PDA

Bekijk Volledige Versie : Parochies worden multicultureel



Marsipulami
25-02-07, 09:38
Parochies worden multicultureel
Geplaatst door Theo Borgermans op
zo 25 feb '07 om 08:38u (Bron: Kerk + Leven)
BRUSSEL (RKnieuws.net) - In steden zoals Brussel en Antwerpen kun je er niet langer naast kijken: het christendom in België is veelkleurig en multicultureel geworden. Sinds het begin van vorige eeuw richt de Kerk voor katholieke migranten aalmoezenierdiensten op, zeg maar eigen parochies. Er bestaan evenwel nog andere mogelijkheden, en die maken van de vertrouwde parochie een veelkleurig geheel. Niet eenvoudig, zo blijkt.
Tussen de twee wereldoorlogen streken in België de eerste gastarbeiders neer. Omdat velen van hen geen Nederlands of Frans spraken, kozen de bisdommen voor een aangepaste pastorale dienstverlening met aalmoezeniers die de mis konden lezen in hun taal. Soms deed de Kerk daarvoor een beroep op een missionaris, maar sommige migranten brachten hun eigen priesters mee. Het was en is een praktijk die zowat overal in de wereldkerk gehuldigd wordt.

Aanvankelijk ging het vooral om Spaanse en Italiaanse christenen. Algauw bleek het fenomeen van een afzonderlijke pastoraal ook niet meer beperkt tot Brussel. Ook in de Waalse en Limburgse mijnstreken ontstonden eigen katholieke gemeenschappen voor migranten. Die bestaan nog steeds, al zijn alvast de Italo-Belgen vandaag aan de derde en vierde generatie toe.

Hoofdstad

Vanaf 1960 groeide migratie uit tot een wereldomspannend verschijnsel. Naast Kroaten, Oekraïners en Polen, vestigden ook niet-Europeanen zich in België. Na 1975 doken in Brussel heel wat Vietnamezen op, op de vlucht voor het communisme. De voorbije jaren groeide dan weer het aantal Afrikanen. Allereerst mensen uit Congo en Rwanda, gewezen kolonies waarmee België dus van oudsher sterke banden had. Recent streken ook Engelstalige Ghanezen en Nigerianen neer in de hoofdstad (en elders). Deze Afrikanen brachten hun typische wijze van godsdienstbeleving met zich mee, niet zelden georganiseerd in eigen kerkjes.

Ook in andere grotere steden in België verlangden katholieke migranten een eigen aalmoezenier, maar onze hoofdstad neemt op dit vlak toch een bijzondere positie in. Dat heeft te maken met de internationale uitstraling. Een Europese Foyer verzorgt bijvoorbeeld de zielzorg voor de groeiende groep katholieke ambtenaren van de Europese Unie. Daarnaast zijn er bloeiende Engels- en Duitstalige gemeenschappen.

Op kerkelijk vlak ontstond naast het Franstalige en het Nederlandstalige vicariaat Brussel een derde pijler, belast met de zorg voor de katholieke gemeenschappen van buitenlandse oorsprong. In enkele jaren tijd groeiden die gemeenschappen snel aan. Vandaag zijn het er meer dan veertig. Ongetwijfeld wegen zij vandaag zwaarder in de Brusselse Kerk dan de Vlamingen.

Ga maar eens op zondagochtend kijken naar de oude Kapellekerk aan de rand van de Marollen. Duizenden Polen komen hier op hun wijze eucharistie vieren. Afrikanen zijn dan weer te vinden in de kerken van Elsene, Latino’s vooral in Sint-Gillis. Ook in Antwerpen verkregen de Polen met de jezuïetenkerk een eigen kerkgebouw. Naar verluidt trekt dit gebedshuis, naast de kathedraal, de meeste kerkgangers in het bisdom.

Waarom blijven dergelijke eigen gemeenschappen bestaan en waarom vinden deze vaak overtuigde christenen geen stek in de bestaande parochies? Natuurlijk speelt het taalverschil een grote rol, maar na verloop van tijd ebt dat weg. Jongeren beheersen immers probleemloos het Nederlands of het Frans. De migranten blijken eerst en vooral met elkaar gemeenschap te willen vormen.
Een tussenoplossing treffen we aan bij katholieke migranten in Vlaamse steden, waar bijvoorbeeld Kroaten, Filippino’s of Afrikanen maandelijks één keertje samen vieren. Voor doopsel, huwelijk, uitvaart en de gebruikelijke zondagsmis verwijst de aalmoezenier hen door naar de parochie waar ze wonen. Die doorstroming lukt echter niet echt. Waarom niet?

Ingeschakeld

Soms blijven migranten zweren bij de aloude kerkelijke praktijken uit hun geboorteland, zoals het knielen en allerlei devoties. Dat vinden ze onder de Belgen niet terug. Polen bijvoorbeeld beschouwen hun eigen religieuze beleving als wezenlijk verschillend van die onder Belgen. Christenen van buitenlandse herkomst ervaren Belgische kerkgangers vaak als gesloten en afstandelijk.
Anderzijds grijpen Belgen de kansen niet om de andere echt te ontmoeten. Het wij-zij-denken zit diep. Hoe moeilijk het wel is, bewees een vormingssessie in Brussel over het thema. Afgelast wegens te weinig belangstelling.

Kan een parochie openstaan voor allochtonen? Een voorbeeld is de Sint-Jan Evangelist in Borgerhout. Op een zondagochtend togen we naar deze statige kerk, bekend als de ‘peperbus’, die uitkijkt over de Antwerpse ring. Een derde van de kerkgangers blijkt Afrikaans van oorsprong.

„Zoals meestal in parochies is het een verhaal van individuele mensen”, vertelt Leen Ooms van de Sint-Jansparochie. „Toen de eerste Rwandezen hier aankwamen, stapte één van hen in het kerkkoor. Dat bracht een en ander op gang. Er ontstond een groepje Nieuwkomers helpen nieuwkomers. Een zuster met ervaring in de Afrikaanse missies trok zich ook het lot van onze Afrikaanse parochianen aan. Waar we vandaag staan? We kennen elkaar en spreken elkaar aan met de voornaam. De eerste zondag van de maand drinken we met de kerkgangers na de viering een kop koffie. Dan is het vanzelfsprekend dat er ook Afrikanen mee rond de tafel zitten.”

Reikt het dan niet verder? „Sinds kort bewoont een Rwandese familie de pastorie. Zij draagt mee de zorg voor het huis. Geregeld zingt een Afrikaans koor de mis en er is een goede samenwerking in onze ploeg van Welzijnsschakels. Ook in ons parochieteam zat een Afrikaan, maar die is helaas naar het buitenland verhuisd. Taalproblemen blijven toch wel een hinderpaal.”

We hoorden ook over een parochie waar een Assyrische Turk lid is van het kerkbestuur, en over parochies waar de meerderheid van de eerstecommunicanten van vreemde origine is. Een nieuw Babel of een nieuw Pinksteren? Het antwoord op de vraag wortelt in het geloof, stelt Erik De Smet in Kerk + Leven.