NIS
18-10-06, 12:09
Twee procent van de moslims in Amsterdam is gevoelig voor radicalisering. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Het gaat in totaal om 1445 moslims. De meeste van hen zijn jonge Marokkanen en Turken met een middelbare opleiding, die een groot politiek wantrouwen hebben en in een sociaal isolement verkeren.
Dat ze gevoelig zijn voor radicalisering, betekent niet dat ze daadwerkelijk radicaliseren, benadrukken de onderzoekers. Deze groep vormt vooralsnog dan ook geen risico voor de Nederlandse samenleving, zeggen ze.
"Wij constateren alleen dat ze er ontvankelijk voor zijn, omdat ze een zeer orthodoxe geloofsinvulling combineren met een sterke ontevredenheid over het islamdebat in Nederland."
Gevoeligst
De moslims die het gevoeligst zijn voor radicalisering, zijn streng religieus. Ook staan ze wantrouwend tegenover de politiek. De UvA heeft niet onderzocht hoeveel moslims er daadwerkelijk radicaliseren. Dat kan volgens de onderzoekers niet, omdat radicalisering een zeer individualistisch proces is.
Om radicalisering aan te pakken is het volgens de UvA vooral van belang om de cohesie te bevorderen. Mensen moeten uit hun isolement worden gehaald, het politiek vertrouwen moet worden vergroot en gevoelens van discriminatie worden weggenomen.
Moslimjongeren moeten worden opgenomen in etnische organisaties, stellen de onderzoekers, want gebleken is dat jongeren die deel uitmaken van een groep veel minder gevoelig zijn voor radicalisering.
Rapport
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Joustra zei eerder deze week dat radicalisering onder Turkse jongeren toeneemt, maar dat blijkt niet uit het onderzoek van de UvA.
Het onderzoek richtte zich vooral op de vijf stadsdelen in Amsterdam waar de meeste moslims wonen. Meer dan 300 van hen werkten mee aan de enquête. Ook was er contact met een aantal jongeren die het radicaliseringsproces hebben doorlopen, zogenaamde salafi-jihadi.
Het rapport van de UvA wordt vandaag aan burgemeester Cohen van Amsterdam aangeboden.
Dat ze gevoelig zijn voor radicalisering, betekent niet dat ze daadwerkelijk radicaliseren, benadrukken de onderzoekers. Deze groep vormt vooralsnog dan ook geen risico voor de Nederlandse samenleving, zeggen ze.
"Wij constateren alleen dat ze er ontvankelijk voor zijn, omdat ze een zeer orthodoxe geloofsinvulling combineren met een sterke ontevredenheid over het islamdebat in Nederland."
Gevoeligst
De moslims die het gevoeligst zijn voor radicalisering, zijn streng religieus. Ook staan ze wantrouwend tegenover de politiek. De UvA heeft niet onderzocht hoeveel moslims er daadwerkelijk radicaliseren. Dat kan volgens de onderzoekers niet, omdat radicalisering een zeer individualistisch proces is.
Om radicalisering aan te pakken is het volgens de UvA vooral van belang om de cohesie te bevorderen. Mensen moeten uit hun isolement worden gehaald, het politiek vertrouwen moet worden vergroot en gevoelens van discriminatie worden weggenomen.
Moslimjongeren moeten worden opgenomen in etnische organisaties, stellen de onderzoekers, want gebleken is dat jongeren die deel uitmaken van een groep veel minder gevoelig zijn voor radicalisering.
Rapport
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Joustra zei eerder deze week dat radicalisering onder Turkse jongeren toeneemt, maar dat blijkt niet uit het onderzoek van de UvA.
Het onderzoek richtte zich vooral op de vijf stadsdelen in Amsterdam waar de meeste moslims wonen. Meer dan 300 van hen werkten mee aan de enquête. Ook was er contact met een aantal jongeren die het radicaliseringsproces hebben doorlopen, zogenaamde salafi-jihadi.
Het rapport van de UvA wordt vandaag aan burgemeester Cohen van Amsterdam aangeboden.