Juliette
27-10-06, 09:44
Het grote gelijk van 11.11.11
De campagne van 11.11.11 staat dit jaar in het teken van de strijd tegen de dumping van voedseloverschotten van rijke landen op de markten van het arme Zuiden. De slogan van de campagne is Stop de verstikkende voedselexport naar het zuiden en daarmee steekt de NGO de vinger in dé wonde van de onaanvaardbare kloof tussen arm en rijk. Eén van de meest essentiële oorzaken van die kloof zijn de protectionistische maatregelen van de rijke landen die hun markten afsluiten voor producten uit het arme Zuiden. Vooral de exportsubsidies of dumpingpraktijken, die maken dat lokale producenten, doorgaans boeren, geen toekomst hebben, zijn een economische en morele schande. Van dat protectionisme profiteren niet zozeer onze kleine boeren maar wel de grote bedrijven en hun aandeelhouders. En dat zijn volgens de officiële cijfers vooral banken, multinationals en de adel. Dat laatste is geen grapje. De Britse koningin, haar zoon, de prins van Wales, en prins Albert van Monaco vangen elk jaar miljoenen euro’s Europese subsidies. Net zoals multinationals als Cargill en Sudsucker, maar ook de Belgische KBC en het Nederlandse KLM.
11.11.11 haalt enkele sprekende voorbeelden aan. Zo exporteert de Europese Unie duizenden tonnen tomaten aan dumpingprijzen naar Senegal ten nadele van de lokale tomatenkwekers. Zo voert België duizenden tonnen kippen uit naar de Congolese markt aan gesubsidieerde prijzen waarvoor de lokale boeren ze zelf niet kunnen produceren. Zo dumpen de rijke landen massaal tarwemeel op de markten van arme landen. Zo worden jaarlijks tonnen witte suiker vanuit Europa afgezet op markten van arme landen die zo hun suikerrijstproductie verloren zien gaan. De rijke landen verstikken de welvaart en ontwikkeling van arme landen en daar moeten we massaal tegen in opstand komen. We moeten ons verzetten tegen internationale organisaties zoals de Wereld Handelsorganisatie die eist dat arme landen hun markten zouden openen, maar tegelijk toestaat hoe rijke landen hun eigen markten gesloten houden. De ACP-landen moeten afstand kunnen nemen van vrijhandelsakkoorden die alleen in het voordeel uitdraaien van de exporterende rijke landen. Een meer vrije en faire wereldhandel is enkel mogelijk als sterke landen bereid zijn om arme landen een kans te geven op de wereldmarkt.
In feite voeren de rijke landen – vooral de VS, de EU en Japan – een pure protectionistische politiek. Via allerlei importheffingen, steunmaatregelen en exportsubsidies beschermen ze hun eigen lokale producenten. Maar tegelijk ontwrichten ze daarmee de wereldwijde vrije markt en in het bijzonder de kansen van de armste landen. Als protectionistische maatregelen worden toegepast, dan mag dat uitsluitend en alleen tijdelijk door de armste landen gebeuren. Zodat hun boeren, die vaak meer dan 80% van de bevolking uitmaken, de kans krijgen om mee te concurreren op de wereldmarkt. Het boegbeeld van de deze jaarlijks 11.11.11-campagne is Mamadou Faye, een zwart fotomodel uit Senegal die met een enorme ui in zijn mond gepropt, model staat voor de verstikkende dumpingpraktijken vanuit het Noorden. Uien goed voor 60% van de teelt van groenten in Senegal. Maar door de dumpingpraktijken van Europa, verliezen duizenden Senegalese uienboeren hun job en raken ze samen met hun familie in extreme armoede. Het gevolg is dat sommige Senegalese boeren op de vlucht slaan naar Europa en, op gevaar voor hun eigen leven, de oversteek wagen naar Spanje. Willen we Faye en de andere Senegalese boeren echt helpen, dan moeten we hun producten toelaten op onze markten.
De campagne wordt in zowat alle landen goed onthaald. Oxfam-International voert al jaren strijd tegen de onrechtvaardige heffingen en exportsubsidies van de Europese Unie. Voor het eerst wordt ook in ons land gevraagd om zich massaal te keren tegen de exportsubsidies en dumpingpraktijken. En toch is er één belangenorganisatie in België die zich daartegen afzet. Het gaat om de Boerenbond die zich geviseerd voelt, en terecht. De Boerenbond bestempelt de campagne van 11.11.11 als boerenbedrog, maar in feite heeft ze (gesubsidieerde) boter op het hoofd. De drukkingsgroep wil het Europees protectionisme kost wat kost behouden. Al jaren, en ook vandaag, weigert ze te erkennen dat dit ten koste gaan van de belangen van de armen in de wereld. Ze houdt vast aan het bestaande subsidiesysteem en verzet zich tegen elke inperking ervan. Zo betoogden de suikerboeren in de loop van 2004 tegen de geleidelijke inperking van de subsidies aan suikerboeren. Niet alleen de suikerboeren kwamen op straat, maar ook minister-president Yves Leterme. Nochtans had hij in zijn regeerakkoord een grotere openheid ten aanzien van de arme landen bepleit. Blijkbaar was de invloed van de Boerenbond op zijn beleid groter dan zijn nobele principes.
De campagne van 11.11.11 gaat naar de kern van de zaak. Het gaat om het verzet tegen een perfide systeem dat rampzalig is voor de armsten in de wereld. De essentie is eenvoudig. Willen we een eerlijke wereldhandel of niet? Aanvaarden we dat rijke landen hun eigen markten afschermen en hun eigen producten subsidiëren of niet? Mogen we overschotten van onze producten met belastingsgeld afzetten op de markten van arme landen of niet? Het antwoord is eenvoudig. Het protectionisme van de rijke landen zorgt voor armoede in het arme Zuiden en moet derhalve zo snel mogelijk verdwijnen. Doen de rijke landen dat niet dan blijven ze verantwoordelijk voor een gigantisch drama in de derde wereld. En dan moeten ze niet komen klagen dat er zoveel mensen naar onze rijke oorden vluchten. Geen enkele natie zal nog onbekommerd van overvloed en welvaart kunnen genieten zolang andere naties daar ook geen kans toe krijgen. Om het met de woorden van Benjamin Barber te zeggen: ‘Als de rechtvaardigheid niet gelijk kan worden verdeeld, zal de onrechtvaardigheid gelijk worden verdeeld; als niet iedereen kan delen in de welvaart, zal verpaupering - in materiële en spirituele zin - ons allen ten deel vallen. Dat is de harde les die wederzijdse afhankelijkheid ons leert.’ De campagne van 11.11.11 is moedig en noodzakelijk.
Dirk Verhofstadt
Bron: Liberales (http://www.liberales.be)
De campagne van 11.11.11 staat dit jaar in het teken van de strijd tegen de dumping van voedseloverschotten van rijke landen op de markten van het arme Zuiden. De slogan van de campagne is Stop de verstikkende voedselexport naar het zuiden en daarmee steekt de NGO de vinger in dé wonde van de onaanvaardbare kloof tussen arm en rijk. Eén van de meest essentiële oorzaken van die kloof zijn de protectionistische maatregelen van de rijke landen die hun markten afsluiten voor producten uit het arme Zuiden. Vooral de exportsubsidies of dumpingpraktijken, die maken dat lokale producenten, doorgaans boeren, geen toekomst hebben, zijn een economische en morele schande. Van dat protectionisme profiteren niet zozeer onze kleine boeren maar wel de grote bedrijven en hun aandeelhouders. En dat zijn volgens de officiële cijfers vooral banken, multinationals en de adel. Dat laatste is geen grapje. De Britse koningin, haar zoon, de prins van Wales, en prins Albert van Monaco vangen elk jaar miljoenen euro’s Europese subsidies. Net zoals multinationals als Cargill en Sudsucker, maar ook de Belgische KBC en het Nederlandse KLM.
11.11.11 haalt enkele sprekende voorbeelden aan. Zo exporteert de Europese Unie duizenden tonnen tomaten aan dumpingprijzen naar Senegal ten nadele van de lokale tomatenkwekers. Zo voert België duizenden tonnen kippen uit naar de Congolese markt aan gesubsidieerde prijzen waarvoor de lokale boeren ze zelf niet kunnen produceren. Zo dumpen de rijke landen massaal tarwemeel op de markten van arme landen. Zo worden jaarlijks tonnen witte suiker vanuit Europa afgezet op markten van arme landen die zo hun suikerrijstproductie verloren zien gaan. De rijke landen verstikken de welvaart en ontwikkeling van arme landen en daar moeten we massaal tegen in opstand komen. We moeten ons verzetten tegen internationale organisaties zoals de Wereld Handelsorganisatie die eist dat arme landen hun markten zouden openen, maar tegelijk toestaat hoe rijke landen hun eigen markten gesloten houden. De ACP-landen moeten afstand kunnen nemen van vrijhandelsakkoorden die alleen in het voordeel uitdraaien van de exporterende rijke landen. Een meer vrije en faire wereldhandel is enkel mogelijk als sterke landen bereid zijn om arme landen een kans te geven op de wereldmarkt.
In feite voeren de rijke landen – vooral de VS, de EU en Japan – een pure protectionistische politiek. Via allerlei importheffingen, steunmaatregelen en exportsubsidies beschermen ze hun eigen lokale producenten. Maar tegelijk ontwrichten ze daarmee de wereldwijde vrije markt en in het bijzonder de kansen van de armste landen. Als protectionistische maatregelen worden toegepast, dan mag dat uitsluitend en alleen tijdelijk door de armste landen gebeuren. Zodat hun boeren, die vaak meer dan 80% van de bevolking uitmaken, de kans krijgen om mee te concurreren op de wereldmarkt. Het boegbeeld van de deze jaarlijks 11.11.11-campagne is Mamadou Faye, een zwart fotomodel uit Senegal die met een enorme ui in zijn mond gepropt, model staat voor de verstikkende dumpingpraktijken vanuit het Noorden. Uien goed voor 60% van de teelt van groenten in Senegal. Maar door de dumpingpraktijken van Europa, verliezen duizenden Senegalese uienboeren hun job en raken ze samen met hun familie in extreme armoede. Het gevolg is dat sommige Senegalese boeren op de vlucht slaan naar Europa en, op gevaar voor hun eigen leven, de oversteek wagen naar Spanje. Willen we Faye en de andere Senegalese boeren echt helpen, dan moeten we hun producten toelaten op onze markten.
De campagne wordt in zowat alle landen goed onthaald. Oxfam-International voert al jaren strijd tegen de onrechtvaardige heffingen en exportsubsidies van de Europese Unie. Voor het eerst wordt ook in ons land gevraagd om zich massaal te keren tegen de exportsubsidies en dumpingpraktijken. En toch is er één belangenorganisatie in België die zich daartegen afzet. Het gaat om de Boerenbond die zich geviseerd voelt, en terecht. De Boerenbond bestempelt de campagne van 11.11.11 als boerenbedrog, maar in feite heeft ze (gesubsidieerde) boter op het hoofd. De drukkingsgroep wil het Europees protectionisme kost wat kost behouden. Al jaren, en ook vandaag, weigert ze te erkennen dat dit ten koste gaan van de belangen van de armen in de wereld. Ze houdt vast aan het bestaande subsidiesysteem en verzet zich tegen elke inperking ervan. Zo betoogden de suikerboeren in de loop van 2004 tegen de geleidelijke inperking van de subsidies aan suikerboeren. Niet alleen de suikerboeren kwamen op straat, maar ook minister-president Yves Leterme. Nochtans had hij in zijn regeerakkoord een grotere openheid ten aanzien van de arme landen bepleit. Blijkbaar was de invloed van de Boerenbond op zijn beleid groter dan zijn nobele principes.
De campagne van 11.11.11 gaat naar de kern van de zaak. Het gaat om het verzet tegen een perfide systeem dat rampzalig is voor de armsten in de wereld. De essentie is eenvoudig. Willen we een eerlijke wereldhandel of niet? Aanvaarden we dat rijke landen hun eigen markten afschermen en hun eigen producten subsidiëren of niet? Mogen we overschotten van onze producten met belastingsgeld afzetten op de markten van arme landen of niet? Het antwoord is eenvoudig. Het protectionisme van de rijke landen zorgt voor armoede in het arme Zuiden en moet derhalve zo snel mogelijk verdwijnen. Doen de rijke landen dat niet dan blijven ze verantwoordelijk voor een gigantisch drama in de derde wereld. En dan moeten ze niet komen klagen dat er zoveel mensen naar onze rijke oorden vluchten. Geen enkele natie zal nog onbekommerd van overvloed en welvaart kunnen genieten zolang andere naties daar ook geen kans toe krijgen. Om het met de woorden van Benjamin Barber te zeggen: ‘Als de rechtvaardigheid niet gelijk kan worden verdeeld, zal de onrechtvaardigheid gelijk worden verdeeld; als niet iedereen kan delen in de welvaart, zal verpaupering - in materiële en spirituele zin - ons allen ten deel vallen. Dat is de harde les die wederzijdse afhankelijkheid ons leert.’ De campagne van 11.11.11 is moedig en noodzakelijk.
Dirk Verhofstadt
Bron: Liberales (http://www.liberales.be)