Marsipulami
04-11-06, 09:47
Maar wij hadden toch de kruistochten...?
Islamitische radicalen noemen westerlingen graag ‘kruisvaarders’, waarmee zij willen herinneren aan de donkere Middeleeuwen toen duizenden christenen onder het teken van het kruis dood en verderf zaaiden. De Amerikaanse katholiek Robert Spencer, kenner van de islam, probeert dat beeld al jaren recht te zetten.
Robert Spencer scoorde hoog op de bestsellerlijst van de New York Times met zijn ‘Politiek incorrecte gids voor de islam (en de kruistochten)’. Hij heeft een reeks publicaties op zijn naam staan die goed onderbouwd waarschuwen voor de jihad en de gewelddadige kanten van de islam. Persbureau Zenit sprak met hem.
Waren de kruistochten geen ordinaire aanvalsoorlogen?
“Nee. Paus Urbanus II, die opriep tot de Eerste Kruistocht op het Concilie van Clermont in 1095, spoorde aan tot ingrijpen ter verdediging, hoewel dat toen al te laat was.
Die kruistocht was nodig omdat zonder verdedigend ingrijpen ‘de gelovigen van God op veel grotere schaal zullen worden aangevallen.’
De Turken en Arabieren hebben ‘hen aangevallen en het Griekse rijk veroverd. (...) Ze hebben steeds meer land van de christenen bezet, en hen in zeven veldslagen verslagen. Ze hebben velen gedood en gevangengenomen, de kerken vernietigd en het rijk verwoest. Als u toelaat dat zij nog een tijdje ongestraft zo doorgaan, zullen de gelovigen van God op nog grotere schaal door hen worden aangevallen.’
Paus Urbanus had gelijk. De jihad had vanaf de zevende eeuw tot dan meer dan de helft veroverd en geïslamiseerd wat van het christendom was geweest.”
Foto: Prometheus Books
Robert Spencer: “Paus Urbanus had gelijk.”
Kunt u een paar bekende misvattingen over de kruistochten noemen?
“Een van de bekendste is het idee dat de kruistochten een niet-uitgelokte aanval waren van Europa tegen de islamitische wereld.
De verovering van Jeruzalem in 638 was het begin van honderden jaren van agressie door de moslims, waardoor de christenen in het Heilig Land in een spiraal van steeds zwaarder wordende vervolging terechtkwamen.
Aan het begin van de achtste eeuw werden zestig christelijke pelgrims uit Amorium (Isarkoy in het huidige Turkije) gekruisigd; omstreeks die tijd gebeurde het ook dat de islamitische gouverneur van Caesarea een groep pelgrims uit Iconium (Konya, Turkije) aanviel en hen allemaal liet executeren op beschuldiging van spionage – behalve een klein aantal dat zich bekeerde tot de islam.
Moslims eisten ook geld van de pelgrims onder het dreigement de Verrijzeniskerk te plunderen als ze niet zouden betalen.
Later in de achtste eeuw verbood een islamitische heerser afbeeldingen van het kruis in Jeruzalem. Hij verhoogde ook de belasting op niet-moslims – de jizya – die christenen moesten betalen en verbood de christenen hun kinderen en medegelovigen godsdienstonderwijs te geven.
Vroeg in de negende eeuw werden de vervolgingen zo zwaar dat grote aantallen christenen naar Constantinopel en ander christelijke steden vluchtten. In 937 hield een groep moslims in Jeruzalem huis, en plunderden en verwoestten de kerk op de Calvarieberg en de Verrijzeniskerk.
In 1004 beval de kalief van Fatimid, Abu ‘Ali al-Mansur al-Hakim, dat de kerken verwoest moesten worden en de kruisen verbrand, en dat het kerkelijk bezit in beslag moest worden genomen. In de tien jaar die volgden werden 30.000 kerken verwoest, en een reusachtig aantal christenen bekeerde zich tot de islam, eenvoudigweg om hun leven te redden.
In 1009 gaf al-Hakim het bevel dat de Heilig Grafkerk in Jeruzalem verwoest moest worden, samen met een aantal andere kerken, waaronder de Verrijzeniskerk. In 1056 verbanden de moslims driehonderd christenen uit Jeruzalem, en ontzegden Europese christenen de toegang tot de herbouwde Heilig Grafkerk.
Toen de Seltsjoek-Turken Jeruzalem innamen in 1077 beloofde de Seltsjoekse emir Atsiz bin Uwaq dat de inwoners geen kwaad gedaan zou worden, maar zodra zijn troepen de stad binnen waren vermoordden zij drieduizend mensen.
Een andere bekende misvatting is dat de kruistochten dienden om moslims met geweld te dwingen christen te worden. In alle verslagen die van de pauselijke toespraak op het concilie van Claremont bekend zijn, schittert een dergelijk bevel door afwezigheid.
Niet eerder dan honderd jaar na de Eerste Kruistocht, in de dertiende eeuw, deden Europese christenen een eerste georganiseerde poging moslims tot het christendom te bekeren, toen de franciscanen hun missiewerk onder moslims begonnen in de landen die de kruisvaarders in handen hadden. Deze poging bleef grotendeels zonder succes.”
En de bloedige plundering van Jeruzalem door de kruisvaarders dan?
‘In tien jaar werden 30.000 kerken verwoest’
“De herovering van Jeruzalem in 1099 is vaak afgeschilderd als uniek in de middeleeuwse geschiedenis, en als de oorzaak van islamitisch wantrouwen jegens het Westen. Het zou misschien correcter zijn te zeggen dat dat het begin was van duizend jaar antiwesterse grieven en antiwesterse propaganda.
De plundering van Jeruzalem door de kruisvaarders was een afschuwelijke misdaad, vooral in het licht van de godsdienstige en morele principes waar zij voor zeiden te staan. Maar gemeten naar de militaire standaard van die tijd, was het niet iets buitengewoons.
In die dagen was het een algemeen aanvaard beginsel van oorlogsvoering dat, indien een belegerde stad zich verzette, die stad geplunderd mocht worden, terwijl als zij zich niet verzette, gespaard zou blijven. Wie de feiten nagaat, ziet dat islamitische legers regelmatig op precies dezelfde manier handelden als ze een veroverde stad binnengingen.
Dit is geen excuus voor het gedrag van de kruisvaarders door te wijzen op gelijkaardig gedrag. De ene wreedheid excuseert de andere niet. Maar het illustreert wel dat het handelen van de kruisvaarders in Jeruzalem overeenkwam met dat van andere legers in die tijd, aangezien alle staten dezelfde regels over beleg en verzet onderschreven.
In 1148 aarzelde de islamitische bevelhebber Nur ed-Din niet het bevel te geven dat elke christen in Aleppo moest worden gedood. In 1268, toen de jihad-strijders van de sultan van de Mamluk-stam, Baybars, de stad Antiochië op de kruisvaarders veroverden, ergerde Baybars zich eraan dat de leider van de kruisvaarders de stad al had verlaten. Dus schreef hij hem een brief waarin hij opschepte over zijn slachtingen onder de christenen.
De meest notoire gebeurtenis wat dit aangaat is de intocht van de jihad-strijders in Constantinopel op 29 mei 1453, toen zij, volgens historicus Steven Runciman, “iedereen vermoordden die ze in de straten tegenkwamen, mannen, vrouwen en kinderen, zonder onderscheid”.
Veel mensen geloven dat Johannes Paulus II verontschuldigingen heeft aangeboden voor de kruistochten. Is dat zo?
“Bij zijn overlijden schreef de Washington Post dat ‘gedurende zijn lange regering paus Johannes Paulus excuses heeft aangeboden aan de moslims voor de kruistochten, aan de joden voor antisemitisme, aan orthodoxe christenen voor de plundering van Constantinopel, aan de Italianen voor de banden van het Vaticaan met de maffia en aan wetenschappers voor de vervolging van Galileo’.
Johannes Paulus heeft echter nooit verontschuldigingen aangeboden voor de kruistochten. Het dichtst daarbij kwam hij op 12 maart 2000, de ‘Dag van Vergiffenis’.
In zijn preek zei de paus: ‘We kunnen niet anders dan de momenten van ontrouw aan het evangelie erkennen die begaan zijn door sommige van onze broeders in het geloof, in het bijzonder gedurende het tweede millennium. Laten we vergeving vragen voor de scheidingen die er onder christenen zijn ontstaan, voor het geweld dat sommigen hebben gebruikt in de dienst aan de waarheid en voor de wantrouwige en vijandige houding die soms is aangenomen jegens aanhangers van andere religies.’
Dit kun je geen helder excuus voor de kruistochten noemen.”
Hoe kijken de moslims tegen de kruistochten aan?
“Eeuwenlang, toen het Ottomaanse rijk bloeide, waren de kruistochten geen issue in de islamitische wereld. Ze waren uiteindelijk op een westerse nederlaag uitgelopen.
Maar toen de islamitische wereld aan militaire sterkte inboette en uiteenviel, en het Westen opkwam, zijn zij een brandpunt geworden van islamitische wrokgevoelens over door hen zo opgevatte westerse aanmatiging en uitbuiting.”
Tot op welke hoogte maken extremisten daar gebruik van?
“Het zou goed kunnen dat de gevolgen van de kruistochten vandaag de dag vernietigender zijn dan in de drie eeuwen waarin ze werden uitgevochten, maar niet in termen van mensenlevens of materiële schade.
De kruistochten zijn tot een doodzonde geworden, niet alleen van de katholieke Kerk maar ook van de westerse wereld in het algemeen.
Zij vormen bewijsstuk nummer 1 voor de stelling dat de huidige strijd tussen de islamitische wereld en de westerse, postchristelijke beschaving uiteindelijk de schuld van het Westen is, die moslims heeft uitgedaagd, uitgebuit en wreed behandeld sinds de eerste Frankische strijders Jeruzalem binnentrokken.
‘De herovering van Jeruzalem in 1099 was het begin was van duizend jaar antiwesterse grieven en antiwesterse propaganda.’
Osama bin Laden heeft niet gesproken over zijn organisatie als al-Qaeda, maar als een ‘mondiaal islamitisch front voor de Heilige Oorlog tegen joden en kruisvaarders’, en riep in een fatwa op tot ‘jihad tegen joden en kruisvaarders’.
Dit is wijdverbreid. Op 8 november 2002, een paar maanden voor de oorlog in Irak die Saddam Hoessein ten val bracht, preekte sjeik Bakr Abed Al-Razzaq Al-Samaraai in de ‘Moeder van alle Veldslagen’-moskee in Bagdad over ‘dit moeilijke moment van de islamitische natie, waarin het de uitdaging onder ogen ziet van de krachten van ongeloof van ongelovigen, joden, kruisvaarders, Amerikanen en Britten’.
Iets dergelijks zeiden de strijders van ‘De Islamitische Jihad’ die in december 2004 het Amerikaanse consulaat in Jeddah, Saoedi-Arabië, bestormden. De aanval maakte deel uit van een breder plan om terug te slaan tegen de ‘kruisvaarders’. ‘Deze operatie maakt deel uit van verscheidene operaties die georganiseerd en gepland worden door al-Qaeda als onderdeel van de strijd tegen de kruisvaarders en de joden, en tevens van het plan om ongelovigen te dwingen het Arabisch schiereiland te verlaten’, zeiden de jihadstrijders in een verklaring. Ze voegden eraan toe dat jihadstrijders ‘erin geslaagd waren een van de grote kastelen van de kruisvaarders op het Arabisch schiereiland binnen te dringen en erin geslaagd waren het Amerikaanse consulaat in Jeddah binnen te dringen, waarvandaan zij het land controleren en in hun macht houden’.
Met dit voor ogen zouden westerlingen zich niet voor de kruistochten moeten schamen. Het is tijd om ‘genoeg’ te zeggen, en onze kinderen te leren trots te zijn op hun eigen erfdeel.
Ze moeten weten dat ze een cultuur en een geschiedenis hebben waarvoor ze dankbaar kunnen en zouden moeten zijn; dat ze geen kinderen en kleinkinderen van onderdrukkers en schurken zijn; en dat hun huis en familie het waard zijn om te verdedigen tegen hen die ze wil afpakken, en bereid zijn te doden om dat te bereiken.”
Vertaling en bewerking: Laurens Peeters
Islamitische radicalen noemen westerlingen graag ‘kruisvaarders’, waarmee zij willen herinneren aan de donkere Middeleeuwen toen duizenden christenen onder het teken van het kruis dood en verderf zaaiden. De Amerikaanse katholiek Robert Spencer, kenner van de islam, probeert dat beeld al jaren recht te zetten.
Robert Spencer scoorde hoog op de bestsellerlijst van de New York Times met zijn ‘Politiek incorrecte gids voor de islam (en de kruistochten)’. Hij heeft een reeks publicaties op zijn naam staan die goed onderbouwd waarschuwen voor de jihad en de gewelddadige kanten van de islam. Persbureau Zenit sprak met hem.
Waren de kruistochten geen ordinaire aanvalsoorlogen?
“Nee. Paus Urbanus II, die opriep tot de Eerste Kruistocht op het Concilie van Clermont in 1095, spoorde aan tot ingrijpen ter verdediging, hoewel dat toen al te laat was.
Die kruistocht was nodig omdat zonder verdedigend ingrijpen ‘de gelovigen van God op veel grotere schaal zullen worden aangevallen.’
De Turken en Arabieren hebben ‘hen aangevallen en het Griekse rijk veroverd. (...) Ze hebben steeds meer land van de christenen bezet, en hen in zeven veldslagen verslagen. Ze hebben velen gedood en gevangengenomen, de kerken vernietigd en het rijk verwoest. Als u toelaat dat zij nog een tijdje ongestraft zo doorgaan, zullen de gelovigen van God op nog grotere schaal door hen worden aangevallen.’
Paus Urbanus had gelijk. De jihad had vanaf de zevende eeuw tot dan meer dan de helft veroverd en geïslamiseerd wat van het christendom was geweest.”
Foto: Prometheus Books
Robert Spencer: “Paus Urbanus had gelijk.”
Kunt u een paar bekende misvattingen over de kruistochten noemen?
“Een van de bekendste is het idee dat de kruistochten een niet-uitgelokte aanval waren van Europa tegen de islamitische wereld.
De verovering van Jeruzalem in 638 was het begin van honderden jaren van agressie door de moslims, waardoor de christenen in het Heilig Land in een spiraal van steeds zwaarder wordende vervolging terechtkwamen.
Aan het begin van de achtste eeuw werden zestig christelijke pelgrims uit Amorium (Isarkoy in het huidige Turkije) gekruisigd; omstreeks die tijd gebeurde het ook dat de islamitische gouverneur van Caesarea een groep pelgrims uit Iconium (Konya, Turkije) aanviel en hen allemaal liet executeren op beschuldiging van spionage – behalve een klein aantal dat zich bekeerde tot de islam.
Moslims eisten ook geld van de pelgrims onder het dreigement de Verrijzeniskerk te plunderen als ze niet zouden betalen.
Later in de achtste eeuw verbood een islamitische heerser afbeeldingen van het kruis in Jeruzalem. Hij verhoogde ook de belasting op niet-moslims – de jizya – die christenen moesten betalen en verbood de christenen hun kinderen en medegelovigen godsdienstonderwijs te geven.
Vroeg in de negende eeuw werden de vervolgingen zo zwaar dat grote aantallen christenen naar Constantinopel en ander christelijke steden vluchtten. In 937 hield een groep moslims in Jeruzalem huis, en plunderden en verwoestten de kerk op de Calvarieberg en de Verrijzeniskerk.
In 1004 beval de kalief van Fatimid, Abu ‘Ali al-Mansur al-Hakim, dat de kerken verwoest moesten worden en de kruisen verbrand, en dat het kerkelijk bezit in beslag moest worden genomen. In de tien jaar die volgden werden 30.000 kerken verwoest, en een reusachtig aantal christenen bekeerde zich tot de islam, eenvoudigweg om hun leven te redden.
In 1009 gaf al-Hakim het bevel dat de Heilig Grafkerk in Jeruzalem verwoest moest worden, samen met een aantal andere kerken, waaronder de Verrijzeniskerk. In 1056 verbanden de moslims driehonderd christenen uit Jeruzalem, en ontzegden Europese christenen de toegang tot de herbouwde Heilig Grafkerk.
Toen de Seltsjoek-Turken Jeruzalem innamen in 1077 beloofde de Seltsjoekse emir Atsiz bin Uwaq dat de inwoners geen kwaad gedaan zou worden, maar zodra zijn troepen de stad binnen waren vermoordden zij drieduizend mensen.
Een andere bekende misvatting is dat de kruistochten dienden om moslims met geweld te dwingen christen te worden. In alle verslagen die van de pauselijke toespraak op het concilie van Claremont bekend zijn, schittert een dergelijk bevel door afwezigheid.
Niet eerder dan honderd jaar na de Eerste Kruistocht, in de dertiende eeuw, deden Europese christenen een eerste georganiseerde poging moslims tot het christendom te bekeren, toen de franciscanen hun missiewerk onder moslims begonnen in de landen die de kruisvaarders in handen hadden. Deze poging bleef grotendeels zonder succes.”
En de bloedige plundering van Jeruzalem door de kruisvaarders dan?
‘In tien jaar werden 30.000 kerken verwoest’
“De herovering van Jeruzalem in 1099 is vaak afgeschilderd als uniek in de middeleeuwse geschiedenis, en als de oorzaak van islamitisch wantrouwen jegens het Westen. Het zou misschien correcter zijn te zeggen dat dat het begin was van duizend jaar antiwesterse grieven en antiwesterse propaganda.
De plundering van Jeruzalem door de kruisvaarders was een afschuwelijke misdaad, vooral in het licht van de godsdienstige en morele principes waar zij voor zeiden te staan. Maar gemeten naar de militaire standaard van die tijd, was het niet iets buitengewoons.
In die dagen was het een algemeen aanvaard beginsel van oorlogsvoering dat, indien een belegerde stad zich verzette, die stad geplunderd mocht worden, terwijl als zij zich niet verzette, gespaard zou blijven. Wie de feiten nagaat, ziet dat islamitische legers regelmatig op precies dezelfde manier handelden als ze een veroverde stad binnengingen.
Dit is geen excuus voor het gedrag van de kruisvaarders door te wijzen op gelijkaardig gedrag. De ene wreedheid excuseert de andere niet. Maar het illustreert wel dat het handelen van de kruisvaarders in Jeruzalem overeenkwam met dat van andere legers in die tijd, aangezien alle staten dezelfde regels over beleg en verzet onderschreven.
In 1148 aarzelde de islamitische bevelhebber Nur ed-Din niet het bevel te geven dat elke christen in Aleppo moest worden gedood. In 1268, toen de jihad-strijders van de sultan van de Mamluk-stam, Baybars, de stad Antiochië op de kruisvaarders veroverden, ergerde Baybars zich eraan dat de leider van de kruisvaarders de stad al had verlaten. Dus schreef hij hem een brief waarin hij opschepte over zijn slachtingen onder de christenen.
De meest notoire gebeurtenis wat dit aangaat is de intocht van de jihad-strijders in Constantinopel op 29 mei 1453, toen zij, volgens historicus Steven Runciman, “iedereen vermoordden die ze in de straten tegenkwamen, mannen, vrouwen en kinderen, zonder onderscheid”.
Veel mensen geloven dat Johannes Paulus II verontschuldigingen heeft aangeboden voor de kruistochten. Is dat zo?
“Bij zijn overlijden schreef de Washington Post dat ‘gedurende zijn lange regering paus Johannes Paulus excuses heeft aangeboden aan de moslims voor de kruistochten, aan de joden voor antisemitisme, aan orthodoxe christenen voor de plundering van Constantinopel, aan de Italianen voor de banden van het Vaticaan met de maffia en aan wetenschappers voor de vervolging van Galileo’.
Johannes Paulus heeft echter nooit verontschuldigingen aangeboden voor de kruistochten. Het dichtst daarbij kwam hij op 12 maart 2000, de ‘Dag van Vergiffenis’.
In zijn preek zei de paus: ‘We kunnen niet anders dan de momenten van ontrouw aan het evangelie erkennen die begaan zijn door sommige van onze broeders in het geloof, in het bijzonder gedurende het tweede millennium. Laten we vergeving vragen voor de scheidingen die er onder christenen zijn ontstaan, voor het geweld dat sommigen hebben gebruikt in de dienst aan de waarheid en voor de wantrouwige en vijandige houding die soms is aangenomen jegens aanhangers van andere religies.’
Dit kun je geen helder excuus voor de kruistochten noemen.”
Hoe kijken de moslims tegen de kruistochten aan?
“Eeuwenlang, toen het Ottomaanse rijk bloeide, waren de kruistochten geen issue in de islamitische wereld. Ze waren uiteindelijk op een westerse nederlaag uitgelopen.
Maar toen de islamitische wereld aan militaire sterkte inboette en uiteenviel, en het Westen opkwam, zijn zij een brandpunt geworden van islamitische wrokgevoelens over door hen zo opgevatte westerse aanmatiging en uitbuiting.”
Tot op welke hoogte maken extremisten daar gebruik van?
“Het zou goed kunnen dat de gevolgen van de kruistochten vandaag de dag vernietigender zijn dan in de drie eeuwen waarin ze werden uitgevochten, maar niet in termen van mensenlevens of materiële schade.
De kruistochten zijn tot een doodzonde geworden, niet alleen van de katholieke Kerk maar ook van de westerse wereld in het algemeen.
Zij vormen bewijsstuk nummer 1 voor de stelling dat de huidige strijd tussen de islamitische wereld en de westerse, postchristelijke beschaving uiteindelijk de schuld van het Westen is, die moslims heeft uitgedaagd, uitgebuit en wreed behandeld sinds de eerste Frankische strijders Jeruzalem binnentrokken.
‘De herovering van Jeruzalem in 1099 was het begin was van duizend jaar antiwesterse grieven en antiwesterse propaganda.’
Osama bin Laden heeft niet gesproken over zijn organisatie als al-Qaeda, maar als een ‘mondiaal islamitisch front voor de Heilige Oorlog tegen joden en kruisvaarders’, en riep in een fatwa op tot ‘jihad tegen joden en kruisvaarders’.
Dit is wijdverbreid. Op 8 november 2002, een paar maanden voor de oorlog in Irak die Saddam Hoessein ten val bracht, preekte sjeik Bakr Abed Al-Razzaq Al-Samaraai in de ‘Moeder van alle Veldslagen’-moskee in Bagdad over ‘dit moeilijke moment van de islamitische natie, waarin het de uitdaging onder ogen ziet van de krachten van ongeloof van ongelovigen, joden, kruisvaarders, Amerikanen en Britten’.
Iets dergelijks zeiden de strijders van ‘De Islamitische Jihad’ die in december 2004 het Amerikaanse consulaat in Jeddah, Saoedi-Arabië, bestormden. De aanval maakte deel uit van een breder plan om terug te slaan tegen de ‘kruisvaarders’. ‘Deze operatie maakt deel uit van verscheidene operaties die georganiseerd en gepland worden door al-Qaeda als onderdeel van de strijd tegen de kruisvaarders en de joden, en tevens van het plan om ongelovigen te dwingen het Arabisch schiereiland te verlaten’, zeiden de jihadstrijders in een verklaring. Ze voegden eraan toe dat jihadstrijders ‘erin geslaagd waren een van de grote kastelen van de kruisvaarders op het Arabisch schiereiland binnen te dringen en erin geslaagd waren het Amerikaanse consulaat in Jeddah binnen te dringen, waarvandaan zij het land controleren en in hun macht houden’.
Met dit voor ogen zouden westerlingen zich niet voor de kruistochten moeten schamen. Het is tijd om ‘genoeg’ te zeggen, en onze kinderen te leren trots te zijn op hun eigen erfdeel.
Ze moeten weten dat ze een cultuur en een geschiedenis hebben waarvoor ze dankbaar kunnen en zouden moeten zijn; dat ze geen kinderen en kleinkinderen van onderdrukkers en schurken zijn; en dat hun huis en familie het waard zijn om te verdedigen tegen hen die ze wil afpakken, en bereid zijn te doden om dat te bereiken.”
Vertaling en bewerking: Laurens Peeters