PDA

Bekijk Volledige Versie : De NV België



Marsipulami
13-11-06, 10:14
Alarmfase rood

12.11.2006 18.45u - Rudy Aernoudt, secretaris-generaal van het Vlaams departement voor Economie, Wetenschap en Innovatie, had zich enkele weken al eens in het nieuws gewerkt met zijn stellingname tegen het befaamde Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen van de denkgroep In de Warande. In een aantal praatprogramma’s werd de rode loper breed voor hem uitgerold.

Onlangs publiceerde hij op Politiek Net een puur economisch gerichte situatieschets van de nv België, die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Hij schrijft in de inleiding: “Als bedrijven even alarmerende cijfers zouden neerzetten als de nv België, zouden ze op de beurs worden afgeslacht en ingrijpende herstructureringen moeten aankondigen.”

Aan de hand van dezelfde economische en financiële regels, die door banken en bedrijven worden gehanteerd, polst hij de gezondheid van België: de solvabiliteit, het bedrijfskapitaal dat niet onder een bepaald percentage van het balanstotaal mag zakken en de cashflow ten opzichte van het balanstotaal. Als bepaalde alarmpeilen in een bedrijf worden bereikt, dan dringen zich fundamentele maatregelen op, schrijft de auteur, maar: “die benadering is geldig voor alle ondernemingen, met uitzondering van één, de nv België ontsnapt blijkbaar aan de logica”. Tijdens de jongste vijftien jaar verloor België immers niet minder dan twintig procent marktaandeel.

Het is misschien nuttig voor de verwaande paarse excellenties dat Rudy Aernoudt bepaalde internationale lijstjes nog eens herhaalt:


De competitiviteit van ons land daalde in vijf jaar tijd van de 18de naar de 33ste plaats (bron: WEF Genève), of van de 18de naar de 27ste plaats (bron: IMD Lausanne).
Daardoor verhoogde ook het risico op delokalisatie. “Op 61 landen bevond België zich qua risico voor delokalisatie van de productie-eenheden op de 60ste plaats in 2006”, waarschuwt Aernoudt.
Sommigen menen – verkeerdelijk – dat het misschien beter is om de productie te laten vertrekken en de administratieve en de onderzoekseenheden hier te houden. Maar “als alle industrie delokaliseert, mogen we er ook van uitgaan dat de R&D-afdelingen zullen volgen.
De fiscale en de parafiscale druk op de lonen blijft de hoogste ter wereld. De loonkosten in hun totaliteit bevinden zich op de 119de plaats (van de 125 door het WEF onderzochte landen).
De conclusie van Rudy Aernoudt is ronduit beangstigend: “Wie denkt dat die benauwende cijfers leiden tot een beter beheer van de publieke middelen of een efficiënte overheidsdienst, vergist zich schromelijk. Inzake verspilling van de overheidsuitgaven dalen we van de 17de plaats (2002) naar de 50ste plaats in 2005 (de vijftigste!).” Onze belastingsdiensten, merkt Aernoudt op, bekleden qua efficiëntie de 115de plaats op 117. “Alleen Benin en Brazilië doen nog slechter”.

Terecht merkt deze topambtenaar op dat wat gerommel in de marge geen zoden aan de dijk zet, wel integendeel. Maar wat wil hij dan wel? Bestrijdt hij de feitelijke conclusie van de denktank In de Warande dat een onafhankelijk Vlaanderen financieel-economisch en sociaal absoluut noodzakelijk is? Hij beseft in elk geval dat het ‘Belgique à papa’ haar houdbaarheidsdatum ver overschreden heeft. Wil hij dit land dan toch samenhouden? Hoe wil hij Franstalig België op andere gedachten brengen? Noch de politieke elite (PS) noch het Franstalige kiezers zelf maken ook maar de minste aanstalten om het over een andere boeg te gooien en blijven in de totale afhankelijkheid steken. Het Marshallplan werkt niet. Hoe wil Rudy Aernoudt dan uit deze uitzichtloze toestand weg geraken?

Bron: Vlaams Belang