PDA

Bekijk Volledige Versie : De christelijke seculiere samenleving



Bofko
24-07-07, 13:06
De plaats van de religie in de moderne samenleving staat weer eens ter discussie. In deze discussie klinkt een sterk appèl voor een van de kernwaarden van de moderniteit: de seculariteit. De seculariteit van de samenleving wordt door velen gezien als de beste garantie tegen de ongewenste effecten van de religie en de daarmee gepaard gaande intolerantie. Het beroep op een seculiere samenleving lijkt een nobel streven, maar met André Rouvoet kunnen we ons ook afvragen of we niet het risico lopen in een ‘seculiere dictatuur’ terecht te komen.

Wat is eigenlijk de definitie van een seculiere samenleving? Is dat een houding van vijandigheid of neutraliteit ten opzichte van religie? De scherpte van het debat wordt het meest zichtbaar in de debatten over het onderwijs. In twee recente onderwijsdiscussies was meerdere keren een beroep op de waarde van de seculariteit te horen. De eerste is de discussie rond de inbreng van de ‘intelligent design’-theorie in het biologie-onderwijs. De tweede discussie is die over het bijzonder onderwijs. Met name vanuit de hoek van de VVD werd gepleit voor een afschaffing van het bijzonder onderwijs. In een seculiere staat hoeft de overheid immers niet mee te betalen aan de religieuze opvoeding van kinderen. Onderwijs moet niet religieus zijn maar seculier, zoals sommige prominente VVD’ers het schreven in hun liberaal manifest. Ik heb moeite met beide opvattingen van seculariteit. Uit de eerste discussie komt naar voren dat het seculiere samenvalt met het datgene wat strikt wetenschappelijk kan worden beredeneerd. Het is natuurlijk goed om niet onnodig religieuze voorstellingen in te brengen in een wetenschappelijk debat. Maar als wetenschappelijkheid vervolgens religieus gemotiveerde bijdragen op voorhand uitsluit zeg je meer. Dan verplicht je wetenschappers tot een eed van trouw aan een bepaalde grens van redelijkheid. Echte wetenschap heeft zo’n eed van trouw niet nodig, lijkt me. Dan wordt het een sekte. Het seculiere en het wetenschappelijke vallen niet samen. Integendeel. In een seculiere samenleving spelen ook niet- of voorwetenschappelijke factoren voortdurend een rol. Pas wanneer je ze als onaantastbaar presenteert, maak je je juist schuldig aan fanatisme, dan wordt seculariteit secularisme.

Theo van Gogh
De tweede discussie gaat over de religieuze neutraliteit van het onderwijs. Het lijkt me geen toeval dat het christelijk onderwijs van liberale zijde is bekritiseerd in een tijd dat juist islamitische scholen in opspraak zijn. De gedachte is, dat wanneer er problemen zijn met islamitisch basisonderwijs, je niet alleen de islamitische school beperkingen op moet leggen, maar ook de bovengemiddeld functionerende christelijke scholen moet sluiten. Tot mijn verbazing wordt deze ‘gelijke monniken, gelijke kappen’-redenering niet alleen door de liberalen, maar ook door christelijke politici gehanteerd. Juist uit de hoek van CU en SGP klinkt een solidariteit met moslimscholen. En ook in de kerken is het bon ton om te spreken van wat moslims en christenen gemeenschappelijk hebben. (Ik denk hierbij met name aan de kanselboodschap van de PKN-synode na de moord op Theo van Gogh.) Mijn bezwaar hierbij is dat het onterecht een soort gedeelde structuur en inhoud van alle religies wordt verondersteld. Het kan soms beter zijn de verschillen tussen de religies te benadrukken, juist wanneer in de samenleving de indruk bestaat dat alle religies ‘één pot nat zijn’. Bovendien is onze situatie, zeker als het gaat om het bijzonder onderwijs, sterk veranderd sinds de schoolstrijd werd gevoerd. Kan het artikel op de vrijheid van onderwijs wel onverkort gehandhaafd blijven? Het is toch geschreven voor een onderscheiding van christelijk en openbaar onderwijs? Een gelijkschakeling van islamitisch en christelijk onderwijs veronderstelt eenzelfde houding ten opzichte van de samenleving. Ik begrijp wel dat het de juridische helderheid bevordert, maar ik word als christen of jood toch niet graag op de problemen van bijvoorbeeld de moslim afgerekend. De ‘gelijke monniken, gelijke kappen’-redenering veronderstelt dat de verschillende religies eenzelfde structuur hebben. Dus moeten er bijvoorbeeld ook van alle religies geestelijk verzorgers zijn in de strijdkrachten en de instellingen. Terwijl de geestelijke verzorging een bij uitstek christelijk concept is. Je vraagt je toch ook niet af wanneer de wijkouderling van de moskee een keer op huisbezoek komt?


Hegel
Een tweede probleem is diepgaander en betreft juist de verhouding tot de seculiere samenleving. De ironie van het begrip seculariteit, is dat het een christelijke oorsprong heeft. Het werd al gebruikt in het middeleeuwse kloosterleven, om het verschil tussen het kerkelijke en het wereldlijke mee aan te duiden. Juist de term die uit moet drukken dat er voor godsdienst geen plek is in het publieke domein, is ontwikkeld in de christelijke traditie. Wat betekent dit voor de huidige discussie? Ik denk twee dingen. Tten eerste dat de interpretatie van ‘seculariteit als levensbeschouwelijke neutraliteit’ het risico loopt te vergeten dat de westerse seculiere cultuur eeuwenlang is gevoed door een christelijke levensbeschouwing. Een terugdringen van de religie in de privé-sfeer loopt het risico dat een areligieuze publieke sfeer kil en onverschillig wordt en mensen hun motivatie tot burgerschap ontneemt. Het loochenen van deze verbondenheid tussen christelijk geloof en seculiere cultuur, en kiezen voor een levensbeschouwelijke neutraliteit kan uithollend werken. In verbondenheid met de christelijke traditie heeft Henri Dunant het rode kruis als embleem voor gekozen voor zijn organisatie. Het rode kruis vervangen door een rode ruit, zoals nu wordt overwogen, zal misschien voorkomen dat iemand zich aan een christelijk symbool stoort, maar het is tegelijk een zo nietszeggend symbool dat het überhaupt niets meer oproept. Niemand zal zich er aan storen, maar het zal ook zeker niemand inspireren tot medemenselijkheid en zelfopoffering. Een tweede is dat we alleen op een zinnige manier kunnen spreken over de verhouding seculiere cultuur en religie, als we beseffen dat elke religie een eigen dynamiek heeft in haar verhouding tot seculiere cultuur. Het begrip seculariteit is in de christelijke traditie ontwikkeld vanuit de gedachte dat geestelijke zaken en wereldse zaken niet vermengd moeten worden. De kerk zelf heeft beseft dat er twee rijken zijn. Dat deze voorstelling in de islam ontbreekt, betekent dat je de moeite die de islam heeft met een seculiere cultuur niet kunt afdoen als een probleem dat verbonden is met de religie als zodanig. De islam heeft niet, zoals Bolkenstein eens opmerkte, een Rousseau nodig, maar eerder een Augustinus, die de tweerijkenleer uitwerkte of een Hegel, die suggereerde dat de moderne samenleving een verwereldlijkte vorm van christendom was. Dit seculariseren van religieuze begrippen lijkt mij een van de belangrijkste opgaven van de islam. Werken aan verwereldlijkte religie. Niet om de religie te verbergen, niet om de religie op te laten gaan in het seculiere, maar juist om haar zichtbaar te maken in het seculiere.


Verlichtingsfundamentalisme
Mijn voorstel om uit het echec van de religieus-seculier-tegenstelling te komen is om niet te spreken van een tegenstelling tussen religieus en seculier, maar van een christelijke opvatting van seculariteit en een niet-christelijke opvatting van seculariteit. Op die manier hoeven we niet alle religies over een kam te scheren, maar kunnen we misschien ook aan het licht brengen hoe mensen uit verschillende religieuze tradities tegen de seculiere cultuur aankijken. Als het gaat om de plek van christenen in de samenleving, denk ik dat we niet te gauw moeten denken dat de seculariteit nu hetgeen is dat ons van onze medeburgers scheidt, het is juist datgene wat ons bindt en wat wij niet te gemakkelijk uit handen moeten geven. Tenslotte, in de christelijke traditie heeft het begrip seculariteit altijd te maken gehad met een goed gevoel voor beperktheid en verscheidenheid. Niet alle domeinen van het leven hoeven één te zijn. Gezin, school, en staat zijn relatief zelfstandige sferen en wat voor het ene domein geldt hoeft voor het andere niet op te gaan. Het begrip seculariteit heeft altijd het belang en de beperktheid van het politieke willen onderstrepen. Was in de 17e eeuw de verhouding van de kerk en de staat een springend punt, vandaag de dag zou ook de verhouding van de markt en de staat wel eens ter discussie gesteld mogen worden en de vraag naar het eigen karakter van de politiek en de staat opnieuw gesteld mogen worden. In de retoriek van het liberale denken lijkt de markt voor hen wel eens het zelfde gewicht te hebben als de religie die zij zo verfoeien. In het verlichtingsfundamentalisme klinkt vaak iets door van een onvoorwaardelijke loyaliteit aan het hier en nu. Een christen weet dat de het seculiere slechts een van de twee rijken is. Er is het saeculum, deze eeuw en de toekomende. In het licht van die onderscheiding zijn alle dingen tegelijk relatief en eindeloos belangrijk.

Dec. 2005
De auteur is promovendus aan de theologische faculteit van de Universiteit Utrecht.