PDA

Bekijk Volledige Versie : 'Het recht van ei en bamboetwijg'



Juliette
12-10-06, 12:01
'Wij sturen naar Afrika niet alleen medicijnen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken, we exporteren ook een visie op misdaad en straf waar we zelf niet helemaal meer in geloven.' Rechtssocioloog Luc Huyse over waarheidscommissies, straffeloosheid en fantoompijn.

Organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch gedragen zich als 'de veldwachters van de gerechtigheid'. En dat het Internationaal Strafhof in Den Haag zich de facto vooral op Afrikaanse landen richt is misschien wel een vorm van 'juridisch neokolonialisme'. Een puur strafrechtelijke aanpak van misdaden tegen de menselijkheid, betoogt Luc Huyse in zijn nieuwe boek Alles gaat voorbij, behalve het verleden , is in Afrikaanse landen niet altijd aangewezen.

Sinds hij in 2000 met pensioen ging als hoogleraar sociologie aan de Leuvense faculteit voor rechtsgeleerdheid, bekeek Huyse hoe mensen in Burundi, Ethiopië, Zuid-Afrika en Zimbabwe omgaan met leed dat niet voorbij wil gaan. Hij is er actief als adviseur van gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties.

Afrekening met oud zeer - het is voor Huyse geen nieuw onderwerp. In het midden van de jaren tachtig al begon hij in eigen land naar de repressie te kijken. Naar wat er in België na de bevrijding, na oktober 1944 is gebeurd. Aan materiaal komen, bleek niet gemakkelijk. Zelfs een aantal figuren uit de Vlaamse beweging vond het geen goed idee.

Om het potje maar gedekt te laten?

LUC HUYSE: Ik had de indruk dat ze bang waren. Ik botste ook voortdurend op de vaststelling dat openheid van zaken niet mogelijk was. Toen mijn boek Onverwerkt verleden verscheen, probeerde iedereen er zijn voordeel mee te doen. Vlaams-nationalisten concludeerden eruit dat politieke collaborateurs zwaarder werden gestraft dan economische collaborateurs. Franstaligen vonden er het bewijs in dat Vlamingen minder hard waren aangepakt dan zij. Dat prikkelde mij.

Ik heb daarna ook naar de praktijk in Nederland en Frankrijk gekeken. Het klopt niet dat Nederland en Frankrijk veel vergevensgezinder zijn geweest dan België, zoals veelal wordt gedacht. De Franse amnestiewet van 1947 waarmee hier altijd wordt gezwaaid, was geen amnestiewet en de mildheid beperkte zich tot bepaalde categorieën van daders. En zo verder. Ik kom overigens niet uit een van de betrokken milieus. Niet van collaborateurs, maar ook niet van weerstanders. Mijn ouders hebben, zoals de meeste Belgen, het hoofd ingetrokken tot het allemaal voorbij was.

Wanneer moet bestraffing beginnen?

HUYSE: Als je te vroeg begint, krijg je een situatie als toen in België: de sukkelaars die eerst voor de rechter komen, betalen de zwaarste prijs. Het waren vaak de eenvoudigste dossiers. Iemand was met een geweer gezien of zo. Mensen die gemakkelijk te pakken waren. De grote vissen konden een tijd naar Duitsland vluchten of ze doken onder in een juridisch struikgewas. Een aantal mensen uit de top van de collaboratie is daarom pas in 1947 berecht, toen het klimaat al om allerlei redenen zachter was geworden. De goden hadden geen dorst meer.

Het antwoord is dus: niet te vroeg, maar ook niet te laat?

HUYSE: Alles op zijn tijd, inderdaad. Ik heb ondertussen gekeken hoe het er in Afrika en in Latijns-Amerika aan toegaat, en de meest essentiële vraag is echt: wanneer ga je berechten? Wanneer ga je met een waarheidscommissie beginnen? Als het om een onderhandelde overgang gaat, als de oude orde nog voor een deel aanwezig is in het leger of de politie, pleit ik ervoor om niet onmiddellijk naar de strafrechter te stappen. Wacht even tot het nieuwe regime, de jonge democratie wat stabieler is geworden. De tijd komt.

Maar ik pleit ook voor bewarende maatregelen. Probeer om zoveel mogelijk vast te leggen wat er is gebeurd. Vermijdt dat er documenten of bewijsmateriaal verloren gaan. Toen Raúl Alfonsin na de eerste democratische verkiezingen president van Argentinië werd, handhaafde hij wel de amnestiewet die de generaals voor zichzelf hadden geschreven maar tegelijkertijd liet hij getuigenissen verzamelen en documenten bewaren. En dan zie je dat twintig jaar later de drang toch komt om verder te gaan en naar verantwoordelijkheden te zoeken.

In Spanje worden dertig jaar na de dood van Franco voor het eerst vragen gesteld naar de manier waarop er met de herinnering aan het verleden is omgesprongen. Gaat het vaak zo?

HUYSE: Je kunt mensen niet bij decreet verplichten om te vergeten. En als de slachtoffers zwijgen, meldt de volgende generatie zich wel. Nederland probeerde na de Tweede Wereldoorlog om de hele problematiek van de collaboratie te verambtelijken - daar zijn ze sterk in. Maar eind jaren zestig kwamen de vragen toch. Er komt altijd een generatie die vraagt waarom de gordijnen zijn neergelaten.

Is het belangrijk dat die vraag uit de samenleving zelf komt?

HUYSE: Ik denk dat het niet mogelijk is om dat tijdstip te laten bepalen door de internationale gemeenschap. Kijk naar Noord-Uganda. Daar praten de regering en het Lord's Resistance Army (LRA) van Joseph Kony over vrede. Leden van dat Verzetsleger van de Heer zijn door het Internationaal Strafhof in beschuldiging gesteld voor misdaden tegen de menselijkheid. Maar kerkleiders uit Noord-Uganda zelf hebben er in Den Haag bij de openbare aanklager voor gepleit om de arrestatiebevelen die klaarliggen een tijdje op te bergen.

U noemt grote niet-gouvernementele organisaties zoals Amnesty International en Human Rights Watch 'veldwachters van de gerechtigheid' en u beschuldigt hen van 'juridisch fundamentalisme'. Waarom bent u zo streng?

HUYSE: Omdat ze er geen rekening mee houden dat elke transitie uniek is. Ze eisen dat er meteen met de grote middelen wordt gewerkt. Dat er meteen arrestatiebevelen worden uitgeschreven en dat er een proces op gang komt om zoveel mogelijk mensen te straffen. In zeer veel gevallen kan dat niet. Omdat de politieke situatie te fragiel is. Of omdat de nodige infrastructuur er simpelweg niet meer is. Rechters en advocaten zijn dood, of ze hebben zelf boter op hun hoofd - dat soort praktische bezwaren. In Ethiopië wilde men in 1991, onmiddellijk na de val van dictator Mengistu, meteen met straffen starten. Daar zitten veel mensen al sindsdien in de gevangenis zonder dat hun proces opschiet. Het land kan het niet aan.

Zoals in Rwanda na de genocide van 1994?

HUYSE: Daar is uitgerekend dat het vonnissen van alle gevangenen met de eigen tribunalen nog driehonderd jaar kan duren. Burundi is in het vredesakkoord van Arusha op aansturen van Nelson Mandela verplicht om een waarheidscommissie naar Zuid-Afrikaans model op te richten. Om dingen te doen die zo'n door en door getekend land nu niet kan opbrengen. Die ngo's hebben veel te weinig aandacht voor het lokale, voor het delicate van veel van die transities. Veel Afrikaanse landen hebben eigen tradities van verzoening, die hen zouden kunnen helpen bij het omgaan met een verleden van schendingen van mensenrechten. Daar ligt een onontgonnen mijn van mogelijkheden.

Bijvoorbeeld?

HUYSE: Noord-Uganda is een mooi voorbeeld. De oorlog is nog niet afgelopen, maar er komen toch al honderden, soms duizenden mensen terug naar hun gemeenschap. Onder hen ook zeer veel kindsoldaten. Je kunt met de re-integratie van die jongeren niet wachten tot er van overheidswege een omvattend beleid is opgezet. Dan kun je beter werken met de rituelen die daar al lang aanwezig zijn om plaatselijke, miniverzoeningen mogelijk te maken.

Mato oput is er zo één: ex-rebellen drinken samen met hun slachtoffers het bittere sap van de bladeren van de oputboom, om de wrangheid van het verleden achter zich te laten. Bij een ander ritueel stappen ze een voor een op een ei en over een bamboetwijg. Het ei is het symbool van het ongeschonden leven, de twijg staat voor een breuk met het verleden. Ik heb daar beelden van gezien. Het lijkt effect te hebben, maar ook daar zegt Amnesty International dat het niet genoeg is. Ik maak me daar grote zorgen over.

Bent u een cultuurrelativist?


© Filip Naudts
HUYSE: U vraagt eigenlijk of de waarden die wij hanteren over de rechten van de mens en zo universele waarde hebben. Het lijkt er nu toch op alsof het Noorden eens te meer over het Zuiden oordeelt? De openbare aanklager van het Internationaal Strafhof heeft nu stappen gezet in de richting van acht landen. Dat zijn toch weer acht Afrikaanse landen. Ze vinden dat zelf een vorm van juridisch kolonialisme.

Ik denk aan die Rwandese Hutu, aandeelhouder van de haatzender Radio Mille Collines en topman van de extremistische Hutu-beweging, die er via een procedurekwestie in slaagde om voorlopig vrij te komen. De schok die dat in de Rwandese samenleving veroorzaakte, was enorm. Wij willen namelijk ook dat alles via de westerse spelregels verloopt. Wij transplanteren onze manier van denken over gerechtigheid naar samenlevingen die soms op een zeer verantwoorde wijze proberen om de strafrechter te vermijden.

Is het niet een rare paradox dat we internationaal willen straffen op een moment dat we zelf soms twijfelen aan de goede zin van de gevangenis?

HUYSE: Het is alsof wij niet in de spiegel kijken. Voor onszelf denken we al dertig, veertig jaar na over alternatieven voor een puur strafrechtelijke aanpak: herstel van de aangerichte schade, bemiddeling tussen slachtoffers en daders, gemeenschapsdiensten in plaats van gevangenisstraffen, en zo verder. Het is alsof je in Afrika en Zuidoost-Azië een product deponeert dat je zelf niet meer helemaal aantrekkelijk vindt. Zoals geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum overschreden is.

Toch is het gek: er is zo lang om een Internationaal Strafhof gevraagd en nu het er is, klinkt er al snel kritiek.

HUYSE: Het is een prachtig instrument. De vraag is alleen: hoe werk je ermee? Is er voldoende openheid om te begrijpen dat het niet altijd het juiste instrument is? Laten we werken zoals een chirurg die weloverwogen kiest welk lancet de beste resultaten geeft. Met welk instrument gaat een samenleving die een verschrikkelijke periode achter de rug heeft het best in haar eigen vel snijden? Ik heb de indruk dat die soepelheid groeit. Ik hoor dat er ook in Den Haag twijfels zijn om door te gaan met Noord-Uganda. Er zou bereidheid zijn om toch bij wijze van spreken met een soort weegschaal te werken, die ter plekke geijkt is. Als we onze visie doorzetten, straffen we schuldigen maar wordt het gebruik van geweld misschien gerokken. Wat weegt het meeste door?

U pleit dus eigenlijk voor realpolitik?

HUYSE: Ja, maar met een sterke morele reflex. En we moeten niet altijd gelijk willen halen. We falen zelf ook geregeld . Kijk naar de Belgische genocidewet. Die leidde heel snel tot wat toen procestoerisme is genoemd. Het was gewoon overmoed van onze kant - hubris .

Kan het Internationaal Strafhof behoorlijk functioneren zolang de Verenigde Staten het niet erkennen?

HUYSE: De Amerikanen doen al het mogelijke om het tribunaal te saboteren. Ze zetten landen onder druk om bilaterale verdragen te sluiten, waarbij die landen moeten beloven nooit Amerikaanse burgers aan het Hof uit te leveren. Er is de zogenaamde The Hague Invasion Act die de president toelaat Amerikaanse burgers desnoods gewapenderhand uit de gevangenis van het Strafhof te bevrijden. We leven in een tijdperk waarin rechtsnormen een mondiale dimensie krijgen en een strafrecht zonder grenzen groeit, maar als socioloog heb ik geleerd altijd rekening te houden met een terugval. Iedere beweging brengt een tegenbeweging op gang.

Wat bezielt de Amerikanen?

HUYSE: Ze voeren allerlei argumenten aan: ze willen niet het slachtoffer worden van politiek geïnspireerde aanklachten uit landen van de 'as van het kwaad' bijvoorbeeld. Maar als je tussen de lijnen leest, stoot je algauw op een dieper liggend motief. En dat is een puur geopolitieke strategie, net als bij de Amerikaanse weigering om het Kyoto-protocol te ondertekenen. Het recht komt niet uit de loop van een geweer, en de Amerikanen vrezen dat het Internationaal Strafhof het hen onmogelijk zal maken om in bepaalde gevallen hun belangen met militaire acties te verdedigen. Ze gaan ervan uit dat wie de meeste wapens heeft in feite over een vetorecht beschikt. Daarom willen ze liever dat alle aanklachten via de Veiligheidsraad lopen. Daar kunnen ze de deur altijd dichtklappen.

Bij de genocide in Bosnië hield de internationale gemeenschap zich maandenlang afzijdig omdat 'de holocaustnorm' niet was bereikt. Het was nog niet erg genoeg. Wanneer is het wel erg genoeg?

HUYSE: Politici hebben de neiging om te werken met een soort schaal van Richter, maar dan een die wreedheid meet. Op die schaal staat de Holocaust het hoogst genoteerd. Door de genocide in Bosnië te vergelijken met de Holocaust, hadden ze een handig alibi om niet te hoeven ingrijpen: het was inderdaad nog niet erg genoeg. Hoe hoger je de lat legt, hoe makkelijker je eronderdoor kunt lopen. En het is natuurlijk dringen op de internationale markt van medelijden en begrip. De Amerikaanse historicus Peter Novick heeft daar een mooie uitdrukking voor bedacht: de Olympics of genocides . Wie het best kan lobbyen en zijn lijden het zwaarst kan laten taxeren, wint de gouden medaille.

Wordt het woord genocide te snel in de mond genomen?

HUYSE: Je moet oppassen voor woordinflatie. De media dragen daar een grote verantwoordelijkheid in: ze zoeken in hun berichtgeving vooral naar wat aanslaat bij hun lezers en hun kijkers. In Darfur bijvoorbeeld kan met reden over genocide gesproken worden, maar het gebeurt stapsgewijze en dus kun je er niet elke dag een ophefmakend journaal over maken.

Of denk aan de uiteenlopende reacties van de media op de slachtpartijen in Rwanda en Burundi. In Rwanda vielen 900.000 doden in honderd dagen tijd: drie keer de torens van het World Trade Center per dag. Daar kon niet naast gekeken worden. In Burundi vielen óók veel doden, 300.000, maar gespreid over een veel langere periode, als het ware in slow motion. Dat valt minder op. Is het ene erger dan het andere? Vergelijkingen zijn altijd gevaarlijk.

In uw boek besteedt u veel aandacht aan de waarheidscommissie in Zuid-Afrika. Maar het blijft onduidelijk of u ze nu wel of niet als een succes beschouwt.

HUYSE: Ik denk dat het nog veel te vroeg is om daar een uitspraak over te doen. Als je in Zuid-Afrika met de tweede generatie praat - niet de mensen die zelf beschoten, gemarteld of zonder vorm van proces in de gevangenis geworpen zijn, maar hun kinderen - dan hebben die het over soft justice, want er is in ruil voor openheid van zaken amnestie gegeven aan zo'n 1700 daders van schromelijke misdrijven. Onder verzoening verstaan zij iets heel anders dan wat Nelson Mandela of bisschop Tutu er onder verstaan.

Zij zijn dus minder vergevingsgezind dan de slachtoffers zelf?

HUYSE: Die indruk krijg je, en dat is ook niet zo verbazend omdat die nieuwe generatie nog altijd aan den lijve de fall out van de apartheid voelt, op het vlak van werkgelegenheid, scholing, huisvesting, enzovoorts. Je zou het een vorm van fantoompijn kunnen noemen. En er is natuurlijk het probleem van de honderdduizenden die níét voor de waarheidscommissie zijn komen getuigen en dus niet erkend zijn als slachtoffer.

De 22.000 mannen en vrouwen die wel officieel zijn erkend hebben recht op een eenmalige uitkering van 3750 euro. Meer geld is er niet, zegt de regering-Mbeki. En er zijn de duizenden daders die de waarheidscommissie hebben gemeden en er nu misschien goedkoop af zullen komen. Ook dat wekt grote frustratie.

Kan het procedé van de waarheidscommissie als model dienen voor andere Afrikaanse landen?

HUYSE: De situatie in Zuid-Afrika was tamelijk uniek, door de aanwezigheid van charismatische figuren en van uiterst bekwame mensen die uit de diaspora terugkeerden en voor een grote dynamiek zorgden. Het is bovendien een land met grote economische mogelijkheden en de hele internationale gemeenschap stond te applaudisseren. In andere Afrikaanse landen zijn die voorwaarden niet vervuld.

Moet de moraal van het verhaal dan zijn dat geen enkel model exporteerbaar is?

HUYSE: Ik vrees van wel.

Ook de democratie niet?

HUYSE: Ieder model zul je moeten toetsen aan de lokale realiteit. Ik had het er laatst nog over met Jan Mutton, de nieuwe Belgische ambassadeur in Zuid-Afrika, die als voormalig ambassadeur in Burundi en gezant voor de Grote Meren Afrika door en door kent. Betekent democratisering bijvoorbeeld dat je meteen vrije verkiezingen moet uitschrijven? Ik betwijfel dat sterk.

We hebben Burundi een kiesstelsel opgedrongen dat in het parlement automatisch de etnische samenstelling van het land weerspiegelt. Eén bevolkingsgroep regeert dan, zeker als er geen grendels voorzien zijn. Dat is de logica van het meerderheidsprincipe en we staan er niet bij stil welke fatale gevolgen dat heeft in een zo verdeeld land. Zelf hebben we nota bene op het einde van de negentiende eeuw de meerderheidsregel overboord gegooid en sindsdien allerlei grendels in onze grondwet ingebouwd om minderheden te beschermen.

Hebben we een selectief geheugen?

HUYSE: Absoluut. Toen ik in 1994 in Ethiopië was, maakte men daar aanstalten om een aantal beulen van het verslagen Mengistu-regime voor de rechter te slepen. Ik hoorde van een gesprek, een vijftiental jaren geleden, tussen de Ethiopische minister van Justitie en de trojka van de Europese Unie, waartoe in dat jaar ook België behoorde. De Europese Unie, luidde de boodschap, zou nooit aanvaarden dat Ethiopië de doodstraf uitvoerde.

Die Ethiopische minister richtte zich toen tot de Belgische ambassadeur met de vraag: 'Kunt u mij zeggen hoeveel executies er in uw land zijn geweest na de Tweede Wereldoorlog?' Onze ambassadeur moest het antwoord schuldig blijven, maar de Ethiopische minister wist het exact: 242. Hij haalde bij wijze van spreken een virtuele spiegel te voorschijn. Een beetje bescheidenheid zou ons sieren.

Luc Huyse, 'Alles gaat voorbij, behalve het verleden', Van Halewyck, Leuven, 205 blz., € 17,50

Piet Piryns en Hubert Van Humbeeck

Bron: Knack Magazine

Juliette
12-10-06, 20:14
Geplaatst door Juliette
'Wij sturen naar Afrika niet alleen medicijnen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken, we exporteren ook een visie op misdaad en straf waar we zelf niet helemaal meer in geloven.' Rechtssocioloog Luc Huyse over waarheidscommissies, straffeloosheid en fantoompijn.



En toch is dit een razend interessant artikel. :o

mark61
12-10-06, 23:59
Intelligent verhaal. Toch onderschat hij volgens mij de 'autonome' behoefte in Afrika aan gerechtigheid volgens 'universele' normen. Al werkt Rwanda na het failliet van de gewone aanpak wel met traditionele processen.

Juliette
13-10-06, 20:31
Geplaatst door mark61
Intelligent verhaal. Toch onderschat hij volgens mij de 'autonome' behoefte in Afrika aan gerechtigheid volgens 'universele' normen. Al werkt Rwanda na het failliet van de gewone aanpak wel met traditionele processen.

Misschien wel.

Maar z'n verhaal houdt wel steek. Héél erg zelfs.

Dat er andere procedures zijn dan de westers strafrechterlijke. Of dat je 'gekwetste' samenlevingen niet onmiddellijk hier en nu je eigen eenzijdige visie op rechtspraak kan opleggen.

mark61
13-10-06, 20:57
Geplaatst door Juliette
Misschien wel.

Maar z'n verhaal houdt wel steek. Héél erg zelfs.

Dat er andere procedures zijn dan de westers strafrechterlijke. Of dat je 'gekwetste' samenlevingen niet onmiddellijk hier en nu je eigen eenzijdige visie op rechtspraak kan opleggen.

Yep.