Wizdom
09-08-07, 23:23
'Nederlanders vergeten dat ze in moeras leven'
door Dylan de Gruijl
Nederlanders zijn het besef kwijt dat ze onder de zeespiegel wonen. Ze wanen zich veilig achter dijken en Deltawerken, maar normaal is dat niet, waarschuwt schrijver Wilfried ten Brinke.
UTRECHT - Lang, lang geleden trokken mensen een moeras in. Ze wierpen terpen op om te wonen, bouwden dijken om rivieren te temmen en werden zo slim dat ze zich onaantastbaar waanden achter hun wereldwonder: de Deltawerken.
In drooggemalen polders, ver onder de zeespiegel, bouwden ze uitgestrekte woonwijken en bedrijventerreinen.
De eeuwenlange strijd tegen het water vergaten ze. Dus toen bij een hoosbui hun kelders volstroomden, was dat een nationale ramp.
,,Nederlanders weten geen bal meer van hun watergeschiedenis'', zegt Wilfried ten Brinke, auteur van het boek Land in Zee spottend. Hij heeft twintig jaar ervaring in watermanagement. ,,Wie weet er nou wat een waterschap doet? We voelen ons zo superveilig achter onze dijken, dat we geen idee meer hebben in wat voor land we eigenlijk wonen.''
In zijn net verschenen boek beschrijft Ten Brinke de lange waterhistorie en de strijd van bewoners om droge voeten te houden. Dat besef is in twee, drie generaties verdwenen. ,,Mensen die de ramp van 1953 hebben meegemaakt leven nog heel erg met het gevaar van water. De generaties daarna hebben dat helemaal niet.''
Eén geruststelling: een echte watersnoodramp is volgen hem zeer onwaarschijnlijk. ,,Daarvoor zijn wij te slim en onze dijken te massief. De rivierdijken mogen eens in de 1250 jaar overstromen, de kustwering één keer in de tienduizend jaar. De strengste normen ter wereld. Voor rivierdijken geldt in de meeste landen: één overstroming in de honderd jaar.''
Maar zorgeloos achter dijken en Deltawerken wonen, is een illusie, waarschuwt hij ook. Het water komt van vier kanten op ons af: zee, rivier én regen en grondwater. De verwachting is dat door klimaatverandering de zeespiegel deze eeuw tussen de 35 en 84 centimeter stijgt. Tegelijk valt er meer regen en - het slechtste nieuws - daalt de bodem op sommige plekken met liefst een halve meter per eeuw.
In Groningen is gaswinning daarvan de boosdoener. In Friesland en in het Westen zakt de bodem door het constant droogmalen van de polders, waardoor de drassige veenbodem inklinkt. Nederland pompt zich zo pijlsnel de diepte in, terwijl de zee stijgt. ,,We zitten gevangen in een cyclus van pompen.''
Dan waren de eerste bewoners toch een stuk minder naïef. Toen zij vanuit het oosten het moeras in trokken, vestigden zij zich op terpen en duintoppen. Die vormden hun uitvalsbases om te vissen en te jagen, als het land droogviel.
De Romeinen bekeken dat geploeter met medelijden. Zij groeven tussen de Rijn en de IJssel het allereerste kanaal van Nederland en legden de eerste dam (in de Rijn).
Behalve van overwinningen, geeft Ten Brinkes boek ook een aaneenrijging van rampen, van de Allerheiligenvloed (1170) tot de watersnood van 1953. ,,Men leefde volledig met het gevaar van het water. Als je aan de dijk woonde, kreeg je zeker één, twee keer in je leven met een grote overstroming te maken. In de archieven staan aantallen van honderden, soms duizenden doden. Als dat klopt, verdronk in die delen misschien wel tien procent van de bevolking.''
Pas vanaf de vorige eeuw verdween de voortdurende vrees voor het water. Rivieren werden rechtgetrokken en verdiept, dijken versterkt en de Deltawerken gaven een gevoel van onoverwinnelijkheid. Recent dreigde alleen in 1993 en 1995 een grote overstroming. Een kwart miljoen bewoners van de Betuwe werd geëvacueerd. Uiteindelijk hielden de dijken het. ,,Het waterbewustzijn is daarna ook weer snel weggeëbd.''
Dat besef moet volgens Ten Brinke terugkeren. ,,Als je een huis hebt dat zes meter onder NAP staat, moet je weten dat er ooit een meer lag, dat er 24 uur per dag wordt gepompt om het droog te houden en dat je kans loopt dat je kelder volloopt.''
Ten Brinke stelt dat Nederlanders zich moeten realiseren dat ze in een moeras leven. ,,In potentie kan twee derde van Nederland met een overstroming te maken krijgen. Als we hier een ramp krijgen zoals New Orleans met de orkaan Katrina, dan kan Nederland in één klap failliet zijn.''
Land in Zee, de watergeschiedenis van Nederland, Wilfried ten Brinke. Uitgeverij Veen magazines, 384 pagina's, 39,95 euro
door Dylan de Gruijl
Nederlanders zijn het besef kwijt dat ze onder de zeespiegel wonen. Ze wanen zich veilig achter dijken en Deltawerken, maar normaal is dat niet, waarschuwt schrijver Wilfried ten Brinke.
UTRECHT - Lang, lang geleden trokken mensen een moeras in. Ze wierpen terpen op om te wonen, bouwden dijken om rivieren te temmen en werden zo slim dat ze zich onaantastbaar waanden achter hun wereldwonder: de Deltawerken.
In drooggemalen polders, ver onder de zeespiegel, bouwden ze uitgestrekte woonwijken en bedrijventerreinen.
De eeuwenlange strijd tegen het water vergaten ze. Dus toen bij een hoosbui hun kelders volstroomden, was dat een nationale ramp.
,,Nederlanders weten geen bal meer van hun watergeschiedenis'', zegt Wilfried ten Brinke, auteur van het boek Land in Zee spottend. Hij heeft twintig jaar ervaring in watermanagement. ,,Wie weet er nou wat een waterschap doet? We voelen ons zo superveilig achter onze dijken, dat we geen idee meer hebben in wat voor land we eigenlijk wonen.''
In zijn net verschenen boek beschrijft Ten Brinke de lange waterhistorie en de strijd van bewoners om droge voeten te houden. Dat besef is in twee, drie generaties verdwenen. ,,Mensen die de ramp van 1953 hebben meegemaakt leven nog heel erg met het gevaar van water. De generaties daarna hebben dat helemaal niet.''
Eén geruststelling: een echte watersnoodramp is volgen hem zeer onwaarschijnlijk. ,,Daarvoor zijn wij te slim en onze dijken te massief. De rivierdijken mogen eens in de 1250 jaar overstromen, de kustwering één keer in de tienduizend jaar. De strengste normen ter wereld. Voor rivierdijken geldt in de meeste landen: één overstroming in de honderd jaar.''
Maar zorgeloos achter dijken en Deltawerken wonen, is een illusie, waarschuwt hij ook. Het water komt van vier kanten op ons af: zee, rivier én regen en grondwater. De verwachting is dat door klimaatverandering de zeespiegel deze eeuw tussen de 35 en 84 centimeter stijgt. Tegelijk valt er meer regen en - het slechtste nieuws - daalt de bodem op sommige plekken met liefst een halve meter per eeuw.
In Groningen is gaswinning daarvan de boosdoener. In Friesland en in het Westen zakt de bodem door het constant droogmalen van de polders, waardoor de drassige veenbodem inklinkt. Nederland pompt zich zo pijlsnel de diepte in, terwijl de zee stijgt. ,,We zitten gevangen in een cyclus van pompen.''
Dan waren de eerste bewoners toch een stuk minder naïef. Toen zij vanuit het oosten het moeras in trokken, vestigden zij zich op terpen en duintoppen. Die vormden hun uitvalsbases om te vissen en te jagen, als het land droogviel.
De Romeinen bekeken dat geploeter met medelijden. Zij groeven tussen de Rijn en de IJssel het allereerste kanaal van Nederland en legden de eerste dam (in de Rijn).
Behalve van overwinningen, geeft Ten Brinkes boek ook een aaneenrijging van rampen, van de Allerheiligenvloed (1170) tot de watersnood van 1953. ,,Men leefde volledig met het gevaar van het water. Als je aan de dijk woonde, kreeg je zeker één, twee keer in je leven met een grote overstroming te maken. In de archieven staan aantallen van honderden, soms duizenden doden. Als dat klopt, verdronk in die delen misschien wel tien procent van de bevolking.''
Pas vanaf de vorige eeuw verdween de voortdurende vrees voor het water. Rivieren werden rechtgetrokken en verdiept, dijken versterkt en de Deltawerken gaven een gevoel van onoverwinnelijkheid. Recent dreigde alleen in 1993 en 1995 een grote overstroming. Een kwart miljoen bewoners van de Betuwe werd geëvacueerd. Uiteindelijk hielden de dijken het. ,,Het waterbewustzijn is daarna ook weer snel weggeëbd.''
Dat besef moet volgens Ten Brinke terugkeren. ,,Als je een huis hebt dat zes meter onder NAP staat, moet je weten dat er ooit een meer lag, dat er 24 uur per dag wordt gepompt om het droog te houden en dat je kans loopt dat je kelder volloopt.''
Ten Brinke stelt dat Nederlanders zich moeten realiseren dat ze in een moeras leven. ,,In potentie kan twee derde van Nederland met een overstroming te maken krijgen. Als we hier een ramp krijgen zoals New Orleans met de orkaan Katrina, dan kan Nederland in één klap failliet zijn.''
Land in Zee, de watergeschiedenis van Nederland, Wilfried ten Brinke. Uitgeverij Veen magazines, 384 pagina's, 39,95 euro