PDA

Bekijk Volledige Versie : Mullah Dadullah 1966- 2007



Slinger
17-05-07, 09:50
http://www.trouw.nl/multimedia/archive/00176/Mullah_Dadullah_196_176471c.jpg
Dadullah was niet te beroerd om het handwerk zelf te verrichten. | © FOTO AP

Mullah Dadullah 1966- 2007

Gert Jan Rohmensen

Meedogenloze wreedheden en een spectaculaire ontsnapping maakten de Afghaanse nomadenzoon Mullah Dadullah tot ’Commandant der commandanten’ van de taliban. Afgelopen zaterdag stierf hij waar hij zich thuis voelde: op het slagveld.

Zijn dood was al vaker gemeld, maar ditmaal was het waar en de Afghaanse autoriteiten wilden dat weten ook. Mullah Dadullah’s gehavende lijk werd naar het gouverneurskantoor Kandahar gebracht, opgebaard op een brancard en tussen roze lakens tentoongesteld aan de pers.

Zijn bebaarde gezicht en borst waren bebloed en zijn rechterbeen, gehuld in een stoffige schoen, stak onder het laken vandaan. Zijn andere been verloor de mollah jaren geleden al op een van de vele slagvelden die hij in de ongeveer veertig jaren van zijn leven heeft gezien.

Mullah Dadullah zou rond 1966 geboren zijn in een plaats niet ver van de stad Kandahar. Het is het gebied van de conservatieve Pasjtoen in het zuiden van Afghanistan, waar de taliban de meeste volgelingen had en heeft. Dadullah zou komen uit een familie van Kuchi’s, de nomadenstammen in Afghanistan die met hun kamelen, geiten en schapen al naar gelang het seizoen door het land trekken. De leden van zijn Kakar-stam wonen verspreid over het zuiden van Afghanistan en in het westen van Pakistan, in de wetteloze Noordwestelijke Grensprovincie.

Dadullah, die net als veel Pasjtoen groot van gestalte was, zou hebben gestudeerd in de Pakistaanse stad Quetta, niet ver van de grens met Afghanistan. Sommige bronnen meldden dat zijn vrouw en kinderen daar nog steeds wonen. Het is een plaats die bekend staat als veilige haven voor talibanleiders en hun volgelingen.

In Quetta bezocht hij een van de madrassa’s ofwel koranscholen, en later tooide hij zich met de titel mollah, geestelijk leider, zoals veel oudere talibs doen. Hij zou een van de eerste guerrilla’s zijn geweest die zich begin jaren negentig aanmeldde bij de opkomende talibanbeweging van de eenogige geestelijk leider Mullah Omar.

Gevechtservaring had hij toen al volop. In de jaren tachtig deed hij mee aan de heilige oorlog van de moedjahedien tegen het sovjetleger dat Afghanistan eind 1979 binnenviel. Mogelijk was hij behept met de onder de trotse Afghanen veel voorkomende afkeer van landen die Afghanistan binnen hun invloedssfeer willen brengen.

De Britten lukte dat al niet in de negentiende eeuw en de Sovjet-Unie in de twintigste evenmin. Eind 2001 vielen de Amerikanen binnen, en ook die slag is nog lang niet gewonnen. Vooral dankzij taaie vechtjassen als Dadullah, die zich graag op het slagveld liet zien.

Hij stond bekend om zijn moed en waaghalzerij, en zeker drie keer zou hij ernstig gewond zijn geraakt. Midden jaren negentig verloor Dadullah zijn linkerbeen toen hij op een landmijn stapte tijdens gevechten tegen gouverneur Ismail Khan van de westelijke stad Herat. Zijn houten prothese belette hem niet om door te vechten en zich te manifesteren als een van de wreedste en radicaalste talibancommandanten met een intense afkeer van buitenlandse troepen.

De soenniet Dadullah haatte de sjiitische Hazara, de meest vertrapte bevolkingsgroep in heel Afghanistan. In 1999 liet hij in de Centraal-Afghaanse provincie Bamian honderden burgers uitmoorden en hun dorpen platbranden, een van zijn favoriete tactieken. Die wreedheden werden zelfs de geestelijk leider van de taliban Mullah Omar te gortig, en hij onthief Dadullah van het commando. Maar een jaar later zou hij, naar verluidt, alweer betrokken zijn geweest bij het opblazen van de beroemde, 1500 jaar oude boeddhabeelden van Bamian.

In de nadagen van het talibanbewind was hij commandant van Noord-Afghanistan, waar de taliban gehaat werden. Volgens ooggetuigen zou Dadullah er vaak op gestaan hebben de eerste steen te gooien, als hij weer eens een vrouw had veroordeeld tot de dood door steniging wegens ’prostitutie’. Dat was een veelgebruikt voorwendsel om vrouwen die verdacht werden van samenwerking met de Noordelijke Alliantie te executeren.

In november en december 2001 vocht hij tegen de oprukkende anti-talibancoalitie die geleid werd door de Amerikanen. Dadullah raakte met honderden strijders ingesloten door de troepen van een krijgsheer van de Noordelijke Alliantie, generaal Dostoem, een Afghaan van Oezbeekse afkomst met een zo mogelijk nog wredere reputatie dan Dadullah. Vele strijders gaven zich over, maar Dadullah deed alleen alsof.

Samen met talibancommandant Mullah Fazel toog hij naar Dostoems machtsbasis bij Mazar-i-Sharif, om te praten over de overgave. Terwijl Fazel onderhandelde kocht Dadullah, naar later verluidde voor 150.000 dollar, een van de commandanten om van de Noordelijke Alliantie, die hij nog kende van de strijd tegen het sovjetleger. Volgens de overlevering ontsnapte hij te paard door de bergen naar Kandahar. Het huzarenstukje deed zijn ster binnen de talibangelederen flink rijzen, en van zijn stamgenoten kreeg hij als beloning een Toyota Land Cruiser.

Dadullah werd tot hoogste commandant van de taliban gekozen en ging naar Pakistan om er nieuwe rekruten te werven voor de wederopbouw van het talibanleger. In 2003 trad hij toe tot de rabhari sjoera, het tienkoppige leiderschap van de taliban. Hij is vaak omschreven als de tweede man binnen de beweging, en rechterhand van Mullah Omar. Ook onderhield hij contacten met Osama bin Ladens Al-Kaida.

In 2004 nam hij de leiding over de gevechtsoperaties in het zuiden, het belangrijkste strijdgebied van de taliban. Het leverde hem bijnamen op als de ’Slager’ en de ’Commandant der commandanten’. Dadullah werd ook wel de ’Al-Zarkawi van Afghanistan’ genoemd, naar de leider van Al-Kaida in Irak, die inmiddels ook dood is. Niet alleen vanwege zijn wreedheid, maar ook omdat hij veel tactieken van Zarkawi overnam, zoals zelfmoordaanslagen, gijzelingen en onthoofdingen. Er verschenen executievideo’s waarin zijn mannen de kelen van slachtoffers afsneden. Naar verluidt deed Dadullah daar soms ook persoonlijk aan mee.

Dadullah trad de laatste jaren frequent op als woordvoerder van de taliban en deed als een van de weinige taliban vollop mee aan de informatie-oorlog. Hij maakte daarbij handig gebruik van moderne communicatiemiddelen als internet en satelliettelefoon. Vanaf geheime locaties belde hij regelmatig naar journalisten om informatie over talibanaanvallen door te geven. In tegenstelling tot de meeste andere talibs verhulde hij zijn gezicht niet tijdens interviews.

Zijn ondergeschikten droegen hem op handen, maar waren ook bang voor zijn woedeaanvallen. „Hij kon zomaar iemand doden als die zijn orders niet opvolgde”, zei een van zijn commandanten, Mullah Ghul Agha, vorig jaar. „Ik zou niet graag tegenover hem staan op het slagveld.” Zijn moed heeft grote aantrekkingskracht gehad op jonge radicale moslims in Afghanistan en Pakistan, die in hem hun grote voorbeeld zien.

Dadullah is gedood in de zuidelijke provincie Helmand, na een ’robuuste’ inlichtingenoperatie, aldus de Navo, die er verder weinig over kwijt wil. De talibancommandant zou vorige week getraceerd zijn toen hij vanuit ’een buurland’ – waarschijnlijk Pakistan – Afghanistan binnenkwam.

Naar verwachting van de Navo wordt Dadullah zeker vervangen. Maar het zal de taliban moeite kosten iemand te vinden die wreder en meedogenlozer was dan Dadullah.

Mullah Dadullah, vermoedelijk in 1966 geboren in de buurt van Kandahar, overleed afgelopen zaterdag op het slagveld in de zuidelijke provincie Helmand.

Trouw, 16 mei 2007

Olive Yao
17-05-07, 11:06
Opgeruimd staat netjes.

Slinger
17-05-07, 11:14
Geplaatst door Olive Yao
Opgeruimd staat netjes.

Dat mag je niet zeggen over een mens. (Voor de duidelijkheid: ik treur ook niet om hem).