PDA

Bekijk Volledige Versie : Geen land meer, alleen elkaar.



Man_Ray
05-06-07, 17:40
Muur scheidt Israëliërs en Palestijnen 40 jaar na Zesdaagse Oorlog
Veertig jaar na de Zesdaagse oorlog zien Israëliërs en Palestijnen elkaar nog alleen door het vizier van een geweer. Maar Jasmin en Osama zijn de gekte ontvlucht, naar Berlijn .


http://blog.joins.com/usr/c/l/clickj2001/16/%EC%82%AC%EB%9E%911-1.jpg

Door onze correspondent Oscar Garschagen

BERLIJN, 5 juni.

Osama Zatar fluistert lieve woordjes in het oor van Jasmin Avissar. Het verliefde paar valt nauwelijks uit de toon op het mondaine terras in zomers Oost-Berlijn. Dat hij een Palestijnse moslim is en zij een Israëlische joodse weet hier niemand.

Dichtbij is hoorbaar dat zij Hebreeuws met elkaar spreken.

„De liefde is heel goed voor mijn Hebreeuws”, vertelt Osama (27) – lang, donker, afwachtende blik – afkomstig uit een dorp bij Ramallah op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Hij leerde de taal van de Talmoed van de menukaarten in de restaurants in Tel Aviv waar hij als tiener werkte en voorál van Jasmin.

„Raar genoeg spreken we over politieke zaken soms wel in het Arabisch. Ik heb, toen we een tijdje in Ramallah woonden, ontdekt dat ik mij heel goed kan redden”, lacht Jasmin (26) – blank, blauwe ogen, fel en beschermend – uit Jeruzalem.

Voor wie Palestijnen en joodse Israëliërs alleen samen ziet in zeer gespannen situaties, vormen ze een opmerkelijk en ontroerend beeld. Hun samenzijn is uitzonderlijk. Juist daarom zijn zij onbedoeld een bewijs van het gelijk van de Israëlische schrijver Amos Oz, die ter gelegenheid van de veertigste herdenking van de Zesdaagse Oorlog (5 tot 10 juni 1967) constateerde dat er helemaal niets te vieren valt. Want, zegt Oz: „De afgelopen veertig jaar zijn geplaveid met verbrijzelde dromen, gebroken illusies en in rook opgegane idealen.”

Sinds die oorlog zijn 7,5 miljoen joodse en Arabische Israëliërs en 3,5 miljoen Palestijnen door een ijzeren gordijn van prikkeldraad, muren, leger en politie geleidelijk van elkaar gescheiden. De Israëliërs in een steeds welvarender land, het Fort Israël met het verenigde Jeruzalem als „eeuwige, ondeelbare” hoofdstad. En de Palestijnen in omsingelde, in omvang steeds krimpende enclaves.

Israëliërs en Palestijnen zien elkaar bijna alleen nog maar door het vizier van een geweer. Behalve Osama en Jasmin. Zij zijn de gekte ontvlucht.

Zij is een danseres, hij een beeldend kunstenaar.

Ze ontmoetten elkaar drie jaar geleden in het dierenasiel op een industrieterrein halverwege Jeruzalem en Ramallah. Hij deed de honden, zij de katten. Ze trouwden in het geheim op Cyprus. Meteen daarna gingen ze in Ramallah wonen.

Maar toen kreeg zij geen toestemming meer van het leger om heen en weer te reizen tussen hun huis en haar werk in een café in Jeruzalem. Voor Osama was Israël al verboden gebied dat hij niet meer kon betreden zonder een lange gevangenisstraf te riskeren. Hij was al eens voor dit vergrijp opgepakt.

De situatie werd onmogelijk toen tussen Jeruzalem en Ramallah de afscheidingsmuur verrees en zij ook niet meer via omwegen naar hem toe kon. De Israëlische geheime dienst dreigde Osama zelfs te arresteren als Jasmin en haar familie naar Ramallah bleven gaan.

„Pure chantage was dat”, zegt zij. „Alleen omdat hij de ander, de vijand, het monster is. Ik mag niet van hem houden en hij niet van mij. Daarom zijn we naar Berlijn gevlucht. We mogen in ons eigen land niet samen een leven opbouwen en een familie stichten. Dat is het ware gezicht van Israël. Veertig jaar na de Zesdaagse Oorlog van 1967 zijn we racisten geworden.”

„We hebben alleen maar geleerd nog banger voor elkaar te zijn dan we al waren”, zegt Jasmin. „Hoe kan het ooit wat worden met Israël als wij anderen blijven onderdrukken en bezetten?”

Osama probeert te nuanceren: „Iedereen verdient aan de bezetting. Ook de corrupte Palestijnse leiders die het cement leveren om de nederzettingen en de afscheidingsmuur te bouwen.”

Jasmin en Osama voerden vorig jaar een proces tegen de Israëlische staat om „het recht om in een democratische staat samen te leven” af te dwingen. Hun Israëlisch-Amerikaanse advocaat Michael Fard heeft er zelfs Shakespeares Romeo en Julia bij gehaald om de rechters in hoger beroep te overtuigen. Op 11 juli behandelt het Hooggerechtshof hun zaak.

Osama: „Ik zou graag in Israël wonen. Ik behoor tot de Palestijnen die Israël allang aanvaard hebben. Ik vind ook dat de joden recht hebben op een eigen gebied en het is logisch dat zij dit deel van de wereld hebben uitgekozen.”

Jasmin schudt haar hoofd: „Misschien luisteren de rechters wel naar een blanke, ashkenazische [oorspronkelijk uit Europa afkomstige] joodse die in niets verschilt van hun dochters of kleindochters. Ik kom uit een zionistische familie, heb in het leger gediend en een universitaire opleiding voltooid, allemaal heel normaal.”

Osama, flegmatieker dan zijn echtgenote: „Vergeet het maar, habibti, mijn schat. Israël is een joodse staat, geen gemengde staat.”

Jasmin: „Dat is het oude zionistische idee waarmee ik ook opgevoed ben. Maar een land voor slechts één bevolkingsgroep past niet meer in deze tijd van globalisering.”

„Het is een onhoudbare gedachte om én joods én democratisch te zijn. Als Israël joods moet blijven betekent dat, dat wij anderen blijven onderdrukken. Dat is niet mijn uitleg van het jodendom. Ik denk dat een land dat zich zo beperkt definieert geen toekomst heeft.”

De historische ironie van hun verblijf in Berlijn – ze wonen sinds twee maanden in een kamer in een wooncollectief van Israëliërs en Palestijnen aan de Karl Marxstrasse in Neuköln – is hun niet ontgaan.

Jasmin: „Ik ken Duitsland het beste door mijn moeder die in Hamburg is geboren en naar Israël is geëmigreerd. Duitsland is het enige land waar ik als Israëlische heel makkelijk een verblijfsvergunning krijg. Zij zullen mij ook nooit wegsturen als ik iets illegaals doe. Het is goed om joods te zijn in Duitsland. Het is hier veiliger en vrijer dan in Israël.”

Terugkeren is geen optie. Vanaf 2008 mag geen enkele Palestijn Israël meer in, ook niet om te werken bij Israëlische bedrijven. Huwelijken tussen Palestijnen en Israëliërs worden op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Ongeveer 25.000 paren – hoofdzakelijk Israëlische Arabieren en Palestijnen – leven daarom van elkaar gescheiden door de muur en een onneembare bureaucratie.

Huwelijken tussen Palestijnse moslims en Israëlische joden komen aanzienlijk minder vaak voor. Maar daarvoor geldt dezelfde wet op het burgerschap die samenleven in Israël verbiedt. De meeste gemengde paren zijn naar de VS gevlucht en houden zich heel stil, weet Jasmin.

Zelf overwegen Jasmin en Osama in Duitsland te blijven. Tenminste, als blijkt dat zij in aanmerking kan komen voor het Duits staatsburgerschap en hij zijn tijdelijke verblijfsvergunning verlengd kan krijgen. Werk vinden is voor beiden een groot probleem.

Ze dromen over Spanje. Ze hebben gehoord dat de Spaanse regering verlaten dorpen op het platteland wil weggeven aan kunstenaars. Een atelier voor hem en een balletschool voor haar, dát zou ideaal zijn. Haar vader, die hen ook nu financieel steunt, wil het project helpen opzetten.

Jasmin: „Spanje. Ja! We missen de zon heel erg. Israël is als je opstaat ’s ochtends zo mooi. Het zou zo’n schitterend land kunnen zijn.”

Osama: „We willen hier weg. Sommige Duitsers zijn niet erg vriendelijk voor Arabieren die Osama heten.”

Jasmin cynisch: „Dat is erg zwak uitgedrukt. Ze zijn als de dood.”

Misschien wordt Ramallah ooit een mogelijkheid als er een Palestijnse staat is opgericht.

Jasmin en Osama, vrijwel tegelijkertijd: „Die staat komt er, ja op de maan.”

Jasmin: „Niemand gelooft meer in de twee-statenoplossing. Eén land waarin de twee volken die daar thuishoren, samenleven zou het beste zijn. Moslims en joden, Israëliërs en Palestijnen – we hebben zo ontzettend veel met elkaar gemeen. Maar dat zal Israël nooit toestaan.”

Osama hoort met een lachje haar idealistische pleidooien aan: „Daarom hou ik zo van haar. We hebben geen land meer, maar wel elkaar, onze families en onze vrienden.”

Op 5 juni 1967 voerde nagenoeg de hele Israëlische luchtmacht een massale aanval uit op de Egyptische luchtmachtbases. Kort daarna trokken Israëlische pantserdivisies door de Sinaï-woestijn op naar het Suezkanaal.

Directe aanleiding voor Israëls preventieve aanval vormde de afsluiting van de Straat van Tiran door de Egyptische marine, waardoor de toegang tot de Israëlische haven Eilat werd afgesloten. Israël vreesde een grootschalige aanval van acht Arabische landen onder Egyptische leiding.

Al op de eerste dag was de strijd beslist met de vernietiging van de Egyptische luchtmacht. Maar Israël greep de gelegenheid aan om de Hoogvlakte van Golan na aanhoudende Syrische beschietingen te veroveren en de Jordaniërs uit Oost-Jeruzalem met de heilige Klaagmuur en de Tempelberg te verjagen.

Op 10 juni werd de strijd gestaakt en waren de Sinaï en de Gazastrook, de Golan en Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever ingenomen. De Arabieren spreken over de juni-oorlog of Al-Naksa, de tegenspoed.

De oorlog maakte de weg vrij voor de bouw van Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en rond Oost-Jeruzalem, dat net als de Golan later werd geannexeerd. Dit is in strijd met het internationaal recht en is in VN-resoluties veroordeeld.

De bezetting van de Westelijke Jordaanoever is een van de voornaamste oorzaken van het voortdurende Israëlisch-Palestijnse conflict. De geradicaliseerde Palestijnen zijn opgesloten in enclaves en de Gazastrook. Noodzakelijk om de veiligheid van Israël te garanderen, aldus Israël. Volgens internationale organisaties wordt de Palestijnse economie stelselmatig „gewurgd”.

In New York, Londen, Amsterdam, Den Haag, Tel Aviv en Jeruzalem worden deze week door mensenrechtenorganisaties acties en demonstraties gehouden tegen de bezetting. Israël heeft op Jeruzalem Dag de oorlog herdacht als een noodzakelijke strijd om het voortbestaan van de joodse staat veilig te stellen.

1973Tanger
05-06-07, 17:49
Geplaatst door Man_Ray
Muur scheidt Israëliërs en Palestijnen 40 jaar na Zesdaagse Oorlog
Veertig jaar na de Zesdaagse oorlog zien Israëliërs en Palestijnen elkaar nog alleen door het vizier van een geweer. Maar Jasmin en Osama zijn de gekte ontvlucht, naar Berlijn .


http://blog.joins.com/usr/c/l/clickj2001/16/%EC%82%AC%EB%9E%911-1.jpg

Door onze correspondent Oscar Garschagen

BERLIJN, 5 juni.

Osama Zatar fluistert lieve woordjes in het oor van Jasmin Avissar. Het verliefde paar valt nauwelijks uit de toon op het mondaine terras in zomers Oost-Berlijn. Dat hij een Palestijnse moslim is en zij een Israëlische joodse weet hier niemand.

Dichtbij is hoorbaar dat zij Hebreeuws met elkaar spreken.

„De liefde is heel goed voor mijn Hebreeuws”, vertelt Osama (27) – lang, donker, afwachtende blik – afkomstig uit een dorp bij Ramallah op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Hij leerde de taal van de Talmoed van de menukaarten in de restaurants in Tel Aviv waar hij als tiener werkte en voorál van Jasmin.

„Raar genoeg spreken we over politieke zaken soms wel in het Arabisch. Ik heb, toen we een tijdje in Ramallah woonden, ontdekt dat ik mij heel goed kan redden”, lacht Jasmin (26) – blank, blauwe ogen, fel en beschermend – uit Jeruzalem.

Voor wie Palestijnen en joodse Israëliërs alleen samen ziet in zeer gespannen situaties, vormen ze een opmerkelijk en ontroerend beeld. Hun samenzijn is uitzonderlijk. Juist daarom zijn zij onbedoeld een bewijs van het gelijk van de Israëlische schrijver Amos Oz, die ter gelegenheid van de veertigste herdenking van de Zesdaagse Oorlog (5 tot 10 juni 1967) constateerde dat er helemaal niets te vieren valt. Want, zegt Oz: „De afgelopen veertig jaar zijn geplaveid met verbrijzelde dromen, gebroken illusies en in rook opgegane idealen.”

Sinds die oorlog zijn 7,5 miljoen joodse en Arabische Israëliërs en 3,5 miljoen Palestijnen door een ijzeren gordijn van prikkeldraad, muren, leger en politie geleidelijk van elkaar gescheiden. De Israëliërs in een steeds welvarender land, het Fort Israël met het verenigde Jeruzalem als „eeuwige, ondeelbare” hoofdstad. En de Palestijnen in omsingelde, in omvang steeds krimpende enclaves.

Israëliërs en Palestijnen zien elkaar bijna alleen nog maar door het vizier van een geweer. Behalve Osama en Jasmin. Zij zijn de gekte ontvlucht.

Zij is een danseres, hij een beeldend kunstenaar.

Ze ontmoetten elkaar drie jaar geleden in het dierenasiel op een industrieterrein halverwege Jeruzalem en Ramallah. Hij deed de honden, zij de katten. Ze trouwden in het geheim op Cyprus. Meteen daarna gingen ze in Ramallah wonen.

Maar toen kreeg zij geen toestemming meer van het leger om heen en weer te reizen tussen hun huis en haar werk in een café in Jeruzalem. Voor Osama was Israël al verboden gebied dat hij niet meer kon betreden zonder een lange gevangenisstraf te riskeren. Hij was al eens voor dit vergrijp opgepakt.

De situatie werd onmogelijk toen tussen Jeruzalem en Ramallah de afscheidingsmuur verrees en zij ook niet meer via omwegen naar hem toe kon. De Israëlische geheime dienst dreigde Osama zelfs te arresteren als Jasmin en haar familie naar Ramallah bleven gaan.

„Pure chantage was dat”, zegt zij. „Alleen omdat hij de ander, de vijand, het monster is. Ik mag niet van hem houden en hij niet van mij. Daarom zijn we naar Berlijn gevlucht. We mogen in ons eigen land niet samen een leven opbouwen en een familie stichten. Dat is het ware gezicht van Israël. Veertig jaar na de Zesdaagse Oorlog van 1967 zijn we racisten geworden.”

„We hebben alleen maar geleerd nog banger voor elkaar te zijn dan we al waren”, zegt Jasmin. „Hoe kan het ooit wat worden met Israël als wij anderen blijven onderdrukken en bezetten?”

Osama probeert te nuanceren: „Iedereen verdient aan de bezetting. Ook de corrupte Palestijnse leiders die het cement leveren om de nederzettingen en de afscheidingsmuur te bouwen.”

Jasmin en Osama voerden vorig jaar een proces tegen de Israëlische staat om „het recht om in een democratische staat samen te leven” af te dwingen. Hun Israëlisch-Amerikaanse advocaat Michael Fard heeft er zelfs Shakespeares Romeo en Julia bij gehaald om de rechters in hoger beroep te overtuigen. Op 11 juli behandelt het Hooggerechtshof hun zaak.

Osama: „Ik zou graag in Israël wonen. Ik behoor tot de Palestijnen die Israël allang aanvaard hebben. Ik vind ook dat de joden recht hebben op een eigen gebied en het is logisch dat zij dit deel van de wereld hebben uitgekozen.”

Jasmin schudt haar hoofd: „Misschien luisteren de rechters wel naar een blanke, ashkenazische [oorspronkelijk uit Europa afkomstige] joodse die in niets verschilt van hun dochters of kleindochters. Ik kom uit een zionistische familie, heb in het leger gediend en een universitaire opleiding voltooid, allemaal heel normaal.”

Osama, flegmatieker dan zijn echtgenote: „Vergeet het maar, habibti, mijn schat. Israël is een joodse staat, geen gemengde staat.”

Jasmin: „Dat is het oude zionistische idee waarmee ik ook opgevoed ben. Maar een land voor slechts één bevolkingsgroep past niet meer in deze tijd van globalisering.”

„Het is een onhoudbare gedachte om én joods én democratisch te zijn. Als Israël joods moet blijven betekent dat, dat wij anderen blijven onderdrukken. Dat is niet mijn uitleg van het jodendom. Ik denk dat een land dat zich zo beperkt definieert geen toekomst heeft.”

De historische ironie van hun verblijf in Berlijn – ze wonen sinds twee maanden in een kamer in een wooncollectief van Israëliërs en Palestijnen aan de Karl Marxstrasse in Neuköln – is hun niet ontgaan.

Jasmin: „Ik ken Duitsland het beste door mijn moeder die in Hamburg is geboren en naar Israël is geëmigreerd. Duitsland is het enige land waar ik als Israëlische heel makkelijk een verblijfsvergunning krijg. Zij zullen mij ook nooit wegsturen als ik iets illegaals doe. Het is goed om joods te zijn in Duitsland. Het is hier veiliger en vrijer dan in Israël.”

Terugkeren is geen optie. Vanaf 2008 mag geen enkele Palestijn Israël meer in, ook niet om te werken bij Israëlische bedrijven. Huwelijken tussen Palestijnen en Israëliërs worden op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Ongeveer 25.000 paren – hoofdzakelijk Israëlische Arabieren en Palestijnen – leven daarom van elkaar gescheiden door de muur en een onneembare bureaucratie.

Huwelijken tussen Palestijnse moslims en Israëlische joden komen aanzienlijk minder vaak voor. Maar daarvoor geldt dezelfde wet op het burgerschap die samenleven in Israël verbiedt. De meeste gemengde paren zijn naar de VS gevlucht en houden zich heel stil, weet Jasmin.

Zelf overwegen Jasmin en Osama in Duitsland te blijven. Tenminste, als blijkt dat zij in aanmerking kan komen voor het Duits staatsburgerschap en hij zijn tijdelijke verblijfsvergunning verlengd kan krijgen. Werk vinden is voor beiden een groot probleem.

Ze dromen over Spanje. Ze hebben gehoord dat de Spaanse regering verlaten dorpen op het platteland wil weggeven aan kunstenaars. Een atelier voor hem en een balletschool voor haar, dát zou ideaal zijn. Haar vader, die hen ook nu financieel steunt, wil het project helpen opzetten.

Jasmin: „Spanje. Ja! We missen de zon heel erg. Israël is als je opstaat ’s ochtends zo mooi. Het zou zo’n schitterend land kunnen zijn.”

Osama: „We willen hier weg. Sommige Duitsers zijn niet erg vriendelijk voor Arabieren die Osama heten.”

Jasmin cynisch: „Dat is erg zwak uitgedrukt. Ze zijn als de dood.”

Misschien wordt Ramallah ooit een mogelijkheid als er een Palestijnse staat is opgericht.

Jasmin en Osama, vrijwel tegelijkertijd: „Die staat komt er, ja op de maan.”

Jasmin: „Niemand gelooft meer in de twee-statenoplossing. Eén land waarin de twee volken die daar thuishoren, samenleven zou het beste zijn. Moslims en joden, Israëliërs en Palestijnen – we hebben zo ontzettend veel met elkaar gemeen. Maar dat zal Israël nooit toestaan.”

Osama hoort met een lachje haar idealistische pleidooien aan: „Daarom hou ik zo van haar. We hebben geen land meer, maar wel elkaar, onze families en onze vrienden.”

Op 5 juni 1967 voerde nagenoeg de hele Israëlische luchtmacht een massale aanval uit op de Egyptische luchtmachtbases. Kort daarna trokken Israëlische pantserdivisies door de Sinaï-woestijn op naar het Suezkanaal.

Directe aanleiding voor Israëls preventieve aanval vormde de afsluiting van de Straat van Tiran door de Egyptische marine, waardoor de toegang tot de Israëlische haven Eilat werd afgesloten. Israël vreesde een grootschalige aanval van acht Arabische landen onder Egyptische leiding.

Al op de eerste dag was de strijd beslist met de vernietiging van de Egyptische luchtmacht. Maar Israël greep de gelegenheid aan om de Hoogvlakte van Golan na aanhoudende Syrische beschietingen te veroveren en de Jordaniërs uit Oost-Jeruzalem met de heilige Klaagmuur en de Tempelberg te verjagen.

Op 10 juni werd de strijd gestaakt en waren de Sinaï en de Gazastrook, de Golan en Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever ingenomen. De Arabieren spreken over de juni-oorlog of Al-Naksa, de tegenspoed.

De oorlog maakte de weg vrij voor de bouw van Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en rond Oost-Jeruzalem, dat net als de Golan later werd geannexeerd. Dit is in strijd met het internationaal recht en is in VN-resoluties veroordeeld.

De bezetting van de Westelijke Jordaanoever is een van de voornaamste oorzaken van het voortdurende Israëlisch-Palestijnse conflict. De geradicaliseerde Palestijnen zijn opgesloten in enclaves en de Gazastrook. Noodzakelijk om de veiligheid van Israël te garanderen, aldus Israël. Volgens internationale organisaties wordt de Palestijnse economie stelselmatig „gewurgd”.

In New York, Londen, Amsterdam, Den Haag, Tel Aviv en Jeruzalem worden deze week door mensenrechtenorganisaties acties en demonstraties gehouden tegen de bezetting. Israël heeft op Jeruzalem Dag de oorlog herdacht als een noodzakelijke strijd om het voortbestaan van de joodse staat veilig te stellen.

Ware liefde is grenzeloos.

Man_Ray
05-06-07, 23:47
Mooi verhaal. Vinnik.

*up* dus.