Shemharosh
03-03-07, 08:17
PvdA-Kamerlid adviseert koning Marokko
02-03-2007
Kamerlid Khadija Arib in de raad die de Marokkaanse koning adviseert (foto: CCDH).
Het donderdag beëdigde Tweede-Kamerlid Khadija Arib (PvdA) blijft vooralsnog werken voor een raad van de Marokkaanse koning. De commissie moet de Marokkaanse identiteit van Marokkanen in het buitenland bewaken en verstevigen. Ook moet de commissie hooggeplaatste Marokkanen in onder meer Nederland rekruteren voor een nog op te richten Hoge Raad. Kamerlid Arib, die een Marokkaans en een Nederlands paspoort heeft, ziet niet waarom dit een probleem zou zijn.
Enkele uren nadat Arib haar eed had afgelegd, diende Kamerlid Geert Wilders van de rechts-nationalistische PVV een motie van wantrouwen in. Hij eiste dat de twee staatssecretarissen met dubbele nationaliteit, Albayrak en Aboutaleb, uit het kabinet zouden stappen om de 'schijn van belangenverstrengeling' te vermijden. De motie, tijdens het debat over de regeringsverklaring, kreeg geen steun.
De dubbele nationaliteit van het nieuwe PvdA-Kamerlid Khadija Arib kwam niet ter sprake. Ook niet dat ze onlangs toetrad tot een werkgroep die de banden van expats met hun moederland Marokko moet verstevigen. Marokko vindt dat veel emigranten zich niet meer voldoende bewust zijn van hun nationale identiteit. De raad bestaat voornamelijk uit succesvolle Marokkanen in Europa.
Eigen principes
Arib vindt haar Kamerlidschap goed te verenigen met haar werk voor Marokko. Ze ziet geen conflicterende loyaliteiten, zegt ze in een gesprek met de Wereldomroep: "Ik ben niet loyaal aan Nederland, ik ben niet loyaal aan Marokko, maar ik ben loyaal aan mijn principes. En dat zijn respect voor mensenrechten en vrouwenrechten."
Ze zegt zich "ontzettend vereerd te voelen" dat ze in de raad mag zitten. Een raad die volgens haar is opgericht door een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie. Maar deze CCDH (Conseil Consultatif des droits de l'Homme - adviesraad voor de mensenrechten) is ingesteld door de koning en adviseert ook rechtstreeks aan het Marokkaanse staatshoofd.
Meer grip
Mohammed VI probeert op verschillende manieren meer grip te krijgen op de geëmigreerde onderdanen. Zo kwamen onlangs honderden hooggeplaatste Nederlanders van Marokkaanse komaf in Amsterdam bijeen, op uitnodiging van de koning. Thema van de bijeenkomst: het aanhalen van de banden tussen moederland Marokko en zijn expats in Nederland. Aanwezig waren naast politici, ook mensen uit het bedrijfsleven en afgevaardigden van moskeeën.
In een toespraak eind vorig jaar opperde de koning al de mogelijkheid dat al zijn burgers in den vreemde in de toekomst niet alleen voor het eerst mogen stemmen, maar zich ook verkiesbaar kunnen stellen voor het Marokkaanse parlement. De eerstkomende verkiezingen in Marokko zijn in september van dit jaar.
'Positieve ontwikkeling'
Khadija Arib noemt het een positieve ontwikkeling dat er meer aandacht is van Marokko voor zijn drie miljoen onderdanen die in het buitenland verblijven. In het verleden was de Marokkaanse staat volgens haar alleen geïnteresseerd in de harde valuta die de emigranten binnenhaalden, nu behandelt Rabat de migranten met veel meer respect, aldus Arib.
De adviesraad waarin Arib zit moet uiteindelijk geëmigreerde Marokkanen werven die worden benoemd in een nog op te zetten 'Hoge Raad voor de Marokkaanse gemeenschap in het buitenland'. Het is nog niet bekend wat het exacte takenpakket zal zijn van deze raad, wel is gesuggereerd dat een aantal van hen zal mogen toetreden tot de Eerste Kamer in Marokko. Vast staat dat de leden van de raad door de Marokkaanse koning zullen worden beëdigd. Bij een beëdiging worden de Marokkaanse onderdanen doorgaans geacht de hand van de koning te kussen en trouw aan hem te zweren.
Ophef
Arib zegt desgevraagd dat zij nog niet weet of zij zelf in de Hoge Raad zal plaatsnemen. "Dat is helemaal niet aan de orde. Het is nog niet bekend hoe die Hoge Raad eruit moet zien." Ze zegt dat ze in ieder geval tot juni in de werkgroep zal blijven zitten en vindt het raar dat er ophef wordt gemaakt over haar lidmaatschap van de raad. "Als ik in Nepal in een adviesgroep zou zitten, had u mij deze vraag misschien niet eens gesteld."
http://www.wereldomroep.nl/actua/nl/nederlandsepolitiek/act20070302_arib
02-03-2007
Kamerlid Khadija Arib in de raad die de Marokkaanse koning adviseert (foto: CCDH).
Het donderdag beëdigde Tweede-Kamerlid Khadija Arib (PvdA) blijft vooralsnog werken voor een raad van de Marokkaanse koning. De commissie moet de Marokkaanse identiteit van Marokkanen in het buitenland bewaken en verstevigen. Ook moet de commissie hooggeplaatste Marokkanen in onder meer Nederland rekruteren voor een nog op te richten Hoge Raad. Kamerlid Arib, die een Marokkaans en een Nederlands paspoort heeft, ziet niet waarom dit een probleem zou zijn.
Enkele uren nadat Arib haar eed had afgelegd, diende Kamerlid Geert Wilders van de rechts-nationalistische PVV een motie van wantrouwen in. Hij eiste dat de twee staatssecretarissen met dubbele nationaliteit, Albayrak en Aboutaleb, uit het kabinet zouden stappen om de 'schijn van belangenverstrengeling' te vermijden. De motie, tijdens het debat over de regeringsverklaring, kreeg geen steun.
De dubbele nationaliteit van het nieuwe PvdA-Kamerlid Khadija Arib kwam niet ter sprake. Ook niet dat ze onlangs toetrad tot een werkgroep die de banden van expats met hun moederland Marokko moet verstevigen. Marokko vindt dat veel emigranten zich niet meer voldoende bewust zijn van hun nationale identiteit. De raad bestaat voornamelijk uit succesvolle Marokkanen in Europa.
Eigen principes
Arib vindt haar Kamerlidschap goed te verenigen met haar werk voor Marokko. Ze ziet geen conflicterende loyaliteiten, zegt ze in een gesprek met de Wereldomroep: "Ik ben niet loyaal aan Nederland, ik ben niet loyaal aan Marokko, maar ik ben loyaal aan mijn principes. En dat zijn respect voor mensenrechten en vrouwenrechten."
Ze zegt zich "ontzettend vereerd te voelen" dat ze in de raad mag zitten. Een raad die volgens haar is opgericht door een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie. Maar deze CCDH (Conseil Consultatif des droits de l'Homme - adviesraad voor de mensenrechten) is ingesteld door de koning en adviseert ook rechtstreeks aan het Marokkaanse staatshoofd.
Meer grip
Mohammed VI probeert op verschillende manieren meer grip te krijgen op de geëmigreerde onderdanen. Zo kwamen onlangs honderden hooggeplaatste Nederlanders van Marokkaanse komaf in Amsterdam bijeen, op uitnodiging van de koning. Thema van de bijeenkomst: het aanhalen van de banden tussen moederland Marokko en zijn expats in Nederland. Aanwezig waren naast politici, ook mensen uit het bedrijfsleven en afgevaardigden van moskeeën.
In een toespraak eind vorig jaar opperde de koning al de mogelijkheid dat al zijn burgers in den vreemde in de toekomst niet alleen voor het eerst mogen stemmen, maar zich ook verkiesbaar kunnen stellen voor het Marokkaanse parlement. De eerstkomende verkiezingen in Marokko zijn in september van dit jaar.
'Positieve ontwikkeling'
Khadija Arib noemt het een positieve ontwikkeling dat er meer aandacht is van Marokko voor zijn drie miljoen onderdanen die in het buitenland verblijven. In het verleden was de Marokkaanse staat volgens haar alleen geïnteresseerd in de harde valuta die de emigranten binnenhaalden, nu behandelt Rabat de migranten met veel meer respect, aldus Arib.
De adviesraad waarin Arib zit moet uiteindelijk geëmigreerde Marokkanen werven die worden benoemd in een nog op te zetten 'Hoge Raad voor de Marokkaanse gemeenschap in het buitenland'. Het is nog niet bekend wat het exacte takenpakket zal zijn van deze raad, wel is gesuggereerd dat een aantal van hen zal mogen toetreden tot de Eerste Kamer in Marokko. Vast staat dat de leden van de raad door de Marokkaanse koning zullen worden beëdigd. Bij een beëdiging worden de Marokkaanse onderdanen doorgaans geacht de hand van de koning te kussen en trouw aan hem te zweren.
Ophef
Arib zegt desgevraagd dat zij nog niet weet of zij zelf in de Hoge Raad zal plaatsnemen. "Dat is helemaal niet aan de orde. Het is nog niet bekend hoe die Hoge Raad eruit moet zien." Ze zegt dat ze in ieder geval tot juni in de werkgroep zal blijven zitten en vindt het raar dat er ophef wordt gemaakt over haar lidmaatschap van de raad. "Als ik in Nepal in een adviesgroep zou zitten, had u mij deze vraag misschien niet eens gesteld."
http://www.wereldomroep.nl/actua/nl/nederlandsepolitiek/act20070302_arib