IbnRushd
06-06-07, 22:45
Kosten Uruzgan lopen op
De krijgsmacht eet zichzelf op
Om de missie in Uruzgan te kunnen betalen, moet de krijgsmacht in eigen vlees snijden. De bezuinigingen brengen de internationale militaire ambities van Nederland in gevaar.
Door onze redacteuren Steven Derix en Jaus Müller
Kan de Nederlandse krijgsmacht nog voldoen aan haar eigen ambities? Dat is de cruciale vraag na tien maanden ‘Uruzgan’.
Door de oplopende kosten van de missie in Zuid-Afghanistan is Defensie genoodzaakt hard te snijden in eigen middelen. Eenderde van de 105 Leopard II-tanks wordt wegbezuinigd, blijkt uit een gelekte interne nota. Ook wordt een squadron F-16’s – achttien vliegtuigen en vele tientallen banen – opgeheven. En zo goed als nieuwe pantserhouwitsers moeten alweer verkocht worden. Het zijn maar enkele voorbeelden van de sanering die als een inktvlek door de krijgsmacht trekt om de steeds verder oplopende kosten van ‘Uruzgan’ te kunnen dekken.
ISAF, waaraan 1.400 Nederlandse militairen deelnemen, is zo duur omdat het materieel sneller slijt dan verwacht. Ook zijn er meer troepen ingezet dan voorzien. Het Afghaanse zand maakt korte metten met Nederlandse assen en tandwielen. Mercedes-Benz-jeeps worden compleet afgereden en moeten eerder worden vervangen dan voorzien. Nederlandse F-16’s werpen bijna dagelijks bommen af. Die komen weliswaar niet op rekening van Defensie, maar dat geldt niet voor reserveonderdelen, waarvan de voorraad inmiddels onder het kritische niveau ligt. Door ‘Uruzgan’ loopt de krijgsmacht op haar tandvlees.
Nederland heeft de ambitie een belangrijke bijdrage te leveren aan internationale militaire operaties. Maar meedoen met de ‘grote jongens’ – de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Canada – kan alleen door in te teren op de eigen organisatie. Door de voorgestelde geïmproviseerde bezuinigingen, zo blijkt nu, dreigen diezelfde ambities in gevaar te komen.
Volgens de geldende doctrine moet de Nederlandse krijgsmacht kunnen deelnemen aan een aantal vredesmissies en tegelijkertijd kunnen optreden in ‘het hoogste geweldsspectrum’. Maar juist de aanschaf van kruisraketten, een offensief wapen dat Nederland voor 70 miljoen euro wilde inkopen, is voorlopig van de baan. Ook een compagnie mariniers in de Caraïben, deel van een antidrugsoperatie, wordt teruggetrokken. Zo lijken leger, luchtmacht en marine ‘gekannibaliseerd’ te worden.
Voor aanvang werden de totale kosten van ISAF begroot op maximaal 320 miljoen euro. Inmiddels staat de teller op 600 miljoen, en het einde is niet in zicht. Deze zomer buigt de ministerraad zich over een mogelijke verlenging vanaf 2008. Dan overstijgen de totale kosten de één miljard euro riant, zeggen ingewijden.
Toch zijn het niet zozeer de directe kosten van de missie die maken dat de defensieorganisatie in snel tempo wordt uitgehold. ‘Vredesoperaties’ komen niet ten laste van de Defensiebegroting, maar worden betaald uit de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS), een apart stuk van de Rijksbegroting, waarin de buitenlandse activiteiten van ministeries zijn gebundeld.
Voor de post ‘vrede, veiligheid en conflictbeheersing’ was in 2006 873 miljoen euro gerserveerd. Tot nu toe dekt de HGIS dus nog de uitgaven. Maar vooral de indirecte kosten drukken zwaar.
Volgens Defensie-accountants is een eenmalige ‘injectie’ van 35 miljoen euro nodig om de slinkende voorraden aan te vullen. Personeel blijft schaars en kan alleen worden aangetrokken met hoge ‘bindingspremies’. Maar op lange termijn is de financiële toestand onzeker.
Begin mei hield de ambtelijke leiding van het departement crisisberaad in een hotel in Oisterwijk. De ambtenaren kwamen tot de conclusie dat er op de Defensiebegroting tot 2012 (jaarlijks ruim 7 miljard euro) een gat gaapt van één miljard. Om dat te vullen, zijn ‘efficiencymaatregelen’ onvoldoende. In Oirschot werd daarom besloten dat er opnieuw zal worden gesneden in de gevechtseenheden van de krijgsmacht.
Pragmatici op het ministerie van Defensie hopen dat het snijden in de operationele capaciteiten van de krijgsmacht zal zorgen voor ‘lucht’ in de begroting. Maar de zoveelste inkrimping roept bekende existentiële vragen op. Sinds het eind van de Koude Oorlog in 1989 is voortdurend bezuinigd en gereorganiseerd. Het grote, maar starre dienstplichtigenleger werd omgevormd tot een kleinere, maar moderne krijgsmacht, die overal ter wereld kan worden ingezet.
Het Nederlandse leger anno 2007 is professioneel en goed uitgerust, en nog steeds een stuk groter dan vergelijkbare landen als Denemarken of België. Het ‘ambitieniveau’ voor deelname aan internationale operaties is dan ook nog steeds hoog.
Maar als twee jaar ‘Uruzgan’ alleen kan worden opgebracht door in de eigen organisatie te snijden, reiken de ambities misschien te ver. Het regeerakkoord voorziet niet in structureel extra geld. De afgesproken ‘investeringsenveloppe’ van 500 miljoen euro voor ‘knelpunten’ moet echter door Defensie zélf worden opgebracht.
Door de hoge kosten van de missie in Uruzgan moeten krijgsmachtdelen worden opgeheven, zo blijkt uit een concept van de jongste bezuinigingen bij Defensie. Volgens een interne Defensienota wordt hiermee het „operationeel vermogen” van de krijgsmacht „aangetast”.
Van de 110 Leopard II-tanks moeten er 28 weg.
Twaalf van de in totaal 36 pantserhouwitsers worden afgestoten.
De luchtmacht heeft 105 F-16 gevechtsvliegtuigen. Volgens de de jongste bezuinigingsplannen wordt één squadron (18 toestellen) opgeheven.
Een van de twee mariniersbataljons in de Caraïben wordt teruggetrokken.
bron: nrc.nl
De krijgsmacht eet zichzelf op
Om de missie in Uruzgan te kunnen betalen, moet de krijgsmacht in eigen vlees snijden. De bezuinigingen brengen de internationale militaire ambities van Nederland in gevaar.
Door onze redacteuren Steven Derix en Jaus Müller
Kan de Nederlandse krijgsmacht nog voldoen aan haar eigen ambities? Dat is de cruciale vraag na tien maanden ‘Uruzgan’.
Door de oplopende kosten van de missie in Zuid-Afghanistan is Defensie genoodzaakt hard te snijden in eigen middelen. Eenderde van de 105 Leopard II-tanks wordt wegbezuinigd, blijkt uit een gelekte interne nota. Ook wordt een squadron F-16’s – achttien vliegtuigen en vele tientallen banen – opgeheven. En zo goed als nieuwe pantserhouwitsers moeten alweer verkocht worden. Het zijn maar enkele voorbeelden van de sanering die als een inktvlek door de krijgsmacht trekt om de steeds verder oplopende kosten van ‘Uruzgan’ te kunnen dekken.
ISAF, waaraan 1.400 Nederlandse militairen deelnemen, is zo duur omdat het materieel sneller slijt dan verwacht. Ook zijn er meer troepen ingezet dan voorzien. Het Afghaanse zand maakt korte metten met Nederlandse assen en tandwielen. Mercedes-Benz-jeeps worden compleet afgereden en moeten eerder worden vervangen dan voorzien. Nederlandse F-16’s werpen bijna dagelijks bommen af. Die komen weliswaar niet op rekening van Defensie, maar dat geldt niet voor reserveonderdelen, waarvan de voorraad inmiddels onder het kritische niveau ligt. Door ‘Uruzgan’ loopt de krijgsmacht op haar tandvlees.
Nederland heeft de ambitie een belangrijke bijdrage te leveren aan internationale militaire operaties. Maar meedoen met de ‘grote jongens’ – de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Canada – kan alleen door in te teren op de eigen organisatie. Door de voorgestelde geïmproviseerde bezuinigingen, zo blijkt nu, dreigen diezelfde ambities in gevaar te komen.
Volgens de geldende doctrine moet de Nederlandse krijgsmacht kunnen deelnemen aan een aantal vredesmissies en tegelijkertijd kunnen optreden in ‘het hoogste geweldsspectrum’. Maar juist de aanschaf van kruisraketten, een offensief wapen dat Nederland voor 70 miljoen euro wilde inkopen, is voorlopig van de baan. Ook een compagnie mariniers in de Caraïben, deel van een antidrugsoperatie, wordt teruggetrokken. Zo lijken leger, luchtmacht en marine ‘gekannibaliseerd’ te worden.
Voor aanvang werden de totale kosten van ISAF begroot op maximaal 320 miljoen euro. Inmiddels staat de teller op 600 miljoen, en het einde is niet in zicht. Deze zomer buigt de ministerraad zich over een mogelijke verlenging vanaf 2008. Dan overstijgen de totale kosten de één miljard euro riant, zeggen ingewijden.
Toch zijn het niet zozeer de directe kosten van de missie die maken dat de defensieorganisatie in snel tempo wordt uitgehold. ‘Vredesoperaties’ komen niet ten laste van de Defensiebegroting, maar worden betaald uit de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS), een apart stuk van de Rijksbegroting, waarin de buitenlandse activiteiten van ministeries zijn gebundeld.
Voor de post ‘vrede, veiligheid en conflictbeheersing’ was in 2006 873 miljoen euro gerserveerd. Tot nu toe dekt de HGIS dus nog de uitgaven. Maar vooral de indirecte kosten drukken zwaar.
Volgens Defensie-accountants is een eenmalige ‘injectie’ van 35 miljoen euro nodig om de slinkende voorraden aan te vullen. Personeel blijft schaars en kan alleen worden aangetrokken met hoge ‘bindingspremies’. Maar op lange termijn is de financiële toestand onzeker.
Begin mei hield de ambtelijke leiding van het departement crisisberaad in een hotel in Oisterwijk. De ambtenaren kwamen tot de conclusie dat er op de Defensiebegroting tot 2012 (jaarlijks ruim 7 miljard euro) een gat gaapt van één miljard. Om dat te vullen, zijn ‘efficiencymaatregelen’ onvoldoende. In Oirschot werd daarom besloten dat er opnieuw zal worden gesneden in de gevechtseenheden van de krijgsmacht.
Pragmatici op het ministerie van Defensie hopen dat het snijden in de operationele capaciteiten van de krijgsmacht zal zorgen voor ‘lucht’ in de begroting. Maar de zoveelste inkrimping roept bekende existentiële vragen op. Sinds het eind van de Koude Oorlog in 1989 is voortdurend bezuinigd en gereorganiseerd. Het grote, maar starre dienstplichtigenleger werd omgevormd tot een kleinere, maar moderne krijgsmacht, die overal ter wereld kan worden ingezet.
Het Nederlandse leger anno 2007 is professioneel en goed uitgerust, en nog steeds een stuk groter dan vergelijkbare landen als Denemarken of België. Het ‘ambitieniveau’ voor deelname aan internationale operaties is dan ook nog steeds hoog.
Maar als twee jaar ‘Uruzgan’ alleen kan worden opgebracht door in de eigen organisatie te snijden, reiken de ambities misschien te ver. Het regeerakkoord voorziet niet in structureel extra geld. De afgesproken ‘investeringsenveloppe’ van 500 miljoen euro voor ‘knelpunten’ moet echter door Defensie zélf worden opgebracht.
Door de hoge kosten van de missie in Uruzgan moeten krijgsmachtdelen worden opgeheven, zo blijkt uit een concept van de jongste bezuinigingen bij Defensie. Volgens een interne Defensienota wordt hiermee het „operationeel vermogen” van de krijgsmacht „aangetast”.
Van de 110 Leopard II-tanks moeten er 28 weg.
Twaalf van de in totaal 36 pantserhouwitsers worden afgestoten.
De luchtmacht heeft 105 F-16 gevechtsvliegtuigen. Volgens de de jongste bezuinigingsplannen wordt één squadron (18 toestellen) opgeheven.
Een van de twee mariniersbataljons in de Caraïben wordt teruggetrokken.
bron: nrc.nl