PDA

Bekijk Volledige Versie : Palestijnen bedreigd zoals joden in 1938



Qaiys
15-07-07, 14:44
10 juli stond het onderstaande artikel van Hajo Meyer - sterk verkort - in de Volkskrant onder de titel: "Palestijnen bedreigd zoals joden in 1938"

Eindelijk zinvol gebruik van geschiedenis

Columniste Marbe verwijt de studenten die minister Verhagen naar Israël en Palestina begeleid hebben ten onrechte, dat deze in Yad Vashem herinnerd werden aan wat ze in bezet gebied hadden gezien, betoogt Hajo G. Meyer.

Het is betreurenswaardig dat Nausicaa Marbe de studenten die met minister Verhagen naar Palestina en Israël zijn gereisd zo fel verwijt dat er “in hun jonge, nauwelijks geschoolde hoofden een brij van informatie zonder samenhang” zou zijn. “Onbruikbaar als basis voor oordelen over het heden.” Nu ken ik de graad van scholing van mevrouw Marbe niet, maar duidelijk is die onvoldoende. Want in plaats van een brij zonder samenhang bestaat er in haar hoofd een rigide, maar onvolledig beeld over wat er tussen 1933 en 1940 door Hitler met de joden in Duitsland is gedaan. Helaas denken velen bij de woordcombinatie “joden-politiek van de nazi’s” uitsluitend aan de eindfase: de industriële massavernietiging van de Europese joden door vergassing. De historische feiten zijn anders. Verwaarlozing van de voorfase verduistert het zicht op het gevaar van discriminatie en vervolging op basis van etniciteit.

Tot massale moord werd pas begin 1942 besloten. Daarvoor gingen in Duitsland 8 jaar van discriminatie, vernedering, ontmenselijking, demonisering en existentie-bedreiging door beroepverboden vooraf. Voorts, opsluiting in concentratiekampen, in gevangenissen en gruwelijke verhoren door de Gestapo in hun beruchte kelders. Bovendien Schutzhaft, waarbij je zonder enige vorm van proces kon worden gearresteerd, vaak gepaard met de zogenaamde “Nacht und Nebel” vorm, waarbij niemand wist waar je was en of je nog leefde. Om de Duitse joden tot emigratie te dwingen werd de druk steeds groter. Zo konden na november 1938 hun kinderen niet meer naar Duitse scholen. Joodse scholen waren reeds overvol.

In hoe verre hebben de door mevrouw Marbe zo bekritiseerde studenten de situatie juist beoordeeld? Ik moet me beperken. Wat de ontmenselijking en demonisering van de Palestijnen door de joodse Israëli’s betreft haal ik de woorden van de toenmalige stafchef van de Israëlische leger Moshe Ya’alon aan die beweerde dat de Palestijnen een kankergezwel zijn dat met chemotherapie of chirurgisch ingrijpen verwijderd moet worden. De bedreiging van de materiële existentie van de Palestijnen door de Israëli’s kent vele varianten. Boeren hinderen bij hun olijf oogst, b.v. door op ze te schieten; als ze wel landbouwproducten hebben kunnen oogsten, ze hinderen ze te exporteren: winkeliers dwingen hun winkels te sluiten, zoals in Hebron, omdat men de fanatieke kolonisten niet in toom wil houden. De Schutzhaft en de Nacht und Nebel praktijk hebben hun volledige parallel in de z.g. “administrative detention”. Het aantal keren dat Palestijnse leerlingen en studenten hun scholen of universiteiten niet kunnen bereiken door de meer dan 500 check points is legio.

Wie wil tegenwerpen dat deze vormen van discriminatie en vervolging met het doel de Palestijnen uit Palestina te verdrijven toch minder erg is dan geïndustrialiseerde massamoord heeft uiteraard gelijk. Maar de intensiteit van de door de Israëlische bezetter aan de Palestijnen opgelegde maatregelen is zo groot dat vooral in Gaza, met een bevolkingsdichtheid groter dan die in Manhattan, het elkaar vermoorden reeds begonnen is. In 2003, lang voor deze broederstrijd, schreef de voormalige minister van Onderwijs van Israël Shulamit Aloni, de volgende behartenswaardige woorden:

“Wij hebben geen gaskamers en crematoria, maar er is niet slechts één bepaalde methode voor genocide. … De schrijver Y.L. Peretz schreef over de ‘rechtschapen kat’ die geen bloed vergiet maar slechts door verstikking doodt. … [Toenmalig minister] Benny Alon, heeft reeds gezegd ‘maak hen het leven zo zwaar dat zij uit zichzelf besluiten te vertrekken’.” En, eveneens uit de pen van Mevr. Aloni: “Veel van onze kinderen worden in religieuze scholen geïndoctrineerd: dat de Arabieren Amalek zijn [hét symbool van vijandigheid en kwaadaardigheid in het jodendom] en dat Amalek vernietigd moet worden”. Veelvuldige geruchten over intenties tot verdrijving hebben reeds eind 2002 ertoe geleid dat de minister van buitenlandse zaken van Jordanië zijn Israëlische collega officieel vroeg of die plannen inderdaad bestonden, hetgeen toen door Sharon werd ontkend.

Mevr. Marbe is kennelijk nog onder de indruk van het taboe dat elke vergelijking tussen toestanden in bezet Palestijns gebied en methodes van discriminatie van joden door Nazi Duitsland – ook die vóór 1941– verbiedt. Dit taboe werd echter reeds in 2002 door het Israëlische leger doorbroken. Volgens twee berichten in de Israëlische dagblad Ha’aretz, en wel op 26 en 28 januari, hadden de front officieren van het Israëlische leger de aanbeveling gekregen de aanvalsplannen van de SS-Brigadeführer Jürgen Stroop op het ghetto van Warschau te bestuderen om zo beter voorbereid te zijn op wat de Israëlische soldaten te verwachten hadden als zij het dicht bevolkte Jenin zouden binnenvallen. Waarom zouden met opmerkingsgave begaafde Nederlandse studenten geen parallellen mogen zien waar het Israëlische leger ze wel zag?


Hajo G. Meyer is lid van het bestuur van Een Ander Jooods Geluid

Bron: EAJG


http://www.eajg.nl/index.asp?navitemid=12&type=3&item=1135