PDA

Bekijk Volledige Versie : Winnaars en verliezers van 11 september



Orakel
10-10-06, 22:43
Winnaars en verliezers van 11 september

Vóór 9/11 vormde het islamitische jihadisme een marginale ideologie. Nu is het de inspiratiebron van miljoenen moslims. Niet omdat zij de aanslagen op het WTC en het Pentagon toejuichten, maar om de manier waarop Amerika reageerde op deze terreurdaad: de inval in Irak en geheime gevangenissen waar afschuwelijke wandaden jegens moslims zijn begaan.

Door Ivo Daalder

Nu we vijf jaar verder zijn in het mondiale conflict dat volgde op de ergste terreuraanslagen uit de geschiedenis, weten we wie er op voor- en wie er op achteruit is gegaan. De lijst winnaars en verliezers is lang – van de mensen in Afghanistan en Irak die zijn bevrijd van wrede dictaturen en helaas opnieuw te kampen hebben met geweld en chaos, tot de mensen in Darfur die nagenoeg alleen een volkenmoord het hoofd hebben moeten bieden. Maar op elke tussentijdse balans springen drie winnaars en drie verliezers zonder meer in het oog.


De winnaars


Het islamitisch jihadisme
De grootste winnaar in het mondiale conflict dat volgde na de aanslagen op het WTC en het Pentagon is het islamitische jihadisme – de beweging die door middel van terrorisme tegen Amerika en zijn vrienden en bondgenoten de macht van de islam weer op het hoogtepunt denkt te kunnen brengen van het kalifaat van meer dan zeven eeuwen geleden.

Vóór 11 september 2001 vormde het islamitische jihadisme een marginale ideologie die misschien een aanhang van hoogstens een paar duizend jongemannen had verworven. In de jaren sindsdien heeft het steun gekregen van miljoenen moslims, en velen van hen zijn bereid gebleken om te moorden – ook als het hun zelf het leven kostte.

Maar deze golf van steun werd niet veroorzaakt door de aanslagen van 9/11. Moslims walgden evenzeer als ieder ander van de gruwelijke gewelddadigheid van deze aanslagen.

De reden ligt veeleer in de manier waarop Amerika besloot te reageren. Niets heeft meer voor de zaak van het islamitische jihadisme gedaan dan de onzalige beslissing om Irak binnen te vallen – om opnieuw een moslimstaat te bezetten zonder de mensen die zogenaamd werden bevrijd ook maar de geringste veiligheid te bieden of in hun meest elementaire behoeften te voorzien. In combinatie met de afschuwelijke wandaden tegen moslims in Abu Ghraib, Guantánamo, Baghram en nog andere geheime gevangenissen, heeft dit de woede van miljoenen gevoed en de steun vergroot aan de vele duizenden die bereid zijn zich met terrorisme in te laten. We hebben de gevolgen gezien in Bagdad en Londen, op Bali en in Madrid, en op andere plaatsen over de hele wereld. Vijf jaar na 11 september 2001 gaat het de islamitische terroristen en hun volgelingen – en niet hun slachtoffers – voor de wind.


Potentiële kernmogendheden
Een andere groep winnaars zijn landen als Iran, Noord-Korea en Pakistan, die op kernwapens uit zijn. Vóór 9/11 had het de hoogste prioriteit om te voorkomen dat landen kernarsenalen verkregen (of in het geval van Pakistan dat ze werden beknot in hun nucleaire ambities) – en president Bush herhaalde dit nog eens na de aanslagen toen hij waarschuwde dat de ergste regimes niet de ergste wapens mochten bezitten. Maar meteen na de aanslag op de Twin Towers werd voor Pakistan een oogje dichtgeknepen, in ruil voor de steun van dit land aan de verdrijving van de Talibaan uit Afghanistan. En in plaats van de Amerikaanse macht en aandacht te richten op de reële atoomdreiging die uitgaat van Noord-Korea en Iran, richtte de regering-Bush zich op het ingebeelde gevaar uit Irak. Als gevolg hiervan heeft Noord-Korea genoeg plutonium kunnen produceren om zijn kernpotentieel te vervijf- à vertienvoudigen, en heeft Iran zijn atoomprogramma – tot nu toe zonder nadelige gevolgen – versneld.


China

De laatste winnaar is China, dat de afgelopen vijf jaar is opgekomen als dominante wereldspeler zonder dat iemand daar, tenminste in Amerika of Europa, veel aandacht aan heeft besteed. China’s economische aanwezigheid heeft zich over de hele wereld uitgebreid, evenals zijn diplomatie die gericht is op de waarborging van zijn mercantilistische doelstellingen. Van Zuidoost-Azië tot Latijns-Amerika en van Afrika tot het Midden-Oosten verwachten landen steeds meer van Peking dan van Washington dat het de agenda bepaalt. China heeft slim gebruikgemaakt van deze nieuwe werkelijkheid, zowel ter bevordering van zijn eigen economische belangen als voor de vorming van een grote internationale coalitie tegen de Amerikaanse en andere westerse pogingen om dringende mondiale problemen aan te pakken – van de groeiende nucleaire ambities van Iran tot Darfur. En China is ook de steun en toeverlaat geweest voor een reeks onsmakelijke regimes – van Birma tot Zimbabwe en van Oezbekistan tot Soedan – die hun eigen volk wreed hebben onderdrukt in het besef dat China zich tegen internationaal ingrijpen zal verzetten, omdat het vasthoudt aan het recht van landen om binnen hun soevereine domein te doen wat ze willen.


De verliezers


Osama bin Laden en Al-Qaeda
Bij de verliezers staan zonder twijfel bovenaan Osama bin Laden en Al-Qaeda, de organisatie die hij heeft opgericht en geleid. Nu zijn organisatie is vermorzeld, tal van zijn luitenants zijn gedood of gevangengenomen en zijn Afghaanse toevluchtsoord is gesloten, is hij voortdurend op de vlucht, van de ene grot naar de andere, waarbij hij weinig meer kan doen dan nu en dan een video- of geluidsbandje verspreiden.

Dat is een hele verandering ten opzichte van vijf jaar geleden, toen Bin Laden hoog in de Afghaanse bergen via de satelliet op CNN International zijn uitverkoren terroristen hun gruweldaden zag begaan. Natuurlijk heeft Bin Laden in één wezenlijk opzicht gezegevierd: zijn idee van een mondiale jihad tegen Amerika en zijn aanhangers wordt nu in de hele moslimwereld omarmd. Maar algemeen wordt aangenomen dat hij niet meer in staat is de beweging te leiden of het soort aanvallen te beramen en uit te voeren waar de wereld vijf jaar geleden van beefde.


Neoconversatisme
Een andere grote verliezer is het neoconservatisme. Het idee dat Amerika bij machte was de wereld te herscheppen naar zijn eigen beeld – en dat het na 11 september 2001 de kans had om dit grotendeels alleen doen – is in het zand van Mesopotamië een dodelijke slag toegebracht. De gewelddadige verdrijving van Saddam Hussein stelde politieke krachten in werking die Amerika niet in de hand had – en waarschijnlijk ook niet kón hebben: sektarische krachten die het land nu wreed verscheuren. Irak is dus allerminst een positief voorbeeld van verandering en hervorming voor het gebied als geheel geworden.

Integendeel, de chaos waardoor het is getroffen tekent de beperkingen van het Amerikaanse unilateralisme en de mislukking van een ideologie die met behulp daarvan in het gehele Midden-Oosten een positieve verandering dacht te kunnen bewerkstelligen.


De Verenigde Staten
De grootste verliezer van de laatste vijf jaar komt voort uit deze mislukking: het vertrouwen in Amerika – in zijn macht, bedoelingen en beginselen – is niet alleen uitgehold onder zijn vijanden maar, belangrijker nog, ook onder zijn vrienden. Meer dan zestig jaar wist Amerika voorop te gaan in de opbouw van een democratischer en welvarender wereld voor iedereen. Daarbij waren de Amerikaanse militaire en economische macht onmisbaar, maar dat dit vermogen ook in doeltreffend leiderschap werd omgezet kwam doordat de wereld ervan uitging dat Amerika juist handelde. Ze ging ervan uit dat Amerika zijn macht niet alleen gebruikte om zijn eigen belangen te behartigen, maar ook om de belangen van anderen te dienen. Ze ging ervan uit dat Amerika niet alleen nieuwe internationale regels, normen en wetten opstelde, maar ook de voorbeeldige wereldburger was die deze verantwoordelijkheid ernstig nam. Ze ging ervan uit dat Amerika een goede macht was.


Maar helaas vertrouwt de wereld Amerika niet meer. Terwijl de vijanden van Amerika zijn macht allang verfoeien, zijn ook de vrienden van Amerika er niet langer van overtuigd dat het die macht verstandig zal gebruiken – en groeit de angst voor een destructief gebruik. Velen proberen daarom afstand van Amerika te nemen; en enkelen zijn zelfs geneigd zich rechtstreeks te verzetten. Hierdoor ontbreekt steeds meer een doelmatig internationaal optreden, dat niet mogelijk is zonder Amerikaans leiderschap en de bereidwillige en actieve medewerking van anderen – ter voorkoming van de verspreiding van kernwapens, bestrijding van het terrorisme, beteugeling van het broeikaseffect, behandeling van besmettelijke ziekten of beantwoording van nog een hele reeks andere uitdagingen.

Als het vertrouwen in Amerika niet kan worden hersteld, zullen niet alleen de Verenigde Staten maar zal ook de rest van de wereld de ware verliezers van de wereld na 9/11 blijken te zijn.

Door Ivo Daalder, verbonden aan het Brookings-instituut in Washington en thans gasthoogleraar aan de Europese Universiteit in Florence.

NRC, 10 oktober 2006

~Panthera~
10-10-06, 23:23
Daar zou deze beste man wel eens heel erg gelijk in kunnen hebben.

knuppeltje
11-10-06, 09:14
Geplaatst door Orakel
Winnaars en verliezers van 11 september

Vóór 9/11 vormde het islamitische jihadisme een marginale ideologie. Nu is het de inspiratiebron van miljoenen moslims. Niet omdat zij de aanslagen op het WTC en het Pentagon toejuichten, maar om de manier waarop Amerika reageerde op deze terreurdaad: de inval in Irak en geheime gevangenissen waar afschuwelijke wandaden jegens moslims zijn begaan.

Door Ivo Daalder

Nu we vijf jaar verder zijn in het mondiale conflict dat volgde op de ergste terreuraanslagen uit de geschiedenis, weten we wie er op voor- en wie er op achteruit is gegaan. De lijst winnaars en verliezers is lang – van de mensen in Afghanistan en Irak die zijn bevrijd van wrede dictaturen en helaas opnieuw te kampen hebben met geweld en chaos, tot de mensen in Darfur die nagenoeg alleen een volkenmoord het hoofd hebben moeten bieden. Maar op elke tussentijdse balans springen drie winnaars en drie verliezers zonder meer in het oog.


De winnaars


Het islamitisch jihadisme
De grootste winnaar in het mondiale conflict dat volgde na de aanslagen op het WTC en het Pentagon is het islamitische jihadisme – de beweging die door middel van terrorisme tegen Amerika en zijn vrienden en bondgenoten de macht van de islam weer op het hoogtepunt denkt te kunnen brengen van het kalifaat van meer dan zeven eeuwen geleden.

Vóór 11 september 2001 vormde het islamitische jihadisme een marginale ideologie die misschien een aanhang van hoogstens een paar duizend jongemannen had verworven. In de jaren sindsdien heeft het steun gekregen van miljoenen moslims, en velen van hen zijn bereid gebleken om te moorden – ook als het hun zelf het leven kostte.

Maar deze golf van steun werd niet veroorzaakt door de aanslagen van 9/11. Moslims walgden evenzeer als ieder ander van de gruwelijke gewelddadigheid van deze aanslagen.

De reden ligt veeleer in de manier waarop Amerika besloot te reageren. Niets heeft meer voor de zaak van het islamitische jihadisme gedaan dan de onzalige beslissing om Irak binnen te vallen – om opnieuw een moslimstaat te bezetten zonder de mensen die zogenaamd werden bevrijd ook maar de geringste veiligheid te bieden of in hun meest elementaire behoeften te voorzien. In combinatie met de afschuwelijke wandaden tegen moslims in Abu Ghraib, Guantánamo, Baghram en nog andere geheime gevangenissen, heeft dit de woede van miljoenen gevoed en de steun vergroot aan de vele duizenden die bereid zijn zich met terrorisme in te laten. We hebben de gevolgen gezien in Bagdad en Londen, op Bali en in Madrid, en op andere plaatsen over de hele wereld. Vijf jaar na 11 september 2001 gaat het de islamitische terroristen en hun volgelingen – en niet hun slachtoffers – voor de wind.


Potentiële kernmogendheden
Een andere groep winnaars zijn landen als Iran, Noord-Korea en Pakistan, die op kernwapens uit zijn. Vóór 9/11 had het de hoogste prioriteit om te voorkomen dat landen kernarsenalen verkregen (of in het geval van Pakistan dat ze werden beknot in hun nucleaire ambities) – en president Bush herhaalde dit nog eens na de aanslagen toen hij waarschuwde dat de ergste regimes niet de ergste wapens mochten bezitten. Maar meteen na de aanslag op de Twin Towers werd voor Pakistan een oogje dichtgeknepen, in ruil voor de steun van dit land aan de verdrijving van de Talibaan uit Afghanistan. En in plaats van de Amerikaanse macht en aandacht te richten op de reële atoomdreiging die uitgaat van Noord-Korea en Iran, richtte de regering-Bush zich op het ingebeelde gevaar uit Irak. Als gevolg hiervan heeft Noord-Korea genoeg plutonium kunnen produceren om zijn kernpotentieel te vervijf- à vertienvoudigen, en heeft Iran zijn atoomprogramma – tot nu toe zonder nadelige gevolgen – versneld.


China

De laatste winnaar is China, dat de afgelopen vijf jaar is opgekomen als dominante wereldspeler zonder dat iemand daar, tenminste in Amerika of Europa, veel aandacht aan heeft besteed. China’s economische aanwezigheid heeft zich over de hele wereld uitgebreid, evenals zijn diplomatie die gericht is op de waarborging van zijn mercantilistische doelstellingen. Van Zuidoost-Azië tot Latijns-Amerika en van Afrika tot het Midden-Oosten verwachten landen steeds meer van Peking dan van Washington dat het de agenda bepaalt. China heeft slim gebruikgemaakt van deze nieuwe werkelijkheid, zowel ter bevordering van zijn eigen economische belangen als voor de vorming van een grote internationale coalitie tegen de Amerikaanse en andere westerse pogingen om dringende mondiale problemen aan te pakken – van de groeiende nucleaire ambities van Iran tot Darfur. En China is ook de steun en toeverlaat geweest voor een reeks onsmakelijke regimes – van Birma tot Zimbabwe en van Oezbekistan tot Soedan – die hun eigen volk wreed hebben onderdrukt in het besef dat China zich tegen internationaal ingrijpen zal verzetten, omdat het vasthoudt aan het recht van landen om binnen hun soevereine domein te doen wat ze willen.


De verliezers


Osama bin Laden en Al-Qaeda
Bij de verliezers staan zonder twijfel bovenaan Osama bin Laden en Al-Qaeda, de organisatie die hij heeft opgericht en geleid. Nu zijn organisatie is vermorzeld, tal van zijn luitenants zijn gedood of gevangengenomen en zijn Afghaanse toevluchtsoord is gesloten, is hij voortdurend op de vlucht, van de ene grot naar de andere, waarbij hij weinig meer kan doen dan nu en dan een video- of geluidsbandje verspreiden.

Dat is een hele verandering ten opzichte van vijf jaar geleden, toen Bin Laden hoog in de Afghaanse bergen via de satelliet op CNN International zijn uitverkoren terroristen hun gruweldaden zag begaan. Natuurlijk heeft Bin Laden in één wezenlijk opzicht gezegevierd: zijn idee van een mondiale jihad tegen Amerika en zijn aanhangers wordt nu in de hele moslimwereld omarmd. Maar algemeen wordt aangenomen dat hij niet meer in staat is de beweging te leiden of het soort aanvallen te beramen en uit te voeren waar de wereld vijf jaar geleden van beefde.


Neoconversatisme
Een andere grote verliezer is het neoconservatisme. Het idee dat Amerika bij machte was de wereld te herscheppen naar zijn eigen beeld – en dat het na 11 september 2001 de kans had om dit grotendeels alleen doen – is in het zand van Mesopotamië een dodelijke slag toegebracht. De gewelddadige verdrijving van Saddam Hussein stelde politieke krachten in werking die Amerika niet in de hand had – en waarschijnlijk ook niet kón hebben: sektarische krachten die het land nu wreed verscheuren. Irak is dus allerminst een positief voorbeeld van verandering en hervorming voor het gebied als geheel geworden.

Integendeel, de chaos waardoor het is getroffen tekent de beperkingen van het Amerikaanse unilateralisme en de mislukking van een ideologie die met behulp daarvan in het gehele Midden-Oosten een positieve verandering dacht te kunnen bewerkstelligen.


De Verenigde Staten
De grootste verliezer van de laatste vijf jaar komt voort uit deze mislukking: het vertrouwen in Amerika – in zijn macht, bedoelingen en beginselen – is niet alleen uitgehold onder zijn vijanden maar, belangrijker nog, ook onder zijn vrienden. Meer dan zestig jaar wist Amerika voorop te gaan in de opbouw van een democratischer en welvarender wereld voor iedereen. Daarbij waren de Amerikaanse militaire en economische macht onmisbaar, maar dat dit vermogen ook in doeltreffend leiderschap werd omgezet kwam doordat de wereld ervan uitging dat Amerika juist handelde. Ze ging ervan uit dat Amerika zijn macht niet alleen gebruikte om zijn eigen belangen te behartigen, maar ook om de belangen van anderen te dienen. Ze ging ervan uit dat Amerika niet alleen nieuwe internationale regels, normen en wetten opstelde, maar ook de voorbeeldige wereldburger was die deze verantwoordelijkheid ernstig nam. Ze ging ervan uit dat Amerika een goede macht was.


Maar helaas vertrouwt de wereld Amerika niet meer. Terwijl de vijanden van Amerika zijn macht allang verfoeien, zijn ook de vrienden van Amerika er niet langer van overtuigd dat het die macht verstandig zal gebruiken – en groeit de angst voor een destructief gebruik. Velen proberen daarom afstand van Amerika te nemen; en enkelen zijn zelfs geneigd zich rechtstreeks te verzetten. Hierdoor ontbreekt steeds meer een doelmatig internationaal optreden, dat niet mogelijk is zonder Amerikaans leiderschap en de bereidwillige en actieve medewerking van anderen – ter voorkoming van de verspreiding van kernwapens, bestrijding van het terrorisme, beteugeling van het broeikaseffect, behandeling van besmettelijke ziekten of beantwoording van nog een hele reeks andere uitdagingen.

Als het vertrouwen in Amerika niet kan worden hersteld, zullen niet alleen de Verenigde Staten maar zal ook de rest van de wereld de ware verliezers van de wereld na 9/11 blijken te zijn.

Door Ivo Daalder, verbonden aan het Brookings-instituut in Washington en thans gasthoogleraar aan de Europese Universiteit in Florence.

NRC, 10 oktober 2006

Klootzakken als die overseas, zijn te stom om te begrijpen dat er alleen maar verliezers zijn.

Behalve op korte termiin zij die er rijk van worden dan.