PDA

Bekijk Volledige Versie : Cartoonist Jeroom over Cartoons.



Juliette
16-10-06, 18:45
http://zetduivel.be/wp-content/themes/coffee_cup/postbeelden/jeroom.jpg

Nog maar 29 is hij, en nu al is hij een van de herkenbaarste cartoonisten van Vlaanderen. Tien jaar geleden plukte meesterillustrator Ever Meulen hem van de schoolbanken van Sint-Lucas. Tegenwoordig bepaalt hij zonder meer de smoel van weekblad Humo. Schijnbaar moeiteloos rijgt hij sindsdien de grappen over lieflijke knuffelbeesten, ridders, tetten, zatte stoomlocomotieven en Hugo Coveliers aan elkaar. Alleen de titel van zijn nieuwste album bleek een moeilijke bevalling.

Door Jeroen de Preter en Kris Jacobs

"Ik heb al moeten horen dat ik zo'n goed pseudoniem heb, maar zo heet ik dus echt." Jeroom Snelders (°1977) volgde grafische vormgeving, en bij Ever Meulen een jaartje illustratie. Maar het metier kun je volgens hem alleen al doende leren. "Een kwestie van je draai vinden. En ik paste bij Humo perfect in het gat tussen Kama en Ever. Die combinatie van grafiek én grappen, dat hadden ze nog niet echt." Zijn nieuwe album Beerschot ligt vanaf vrijdag in de winkel.
In je eerste album ontmoette ridder Bauknecht 'een arme voetbalmakelaar', wiens Joegoslavische spelers verscheurd worden door een beer. 'Geen probleem, ridder!', zegt de makelaar. 'Deze zijn nog meer dan goed genoeg voor Royal Voetbalclub Antwerp!' Meneer heeft iets met het spelletje.

"Het is alweer even geleden dat ik nog op het Kiel ben gaan kijken, maar het zit in uw hart, hé. Ik heb datzelfde jaar in het Beerschotkrantje cartoons getekend. Ze wilden toen bij een match aan iedere supporter een hele grote poster uitdelen met die grap. (lacht) 'Nee, mannen dat hoeft niet. Ik kom nog af en toe in Antwerpen.' Zo'n voetbalstadion, zeker het Kiel, is ook zo grappig omdat je daar die primaire humor hoort: tetten, kak. En negers."

Vind je het erg dat je club gelieerd wordt met dat soort foute kreten?

"Ja, maar dat is op een ander hetzelfde. Ik zat onlangs bij Gent, daar heb je ook zulke debielen. Overal waar veel volk bij elkaar zit, heb je er altijd een bepaald percentage. Een paar jaar geleden stond er in de tribune een kerel op die riep: 'Ratten stemmen rechts!' Een beetje verder staat een ander op: 'Ratten stemmen links.' In het midden komt een hele dikke overeind: 'Ratten stemmen nie!' Dat vat het voor mij wel een beetje samen. Je moet niet doen alsof zo'n stadion de normale maatschappij is."

Heb je ooit iets gelijkaardigs meegemaakt als de rel over de nepadvertentie in Humo voor de para's?

"Eigenlijk niet echt. Op het Humo-forum stonden vorige week meer dan 200 berichten van para's die tot in het diepst van hun wezen geraakt waren. Ik hoop dat ze beter kunnen vechten dan relativeren. Het heet ook dat er altijd wordt teruggegrepen naar die fameuze 'barbecuebeelden' uit Somalië. Met alle respect, maar dan weet je toch dat dat je jarenlang zal achtervolgen."

Heeft Studio 100 nooit de puntmuts gespitst toen na het overlijden van je personage Reetman 'een andere freak' zijn plaats innam, ene kabouter Plop?

"Nee, dat was geen probleem. Smurfen mag ik echter niet meer gebruiken. Daar heb ik een brief over gekregen, van een advocatenkantoor in Genève. Helemaal zoals het hoort, in juristentaal, maar dan met af en toe 'smurf' ertussen. Heel grappig. Betreffende die bepaling, ingevolge die wet, popopom... tatatam... smurf.
"Ik had een paar smurfengrappen met Jos het debiele ei gemaakt. Het probleem was dat ik de moeite niet doe om zo'n smurf zelf te tekenen als ik een album naast me hebben waaruit ik kan scannen. Wat maakt dat uit? Ik gebruik een digitaal tekenpalet, waarmee je die beelden op de computer kunt overtekenen en bewerken tot ik heb wat ik wil. Met zo'n stijl kun je betere grappen maken. Iets van Disney is bijvoorbeeld veel meer dan louter die tekening: je kent dat uit je jeugd. Ik zou ook wel een prinses kunnen tekenen in plaats van te refereren aan zijn Sneeuwwitje, maar dat zou het allemaal slapper maken. Of je kunt zo'n stom ei ineens bij de Rode Ridder laten binnenwandelen."

Je lacht vaak met Jezus, veel minder met de islam.

"Dat hoor ik regelmatig: als je zoiets met de islam zou doen... Waarom zou ik met de islam lachen? Ik heb daar geen voeling mee. Ik ben katholiek opgevoed, heb op een katholieke school gezeten, ik ken de Bijbel, de verhalen... Als ik echt met de islam zou lachen, dat zou niet kloppen. Daar heb ik de bagage niet voor."

Het is dus niet omdat je bang bent, of omdat je denkt dat het een beetje ranzig zou overkomen?

"Natuurlijk niet. Die discussie ben ik kotsbeu. De grap telt. Als die fantastisch goed is, slim bedacht is, dan kan alles."
Maus-tekenaar Art Spiegelman zegt in een essay over de Deense cartoonrel dat zowel het Westen als de islamitische wereld hoe langer hoe beduchter zijn voor de kracht van beelden, ook cartoons.

"Je kunt inderdaad vijf pagina's interview geven in een krant, maar als daarachter een geniale cartoon alles onderuithaalt, gaat het een paar weken later alleen nog over die cartoon. Dat is veel sterker."

Wat vond jij van die cartoons?

"Heel flauw. Mijn vrouw heeft me moeten tegenhouden of ik ging mee een Deense ambassade vernielen. Een kerel met een tulband met daarin een bom, ik weet eigenlijk niet goed wat daar zo grappig aan is."

Persoonlijk hebben wij smakelijk gelachen met je grap over een trein die liever gaat poepen op Ibiza dan naar de concentratiekampen te rijden.

Hoe weet je bij zo'n gevoelig onderwerp dat je goed zit?

"Dat is niet gevoelig, ik vind dat gewoon supergrappig."

Je ziet politiek correcte mensen toch verkrampen bij zo'n grap.

"Ja, maar daar heb ik geen last van. Ik werk vanuit het atelier van Kamagurka, hier in Gent. Als zijn twee assistenten ermee kunnen lachen, is het goed. Het is uiteindelijk maar een tekening op de laatste pagina's van Humo. En het blijft hilarisch, daar moet je niet onnozel over doen. Ik had voordien al iets gedaan met die trein, Tjoek tjoek, die altijd zat was. Met de vermelding dat enige gelijkenis tussen Tjoek Tjoek en Werner De Smedt louter op toeval berust. De week erna vroeg ik me af wat het absurdste is dat je met een zatte trein kunt doen. Zodoende."

Op een tweede niveau heeft die grap iets heel schoons, positiefs.

"(lacht) Voilà! Waarom al dat gezaag als je kunt poepen op Ibiza? Als de Duitsers indertijd met zo'n trein hadden gereden, waren er veel Joden gered. Er zit een diepere boodschap in. Mensen die daarover vallen... (met een dikke grijns) Als het nu echt gebeurd was, ja dan. Serieus, het kan dat mensen daar niet mee kunnen lachen, maar ik zou niet met hen op café gaan zitten. Dat mag, hoor. Ik kan soms ook niet lachen met andermans cartoons.
"Veel mensen denken dat ik af en toe gewoon wil choqueren, maar dat is nooit de bedoeling. Ik sta er soms versteld van dat mensen door een grap van mij beledigd zijn. Dat komt er bij mij zo vanzelfsprekend uit dat ik niet zou weten wat er niet grappig aan is. Als choqueren je uitgangspunt is, wordt het te bruusk. Het is niet omdat het grof is dat het grappig is."

Dat is net het probleem met die Deense cartoons.

"Het ligt er te dik op. Iedereen kan choqueren, de truc is de ideale lijn te vinden, iets nieuws. Als je met een politieke agenda vertrekt - neem de cartoons in 't Pallieterke - die zijn zo geforceerd: 'Oe, we gaan eens een linkse politicus aanpakken.'"

Op het titelblad van Beerschot staat allicht niet toevallig een idyllisch tafereeltje met klaterend beekje dat bij nader inzien een stroom kots blijkt.

"Dat is de kern van de zaak, die twee samenbrengen. Het plezante, het jeugdig frisse zo verknallen. Waarom? Omdat ik ermee kan lachen, tiens. Je moet daar niet te veel achter zoeken."

Je kunt ook stellen: die gast is blijven steken in de kak- en pishumor.

"Ik kan hier natuurlijk moeilijk mijn oeuvre verloochenen."

Waarin tetten een bijzondere plek bekleden.

"Ja, ik heb zo mijn periodes. Een blauwe periode, een tettenperiode... Tetten zijn altijd grappig, vooral in mijn werk toch. Je neemt iets vreemds, gooit er tetten op, et voilà, een giller. Mijn pornovlinder, dat vind ik het summum van humor. Ik ben trouwens bang voor vlinders, omdat ik het verschil niet zie tussen een vlinder en een mot. In Frankrijk op vakantie moest ik soms rennen als er een vlinder aankwam. Maar ik teken in feite heel weinig tetten. Tettenman, dat is zo ontploft, maar eigenlijk is daar maar één cartoon over verschenen, en een poster. En jaren later hoor je dat dus nog."

Ben je veel bezig met de actualiteit?

"Nee, toch niet zoals Zak bij jullie. Ik teken voor een weekblad, ik houd me eerder bezig met dingen die na een week nog bekend zijn, zoals het voormalige drankprobleem van Werner De Smedt."

Hij is niet de enige BV die opduikt in je tekeningen. Hugo Coveliers, Gerolf Annemans, Marc Reynebeau.

"En indertijd Ward Beysen. Dat zijn schone figuren, omdat die zo'n droefenis hebben. Zo'n Coveliers, die is goud waard. Een mens met vuil aan zijn kin, heel slechte tanden, en zo verkeerd rechts, en dan die lijst VLOTT. Daar kan ik iets mee doen, dat vind ik heel plezant om mee te werken."

Heeft hij ooit gereageerd?

"Nee, wel iemand van zijn partij, die vond dat ik hem altijd in een slecht daglicht plaatste. Daarop heb ik een tekening gemaakt waarin hij heel erg wordt opgehemeld."

Reynebeau reageerde destijds wel.

"Hij had ergens ook wel een punt, dat hij het niet meer leuk vond met zijn ogen uitgelachen te worden. Maar je kon er toen ook moeilijk omheen. Reynebeau was echt overal, en stond soms zo uit zijn nek te lullen en moppekes te tappen. Op tv, de radio, overal. Dan moet je er ergens wel tegen kunnen. Die grappen waren gewoon ook te goed om ze te laten liggen. Maar het uitgangspunt is nooit om iemand te raken. Het is plezanter als je een steek kunt geven, maar het moet niet kwetsen."

Wie vind je van collega's in kranten en weekbladen goed?

"Ik vind Zak redelijk geniaal, Kama zit er soms mot op, zelfs in Het Laatste Nieuws. Maar voor de rest volg ik het allemaal niet zo. Ik houd ook van comedy als The Office en Little Britain. Naar de echte trash tv kijk ik ook graag. Voor Blind Date bleef ik thuis. (enthousiast) Heb je die aflevering gezien met die dikke kandidate die een dansje maakt waarbij haar tet uit haar kleedje floept? Het volk begint te klappen, waarop zij nog een tandje bij steekt. Pijnlijk, pijnlijk. Het was minder leuk natuurlijk toen Ingeborg ermee stopte. Maar ze heeft nadien gelukkig een pareltje afgeleverd met Ik wil je iets vertellen. Er zijn mensen die erin slagen me altijd te amuseren. Als Ingeborg iets aanraakt, dan moet ik dat zien. Ik heb haar indertijd een paar keer gebruikt, zoveel dat je op den duur zelf denkt: niet alweer Ingeborg. Maar dan begint ze weer met haar newagegezwets."

Beerschot, een betere titel kan haast niet.

"Ik heb daar toch twee jaar over moeten denken. Dat album is dus eigenlijk al heel lang klaar, al is er wel ondertussen nog nieuw materiaal aan toegevoegd. Een tijdje geleden zei mijn uitgever een beetje geërgerd: pak toch gewoon iets wat je schoon vindt, waar je blij van wordt. Beerschot dus.
"Niet dat ik zo inzit met een titel, maar van het moment dat je even niets vindt en je begint te zoeken, blokkeer je helemaal. Het had eigenlijk even goed Moeskroen of Charleroi kunnen zijn. Of Genk."
Antwerp nooit.

"Nee. Dat is niet goed voor de verkoop. Ze hebben al niet veel fans, en als ze er al hebben die kunnen lezen, dan hebben die nooit de middelen om een boek te kopen."