslimmigranten tot zulke excessieve zelfmoordacties in staat zijn. En, meestal onuitgesproken maar nog beangstigender, of er dan niet in elke moslimmigrant een terrorist schuilt.

Hoe ver reikt het gevoel van verbondenheid met de jongeren die zichzelf opblazen als ultieme daad van verzet tegen het ongelovige Westen?

Telkens als de wind van terrorisme door Londen waait en Brits-Pakistaanse jongeren hun antiwesterse sentimenten uiten, word ik door menig journalist opgevoerd als ‘expert’ op dit gebied. Ik hoor me kennelijk verbonden te voelen met jongeren die geweld gebruiken in naam van een islamitische traditie, daar ik hun religieuze, etnische en migrantenachtergrond deel.

En ja, die verbondenheid is er wel degelijk.

Niet met de totalitaire suďcidale acties van die jongeren; maar ook ik heb als jonge vrouw wel het overtuigde verlangen gekoesterd om als martelaar te kunnen sterven.

De voedingsbodem van die verbondenheid is de pijn van ontheemding en uitsluiting, zo beklemmend dat het obsessieve verlangen ontstaat om de al dan niet verbeelde gemarginaliseerde positie in het Westen op te geven. Sommige jongeren, vervreemd van zichzelf en van de wereld rondom hen, dichten zichzelf de kwaliteiten toe van verheven wereldredders en kijken reikhalzend uit naar de beloning in het hemelse paradijs die hen wordt voorgespiegeld.

Ooit wilde ik ook naar het paradijs.

Ik ben in 1970 geboren in Londen, als Brits-Pakistaanse moslim, dochter van enigszins verlichte en goed opgeleide ouders die in de jaren zestig vanuit Pakistan naar Groot-Brittannië migreerden, in de naďeve hoop dat ze daar het aardse paradijs zouden vinden. Ze realiseerden zich niet hoe deze grote opwindende stap, snel genomen, hen blijvend zou plagen met een gevoel van verlies, het verlies van het thuisland.

Mijn ouders werkten beiden aan de lopende band. Ze wilden de nieuwste radio kopen, wat geld sparen, daarna zouden ze terugkeren. Wat mijn moeder na enkele jaren ook deed. Samen met mijn zus en mij, ik was een baby nog, verhuisde ze terug naar Pakistan. Om een paar jaar later terug te keren naar Engeland en zich bij mijn vader te voegen, een zuiver economische beslissing uiteraard.

Dit keer besloten ze om zich echt te vestigen in Engeland. Mijn vader werkte als postbeambte voor de Royal Mail, mijn moeder werd huisvrouw. Ze leerden autorijden, kochten een huis en kregen zes kinderen.Welwillend poogden ze te integreren, maar echt aarden wilden ze niet.

Ze voelden zich niet erkend als volwaardige burgers. Ze voelden zich behandeld als gelukzoekers uit een voormalig Britse kolonie, geminacht omdat ze veel kinderen hadden, gekrenkt omdat hun punjabi-accent werd geridiculiseerd, ook al was dat maar ‘om te lachen’. Toen mijn vader in functie slachtoffer werd van gewelddadig racisme – een bloederige knokpartij op straat – was dat het ideale excuus om het ‘r a c i s t i s ch e ’ Engeland van Margaret Thatcher te verlaten, een land waar de dreigkreet ‘Paki go home’ gewoon her en der op de muren gekalkt stond.

Het gezin migreerde naar Nederland.

Zomaar. Nederland zag er wel aardig uit. Schoon, met de langste komkommers en de rijkste boter.

In Nederland zeiden de buren dag tegen je op straat. In Nederland zouden ze zich thuis voelen. Ik was tien toen ik naar Nederland verhuisde. Ik had een taalachterstand, net als al mijn broers en zussen, net als mijn ouders. Maar dat probleem konden we oplossen. Dat we ons ook hier out of place voelden, was veel verontrustender. In Nederland bleken we plots ‘a l l o ch t o n e n ’ te zijn. Mijn ouders integreerden wel, maar bleven dromen van een definitieve terugkeer, naar het échte paradijs op aarde, het heilige land, zoals Pakistan ooit letterlijk heette. Alleen daar zouden we gelukkig kunnen zijn.

We keerden ook terug, naar het streng islamitische Pakistan van de militaire dictator Zia ul Haq. Om enkele jaren later andermaal met zijn allen terug te gaan Nederland.

Alweer om economische redenen natuurlijk. Een dure grap, remigratie.

Ik was vijftien toen ik terugkeerde naar Nederland. Het was mijn vijfde migratie.

Voor de zoveelste keer begon ik opnieuw.

Ik zat op een geheel witte middelbare school in Etten-Leur, de enige moslim in de hele bovenbouw.Mijn taal- en leerachterstand bleek nog pijnlijker nu ik ruim een jaar ouder was dan al mijn klasgenoten.

Na twee jaar gesegregeerd onderwijs in het islamitische Pakistan beschikte ik ook niet meer over de nodige omgangsvormen om in een gemengde klas mezelf te zijn. Ik was verlegen en bang voor jongens, wat in moslimkringen een deugd heet te zijn. Ik wilde een hoofddoek dragen om mijn mensenschuwheid vorm te geven maar gelukkig was dat toen nog geen modetrend. Ik leerde met gemak noch betrokkenheid. De Nederlandse taal had geen betrekking op mij als Brits-Pakistaanse.

De Europese geschiedenis leek alleen mijn inferioriteit te willen bevestigen: ‘een kind onder de evenaar is meestal maar een bedelaar’.

Ik vond dat de klas mij niet begreep, terwijl ik alles moest doen om de klas te begrijpen, opdat ik er deel van mocht uitmaken.

Wat me natuurlijk maar niet lukte.

Thuis werden de teugels immers nog strakker aangespannen. Ik ben opgevoed als een streng islamitisch meisje. Ik mocht niet doen wat andere pubers deden, uitgaan, bijbaantje, op bezoek bij klasgenoten thuis. Ik raakte geďsoleerd, eenzaam.

Ik viel uit de boot. Ik werd een verwarde puber.

De verwarring sloeg algauw om in verscheuring. Met gemengde en tegenstrijdige gevoelens over de zoektocht naar het paradijs op aarde. Ik was boos op mijn ontheemde ouders die mij wortelloos maakten, die geen autoriteit toonden jegens hun verwarring, geen controle hadden over hun levens. Ik kreeg de twijfels die iedere puber kent maar kon ze niet delen met de rest van de klas, die ‘anders’was. Wie ben ik eigenlijk, vroeg ik me af. Brits? Nederlands? Pakistaans?

Moslim, en zo ja: hoe? Lichtjes verlicht zoals mijn ouders of als een ‘wa r e ’ orthodoxe gelovige?

Olivier Roy (schrijver, onderzoeker en islamkenner) schrijft dat ontheemding kan resulteren in een profilering van strikt religieuze kenmerken. Ik ken die ontwikkeling. Het gevoel van ontheemding was bijmij zo sterk dat ik die leemte alleen kon vullen met iets groters, iets overrompelends, iets universeels, iets wat ervoor zorgde dat ik geen pijnlijke introspectie hoefde te verrichten, iets waaraan ik mij kon overgeven, iets wat alle twijfel uitbande, iets wat mij ongekende rust en trots gaf.

In die projectie, zoals vele moslimjongeren die vooropstellen, geloofde ik dat alleen mijn ‘moslim zijn’ een absoluut karakter kon hebben. Islam kent geen grenzen, geen nationaliteiten, geen ras. Iedereen is gelijk in de ogen van Allah, althans, min of meer. Allah accepteert je zoals je bent, mits je je maar volledig aan Allah overgeeft. Toen ik dat deed, wist ik mijn verwarring volledig te bezweren. Ik hoefde niet meer na te denken. In de islam vond ik een gemakzuchtige rust, een makkelijk houvast, simpele erkenning en blinde acceptatie. Bovenal voelde ik me uitverkoren, belangrijker dan de rest, een gewaarwording die ik voorheen nooit had gekend. Het was een zalig, vervullend, zingevend en uplifting gevoel dat me uit de marge haalde waarin ik dacht te zitten verkommeren. Plots kreeg ik een verheven positie.

Ik hoefde niet langer, zoals mijn ouders, naar het aards paradijs te zoeken.

Dat bestond gewoon niet. Het ware paradijs, het echte leven, situeerde zich in het hiernamaals. Het leven op aarde was tijdelijk en diende alleen maar om een plek in de hemel te veroveren. Dat werd het uiteindelijke doel. Als migrant geboren en getogen in het Westen voelde ik me hier toch verbannen en koesterde ik het naďeve verlangen om terug te keren naar een plek waar ik met open armen ontvangen zou worden. En dat was niet langer het land van herkomst van mijn ouders, ook niet meer mijn migratieland, maar het hemelse paradijs. Daar was ik thuis. Nergens anders zou ik ooit thuis zijn.

Mijn gehele puberteit was ik zeloot religieus, populair gezegd een ‘fundi’, al was die term mij toen onbekend. Als orthodoxe moslim nodigde ik de geest van de Profeet Mohammed uit om in mij te huizen. Ik at hem, ademde hem, probeerde zijn leven na te doen. Ik wilde leven en sterven voor de islam. En dat kon. Mijn wens zou in vervulling gaan in het Pakistaanse leger.

Ik dacht toen met opperste bewondering over mijn held van die tijd, Rashid Minhas Shahied, de bekendste moderne martelaar uit de oorlog van het islamitische Pakistan tegen het niet-islamitische India in 1971. Hij gaf zijn leven om Pakistan, en dus islam, te redden uit de klauwen van ongelovigen. Dat wilde ik ook, als martelaar sterven. Het was in die dagen mijn grootste wens om mijn leven te geven voor islam. Om door de poort van het paradijs te gaan en herinnerd te worden als Naema Tahir Shahied, de Martelaar.

Die wens is niet in vervulling gegaan.

Praktisch niet realiseerbaar. Ik zat klem.

Ik kon mijn wensen niet vervullen, mijn dromen niet waarmaken. Gelukkig was ik nieuwsgierig, werd ik omringd door scholieren die gingen studeren, en gelukkig behaalde ik mijn diploma. Ik besloot rechten te studeren. Ik had behoefte aan regels die orde schepten in mijn hoofd, zoals ook islamitische regels orde scheppen. Ik stelde mezelf een nieuw doel: als ‘moslimadvocaat’ zou ik goede werken verrichten in een islamitisch land, Pakistan uiteraard.

Op mijn twintigste verliet ik het ouderlijk huis en ging in Leiden studeren.

Ik woonde er in een meidenhuis.

Het was een harde confrontatie.

Zonder streng religieus te leven, konden deze meiden toch gelukkig zijn, en bovenal succesvol. Ze hadden controle over hun eigen bestaan. Zij hadden geen opperwezen nodig om dingen te bereiken. Daar stond ik dan, met mijn koraantje in de hand, lonkend naar de hemelse wolken, alle plezieren van het leven schuwend, een gereserveerde, afstandelijke, verlegen vrouw, die zich nergens op haar plaats voelde, die naar een kracht buiten zichzelf zocht als excuus om verder te komen. En die zich realiseerde dat ze maar niet verder kwam in het leven. Ik besefte dat ik altijd gemarginaliseerd zou worden als ik me inkapselde in de beperkingen van een religie. Die pijn van inferioriteit hoefde ik niet meer. Ik wilde niet achterblijven terwijl iedereen mij voorbijstak.

Ik bevrijdde me van de mythe van het hiernamaals. Het hemelse paradijs werd voor mij een farce, een excuus om je bestaan niet in te richten, om geen introspectie te voeren, om de pijnlijke vragen die in je woelen niet te confronteren. Het is makkelijk om je te verliezen in een mythische, magische religie. Veel moeilijker bleek het om je leven in eigen handen te nemen. Ik wilde die uitdaging aangaan. Ik wildewat diemeiden hadden. Lachend en nieuwsgierig door het leven gaan, de regie over je eigen leven in handen houden, in het nu leven. Heerlijk, helder, hier en nu.

Succes leek alleen mogelijk door Nederland te bestempelen als mijn moederland.

Mijn enige moederland.

Maar die gedachte moest mij net zo overrompelen als een religie dat deed. Ze moest even overheersend zijn. Alleen zo zou ik de twijfels dat ik niet thuishoorde in Nederland kunnen overwinnen. Ik cultiveerde een bijna obsessieve drang om niet te mislukken, om niet te verdwijnen in de periferie als een eeuwig zoekende migrant. Ik ontwikkelde strategieën om geaccepteerd te worden, om succes te boeken, om erkend te worden als een van ‘ons’ en niet als een van ‘hen’: migranten, ‘z wa r t e n ’, ‘Paki ’s’, ‘achterlijke allochtonen’.

Ik studeerde hard, mat mezelf een elitair accent aan, werkte in het blankste van alle beroepen en deed afstand van alles wat naar traditie rook. Ik wilde mezelf en de westerling behagen met de eretitel van geslaagde migrant, iemand die zich perfect geassimileerd heeft en door de blanke geaccepteerd wordt als volwaardig gelijke, als Nederlander.

In dat proces, hoe raar dat ook klinkt, stierf ik inwendig, werd ik, om de cirkel rond te maken, martelaar. Ik ontdeed me van die culturele eigenschappen die me belemmerden om volledig Nederlander te zijn. Ik brak los uit verstikkende tradities, raakte vervreemd van mijn geboortegemeenschap van Pakistaanse moslims, ontvoogd vanmijn vader en moeder, die mijn proces van Verlichting niet begrepen of accepteerden.

En wat gebeurde er toen? Ik ervoer dat gelijkheid tussen allochtonen en autochtonen, zoals gelijkheid tussen man een vrouw, een waanidee is. Omdat je net niet hetzelfde gereedschap hebt als de dominante groep. Je kán nooit volledig Nederlander worden. Het aardse paradijs bestaat niet. De perfect gelijkwaardige maatschappij is even imaginair als het hemelse paradijs met de 72 maagden waar zelote islamjongeren tot stervens toe naar verlangen.

Veel allochtonen denken dat ze enkel de westerling moeten behagen. Sommigen gebruiken dit als smoes omniet te hoeven presteren, of raken gefrustreerd om wat ze menen dat van hen wordt verwacht.

Maar zijn we hier niet juist om relaties aan te knopen met die westerling, met iedereen?

En moet je daarvoor jezelf niet eerst leren kennen, bewust worden, naar jezelf durven kijken?

Langzaam leerde ik dat er een derde laag bestaat, los van het heilige en het profane paradijs: zelfbewustzijn. Alleen daar kan je jezelf vinden. Wat in een bepaald opzicht veel lastiger is dan je te verliezen in een religie of in het idee-fixe dat je hier bent om het de westerling naar de zin te maken. Je zelfbewustzijn kent geen zekerheden, geen vastigheden. Niet iedereen kan de stap aan om dat complexe zelfbewustzijn te exploreren. Daarin schuilt de persoonlijke tragedie van de moslimterrorist.

En ik ken die tragedie uit mijn eigen ervaring. Daarom voel ik mij verbonden met de pijn van jongeren die als martelaar willen sterven. Ook ik, martelaar.

Bron: NRC Handelsblad

mark61
27-08-06, 12:57
Intelligent verhaal. Wispelturige ouders. Zelfbewustzijn is inderdaad het ding.

Dat van die taal begrijp ik niet zo. Engels en Urdu zijn allebei aan het Nederlands verwant. Zeker geen talenknobbel in de familie.

Schaap, dies voor jou:


Veel allochtonen denken dat ze enkel de westerling moeten behagen. Sommigen gebruiken dit als smoes om niet te hoeven presteren, of raken gefrustreerd om wat ze menen dat van hen wordt verwacht.

Wortel
27-08-06, 18:42
Langzaam leerde ik dat er een derde laag bestaat, los van het heilige en het profane paradijs: zelfbewustzijn. Alleen daar kan je jezelf vinden. Wat in een bepaald opzicht veel lastiger is dan je te verliezen in een religie of in het idee-fixe dat je hier bent om het de westerling naar de zin te maken. Je zelfbewustzijn kent geen zekerheden, geen vastigheden. Niet iedereen kan de stap aan om dat complexe zelfbewustzijn te exploreren. Daarin schuilt de persoonlijke tragedie van de moslimterrorist.

Moedig en integer stuk. Bovenstaande lijkt mij inderdaad ook de essentie. Hierin schuilt overigens ook de collectieve tragiek van dat voortdurende zwart maken van "de Islam" door autochtonen. Het één versterkt het ander en omgekeerd, in een neerwaartse spiraal.

barfly
27-08-06, 21:48
Boeiend stukje dat "makkelijk toegankelijk" te noemen is.

Met dit soort teksten kun je de doorsnee inwoner in Nederland die deel uitmaakt van de "dominante groep" redelijk duidelijk maken dat de dominante cultuur van pindakaas, kaas, bier en breezâhs, een wellicht zeer verfijnde en verlichte cultuur is maar dat er best couscous bij het bier kan.

Ik stel voor om er een tekstverklarings onderdeel van te maken voor het VMBO, kan het gros het ook lezen.

mark61
27-08-06, 22:27
Geplaatst door barfly
Boeiend stukje dat "makkelijk toegankelijk" te noemen is.

Met dit soort teksten kun je de doorsnee inwoner in Nederland die deel uitmaakt van de "dominante groep" redelijk duidelijk maken dat de dominante cultuur van pindakaas, kaas, bier en breezâhs, een wellicht zeer verfijnde en verlichte cultuur is maar dat er best couscous bij het bier kan.

Ik stel voor om er een tekstverklarings onderdeel van te maken voor het VMBO, kan het gros het ook lezen.

Je hebt gelijk. Maar het zal wel niet gebeuren. Dit soort 'tolken' heb je veel te weinig.

Typerend weer hoe stil het op zo'n topic is. Naema is subiet tot bounty verklaard.

Orakel
27-08-06, 23:16
Geplaatst door mark61
Je hebt gelijk. Maar het zal wel niet gebeuren. Dit soort 'tolken' heb je veel te weinig.

Typerend weer hoe stil het op zo'n topic is. Naema is subiet tot bounty verklaard.

Mwoah, tis meer dat ut een wat onsamenhangend verhaal is, waarbij volgens de grote-stappen-snel-thuis-methode een link gelegd wordt tussen de eigen existentiële onzekerheden en de tragiek van de 'moslimterrorist'.

Neem nou de passage over het streven naar zelfbewustzijn, een streven dat op verstikkende wijze ingekaderd wordt tussen "je te verliezen in een religie of in het idee-fixe dat je hier bent om het de westerling naar de zin te maken".
Zo te lezen is ze qua zelfbewustzijn aan het warmlopen voor het wereldkampioenschap worstelen voor zwaargewichten.

mark61
27-08-06, 23:25
Geplaatst door Orakel
Mwoah, tis meer dat ut een wat onsamenhangend verhaal is, waarbij volgens de grote-stappen-snel-thuis-methode een link gelegd wordt tussen de eigen existentiële onzekerheden en de tragiek van de 'moslimterrorist'.

Ik vind het glashelder. En het lijkt me heel plausibel.


Neem nou de passage over het streven naar zelfbewustzijn, een streven dat op verstikkende wijze ingekaderd wordt tussen "je te verliezen in een religie of in het idee-fixe dat je hier bent om het de westerling naar de zin te maken".
Zo te lezen is ze qua zelfbewustzijn aan het warmlopen voor het wereldkampioenschap worstelen voor zwaargewichten.

Ik denk dat ze diep gegraven heeft. Komt mij heel authentiek voor. Maja.

Ze beschrijft gewoon wat Roy ook zei, en wat me toen al heel logisch leek. Misschien is het verschil dat zij uit een ex-kolonie komt en dan automatisch op dat idee van 'naar de zin maken' komt. Ik vin het niet gek iig.

Dat martelaar vind ik meer gezocht.

Orakel
27-08-06, 23:43
Geplaatst door mark61
Ik vind het glashelder. En het lijkt me heel plausibel.

Glashelder en plausibel voor zover het haar eigen zieleroerselen en belevingen betreft. Niet meer vanaf het moment dat ze haar indivduele spirituele zoektocht gaat extrapoleren en (ff doorslaan mijnerzijds) gaat verheffen tot een sociologische of antropologische wetmatigheid.


Ik denk dat ze diep gegraven heeft. Komt mij heel authentiek voor. Maja.

Ik denk dat ze achteraf en vanuit de huidige context en beleving bepaalde betekenis toekent aan ervaringen en herinneringen:

Het gevoel van ontheemding was bijmij zo sterk dat ik die leemte alleen kon vullen met iets groters, iets overrompelends, iets universeels, iets wat ervoor zorgde dat ik geen pijnlijke introspectie hoefde te verrichten, iets waaraan ik mij kon overgeven, iets wat alle twijfel uitbande, iets wat mij ongekende rust en trots gaf.


Ze beschrijft gewoon wat Roy ook zei, en wat me toen al heel logisch leek. Misschien is het verschil dat zij uit een ex-kolonie komt en dan automatisch op dat idee van 'naar de zin maken' komt. Ik vin het niet gek iig.

Het verbad dat Roy legt tussen otnheemding en toenemende religiositeit is ook heel logisch.
Is ook niet im frage, want daar heb ook zij een punt.
Tis alleen dat ze feitelijk stelt dat gelovigen (al dan niet zelotisch) blaken van de existentiele zekerheid en dat mensen die graven naar en in hun zelfbewustzijn, verscheurd worden door vertwijfeling.

A is die waterscheiding niet te maken en B denk ik dat ze de vertwijfeling die bij 'in iets geloven' mee speelt deerlijk onderschat.
Ondanks het fiere borstgeroffel van de zeloten en de krijgshaftige wijze waarop ze universalistische uitspraken de ether inslingeren, durf ik geen geld in te zetten op levensbeschouwelijk zelfvertrouwen.


Dat martelaar vind ik meer gezocht.

Met zo'n burburry-tasje lopen is anders best een heldendaad. En dan leg je het af, kom je nog 72 van die Chaneltiepes tegen. Heb je dan wat?

mark61
27-08-06, 23:51
Geplaatst door Orakel
Glashelder en plausibel voor zover het haar eigen zieleroerselen en belvingen betreft. Niet meer vanaf het moment dat ze haar indivduele spirituele zoektocht gaat extraploren en (ff doorslaan mijnerzijds) gaat verheffen tot een sociologische of antropologische wetmatigheid.

Oh ik weet niet. Ze onderzoekt de terrorist in haarzelf geloof ik. Als ze teveel pretenties heeft, kweenie. Ik heb zelden zo iets eerlijks en openhartigs gelezen, van wie dan ook.


Ik denk dat ze achteraf en vanuit de huidige context en beleving bepaalde betekenis toekent aan ervaringen en herinneringen:

Ja, dat heet bezonken. :hihi:


Het gevoel van ontheemding was bijmij zo sterk dat ik die leemte alleen kon vullen met iets groters, iets overrompelends, iets universeels, iets wat ervoor zorgde dat ik geen pijnlijke introspectie hoefde te verrichten, iets waaraan ik mij kon overgeven, iets wat alle twijfel uitbande, iets wat mij ongekende rust en trots gaf.

Vind je dat overdreven? Ik kan het me levendig voorstellen. Qué voy a ser, je suis perdu, zingt Manu Chao. Is krek hetzelfde. Is alleen Galicië > Frankrijk. Kejje nagaan als het nog verder is. Een geloof verder ofzo.


Tis alleen dat ze feitelijk stelt dat gelovigen (al dan niet zelotisch) blaken van de existentiele zekerheid en dat mensen die graven naar en in hun zelfbewustzijn, verscheurd worden door vertwijfeling.

Ik denk dat gelovigen gemiddeld wel wat zekerder zijn. In ieder geval genoeg om niet voor de radicale oplossing der oplossingen te gaan.

Ik begreep dat ze bedoelde dat mensen die onbewust vertwijfeld zijn juist er niet eens opkomen es naar binnen te koekeloeren.


Ondanks het fiere borstgeroffel van de zeloten en de krijgshaftige wijze waarop ze universalistische uitspraken de ether inslingeren, durf ik geen geld in te zetten op levensbeschouwelijk zelfvertrouwen.

Nee, tis nep, maar het vult ff een gat.


Met zo'n burburry-tasje lopen is anders best een heldendaad. En dan leg je het af, kom je nog 72 van die Chaneltiepes tegen. Heb je dan wat?

Ik vrees dat het zover niet komp. :hihi:

Wortel
28-08-06, 07:15
Ik begreep dat ze bedoelde dat mensen die onbewust vertwijfeld zijn juist er niet eens opkomen es naar binnen te koekeloeren.

Zo begreep ik het ook. Ongeveer zoals een schaatsenrijder die over één nacht ijs schaatst móet blijven doorhijgen, want als hij stil gaat staan zakt hij door het ijs en verdrinkt.


Glashelder en plausibel voor zover het haar eigen zieleroerselen en belevingen betreft. Niet meer vanaf het moment dat ze haar indivduele spirituele zoektocht gaat extrapoleren en (ff doorslaan mijnerzijds) gaat verheffen tot een sociologische of antropologische wetmatigheid.

Of ze het als wetmatigheid poneert weet ik niet, maar ze poneert het naar mijn idee wel als een ervaringsfeit dat klaarblijkelijk op meerdere individuën nogal van toepassing kan zijn.


Tis alleen dat ze feitelijk stelt dat gelovigen (al dan niet zelotisch) blaken van de existentiele zekerheid en dat mensen die graven naar en in hun zelfbewustzijn, verscheurd worden door vertwijfeling.


Olivier Roy (schrijver, onderzoeker en islamkenner) schrijft dat ontheemding kan resulteren in een profilering van strikt religieuze kenmerken. Ik ken die ontwikkeling. Het gevoel van ontheemding was bijmij zo sterk dat ik die leemte alleen kon vullen met iets groters, iets overrompelends, iets universeels, iets wat ervoor zorgde dat ik geen pijnlijke introspectie hoefde te verrichten, iets waaraan ik mij kon overgeven, iets wat alle twijfel uitbande, iets wat mij ongekende rust en trots gaf.

In die projectie, zoals vele moslimjongeren die vooropstellen, geloofde ik dat alleen mijn ‘moslim zijn’ een absoluut karakter kon hebben. Islam kent geen grenzen, geen nationaliteiten, geen ras. Iedereen is gelijk in de ogen van Allah, althans, min of meer. Allah accepteert je zoals je bent, mits je je maar volledig aan Allah overgeeft. Toen ik dat deed, wist ik mijn verwarring volledig te bezweren. Ik hoefde niet meer na te denken. In de islam vond ik een gemakzuchtige rust, een makkelijk houvast, simpele erkenning en blinde acceptatie. Bovenal voelde ik me uitverkoren, belangrijker dan de rest, een gewaarwording die ik voorheen nooit had gekend. Het was een zalig, vervullend, zingevend en uplifting gevoel dat me uit de marge haalde waarin ik dacht te zitten verkommeren. Plots kreeg ik een verheven positie.

Dit deed mij denken aan een verhaal van -jawel- Jalal al din Rumi:

Onze meester Shems al-Din vertelde eens: een grote karavaan ging eens op weg naar een zekere plaats, zonder ergens mensen tegen te komen of een plaats om te drinken. Plotseling kwamen zij bij een bron, maar er was geen emmer. Daarom namen zij een ketel en lieten die aan een touw in de put zakken. Toen zij het touw optrokken was de ketel verdwenen. Toen lieten zij een andere ketel zakken, maar ook die verdween. Daarop lieten enkele mensen van de karavaan zich naar beneden zakken aan het touw maar geen van allen kwamen zij meer boven.
Nu was er een verstandige man die zei: "Laat mij maar naar beneden gaan". zij lieten hem zakken en toen hij bijna op de bodem van de put was, verscheen er plotseling een reusachtige neger. "Aan hem zal ik nooit ontsnappen", zei de man bij zichzelf, "maar ik kan in ieder geval proberen om mijn hoofd niet te verliezen en mijn verstand bij elkaar te houden zodat ik zal zien wat er met mij gebeurt".
"Maak er geen lang verhaal van"zei de zwarte reus. "Jij bent mijn gevangene en je zult niet ontsnappen tenzij je het juiste antwoord op mijn vraag geeft. Niets anders zal je kunnen redden".
"Vraag maar", zei de man.
"Wat is de beste plaats om te wonen?", vroeg de neger.
"Ik ben een gevangene", dacht de man, "en volledig aan hem overgeleverd. Als ik zeg: Bagdad, of een andere plaats, beledig ik misschien zijn geboorteplaats.
Daarop antwoordde hij: "De beste plaats om te leven is de plaats waar iemand zich thuis voelt. Als dat in de ingewanden van de aarde is of in het hol van een muis dan is dat de beste plaats".
"Goed gezegd, goed gezegd!", riep de neger. "Je bent gered!" Je bent een man uit duizenden. Ik zal je laten gaan en vanwege jou zal ik ook de anderen loslaten. In het vervolg zal ik geen bloed meer vergieten. Uit liefde voor jou schenk ik je alle mensen van de karavaan".
Toen gaf hij de mensen van de karavaan zoveel water als maar nodig hadden.

Het doel van dit verhaal is de innerlijke betekenis. Men kan dezelfde betekenis in de vorm van een ander verhaal vertellen, maar de mensen die passief navolgen hechten zich altijd aan de uiterlijke vorm. Het is moeilijk praten met hen; als u dezelfde woorden in de vorm van een ander verhaal vertelt zullen zij niet luisteren.

De Islam heeft in haar eigen rijke traditie meer dan genoeg zelfreinigend vermogen om die pest van zelfmoordterrorisme zelf uit te bannen. Juist die traditie roept naar mijn idee op tot zelfbewustzijn. Het is echter wel van alle tijden dat stemmen als die van Jalal al din Rumi meestal tot de onderstroom behoren en dat is b.v. in het Christendom niet anders.

Olive Yao
30-08-06, 23:38
Je kunt het ook lezen als een verhaal over mensen die het moeilijk hebben, op veel manieren, niet alleen geestelijk maar ook materieel. Van wie vrijwel niemand zelfmoordterrorist wordt.

Veel autochtonen hebben al problemen met “zingeving”, hun identiteitsbesef enz, kun je nagaan hoe mensen in Naema Tahirs toestand zich voelen.

Terwijl je tegelijk denkt dat als we maar een beetje anders met elkaar om zouden gaan, dat niet zo hoeft te zijn.

mark61
31-08-06, 01:31
Geplaatst door Olive Yao
Terwijl je tegelijk denkt dat als we maar een beetje anders met elkaar om zouden gaan, dat niet zo hoeft te zijn.

Ik denk toch dat het vnl. individueel is. En niet zozeer een collectief patroon. Er is natuurlijk de migratie-ervaring, maar hoe je daar mee omgaat kan zo vreselijk verschillen van persoon tot persoon.

Migratie in Latijns Am. > VS verband kent helemaal niet dat patroon.

Waar zijn die gekwelde Guatemalteken die 500 man gaan opblazen in de metro...