Qaiys
19-06-07, 02:57
Dorp in een geglobaliseerde wereld
Reportage Van onze correspondente Wilma van der Maten
PANDERKAUDA - Terwijl Amerikaanse katoenboeren worden gesubsidieerd, betaalt de Indiase regering steeds minder voor de katoen.
De laatste keer dat Bhimbai haar man ’s ochtends vroeg naar zijn katoenveld zag gaan, was hij volgens haar nog kerngezond. ’s Middags keerde hij strompelend terug. Op het erf zakte hij in elkaar. Volgens een lokale arts, die de doodsoorzaak moest vaststellen, had Bhimbai’s echtgenoot zichzelf vergiftigd.
Als ze haar tranen met haar sari heeft afgeveegd, vertelt ze waarom haar man zelfmoord pleegde. Katoen bracht al lang niets meer op. De overheid betaalde steeds minder voor een baal. De boer had zich wel diep in de schulden gestoken om bestrijdingsmiddelen te kopen, waarmee hij hoopte zijn productie te verhogen. Het middel dat voor een betere toekomst had moeten zorgen, werd uiteindelijk zijn ondergang.
In haar huisje, met een vloer van aangestampte aarde, staat slechts een bed. Ze laat haar trouwfoto zien. Twee mensen die strak naast elkaar poseren. Zonder een glimlach of emotie op hun gezicht. Aan de muur hangt een vergroting van de boer met daarop zijn sterfdatum. Meer foto’s bezit ze niet.
Haar dochter zit samen met Bhimabais schoonmoeder buiten op een bankje. Ze vermoedt dat ze 9 jaar is. Zelf weet Bhimabai haar geboortedatum ook niet. Ze is nooit naar school geweest. Met een stok slaat de dove schoonmoeder de kuikentjes van het erf.
De weduwe trekt haar slippers aan en zet een stenen kruik op haar hoofd om bij de dorpspomp water te halen voor haar schoonmoeder. Daarna loopt ze door het mulle zand naar haar katoenveldje, waar ze met haar blote handen alle verschrompelde katoenstruiken uit de grond trekt. Voor de regen valt moeten alle oude plantjes weg zijn en moet de grond zijn omgeploegd. Ze hoopt dat haar familieleden haar zaadjes kunnen lenen.
Het kind staart haar na. Haar moeder heeft haar naar de hindoe-godin Laxmi genoemd, die voor rijkdom, geluk en voorspoed moet zorgen. Ze hoopt op een betere toekomst voor haar kind. Maar net als de meeste kinderen in het dorp gaat de vermoedelijk 9-jarige Laxmi niet naar school. Eén keer per week komt er een onderwijzer langs, maar die heeft zelf de lagere school niet afgemaakt. De dichtstbijzijnde openbare school ligt op twintig kilometer van dit gehucht Ghunsikolaampad, dat verstopt ligt tussen de katoenvelden. Vervoer is er niet. Of ze moeten met os en wagen over hobbelige zandwegen worden gebracht.
Op de katoenvelden rond het dorpje van Bhimbai werken vrouwen op het land. Ze verbranden grote stapels katoenstruiken. De landeigenaar kijkt toe.
Op het platteland van de deelstaat Maharashtra bestaat nog voor een deel het feodale systeem. Landloze boeren verhuren zichzelf als ‘dagloner’. Voor nog geen 30 roepies, een halve euro, plukken ze onder de brandende zon de zachte katoenbolletjes. Ze hebben totaal geen besef van wat zich buiten hun dorpje afspeelt. Een vrouw vertelt dat niemand in haar dorp radio of televisie heeft. Een krant ook niet, want niemand kan lezen of schrijven.
In het verderop gelegen dorpje Deshmukh Khergaon springt de grote satellietschotel op een dak meteen in het oog. De eigenaar is het dorpshoofd, Ajay Rajurkar. Maar zijn televisie doet het al lang niet meer.
Ooit was hij de rijkste katoenboer van dit dorpje. Ook hij stak zich in de schulden voor een bedrag dat hij onmogelijk kan terugbetalen. Alternatieve gewassen zijn er niet voor de katoenboeren. De grond is te droog en alleen geschikt voor katoen. Irrigatie bestaat niet in deze uithoek van de deelstaat Maharashtra.
Het dorpshoofd vertelt dat de boeren gewoon waren voor iedere landbouwcyclus geld te lenen bij de bank, waarmee zaad, kunstmest en bestrijdingsmiddelen werden gekocht. Maar sinds de katoenprijs op de wereldmarkt drastisch is gedaald, kan geen boer zijn schuld meer afbetalen. Veel banken willen geen geld meer lenen aan de armlastige boeren. ‘Geldwoekeraars komen nu op ons af. Ze bieden ons leningen met een rente van soms wel 60 procent. Wat moeten we?’, zegt het dorpshoofd bitter.
Vier boeren in zijn dorpje hebben de afgelopen maanden zelfmoord gepleegd. Het jongste slachtoffer dateert van gisteravond. Het dorpshoofd gaat voor naar het huis van de weduwe. Over stoffige weggetjes, langs koeien die op het erf van de eenvoudige stenen huisjes grazen en met een sliert mannen en kinderen achter zich aan.
Het hele dorp is inmiddels uitgelopen voor het huis van de 25-jarige weduwe Maarji. Haar twee kleine kinderen van 6 en 8 zitten versuft naast haar. Ze vertelt dat haar man de laatste tijd erg depressief was. Bij twee banken had hij leningen uitstaan. Medewerkers van die banken kwamen steeds vaker langs om Maarji’s man aan te manen het geld terug te betalen. ‘De banken hebben mijn man vermoord’, zegt ze zonder een spoor van emotie.
Het dorpshoofd kan zich niet langer inhouden en begint te schreeuwen. Hij vindt dat de overheid de schulden van de boeren moet saneren en de boeren een betere prijs moet geven voor hun katoen. ‘Driekwart procent van alle boeren in dit dorpje zit aan de grond. Ze hebben allemaal leningen. Kom over twee jaar nog maar eens terug, dan zal je alleen nog weduwes aantreffen’.
http://www.volkskrant.nl/buitenland/article436861.ece/Dorp_in_een_geglobaliseerde_wereld
Reportage Van onze correspondente Wilma van der Maten
PANDERKAUDA - Terwijl Amerikaanse katoenboeren worden gesubsidieerd, betaalt de Indiase regering steeds minder voor de katoen.
De laatste keer dat Bhimbai haar man ’s ochtends vroeg naar zijn katoenveld zag gaan, was hij volgens haar nog kerngezond. ’s Middags keerde hij strompelend terug. Op het erf zakte hij in elkaar. Volgens een lokale arts, die de doodsoorzaak moest vaststellen, had Bhimbai’s echtgenoot zichzelf vergiftigd.
Als ze haar tranen met haar sari heeft afgeveegd, vertelt ze waarom haar man zelfmoord pleegde. Katoen bracht al lang niets meer op. De overheid betaalde steeds minder voor een baal. De boer had zich wel diep in de schulden gestoken om bestrijdingsmiddelen te kopen, waarmee hij hoopte zijn productie te verhogen. Het middel dat voor een betere toekomst had moeten zorgen, werd uiteindelijk zijn ondergang.
In haar huisje, met een vloer van aangestampte aarde, staat slechts een bed. Ze laat haar trouwfoto zien. Twee mensen die strak naast elkaar poseren. Zonder een glimlach of emotie op hun gezicht. Aan de muur hangt een vergroting van de boer met daarop zijn sterfdatum. Meer foto’s bezit ze niet.
Haar dochter zit samen met Bhimabais schoonmoeder buiten op een bankje. Ze vermoedt dat ze 9 jaar is. Zelf weet Bhimabai haar geboortedatum ook niet. Ze is nooit naar school geweest. Met een stok slaat de dove schoonmoeder de kuikentjes van het erf.
De weduwe trekt haar slippers aan en zet een stenen kruik op haar hoofd om bij de dorpspomp water te halen voor haar schoonmoeder. Daarna loopt ze door het mulle zand naar haar katoenveldje, waar ze met haar blote handen alle verschrompelde katoenstruiken uit de grond trekt. Voor de regen valt moeten alle oude plantjes weg zijn en moet de grond zijn omgeploegd. Ze hoopt dat haar familieleden haar zaadjes kunnen lenen.
Het kind staart haar na. Haar moeder heeft haar naar de hindoe-godin Laxmi genoemd, die voor rijkdom, geluk en voorspoed moet zorgen. Ze hoopt op een betere toekomst voor haar kind. Maar net als de meeste kinderen in het dorp gaat de vermoedelijk 9-jarige Laxmi niet naar school. Eén keer per week komt er een onderwijzer langs, maar die heeft zelf de lagere school niet afgemaakt. De dichtstbijzijnde openbare school ligt op twintig kilometer van dit gehucht Ghunsikolaampad, dat verstopt ligt tussen de katoenvelden. Vervoer is er niet. Of ze moeten met os en wagen over hobbelige zandwegen worden gebracht.
Op de katoenvelden rond het dorpje van Bhimbai werken vrouwen op het land. Ze verbranden grote stapels katoenstruiken. De landeigenaar kijkt toe.
Op het platteland van de deelstaat Maharashtra bestaat nog voor een deel het feodale systeem. Landloze boeren verhuren zichzelf als ‘dagloner’. Voor nog geen 30 roepies, een halve euro, plukken ze onder de brandende zon de zachte katoenbolletjes. Ze hebben totaal geen besef van wat zich buiten hun dorpje afspeelt. Een vrouw vertelt dat niemand in haar dorp radio of televisie heeft. Een krant ook niet, want niemand kan lezen of schrijven.
In het verderop gelegen dorpje Deshmukh Khergaon springt de grote satellietschotel op een dak meteen in het oog. De eigenaar is het dorpshoofd, Ajay Rajurkar. Maar zijn televisie doet het al lang niet meer.
Ooit was hij de rijkste katoenboer van dit dorpje. Ook hij stak zich in de schulden voor een bedrag dat hij onmogelijk kan terugbetalen. Alternatieve gewassen zijn er niet voor de katoenboeren. De grond is te droog en alleen geschikt voor katoen. Irrigatie bestaat niet in deze uithoek van de deelstaat Maharashtra.
Het dorpshoofd vertelt dat de boeren gewoon waren voor iedere landbouwcyclus geld te lenen bij de bank, waarmee zaad, kunstmest en bestrijdingsmiddelen werden gekocht. Maar sinds de katoenprijs op de wereldmarkt drastisch is gedaald, kan geen boer zijn schuld meer afbetalen. Veel banken willen geen geld meer lenen aan de armlastige boeren. ‘Geldwoekeraars komen nu op ons af. Ze bieden ons leningen met een rente van soms wel 60 procent. Wat moeten we?’, zegt het dorpshoofd bitter.
Vier boeren in zijn dorpje hebben de afgelopen maanden zelfmoord gepleegd. Het jongste slachtoffer dateert van gisteravond. Het dorpshoofd gaat voor naar het huis van de weduwe. Over stoffige weggetjes, langs koeien die op het erf van de eenvoudige stenen huisjes grazen en met een sliert mannen en kinderen achter zich aan.
Het hele dorp is inmiddels uitgelopen voor het huis van de 25-jarige weduwe Maarji. Haar twee kleine kinderen van 6 en 8 zitten versuft naast haar. Ze vertelt dat haar man de laatste tijd erg depressief was. Bij twee banken had hij leningen uitstaan. Medewerkers van die banken kwamen steeds vaker langs om Maarji’s man aan te manen het geld terug te betalen. ‘De banken hebben mijn man vermoord’, zegt ze zonder een spoor van emotie.
Het dorpshoofd kan zich niet langer inhouden en begint te schreeuwen. Hij vindt dat de overheid de schulden van de boeren moet saneren en de boeren een betere prijs moet geven voor hun katoen. ‘Driekwart procent van alle boeren in dit dorpje zit aan de grond. Ze hebben allemaal leningen. Kom over twee jaar nog maar eens terug, dan zal je alleen nog weduwes aantreffen’.
http://www.volkskrant.nl/buitenland/article436861.ece/Dorp_in_een_geglobaliseerde_wereld