PDA

Bekijk Volledige Versie : De wilde weldoeners van Hezbollah.



Juliette
22-10-06, 10:59
In het zuiden van Libanon zijn talloze internationale hulporganisaties betrokken bij de heropbouw van het land, maar geen enkele gaat zo snel en efficiënt te werk als de vrijwilligers van Hezbollah.

De oorlog tussen Hezbollah en Israël, die op 12 juli begon en ruim een maand duurde, kwam Libanon te staan op meer dan duizend doden en duizenden gewonden. Hele dorpen zijn met de grond gelijk gemaakt, infrastructuur werd verwoest, en het zuiden van het land is bezaaid met niet ontplofte clusterbommen. Een olielek zorgde bovendien voor een milieuramp. Geschat wordt dat de door deze oorlog veroorzaakte schade zo'n zeven miljard euro bedraagt.

Inmiddels stromen vele miljoenen het land binnen voor hulpverlening en wederopbouw. Alleen al tijdens de Stockholmconferentie, eind augustus werd er 940 miljoen dollar toegezegd - veel meer dan verwacht. De Verenigde Naties, Libanese en westerse ngo's, Arabische overheden én Hezbollah zijn in actie gekomen. In het jarenlang door de regering genegeerde zuiden van het land lopen de hulporganisaties elkaar plots voor de voeten. En het lijkt niet eenvoudig om de vloedgolf aan geld efficiënt te besteden. Slechte coördinatie, onervarenheid, vriendjespolitiek, corruptie en politiek geharrewar verstoren het proces en leiden tot bezorgdheid. 'Dit is weer een oorlog: wie gaat Libanon opbouwen? Het begon al voordat de echte oorlog was beëindigd. Diverse organisaties zagen wat Hezbollah deed en wilden dat evenaren', zegt Sally Abikhalil, werkzaam voor Tharwa Project, een Libanese ngo in Beiroet.

Veel landen hebben er een politiek belang bij Libanon te helpen en dat is goed zichtbaar: in Zuid-Libanon wapperen Iraanse vlaggen bij watertanks, vind je voedselpakketten met de tekst 'een gift van de bevolking van Saudi-Arabië' en zie je pakken rijst met stickers uit Qatar. Amerikaanse hulp is op dit moment niet duidelijk zichtbaar omdat tijdens de oorlog, wegens anti-Amerikaanse sentimenten, besloten werd het merken van hulpgoederen tijdelijk te staken. Wel stuurt VS-president George W. Bush nu delegaties met hoge afgevaardigden om bij de wederopbouw te assisteren. Het hulpcircuit is net een bazaar en de vraag is of dit zal bijdragen aan de eenheid van Libanon of juist zal zorgen voor verdere versnippering in dit van oudsher sterk verdeelde land. 'Er is hier een wedstrijd gaande tussen het sjiitische Iran, de soennitische Arabische landen en de VS' zegt Kamel Mohanna, coördinator voor het Arabische ngo-forum. 'Het is een strijd om politieke invloed. Landen willen laten zien dat niet alleen Iran geld heeft gestuurd.'

Libanon als strijdtoneel voor de regio is niets nieuws. Al jaren proberen allerlei landen hier hun invloed te vergroten. Dit keer is het niet een strijd met bommen en granaten maar met pakken melk, medicijnen en enorme geldbedragen. Maar probeer maar eens te achterhalen wie wat waar doet; niemand coördineert al deze goede bedoelingen op een effectieve manier. Hoewel de bijdragen van internationale ngo's en de Verenigde Naties (VN) inmiddels wel zo'n beetje duidelijk zijn, bestaat er van alle andere donaties een verre van overzichtelijk beeld. Wat je ziet gebeuren, is zeldzaam. Er zijn een heleboel directe initiatieven van regeringen: Qatar herbouwt drie dorpen, Saudi-Arabië betaalt het schoolgeld voor alle kinderen in het zuiden. Er worden ook allerlei beloftes gedaan maar niemand weet precies óf, hoe en wanneer die worden nagekomen.

DE PARTIJ VAN GOD
'Als we slim waren, zouden we de koppen bij elkaar steken en ons afvragen hoe we als land in wederopbouw optimaal kunnen profiteren van al die hulp. Maar helaas is iedereen te druk bezig met zijn eigen belangen', zegt Mohanna in zijn kantoor in Beiroet. Op de gang staan dozen vol levensmiddelen voor mensen in het zuiden. Sinds 1979 runt hij zijn eigen ngo, Amel. Deze ngo is niet aan een politieke partij verbonden, iets wat hier meestal wel het geval is. Terwijl hulp en wederopbouw in de meeste landen gezien wordt als een overheidstaak, is dat in Libanon anders. Hoewel de regering de High Relief Commission (HRC) opzette, is dit land opgebouwd uit een mozaïek van achttien verschillende religieuze groeperingen die allemaal zorgen voor hun eigen achterban. Hezbollah speelt daarom sinds het eind van de oorlog een leidende rol in de wederopbouw, want het zijn overwegend hun aanhangers die tijdens deze oorlog het hardst zijn getroffen. Vanaf het moment dat de bombardementen stopten, was Hezbollah overal zichtbaar in de hulpverlening. Vrijwilligers namen de schade op en gaven de talloze families die hun huis verloren 12.000 dollar cash om tijdelijk iets te huren en meubilair te kopen. Door critici wordt gezegd dat als Hezbollah haar aanhangers niet meteen had betaald, ze hun steun onmiddellijk had verloren.

Meer dan twintig jaar na de oprichting van de door grootayatollah Khomeini en ayatollah Khamenei geïnspireerde verzetsgroep, heeft Hezbollah nu twee ministers in de regering en concentreert de organisatie zich op sociale en economische projecten. Vooral in het door de Libanese regering achtergestelde zuiden is de aanhang groot en maakt de organisatie min of meer de dienst uit. Hezbollah speelt een belangrijke maatschappelijke rol voor de sjiieten - de grootste groep in het gevarieerde religieuze mozaïek van dit land - die zich door de regering in de steek gelaten voelen. 'De partij van God' is in dat gat gesprongen en inmiddels zijn haar scholen en ziekenhuizen onmisbaar. De projecten van Hezbollah worden voor een groot deel door Iran gefinancierd.

'Hezbollah is sterk en aan de winnende hand, alle andere spelers reageren op wat Hezbollah doet', zegt Khalil Gebara van de Lebanese Transparancy Group, een organisatie die corruptie probeert te bestrijden. Hij roept in herinnering hoe Bush in eerste instantie 30 miljoen dollar doneerde. Toen hij zag hoe snel de Hezbollahleider, Hassan Nasrallah, in actie kwam, steeg het bedrag naar 250 miljoen. 'Het is niet makkelijk om Hezbollah te ondermijnen, maar onmogelijk is het niet. Hezbollah is een efficiënte, niet corrupte republiek in de staat en dat is gevaarlijk', vervolgt Gebara. Hij werkt veel in het zuiden en zegt dat hij meer dan eens werd tegengewerkt door Hezbollah. 'Ze zitten niet te wachten op concurrenten en houden alles het liefst zelf in de hand. Daardoor hebben veel inwoners van Zuid-Libanon nooit andere hulpverleners gezien. Hezbollah is naar hun idee de enige die hen helpt. Geen wonder dat ze hen steunen.'

De meeste organisaties kunnen niet anders dan toegeven erg onder de indruk te zijn van wat Hezbollah allemaal doet. Toen internationale organisaties in het zuiden aankwamen, waren vrijwilligers met gele Hezbollahpetjes al druk in de weer water en elektriciteit te installeren - exclusief voor Hezbollah-aanhangers, dat wel. 'Hezbollah scoort door veel hulp te verlenen. Je haalt ze moeilijk in. Ze kwamen meteen in actie en doen dingen waar de regering eerst fondsen voor moet aanboren', zegt Gerard Jonkman van het Nederlandse Rode Kruis in Beiroet. Ook Alain Robyns, hoofd van de Europese humanitaire organisatie ECHO in Beiroet, is onder de indruk. Hij gaat veel naar het zuiden om te bekijken hoe projecten worden uitgevoerd. 'Toen de internationale organisaties in het zuiden arriveerden, waren er dorpen waar al lang en breed van alles was geregeld. Dat was best indrukwekkend.'

Het is in Zuid-Libanon niet makkelijk om Hezbollah te vermijden. Hun belangrijkste aanhang wordt gevormd door de inwoners van dit deel van het land en zolang het geen oorlog is, zijn strijders niet als zodanig te herkennen. Voor een buitenstaander is het daarom niet makkelijk om erachter te komen wie nu precies een Hezbollah-aanhanger is. Hezbollahs militaire, sociale en politieke vleugel zijn nauw met elkaar vervlochten en de kracht is dat die nooit echt door buitenstaanders zijn geïnfiltreerd. Het is een goedgeorganiseerde, maar ondoorzichtige club.

HARTSTIKKE MODERN
Internationale hulporganisaties die overheidsgeld uit Amerika ontvangen, mogen niets met Hezbollah te maken hebben, omdat Hezbollah door de Verenigde Staten beschouwd wordt als een terroristische organisatie. Dat het geld niet bij Hezbollah terecht mag komen, is een ware obsessie. 'Amerikaanse ngo's moeten de regelgeving volgen. Waar het terroristische organisaties betreft, moeten ze de antiterrorismeclausule tekenen. Ze zijn daarvoor verantwoording schuldig en wij kijken over hun schouder mee' legt Raouf Youssef, directeur van USAID in Libanon, uit. Hoewel USAID met 220 gemeenten in Zuid-Libanon werkt, zorgen ze ervoor dat hun projecten niets te maken hebben met Hezbollah-aanhangers of -leden. 'Wij vermijden Hezbollah en zij vermijden ons. Hezbollah zelf heeft overigens meer dan genoeg geld. Wij schatten dat het geld waarover Hezbollah per maand kan beschikken de helft bedraagt van ons budget voor een heel jaar', zegt Youssef op zijn kantoor in de strengbeveiligde ambassade in Beiroet; om daar binnen te komen, wordt de bezoeker talloze keren gefouilleerd. USAID besteedt meer aandacht aan Libanon dan aan de omringende landen. Ze geven lokale ngo's geld om projecten te ontwikkelen en concentreren zich daarbij op economische ontwikkeling, toerisme, democratie en transparantie. 'Dit is een land in ontwikkeling dat openstaat voor hulp. Oh nee, er is hier absoluut geen weerstand tegen het accepteren van Amerikaans geld. Wij kunnen bij lange na niet aan de vraag voldoen en we runnen nu al meer dan vierhonderd projecten in het zuiden.'

MercyCorps, de grootste Amerikaanse ngo in Libanon, moest, net zoals veel anderen, plotseling het roer omgooien toen de oorlog begon: 'De reguliere programmering zijn we nu net aan het oppikken, maar het zal nog wel even duren voordat dat allemaal weer loopt' zegt David Holdridge, de regionale directeur van MercyCorps. De reguliere programma's van MercyCorps bieden economische kansen aan jonge Libanezen uit arme regio's die weinig andere mogelijkheden hebben. 'Uiteindelijk gaat het meestal om sjiieten; dezelfde mensen die Hezbollah voor zich probeert te winnen.'

Holdridge beschrijft Hezbollah als 'een goede liefdadigheidsinstelling'. 'Ze zijn populair en beantwoorden aan de noden van de mensen. In al die jaren dat we hier werken, hebben we nog nooit een vervelende confrontatie met ze gehad. Ze zijn hartstikke modern. Nog nooit heb ik een Hezbollah-burgemeester tegen ons horen klagen dat we de jongeren uit zijn gemeente niet moeten proberen te moderniseren door ze, bijvoorbeeld, computerles te geven.' Ook al volgt MercyCorps de antiterrorismeclausule voor hulporganisaties, er bestaat toch, al was het maar om doublures in de hulpverlening te voorkomen, een soort van contact in de vorm van ontmoetingen met door Hezbollah afgevaardigde burgemeesters. Holdridge noemt dat een 'grijs gebied' in de regelgeving. 'Hezbollah verkeert in een permanente staat van oorlog met Israël en is van mening dat dat land geen bestaansrecht heeft. Westerse ngo's erkennen het bestaansrecht van Israël wel en daarom is het erg moeilijk om met ze te werken.' Wat Holdridge betreft, is dat voor zijn werkzaamheden geen obstakel. 'Veel mensen denken dat alleen Hezbollah actief is in Zuid-Libanon, maar dat is onzin. Er zijn ook nog allerlei andere organisaties. Boerenorganisaties, vrouwengroepen en ga zo maar door.'

MILITAIRE VLEUGEL
Alain Robyns, hoofd van ECHO, kan zich niet voorstellen dat je in het zuiden kan werken zonder met Hezbollah in contact te komen. 'Een derde van de bevolking is daar aanhanger van Hezbollah. Het is onze taak om tegemoet te komen aan de behoefte van de mensen.' De EU heeft Hezbollah nooit als een terroristische organisatie gekenmerkt. EU-organisaties mogen dus wel met Hezbollah werken. Voor de VN geldt hetzelfde. 'De VN leggen geen beperkingen op waar het de samenwerking met Hezbollahs civiele organisaties betreft. Deze instanties hebben namelijk niets met terrorisme te maken. Wij opereren onder de VN-regelgeving en daarin is het alleen verboden om met de militaire vleugel van Hezbollah samen te werken. Dat doen we dus niet', zegt Mona Hammam, hoofd van UNDP (het ontwikkelings- programma van de Verenigde Naties) in Beiroet. UNDP was voor deze oorlog in samenwerking met de Libanese regering bezig met allerlei ontwikkelingsprogramma's om Libanon, na de destructie van vijftien jaar burgeroorlog, op een 'groeipad' te krijgen. 'In 2006 werd er een groei van zes procent verwacht. Dat is niet niets', zegt Hammam. Ook nu worden veel wederopbouwprojecten van de Libanese regering uitgevoerd in samenwerking met UNDP.

Mohamad Mamlouk is directeur van de High Relief Commission, opgezet door de huidige Libanese premier, Fouad Siniora. 'Iedereen werkte tijdens de oorlog een beetje op eigen houtje. Hoewel ik WFP, UNHCR en ICRC verzocht om me op de hoogte te houden van hun activiteiten, ging iedereen zijn eigen gang. Daar waren we niet zo blij mee', zegt hij in de tot crisiscentrum omgetoverde ontvangstruimte van de premier. De HRC heeft veel kritiek gekregen. 'Wij speelden geen politieke spelletjes maar de rest deed dat wel. Iedereen bleef maar denken dat onze spullen van Hezbollah kwamen, totdat ook wij besloten een sticker op onze goederen te plakken.' Maar wat Mamlouk betreft, hoeft Hezbollah de strijd met de regering niet aan te gaan. 'Ze kunnen uiteindelijk natuurlijk nooit het hele land opbouwen. Ze hebben de organisatie en de administratie niet. Kijk, zij geven die eerste pleisters tegen het bloeden, wij doen de rest.' Achter hem staan mappen met namen van landen erop. De HRC ontving gigantische bedragen uit de olierijke golfstaten en donaties uit talloze landen van over de hele wereld. De Iranmap ontbreekt. Hij lacht: 'Van Iran hebben we hier niets gezien. Dat gaat allemaal rechtstreeks naar Hezbollah.'

Gebara van de Transparancy Group is ongerust. 'Op dit moment weet niemand hoe je al dat geld het best zou kunnen uitgeven. Er is geen duidelijke strategie. De Libanese regering zou ons een uitgewerkt plan moeten voorleggen. En laat ze het vooral eerlijk zeggen als ze daar hulp bij nodig heeft. Westerse regeringen ontlopen op deze manier het echte probleem. Ze zouden de Libanese regering in deze kwestie steun moeten bieden en moeten assisteren zodat er vertrouwen ontstaat in de centrale regering. Op zo'n manier verander je iets substantieels in Libanon. Wat er nu gebeurt, heeft uiteindelijk weinig zin.'

DOOR DAISY MOHR





Knack - 11-10-2006