PDA

Bekijk Volledige Versie : 'Ze wilden ons breken, kapot maken'



IbnRushd
07-06-07, 23:30
'Ze wilden ons breken, kapot maken'

Door CARL STELLWEG

LEIDEN - Soms steken ze een groetende hand op, niet zozeer uit behoefte aan toenadering, maar uit doodgewone medemenselijkheid.

De blikken die ze terugkrijgen, zijn moeilijk op waarde te schatten, maar in elk geval intimiderend.

http://www.ad.nl/multimedia/archive/00114/Palestijnen_114473h.jpg
Skehada Salah (l.) en Ziad Makfouth (r.) zaten zonder proces vast in Israel. FOTO JACQUELINE DE HAAS

Kolonisten - het zijn de enige Israëlische burgers die de Palestijnen Shehadah Salah (15) en Ziad Mahfuth (16) ooit zien. Het andere soort dat hun pad kruist is altiid gewapend, blaft hen af, dreigt hen, legt hen verboden op, slaat hen. En zorgt er soms ook voor dat ze om betrekkelijk kleine vergrijpen achter de tralies verdwijnen, hoe jong ze ook zijn.

Des te opvallender is de kalme, niet eens bittere wijze waarop ze de relatie met hun bezetters analyseren: ,,Dat we niet weten wat voor mensen Israëliërs zijn, komt door hen, niet door ons.’’

Op initiatief van de Nederlandse Stichting Talliq (‘vrijgelaten’), die zich inzet voor de rechtspositie van Palestijnse kinderen, zijn Shehadah en Ziad in Nederland om te vertellen over hun ervaringen in de Israëlische gevangenissen waar zij respectievelijk vijftien en negen maanden verbleven. In het kader van de herdenking, deze week, van de 40-jarige bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.

Voor het eerst zijn de twee jongens in het buitenland. En wat blijkt? Ze missen de hachelijke plek die hun thuis is. ,,We dachten dat alles in Nederland fantastisch zou zijn,’’ zegt Shehadah. ,,Dat is ook zo, maar toch is Nederland geen Palestina, besefffen we nu. Daar horen we, daar willen we naar terugkeren.’’

Zowel Shehadah (uit het dorpje Al-Khadr bij Betlehem), als Ziad (uit het vluchtelingenkamp Al Aroub bij Hebron) werd om een klassieke reden opgepakt: stenen gooien. Ontkennen had geen zin. Ze waren gefilmd en gefotografeerd. Hoe ver de bezetting reikt, was hen tot dan niet bekend. ,,We wisten niet dat de Israëliërs alles en iedereen zo scherp in de gaten houden.’’

Hoewel een bekentenis dus niet eens nodig was, ontsnapten de twee niet aan een zeer brute behandeling. Ziads gezicht werd, nog tijdens het transport naar het ondervragingscentrum, met de kolf van een geweer bewerkt, Shehadah moest op de grond van een militair voertuig gaan liggen, waarop hij de macht en de kracht van Israëlische legerkisten voelde. Ze drukten zo hard door dat hij van zijn stokje ging. Eenmaal in het ondervragingscentrum aangekomen, mocht er anderhalf uur worden ‘uitgerust’, daarna begon het molesteren opnieuw.

Shehadah bracht twee weken in een dergelijk centrum door en Ziad 25 dagen. Ziad werd er nog in zijn been geschoten. Daarop werden ze overgebracht naar de Telmond-gevangenis tussen Tel Aviv en Haifa. En hoewel daar van fysieke mishandeling vrijwel geen sprake meer was, begon daar pas de echte beproeving: de afzondering, voor langere duur, van de eigen familie.

Tijdens zijn detentie van vijftien maanden zag Shehadah zijn moeder drie keer en zijn vader slechts een keer. Ziad kreeg in negen maanden niet meer dan drie keer bezoek. Oorzaak: Israël is voor niet-joodse inwoners van de bezette gebieden verboden gebied. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt, maar vergen nogal wat bureaucratische rompslomp. Bovendien is de reis, vanwege de vele checkpoints, voor de familie een mijl op zeven: voor het krieken van de dag moet er worden vertrokken, ’s avonds laat is men pas weer thuis, voor een bezoek van drie kwartier. En dan kwamen de ouders van Shehadah ook nog eens twee keer voor niets: hij was die dag naar de rechtbank overgebracht, maar dat was hun niet meegedeeld.

Wanneer buiten de gevangenis iets gebeurde - een aanslag bijvoorbeeld - brak de hel los. Dan was de beruchte methode van de collectieve straf van kracht. ,,Ze spoten onze cel vol met pepperspray en sloegen ons vervolgens in elkaar,’’ zegt Ziad.

Een hap van twee jaar uit twee jonge levens, voor het gooien van wat stenen; een behandeling die geheel indruist tegen de Conventie voor de Rechten van het Kind, die door Israël is geratificeerd, wat zou daar volgens de jongens zelf achter zitten? ,,Het ging er niet om ons te straffen,’’ zeggen ze, ,,maar om ons te breken, van binnen kapot te maken.’’

Het verhaal van de twee is natuurlijk moeilijk te verifiëren. Maar het komt wel overeen met tientallen getuigenissen van leeftijdgenoten, die uitgebreid door mensenrechtenorganisaties zijn gedocumenteerd. Dit zijn feiten: voor de Israëlische justitie is een Palestijn op zijn 16de volwassen, een Israëliër pas op zijn 18de. Het verschil doet er niet eens veel toe: alle Palestijnen uit de bezette gebieden tegen wie een aanklacht is ingediend, worden voor een militair tribunaal voorgeleid, ongeacht hun leeftijd. Een kinderrechter komt er nooit aan te pas.

Maar voor Shehadah en Ziad is vrede tussen Israël en de Palestijnen nog steeds een optie. Inshallah, als Allah het wil, verzuchten ze. ,,Wij hebben niets tegen Joden,’’ voegen ze er aan toe. ,,Alleen tegen zionisten. Het probleem is dat het onderscheid vaak moeilijk is te maken.’’

ad.nl

Olive Yao
09-06-07, 21:38
^

Shemharosh
12-06-07, 09:18
Geplaatst door IbnRushd
'Ze wilden ons breken, kapot maken'

Door CARL STELLWEG

LEIDEN - Soms steken ze een groetende hand op, niet zozeer uit behoefte aan toenadering, maar uit doodgewone medemenselijkheid.

De blikken die ze terugkrijgen, zijn moeilijk op waarde te schatten, maar in elk geval intimiderend.

http://www.ad.nl/multimedia/archive/00114/Palestijnen_114473h.jpg
Skehada Salah (l.) en Ziad Makfouth (r.) zaten zonder proces vast in Israel. FOTO JACQUELINE DE HAAS

Kolonisten - het zijn de enige Israëlische burgers die de Palestijnen Shehadah Salah (15) en Ziad Mahfuth (16) ooit zien. Het andere soort dat hun pad kruist is altiid gewapend, blaft hen af, dreigt hen, legt hen verboden op, slaat hen. En zorgt er soms ook voor dat ze om betrekkelijk kleine vergrijpen achter de tralies verdwijnen, hoe jong ze ook zijn.

Des te opvallender is de kalme, niet eens bittere wijze waarop ze de relatie met hun bezetters analyseren: ,,Dat we niet weten wat voor mensen Israëliërs zijn, komt door hen, niet door ons.’’

Op initiatief van de Nederlandse Stichting Talliq (‘vrijgelaten’), die zich inzet voor de rechtspositie van Palestijnse kinderen, zijn Shehadah en Ziad in Nederland om te vertellen over hun ervaringen in de Israëlische gevangenissen waar zij respectievelijk vijftien en negen maanden verbleven. In het kader van de herdenking, deze week, van de 40-jarige bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.

Voor het eerst zijn de twee jongens in het buitenland. En wat blijkt? Ze missen de hachelijke plek die hun thuis is. ,,We dachten dat alles in Nederland fantastisch zou zijn,’’ zegt Shehadah. ,,Dat is ook zo, maar toch is Nederland geen Palestina, besefffen we nu. Daar horen we, daar willen we naar terugkeren.’’

Zowel Shehadah (uit het dorpje Al-Khadr bij Betlehem), als Ziad (uit het vluchtelingenkamp Al Aroub bij Hebron) werd om een klassieke reden opgepakt: stenen gooien. Ontkennen had geen zin. Ze waren gefilmd en gefotografeerd. Hoe ver de bezetting reikt, was hen tot dan niet bekend. ,,We wisten niet dat de Israëliërs alles en iedereen zo scherp in de gaten houden.’’

Hoewel een bekentenis dus niet eens nodig was, ontsnapten de twee niet aan een zeer brute behandeling. Ziads gezicht werd, nog tijdens het transport naar het ondervragingscentrum, met de kolf van een geweer bewerkt, Shehadah moest op de grond van een militair voertuig gaan liggen, waarop hij de macht en de kracht van Israëlische legerkisten voelde. Ze drukten zo hard door dat hij van zijn stokje ging. Eenmaal in het ondervragingscentrum aangekomen, mocht er anderhalf uur worden ‘uitgerust’, daarna begon het molesteren opnieuw.

Shehadah bracht twee weken in een dergelijk centrum door en Ziad 25 dagen. Ziad werd er nog in zijn been geschoten. Daarop werden ze overgebracht naar de Telmond-gevangenis tussen Tel Aviv en Haifa. En hoewel daar van fysieke mishandeling vrijwel geen sprake meer was, begon daar pas de echte beproeving: de afzondering, voor langere duur, van de eigen familie.

Tijdens zijn detentie van vijftien maanden zag Shehadah zijn moeder drie keer en zijn vader slechts een keer. Ziad kreeg in negen maanden niet meer dan drie keer bezoek. Oorzaak: Israël is voor niet-joodse inwoners van de bezette gebieden verboden gebied. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt, maar vergen nogal wat bureaucratische rompslomp. Bovendien is de reis, vanwege de vele checkpoints, voor de familie een mijl op zeven: voor het krieken van de dag moet er worden vertrokken, ’s avonds laat is men pas weer thuis, voor een bezoek van drie kwartier. En dan kwamen de ouders van Shehadah ook nog eens twee keer voor niets: hij was die dag naar de rechtbank overgebracht, maar dat was hun niet meegedeeld.

Wanneer buiten de gevangenis iets gebeurde - een aanslag bijvoorbeeld - brak de hel los. Dan was de beruchte methode van de collectieve straf van kracht. ,,Ze spoten onze cel vol met pepperspray en sloegen ons vervolgens in elkaar,’’ zegt Ziad.

Een hap van twee jaar uit twee jonge levens, voor het gooien van wat stenen; een behandeling die geheel indruist tegen de Conventie voor de Rechten van het Kind, die door Israël is geratificeerd, wat zou daar volgens de jongens zelf achter zitten? ,,Het ging er niet om ons te straffen,’’ zeggen ze, ,,maar om ons te breken, van binnen kapot te maken.’’

Het verhaal van de twee is natuurlijk moeilijk te verifiëren. Maar het komt wel overeen met tientallen getuigenissen van leeftijdgenoten, die uitgebreid door mensenrechtenorganisaties zijn gedocumenteerd. Dit zijn feiten: voor de Israëlische justitie is een Palestijn op zijn 16de volwassen, een Israëliër pas op zijn 18de. Het verschil doet er niet eens veel toe: alle Palestijnen uit de bezette gebieden tegen wie een aanklacht is ingediend, worden voor een militair tribunaal voorgeleid, ongeacht hun leeftijd. Een kinderrechter komt er nooit aan te pas.

Maar voor Shehadah en Ziad is vrede tussen Israël en de Palestijnen nog steeds een optie. Inshallah, als Allah het wil, verzuchten ze. ,,Wij hebben niets tegen Joden,’’ voegen ze er aan toe. ,,Alleen tegen zionisten. Het probleem is dat het onderscheid vaak moeilijk is te maken.’’

ad.nl

keurig geregeld daar in Israel....beter dan in Nedereland waar "illigalen" in een cel kunnen rotten voor een paar JAAR zonder dat iemad naar ze vraagt...petje af!!!