PDA

Bekijk Volledige Versie : Coca-Cola in plaats van moedermelk. Aborigines niet bestand tegen consumptiecultuur



Qaiys
15-12-06, 11:09
Coca-Cola in plaats van moedermelk

Aborigines in Australië niet bestand tegen dominante consumptiecultuur van „Balanda’s”

De oorspronkelijke bevolking van Australië, de Aborigines, zijn terug van weggeweest. Meer dan ooit timmeren ze aan de weg - als eigenaars van land en als beheerders van natuur- en toeristische gebieden. Als kunstenaars zijn ze zelfs wereldberoemd. Maar sociaal blijft het aanmodderen. In Arnhemland, in het hoge noorden van Australië, bevestigen de Yolnu dat dubbele beeld dat van Aborigines bestaat.

Een groenblauwe zee, een wit strand en wuivende palmbomen. Crocodile Creek, een kuststrook in het noordoosten van Arnhemland, in het uiterste noorden van Australië, ziet er deze middag uit als een plaatje dat zo uit een doorsnee reisgids kan zijn gedwarreld. Op het strand hebben zich enkele Aboriginalvrouwen met hun kinderen onder een stuk plastic genesteld, als beschutting tegen de felle zon. Nee, dit zijn geen families die er een dagje strand tegenaan gooien; ze wónen hier.

Terwijl de vrouwen op de kleintjes passen, jagen de grotere kinderen met zelfgemaakte speren in het zeewater op krabben en vis. Uit niets blijkt dat ze bang zijn voor die andere bewoners van Crocodile Creek, zoutwaterkrokodillen. „Salties”, noemen blanke Australiërs -Balanda’s in Aboriginaltaal- deze menseneters stoer. Maar Aborigines zijn geen blanke kantoorklerkjes. Al sinds mensenheugenis jagen zij hier hun dagelijkse portie voedsel bij elkaar en zij weten precies wanneer zich een saltie aandient. Straks zullen ook de vrouwen de mangrovebossen afstruinen, op zoek naar wilde honing.

Zo op het eerste gezicht leeft iedereen hier in vrede en harmonie. Aborigines -Yolnu heten ze hier- lijken het nerveuze bestaan van de blanke Australiërs ver van zich af te houden. Dat bleek al eerder toen een toegangspas voor het gebied moest worden aangevraagd. Wie dit deel van Arnhemland in wil, moet zich melden bij de ”Dhimurru Land Management Aboriginal Corporation” in Nhulumbuy, een stadje even ten oosten van Crocodile Creek. Daar krijgt iedere bezoeker ingepeperd dat niet de blanken, maar de Yolnu hier de lakens uitdelen. Een lijst met gedragsregels over ”do’s en ”not do’s” begeleiden de pas die je voor een beperkte tijd toegang geeft tot het gebied. Deze bijvoorbeeld: „Het bij zich hebben en consumeren van alcohol is in bepaalde gebieden verboden.” Die regel zal nog vaker opduiken, maar dan in de gestalte van borden langs de weg waarop een alcoholverbod staat vermeld. De reden hiervoor zou nog duidelijk worden.

Een dag later heeft zich een twintigtal blanke inwoners van Nhulunbuy, enkele kilometers ten oosten van Crocodile Creek verzameld in het gemeentehuis. Onderwerp: de introductie van een alcoholkaart, waarmee de politie de overlast van aan alcohol verslaafde Aborigines wil tegengaan. Iedereen klaagt steen en been over de zogenaamde ”long grass-people”, die ’s avonds en ’s nachts de stad onveilig maken. Het zijn doorgaans Aboriginaljongeren die uit afgelegen dorpen in de bush komen en in zelfgemaakte hutjes aan de rand van de stad -vandaar de term ”long grass”- blijven hangen om zich in de stad laveloos te drinken of te gokken.

Een politieagent legt deze middag uit hoe dat alles tot het verleden gaat behoren na invoering van de alcoholkaart. Alleen wie zo’n kaart heeft mag immers alcohol kopen. Door ervoor te zorgen dat uitsluitend inwoners van Nhulunbuy de kaart op zak hebben, wordt de aan alcohol verslaafde jeugd van elders drooggelegd.

Overigens is niet iedereen even blij met de invoering van de kaart. Iemand klaagt dat „de gemeenschap” moet boeten voor het wangedrag van een stel zuiplappen. Hij pleit voor meer politie op straat. De man blijkt de plaatselijke slijter te zijn… Anderen zeggen terug te verlangen naar de controle van verkopers en barkeepers, en ze verwijzen daarbij naar „hoe dat vroeger ging.”

Aan de „dole”
Nostalgie en goedkope oplossingen zijn niet het keurmerk van de medewerkers van ARDS (Aboriginal Resource and Development Services), een organisatie die namens de Uniting Church of Australia zich inzet voor de Aborigines van onder meer Arnhemland. Sinds 1974 -lang voordat door kerkfusie de Uniting Church ontstond- werkten de Methodist Overseas Missions in dit gebied. Dat leidde tot de oprichting van een eigen Aboriginalkerk, die nu deel uitmaakt van de Uniting Church. Dr. Tim Bose en zijn vrouw Kate zijn namens die kerk fulltime in dienst van deze christen-Aborigines. Tim als voorganger, Kate -van huis uit fysiotherapeute- als maatschappelijk werkster annex hulpverleenster.

Wat is er mis met de Yolnu van Arnhemland, waardoor alcoholisme, maar ook gokverslaving en zelfmoord uitzonderlijk veel voorkomen? Tim Bose legt de nadruk op de „dominante” westerse consumptiecultuur als verklaring. Omdat die cultuur niet halt hield bij de Aboriginalgebieden. „De Aborigines kenden zelf geen geldeconomie, maar zagen met verbazing wat blanken allemaal met geld konden. Dat je er hard voor moest werken, en er zorgvuldig mee moest omgaan, ontging hun.”

Sommige Australiërs wijten die naïviteit aan de uitkeringen die de overheid aan de Aborigines blijft verstrekken, de zogenaamde ”dole”. „Abo’s zijn aan de drank en aan de dole”, heet het dan. Daardoor zouden ze nooit leren de handen uit de mouwen te steken. Maar Bose wijst liever in een andere richting. „Films en reclamespotjes op tv waren voor met name jongeren de vensters op de cultuur van de blanke Australiërs. En wat zagen ze? Seks, drugs, geweld. Als dat normaal gedrag is in die cultuur, was hun redenering, dan willen wij dat graag overnemen.”

Als voorbeeld noemt hij Aboriginalmoeders die hun pasgeboren kind Coca-Cola geven in plaats van melk. Dat diabetes veel voorkomt onder Aborigines komt volgens hem doordat ze denken dat reclame voor chips, fastfood en ander ongezond voedsel op bevel van de overheid wordt gemaakt.

Didjeridu
Op zaterdagmiddag ontmoeten we Jelly, Sally en Rosy - drie Aboriginalzussen die hun zaakjes goed op orde lijken te hebben. Voor haar houten huis op Ski-Beach heeft Jelly haar schildergerei uitgestald en is ze druk doende een didjeridu -zo’n typische Aboriginalblaaspijp- te beschilderen. Even verderop voorziet haar zus allerlei zeeschelpen van de prachtigste kleuren en motieven.

Jelly is de oudste en meest pientere van de drie. Zij heeft een contract met een eco-toeristenbureau voor het leiden van eco-tours door de natuur. De mannen geven dan met hun pijlen een demonstratie jagen en steevast eindigt zo’n excursie bij het didjeridu- en schelpenwinkeltje van Gely. Alleen tijdens zulke toeristische excursies kunnen de Yolnu kennelijk hun oeroude cultuur en leefwijze ongestoord etaleren. De blanken kijken vol bewondering toe. Van een culturele spraakverwarring is dan even geen sprake.

Maar eenmaal terug in de dagelijkse realiteit speelt die al snel weer op. Culturele spraakverwarring tussen Aborigines en blanken speelt zelfs een centrale rol in het ontstaan van de malaise onder de Yolnu, is de stellige overtuiging van ARDS-medewerker Richard Trudgen. Sinds 1972 werkt deze Australiër als gezondheidswerker onder de Aborigines. Vanwege zijn enorme baard en haardos lijkt hij op een blanke Aborigine. In zijn boek ”Why Warriors lie down and die” (2004) doet hij de oorzaken van alle sociale ellende nauwgezet uit de doeken. De rode draad is met enkele kernwoorden te typeren: blijvende culturele dominantie van de blanken en spraakverwarring tussen de twee bevolkingsgroepen, zowel letterlijk (Aborigines verstaan nauwelijks Engels) als figuurlijk (de twee culturen staan mijlenver van elkaar af).

Die voortdurende blanke dominantie leidt tot een ernstige ondermijning van het gezag binnen de Aboriginalgemeenschap, stelt Bose. Zo kennen deze gemeenschappen weliswaar geen officiële politie, maar de functie van politieagent wordt wel degelijk uitgeoefend door clan- of familieleden. „Een oom kan mij laten oppakken, een neef kan mij berechten. Intussen mag de Australische politie die oom wel oppakken voor iets dat in de eigen gemeenschap helemaal niet verkeerd is. Dat is natuurlijk begrijpelijk, maar op die manier raakt de gezagsstructuur binnen de Aboriginalgemeenschap wel flink ondermijnd.”

Op zaterdagavond gaan we even terug naar Ski Beach, voor een praatje met Jelly. Maar waar is Jelly? Kate Bose bedenkt zich geen moment en rijdt regelrecht terug naar Nhulunbuy. We stoppen bij het gokpaleis, in het centrum van het stadje. En jawel, daar zit ze. In haar eentje achter een gokautomaat.

Dit is het tiende artikel in een serie over Australië.


http://www.refdag.nl/artikel/1285045/Coca-Cola+in+plaats+van+moedermelk.html