PDA

Bekijk Volledige Versie : 'Ik zal mijn kinderen zeker opvoeden in het Arabisch'



Man_Ray
26-02-07, 21:56
Ze komt op voor de vrouwen die vinden dat ze het volste recht hebben om altijd en overal een hoofddoek te dragen. Laila Ekchouchou, geboren en getogen in Mechelen, over de menselijke lotsbestemming, de emancipatie van de vrouw en het gevoel een tweederangsburger te zijn. 'België is nog altijd niet klaar voor de kritische allochtoon.'


'Nee', zegt ze. 'Ik geloof niet dat de mens een kosmisch ongeluk is. Ik geloof dat wij met een bepaald doel op aarde zijn. Het bestaan is een mysterie, maar ik ben ervan overtuigd dat elke mens een lotsbestemming heeft. Al betekent dat natuurlijk niet dat je zelf niets meer hoeft te ondernemen, dat je gewoon op je stoel kunt blijven zitten omdat alles voorbestemd is. Het betekent wel dat je bepaalde zaken nu eenmaal moet aanvaarden, dat je niet moet blijven sudderen in zelfbeklag als er weer eens iets misgaat in je leven. Uiteraard heb je weleens verdriet, soms groot verdriet, maar je moet ook proberen om kracht te putten uit de beproevingen des levens.'

Laila Ekchouchou is 26. Geboren en getogen in Bonheiden en Mechelen. Haar ouders waren Marokkaanse immigranten. Vader arbeider, moeder huisvrouw. Ze heeft de dubbele nationaliteit. Twee zussen en een broer. Ze studeerde communicatiemanagement en werkt nu bij een bedrijf dat onder meer gespecialiseerd is in business intelligence, zeg maar: databeheer. Ze is niet getrouwd en heeft geen relatie.

En ze draagt een hoofddoek.

'Dat is een mensenrecht', zegt ze. 'Als u naar mijn mensbeeld vraagt, dan staat respect daarin centraal. We zijn allemaal anders, we zijn allemaal individuen, maar we moeten elke mens behandelen zoals we zelf behandeld zouden willen worden. Dat iemand een bepaald geloof belijdt, mag geen reden zijn om die persoon niet meer op een beschaafde manier te benaderen.'

Als woordvoerster van www.blijfvanmijnhoofddoek.be treedt Ekchouchou al enige tijd voor het voetlicht. 'We hebben ons platform in juli 2004 opgericht', legt ze uit. 'Omdat steeds meer scholen een hoofddoekverbod begonnen op te nemen in hun reglement. En ondertussen is gebleken dat onze strijd steeds belangrijker wordt. In Antwerpen heeft burgemeester Patrick Janssens zijn monsteroverwinning te danken aan de stemmen die hij heeft geronseld in de allochtone gemeenschap. En wat blijkt? Een van zijn eerste beleidsmaatregelen is een hoofddoekverbod voor mensen in een openbare functie. Ik kan u verzekeren dat veel mensen daardoor serieus in hun gat gebeten zijn, om het eens plat te zeggen.'

Had u meer politieke steun verwacht?

LAILA EKCHOUCHOU: Aanvankelijk was een aantal allochtone politici, onder meer Nahima Lanjri van CD&V en Fouzaya Talhaoui van Spirit, tegen zo'n verbod. Maar toen het er echt op aankwam, hebben ze toegegeven. Mij hebben ze zwaar teleurgesteld. En mij niet alleen. Ik kan u verzekeren dat de SP.A bij de volgende verkiezingen veel allochtone stemmen zal verliezen. 't Stad is van iedereen, luidt de slogan. Welnu, als je het echt over diversiteit wilt hebben, dan hoort de hoofddoek daar natuurlijk gewoon bij.

Is het toch geen goede zaak dat ambtenaren die bijvoorbeeld achter een loket zitten, de neutraliteit bewaren?

EKCHOUCHOU: Dat is het officiële argument van Patrick Janssens. Maar er zit ook iets anders achter, natuurlijk: men gaat er blijkbaar van uit dat een hoofddoek de integratie van moslimvrouwen in de weg staat. En dat klopt natuurlijk niet. Integendeel, het verbod zal er net toe leiden dat vrouwen met een hoofddoek mínder kansen hebben op de arbeidsmarkt. De stad Antwerpen geeft een totaal verkeerd signaal, want nu zullen steeds meer bedrijven ook overwegen om hun personeel te verbieden een hoofddoek te dragen. Een spijtige evolutie, die de scheiding tussen bevolkingsgroepen nog zal versterken. Pas als vrouwen met een hoofddoek wél achter een loket kunnen zitten, zal de beeldvorming in positieve zin kunnen evolueren. Trouwens, een racist die achter een loket zit, is die altijd neutraal? Ik verkies een actief pluralisme boven een strakke neutraliteit die gebaseerd is op uiterlijke kenmerken.

Sinds wanneer draagt u eigenlijk een hoofddoek?

EKCHOUCHOU: Sinds drie jaar.

En hoe kwam u daar zo ineens bij?

EKCHOUCHOU: Het gebeurde natuurlijk niet ineens, ik heb daar lang en diep over nagedacht. Maar gaandeweg ben ik ervan overtuigd geraakt dat een hoofddoek er voor mij gewoon bij hoort, als een praktisering van mijn geloof. Het is voor mij dus geen zwaarbeladen symbool, het is geen provocatie van de westerse cultuur of wat dan ook, het betekent voor mij wat een kruisje betekent voor een diepgelovig christen. Alleen hebben wij de malchance dat die hoofddoek een zo zichtbaar en omstreden stukje stof is.

Wie heeft u ertoe aangezet om hem te dragen?

EKCHOUCHOU: Niemand. Die vraag alleen al verraadt een vooroordeel. Ik ben gelovig opgevoed, maar mijn ouders hebben de hoofddoek niet opgedrongen. Mijn twee zussen dragen er bijvoorbeeld geen. En mijn man heeft mij er ook niet toe verplicht, want ik heb geen man. Ik ben een hoofddoek beginnen te dragen omdat ik mij daar klaar voor voelde. Mijn ouders respecteren die keuze, maar mijn vader heeft mij ook gewaarschuwd dat het gevolgen kan hebben voor mijn professionele leven. Hij zei dat ik er rekening mee moest houden dat mensen mij voortaan anders zouden bekijken. En dat is ook zo, het gebeurt weleens dat mensen naar mij roepen dat ik beter terug naar Marokko zou gaan - wat nergens op slaat, want ik ben hier geboren. Maar goed, ik ben volwassen genoeg om niet wakker te liggen van wat andere mensen over mij denken of zeggen. Iedereen moet mij maar aanvaarden zoals ik ben.

Hoe waren de reacties op uw werk?

EKCHOUCHOU: Ik had mijn werkgever natuurlijk wel van tevoren ingelicht, het zou niet fair en loyaal zijn geweest om hem voor een voldongen feit te plaatsen. Maar blijkbaar was het geen probleem voor hem, want ik ben niet ontslagen en ik kom nog altijd in contact met klanten. Een paar collega's schrokken wel, natuurlijk. Voor de buitenwereld lijkt het alsof je van de ene dag op de andere een switch hebt ondergaan. Terwijl het een beslissing is die je pas neemt na daar lang over te hebben nagedacht. Mocht mijn werkgever ooit van mening veranderen en mij voor de keuze stellen, dan zal ik ontslag moeten nemen.

Welke functie heeft de hoofddoek precies?

EKCHOUCHOU: Theologie is niet mijn sterkste punt, maar in de islam vormen de haren een essentieel onderdeel van de schoonheid van de vrouw. En dus kiezen wij ervoor om die haren te bedekken. Alleen thuis doen we de hoofddoek uit. In het bijzijn van vrouwen of van mannen met wie we niet zouden kunnen trouwen: vader, broers, ooms, grootvaders... Voor andere mannen blijven onze haren altijd bedekt.

Hebben de haren dan als het ware een status die vergelijkbaar is met die van de geslachtsdelen en de borsten?

EKCHOUCHOU: Zo kunt u dat bekijken. Hier zou niemand het aanvaarden dat een vrouw topless over straat zou lopen, terwijl dat bij sommige Afrikaanse stammen heel normaal is. Zo is het voor mij heel normaal om een hoofddoek te dragen.

Mag u sporten of zwemmen in het bijzijn van mannen?

EKCHOUCHOU: Nee. Als ik naar de fitness ga, is het • adies only - en dan zijn er trouwens ook een heleboel autochtone vrouwen, die liever niet met mannen sporten. En als ik met een aantal vriendinnen wil zwemmen, huren we op vrijdagavond een zwembad af.

Is dat geen stap terug in de emancipatie van de vrouw?

EKCHOUCHOU: Ik weet dat sommige mensen dat vinden, ja. Maar om te beginnen is de emancipatie van de vrouw sowieso nog niet voltooid: vrouwen verdienen nog altijd minder dan mannen. En verder is het een kwestie van creatieve oplossingen. Niemand heeft ooit gezegd dat het leven in een multiculturele samenleving altijd gemakkelijk zou zijn. Maar als iedereen van goede wil is, kunnen we altijd een oplossing vinden. Zolang we maar geen maatregelen nemen zonder alle betrokkenen daarover te consulteren. Ik ken meisjes die hun studie hebben moeten opgeven, omdat ze met hun hoofddoek geen stageplaats in het onderwijs kunnen vinden.

Vindt u het niet tragisch dat meisjes hun kansen zo verknoeien?

EKCHOUCHOU: Ik zou die vraag willen omkeren: is het niet tragisch dat die meisjes van hun kansen worden beroofd? Denkt u trouwens dat die hoofddoek het grootste probleem is op de arbeidsmarkt? Een verkeerde naam hebben volstaat al om minder kansen op een job te hebben. Moeten we dan ook nog onze naam veranderen? Onze haren blonderen? Als je ervoor wilt zorgen dat niemand nog last heeft van discriminatie, dan zul je wel andere maatregelen moeten nemen dan een verbod op de hoofddoek.

Volgens liberalen zoals Dirk Verhofstadt vormen moslima's die hun hoofddoek afgooien 'de derde feministische golf'.

EKCHOUCHOU: Verhofstadt heeft inderdaad zo zijn eigen idee van emancipatie. Een moslima die haar geloof afzweert en haar hoofddoek afgooit, wordt voorgesteld als het ideale voorbeeld. Klederdracht en geloof zijn blijkbaar essentieel. Verhofstadt leeft met een vijandsbeeld: alles wat met geloof te maken heeft, is voor hem al onderdrukkend. Volgens mij is emancipatie een veel breder concept: het betekent dat iedereen, ongeacht zijn of haar klederdracht of geloof, gelijke rechten heeft. Onderwijs en werk zijn essentieel. Maar daarover heeft Verhofstadt blijkbaar nog niet nagedacht. En hij vraagt zich af wanneer de autochtone feministes hun islamitische zussen eens gaan bevrijden van het mannelijke juk. Terwijl wij net goede banden hebben met de Antwerpse Vrouwenraad en met het feministisch café FC Poppesnor.

Dragen veel vrouwen die hoofddoek niet onder mannelijke druk?

EKCHOUCHOU: Misbruiken zijn er overal, in elke religie en in elke samenleving. Maar het is niet omdat er misbruiken zijn, dat je de hele praktijk moet afschaffen. Je hoort ook vaak dat meisjes een hoofddoek zouden dragen omdat ze anders op straat worden lastiggevallen door jongens. Ook dat lijkt mij zwaar overroepen. En als zoiets gebeurt, kun je toch beter die jongens aanpakken dan de meisjes, lijkt mij. Voor sommige meisjes is het een teken van rebellie, dus net het tegenovergestelde van onderdrukking. Onderdrukking is trouwens geen islamitisch, maar een maatschappelijk probleem. En sowieso hebben wij het recht om een hoofddoek te dragen. Wij zijn burgers van dit land. Dát is de discussie: mogen wij meedoen, ja of nee?

Is die sjaal geen signaal dat zegt: ik wil niet écht meedoen?

EKCHOUCHOU: Helemaal niet. En wie dat denkt, moet zijn definitie van 'meedoen' een beetje aanpassen. Het gaat over keuzevrijheid. Als ik een hoofddoek wil dragen, dan is dat verdorie mijn goed recht.

Is de vrouw niet een soort tweederangsburger in de islam?

EKCHOUCHOU: Natuurlijk niet. Ik voel mij absoluut geen tweederangsburger. (fijntjes) Al ben ik dat natuurlijk wel. Dat wij niet overal waar wij dat willen een hoofddoek mogen dragen, dát is een teken van onderdrukking. Dat de allochtone gemeenschap nog altijd in hoge mate wordt uitgesloten in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, dát is een teken van tweederangsburgerschap. In deze maatschappij zijn wij tweederangsburgers. Er bestaat nog altijd een enorme discriminatie, die alleen met structurele en effectieve maatregelen kan worden opgelost.

Pleit u voor quota op de arbeidsmarkt?

EKCHOUCHOU: Zeker weten. De tijd van intentieverklaringen is voorbij. Ik pleit voor een soort Staten-Generaal over werkloosheid bij allochtonen. Het kan toch niet dat er vandaag nog altijd bedrijven bestaan waar geen enkele allochtoon werkt. Denk aan de opschudding rond dat kantelpoortenbedrijf Feryn, dat geen allochtonen in dienst nam omdat de klanten dat niet wilden - doordat het bedrijf daar eerlijk voor uitkwam, werd dat gevoelige punt plotseling goed blootgelegd. Het volstaat niet om zo'n bedrijf een verklaring te laten ondertekenen. Als de overheid geen echte maatregelen neemt, vind ik dat nogal hypocriet. We moeten wel wat verder gaan dan alleen maar zeggen dat discriminatie niet mag. Quota of streefcijfers zijn de enige oplossing. Niet als permanente maatregel, maar tijdelijk, de komende tien jaar bijvoorbeeld.

Is er geen probleem met de werkattitude van sommige jongeren?

EKCHOUCHOU: Zo probeert men het voor te stellen. Als onze eigen verantwoordelijkheid. Maar als blijkt dat vrouwen minder verdienen dan mannen, hoor je niet dat het de verantwoordelijkheid van de vrouwen zelf is. En als blijkt dat er een algemeen probleem van jongerenwerkloosheid is, dan hoor je niet dat het de verantwoordelijkheid van de jongeren is. Alleen als het over allochtonen gaat, hoor je dat argument. Eigenaardig, niet? Alsof een slechte werkattitude op een of andere manier in onze cultuur zou zitten. Is men misschien vergeten dat de eerste generatie allochtonen hier naartoe gekomen is net om te werken? Om hard labeur te verrichten, nota bene.

En hoe zit het met de leerattitude? Heel wat allochtone jongeren haken zonder diploma af in de middelbare school.

EKCHOUCHOU: Dat is inderdaad een probleem. Voor een deel is dat een vicieuze cirkel. Als je ziet dat je oudste broer wel een diploma heeft en toch geen job vindt, raak je natuurlijk sneller gedemotiveerd. Zeker bij de jongere generatie voel je dat pessimisme heel sterk. Er zijn steeds meer allochtonen die slagen in de maatschappij, maar het algemene beeld is niet hoopgevend. Mocht ik vandaag twaalf of dertien zijn, ik zou mij ook niet lekker voelen. Op die leeftijd ben je sowieso al onzeker. En als je dan constant hoort dat je taal wordt aangevallen, dat je godsdienst niet deugt, dat een hoofddoek slecht is - tja, wat heb je dan nog om trots op te zijn? Na de moord op Joe Van Holsbeeck, toen iedereen dacht dat de daders Marokkanen waren, werd de hele allochtone gemeenschap daarvoor verantwoordelijk gesteld. Alsof iemand van 'ons' iemand van 'jullie' had vermoord. Ik kan u verzekeren: daar ben je even niet goed van, hoor.

Hebt u zicht op de radicalisering onder jongeren?

EKCHOUCHOU: Als u met radicalisering bedoelt dat mensen radicaler worden in hun geloof, op een positieve manier, dan kan ik bevestigen dat daar wel degelijk sprake van is. Als u vraagt of jongeren plannen maken om België op z'n kop te zetten of ergens een bom te leggen, dan denk ik dat het antwoord negatief is. Tegenwoordig denkt men dat elke man met een baard en in traditionele kledij al een potentiële bommenlegger is. Terwijl het vaak gewoon een religieuze keuze is. Men associeert de islam tegenwoordig blijkbaar met geweld. Maar ik ben niet verantwoordelijk voor geweld waar dan ook ter wereld.

Ligt het feit dat erg veel allochtone jongeren trouwen met een partner uit het thuisland van hun ouders niet aan de basis van veel problemen, onder meer een taalprobleem van de kinderen? Zet elke nieuwe generatie op die manier geen stap terug?

EKCHOUCHOU: Ook daarvan bestaat een verkeerd beeld. Ik ben thuis opgevoed in het Arabisch, en dat werd op school niet als een probleem ervaren. Integendeel, leraren raadden mijn ouders altijd af om Nederlands met ons te spreken, omdat ze die taal niet goed genoeg beheersten. Ik ben mijn hele leven elk jaar al met vakantie gegaan naar Marokko, en als ik daar iemand tegenkom met wie ik mijn leven wil delen, zal ik met hem trouwen. Men doet soms alsof alle mannen die uit Marokko komen, boeren zijn. Onzin natuurlijk, meestal zijn dat mensen die wel degelijk een zeker niveau hebben, die een diploma hebben, soms zelfs een universitair diploma. Niet dat ik per se met een Marokkaan wil trouwen, hoor. Het kan evengoed iemand van hier zijn.

Stopt u met werken als uw man dat zou eisen?

EKCHOUCHOU: Oei, een man die dingen van mij zou eisen. (lacht) Dat zal niet haalbaar zijn, vrees ik. Met zo iemand zou ik mijn weg niet kunnen vinden. Ik denk dat u toch nog altijd een vertekend beeld hebt. Vrouwen worden niet onderdrukt. In mijn omgeving vindt iedereen het heel normaal dat de vrouw ook gaat werken, anders kun je geen huis kopen, kun je niet elk jaar met vakantie... Allochtone gezinnen zijn heel gewone gezinnen: tweeverdieners met een druk leven. Ik kan mij voorstellen dat ik ooit vier vijfde of zo ga werken, om meer tijd te hebben voor de kinderen, maar stoppen met werken kan ik mij niet voorstellen.

Bestaat de kans dat u ooit met een niet-moslim trouwt?

EKCHOUCHOU: Nee, dat is voor mij niet mogelijk.

Wat hebben die niet-moslims misdaan, misschien?

EKCHOUCHOU: (lacht) Niets. Maar als je met iemand je leven deelt, moet je op een aantal vlakken toch op dezelfde golflengte zitten. Ik heb geen zin om voortdurend met mijn partner te moeten discussiëren over zwaarbeladen thema's. Bovendien hoop ik ooit kinderen te hebben, en in de opvoeding die ik hen zou geven, speelt de islam een belangrijke rol. Ik zal mijn kinderen ook zeker in het Arabisch opvoeden. Ik wil namelijk dat ze met mijn ouders en met de familie in Marokko kunnen spreken. Ik zal ook de rest van de cultuur doorgeven, de muziek, de keuken, de religie, de kledij... Zeker weten.

Zult u uw kinderen zo geen kansen op integratie ontnemen?

EKCHOUCHOU: Nee, hoor. Ik spreek zelf perfect Nederlands, én Mechels, dus ik zie niet in wat het probleem is als er thuis Arabisch of Berbers wordt gesproken. Ik vind zelfs dat kinderen in de lagere en middelbare school de kans zouden moeten krijgen om op een hoog niveau Arabisch te leren. Tegenwoordig is het een trend om je kinderen naar de Chinese les te sturen, dus waarom zou Arabisch niet kunnen? Er zijn onderzoekers die bevestigen dat een goede kennis van de moedertaal een grote stimulans kan zijn bij het aanleren van een tweede taal. In het middelbaar onderwijs wordt toch steeds vaker met modules gewerkt, dus het is perfect mogelijk om Arabische lessen op te nemen in het officiële curriculum.

Nu klinkt u bijna zoals Dyab Abou Jahjah, die in dit eigenste blad ooit halvelings dreigde met het verzoek om van het Arabisch de vierde landstaal te maken.

EKCHOUCHOU: (lacht) Dat was echt Shocking USA, herinner ik mij nog. Maar wat bedoelde hij echt? Dat we met z'n allen zouden leren aanvaarden dat Arabisch er gewoon bij hoort, omdat het een taal is als een andere, een wereldtaal bovendien. Waarom zouden we geen degelijk onderwijs in die taal aanbieden? Vandaag sturen veel ouders hun kinderen toch al naar de Arabische les in de moskee of bij een of andere vereniging. Het zou goed zijn als we dat zouden kunnen professionaliseren. Dan raken we misschien ook af van die negatieve connotatie.

Bent u qua televisie opgevoed met de schotelantenne?

EKCHOUCHOU: Ja, maar ik keek natuurlijk evengoed naar de Vlaamse zenders. Vandaag lees ik De Standaard en Knack, kijk zowel naar het VRT- als het VTM-nieuws, maar uiteraard ook naar Al Jazeera. En ik ben geen uitzondering, hoor. Je kunt best een evenwicht vinden tussen de Belgische en de Arabische cultuur. Daar zou meer aandacht voor mogen zijn in het onderwijs. Ik heb nooit geleerd dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Gembloux veel Marokkanen zijn gesneuveld aan de kant van de geallieerden. En ik herinner mij nog dat een leraar in de lagere school ooit zei dat als Karel Martel destijds de Arabieren niet had tegengehouden, wij vandaag allemaal moslims zouden zijn. Waarop ik zei dat dat voor mij niet veel zou uitmaken.

Vindt u dat de mondige allochtoon al wordt aanvaard?

EKCHOUCHOU: Men vindt dat wij vooral content moeten zijn en niet te veel zeuren. Men erkent ons niet als volwaardige burgers. Dus nee, ik denk dat België nog altijd niet klaar is voor de kritische allochtoon. Abou Jahjah, die intellectueel sterk in zijn schoenen stond, heeft dat aan den lijve ondervonden. We moeten leren dat iedereen die hier leeft, kritiek kan hebben. Nu kon je van Abou Jahjah nog zeggen dat hij hier niet geboren was, hij is ondertussen trouwens terug naar Libanon. Maar in mijn geval kun je dat argument niet gebruiken. Ik ben hier geboren en ik heb toevallig een mening. Niet alleen over werkloosheid bij allochtonen, maar ook over het klimaat en de prijs van de vuilniszakken. (lacht) Dat vergeten de media weleens.

Wat is uw mening over abortus en euthanasie?

EKCHOUCHOU: Voor mij kan dat niet, geen van beide. Niet alleen omdat het niet van mijn godsdienst mag, maar ook omdat ik mij daar helemaal niet goed bij zou voelen. Dat ik een wezentje zou doden dat in mij leeft, is voor mij ondenkbaar. Zelfs als ik verkracht werd, zou ik nog niet voor abortus kunnen kiezen. Ook euthanasie is voor mij uitgesloten. Ik kan niet beslissen over mijn eigen leven, dat heb ik niet in de hand. Er zal in de islamitische wereld best wel gediscussieerd worden over deze thema's, maar mijn mening staat vast.

Kan een moslim de evolutietheorie aanvaarden?

EKCHOUCHOU: Nee. Wij geloven in de schepping door Allah. (lacht) Sorry, hoor. Maar wij geloven niet dat de mens afstamt van de aap.

Dat is ook niet de juiste formulering. Je kunt beter zeggen dat aap en mens gemeenschappelijke voorouders hebben. Daarover valt niet meer te discussiëren, hoor.

EKCHOUCHOU: Ik kan mij voorstellen dat er in de islamitische wereld heel wat theologische discussies gevoerd kunnen worden over de evolutietheorie, maar die discussies volg ik niet op de voet. Ik geloof in een schepper.

Dan ontzegt u zich fundamentele kennis over de mens. Wij wéten ondertussen dat de evolutietheorie klopt.

EKCHOUCHOU: Die kennis ontzeg ik mij helemaal niet. Ik wéét dat allemaal ook, ik ben naar school geweest, ik heb geleerd wat de evolutietheorie is. Ik ga Darwin ook niet tegenspreken of zo, ik zeg niet dat de evolutietheorie niet klopt. Toch is het maar een theorie, en die heeft verder geen meerwaarde in mijn leven. Ik geloof niet dat de mens maar een diersoort is als alle andere, ik geloof dat er iets méér is dan alleen maar evolutie. Mijn godsdienst speelt een belangrijke rol in mijn leven. Elke keer als ik bid, vijf keer per dag dus, sta ik daar heel bewust bij stil.

Waaraan denkt u tijdens zo'n gebed?

EKCHOUCHOU: Moslims kennen geen biecht, maar tijdens het gebed hebben wij rechtstreeks contact met God, met Allah. In principe vragen wij telkens aan Allah om ons op het rechte pad te houden. Je kunt ook steun vragen bij een bepaald probleem. Of als je iets gedaan hebt waar je spijt van hebt.

Wat is volgens u de zin van het leven?

EKCHOUCHOU: Ik weet niet waarom wij hier zijn, maar ons leven heeft een doel, daar geloof ik in. Wat we wel zeker weten, is dat we hier niet eeuwig blijven. En dus moeten we er, terwijl we hier zijn, het beste van proberen te maken. Voor mij betekent dat zoeken naar de gulden middenweg, tussen werk en gezin, vrienden en familie, feesten en engagement. Maar één ding is zeker: om je leven zin te geven, heb je andere mensen nodig. Bij ons wordt het er echt ingepeperd dat je niet alleen op de wereld bent, dat er grenzen zijn aan het individualisme. Het is niet omdat ik het goed heb, dat de andere mensen hun plan maar moeten trekken. En als moslim geloof ik natuurlijk ook in een leven na de dood.

Hoe stelt u zich de hemel voor?

EKCHOUCHOU: Als een fijne plek, een wereld zonder zorgen. In dit leven heb je als mens toch altijd een aantal bekommernissen. We dénken wel dat een leven zonder zorgen bestaat, die illusie wordt er op alle mogelijke manieren ingepompt, maar dat is niet zo, natuurlijk. Veel van die zorgen doen we overigens onszelf aan, onder meer doordat we te gejaagd leven. In Marokko is het leven veel meer relaxed. En in de hemel, stel ik mij voor, heerst volmaakte rust.

Waar wilt u begraven worden?

EKCHOUCHOU: In Marokko. Daar heb ik allang een speciale verzekering voor afgesloten, om de repatriëring en de begrafenis te kunnen betalen. En dat heeft niets te maken met een gebrek aan loyauteit, zoals sommige mensen denken, maar alles met een heel praktisch punt. In België weet je van tevoren dat je niet voor eeuwig en altijd op dezelfde plek kunt blijven liggen. In Marokko wel. Als men mij die garantie in België zou kunnen geven, dan zou ik misschien wel hier begraven willen worden. Maar goed, dat debat zullen we maar beter niet voeren. Ik weet al wat mensen zouden zeggen als we dat zouden vragen: wat denken die Marokkanen wel? (lacht) Laat maar zitten dus, er zijn belangrijker punten om over te discussiëren.

DOOR JOëL DE CEULAER


Bron: Knack - 14-02-2007

Olive Yao
27-02-07, 21:05
In een dictatuur hangt het portret van de dictator overal.