azulay
16-08-07, 15:26
Twee journalisten van Alwatan Alan zijn veroordeeld tot resp. 8 en 6 maanden ( Hormatallah en Ariri) vanwege het publiceren van artikel waarin staatsgeheimen werden gepubliceerd.
Aan de andere kant moet benchamsi ( hoofdredacteur van telquel en Nichane) voor d erechter verschijnen wegens een artikel waarin de inhoud van de laatste rede van M6 werd bekritiseerd. Beide nummers van Nichane (Ddarija) en Telquel (Frans), die het artikel hebben gepubliceerd werden verboden. De titel die als volgt luidt: Wat zegt u daar M6? wordt als oneerbiedig en beledigend gezien. Nichane werd vorig jaar ook al drie maanden uit verboden na het publiceren van een artikel over Marokkaanse grappen over de koning, sex en islam. Telquel heeft haar laatste editie op het net geplaatst zonder de bovengenoemde artikel.
emocratisering van Marokko is schijn
Asis Aynan en Hassan Bahara
In Marokko wordt de pers door het koningshuis en de centrale overheid het zwijgen opgelegd. Zo werd in januari 2007 de weekkrant Nichane voor de rechter gesleept wegens een artikel en een serie illustraties. In het artikel stonden allerlei grappen die gemeengoed zijn onder het Marokkaanse volk over onder anderen de koning, fundamentalisten en religie. Om de grappen wat te verduidelijken, werd hier en daar een illustratie geplaatst. Het resultaat was een geldboete en een publicatieverbod van twee maanden.
Ook het blad Al Watan kwam onlangs in de problemen wegens een artikel waarin staatsgeheimen werden gepubliceerd. De directeur van Al Watan en de schrijver van het stuk werden vervolgd. De schrijver zit momenteel vast. En nu is het weer raak, want kort geleden zijn de bladen Tel Quel en Nichane uit de handel genomen. De hoofdredacteur van beide bladen, Ahmed Benchemsi, vroeg zich in een hoofdredactioneel commentaar van Tel Quel af wat voor zin het heeft om te gaan stemmen tijdens de parlementsverkiezingen op zeven september als de koning op 31 juli in een tv-speech verklaarde uiteindelijk toch de grote baas van Marokko te blijven. Geen onterechte vraag, lijkt ons. Ook het artikel dat in Nichane stond over seksualiteit in de islam kon de goedkeuring van de autoriteiten niet wegdragen. Hiermee had het gezag genoeg reden Tel Quel en Nichane te verbieden en Benchemsi aan te klagen. Hij moet op 24 augustus voor de rechtbank verschijnen.
De persbreidel maakt in ieder geval duidelijk dat democratiseringsinitiatieven van de jonge monarch Mohammed VI met een grote korrel zout moeten worden genomen. Het is een schijndemocratie waarin veel bespreekbaar is, behalve de heilige drie-eenheid islam, koningshuis en de Westelijke-Sahara. Journalisten die deze zaken toch durven te bespreken, worden zonder pardon het gevang ingegooid. Een manier van regeren waar zijn vader Hassan II zich ook van bediende, en die was, zoals de geschiedenis heeft uitgewezen, ook geen groot democraat.
Het werpt meteen een ander licht op het CCDH (Le Conseil Consultatif des Droits de lHomme - adviesraad voor de mensenrechten) dat door dezelfde koning Mohammed VI is ingesteld om de democratisering in Marokko ter hand te nemen. Wat wordt voorgesteld als een initiatief om Marokko te moderniseren, is in werkelijkheid niet veel meer dan een overheidsapparaat dat ingesteld is om de banden met de kapitaalkrachtige Marokkanen buiten Marokko aan te halen.
Om te voorkomen dat de tweede en derde generatie van de Marokkaanse diaspora hun spaargeld elders investeren en besteden, doen deelnemers aan de seminars van het CCDH voorstellen om deze diaspora vooral kunstmatig Marokkaans te houden door middel van Arabische taallessen. Ook werden suggesties gedaan om via de media de harten van de Europees Marokkaanse jongeren te winnen.
PvdA-kamerlid Khadija Arib nam zitting in de voorbereidende commissie van het CCDH en het was haar taak om kwesties die de Marokkaanse diaspora aangaan te agenderen. Toen haar loyaliteit in twijfel werd getrokken wegens haar deelname aan het CCDH, antwoordde ze: Ik ben niet loyaal aan Nederland, ik ben niet loyaal aan Marokko, maar ik ben loyaal aan mijn principes. En dat zijn respect voor mensenrechten en vrouwenrechten. Een nobel ideaal, maar haar stilte is oorverdovend telkens als de rechten van Marokkaanse journalisten worden geschonden door het Marokkaanse koningshuis dat zij dient. Of gaan sommige mensenrechten niet op voor journalisten?
Afgezien van enkele verbeteringen op papier, zoals die van de positie van de vrouw en een berberinstituut (IRCAM) betaald door de koning, lijkt Marokko met het opsluiten van journalisten weer terug bij af te zijn. Een echte democratie bestaat bij de gratie van het vrijelijk kunnen uiten van kritiek, hetzij op het koningshuis, hetzij op de islamitische moraal. Niets mag daar van gevrijwaard blijven.
Als het de koning ernst is met de democratie dan dient hij een keuze te maken: ofwel hij legt journalisten geen strobreed meer in de weg bij het uitoefenen van hun vak, of hij houdt de hypocrisie in stand door symboolpolitiek te bedrijven terwijl tegelijkertijd bladen in beslag worden genomen en journalisten van hun vrijheid worden beroofd.
Deze hypocriete houding werd het beste geuit door de Marokkaanse minister van Cultuur, Mohammed Achaari (ook dichter) toen hij in 2004 op uitnodiging van de Universiteit van Amsterdam een lesje democratie kwam geven, zoals de rector magnificus dat verwoordde. Op de vraag hoe hij Marokko als democratie kon verdedigen, antwoordde hij zonder ironie dat Marokko wel degelijk een democratie is, maar wel een met specifieke perswetten.
Wat deze perswetten inhouden, heeft iemand als de journalist Ali Lamrabet persoonlijk aan den lijve ondervonden toen hij voor meer dan zeven maanden in de gevangenis verdween. Zijn bladen Demain Magazine en Doumane, waarvan Lamrabet directeur is, zagen hierna nooit meer het daglicht.
Een democratie is pas een echte democratie zo lang er niet gemarchandeerd wordt met het recht van journalisten om te schrijven over welk willekeurig onderwerp dan ook, zonder te vrezen voor een publicatieverbod, intimidaties, geldboetes of erger nog: een gevangenisstraf. Een land waar zulke praktijken wel aan de orde van de dag zijn, is een dictatuur, geen democratie.
Info: Asis Aynan is student filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en columnist;
Hassan Bahara is journalist en schrijver
Bron:nrc 13 augustus 2007
nrcnext 14 augustus 2007
http://hespress.com/_img/benchamssi1.jpg
Aan de andere kant moet benchamsi ( hoofdredacteur van telquel en Nichane) voor d erechter verschijnen wegens een artikel waarin de inhoud van de laatste rede van M6 werd bekritiseerd. Beide nummers van Nichane (Ddarija) en Telquel (Frans), die het artikel hebben gepubliceerd werden verboden. De titel die als volgt luidt: Wat zegt u daar M6? wordt als oneerbiedig en beledigend gezien. Nichane werd vorig jaar ook al drie maanden uit verboden na het publiceren van een artikel over Marokkaanse grappen over de koning, sex en islam. Telquel heeft haar laatste editie op het net geplaatst zonder de bovengenoemde artikel.
emocratisering van Marokko is schijn
Asis Aynan en Hassan Bahara
In Marokko wordt de pers door het koningshuis en de centrale overheid het zwijgen opgelegd. Zo werd in januari 2007 de weekkrant Nichane voor de rechter gesleept wegens een artikel en een serie illustraties. In het artikel stonden allerlei grappen die gemeengoed zijn onder het Marokkaanse volk over onder anderen de koning, fundamentalisten en religie. Om de grappen wat te verduidelijken, werd hier en daar een illustratie geplaatst. Het resultaat was een geldboete en een publicatieverbod van twee maanden.
Ook het blad Al Watan kwam onlangs in de problemen wegens een artikel waarin staatsgeheimen werden gepubliceerd. De directeur van Al Watan en de schrijver van het stuk werden vervolgd. De schrijver zit momenteel vast. En nu is het weer raak, want kort geleden zijn de bladen Tel Quel en Nichane uit de handel genomen. De hoofdredacteur van beide bladen, Ahmed Benchemsi, vroeg zich in een hoofdredactioneel commentaar van Tel Quel af wat voor zin het heeft om te gaan stemmen tijdens de parlementsverkiezingen op zeven september als de koning op 31 juli in een tv-speech verklaarde uiteindelijk toch de grote baas van Marokko te blijven. Geen onterechte vraag, lijkt ons. Ook het artikel dat in Nichane stond over seksualiteit in de islam kon de goedkeuring van de autoriteiten niet wegdragen. Hiermee had het gezag genoeg reden Tel Quel en Nichane te verbieden en Benchemsi aan te klagen. Hij moet op 24 augustus voor de rechtbank verschijnen.
De persbreidel maakt in ieder geval duidelijk dat democratiseringsinitiatieven van de jonge monarch Mohammed VI met een grote korrel zout moeten worden genomen. Het is een schijndemocratie waarin veel bespreekbaar is, behalve de heilige drie-eenheid islam, koningshuis en de Westelijke-Sahara. Journalisten die deze zaken toch durven te bespreken, worden zonder pardon het gevang ingegooid. Een manier van regeren waar zijn vader Hassan II zich ook van bediende, en die was, zoals de geschiedenis heeft uitgewezen, ook geen groot democraat.
Het werpt meteen een ander licht op het CCDH (Le Conseil Consultatif des Droits de lHomme - adviesraad voor de mensenrechten) dat door dezelfde koning Mohammed VI is ingesteld om de democratisering in Marokko ter hand te nemen. Wat wordt voorgesteld als een initiatief om Marokko te moderniseren, is in werkelijkheid niet veel meer dan een overheidsapparaat dat ingesteld is om de banden met de kapitaalkrachtige Marokkanen buiten Marokko aan te halen.
Om te voorkomen dat de tweede en derde generatie van de Marokkaanse diaspora hun spaargeld elders investeren en besteden, doen deelnemers aan de seminars van het CCDH voorstellen om deze diaspora vooral kunstmatig Marokkaans te houden door middel van Arabische taallessen. Ook werden suggesties gedaan om via de media de harten van de Europees Marokkaanse jongeren te winnen.
PvdA-kamerlid Khadija Arib nam zitting in de voorbereidende commissie van het CCDH en het was haar taak om kwesties die de Marokkaanse diaspora aangaan te agenderen. Toen haar loyaliteit in twijfel werd getrokken wegens haar deelname aan het CCDH, antwoordde ze: Ik ben niet loyaal aan Nederland, ik ben niet loyaal aan Marokko, maar ik ben loyaal aan mijn principes. En dat zijn respect voor mensenrechten en vrouwenrechten. Een nobel ideaal, maar haar stilte is oorverdovend telkens als de rechten van Marokkaanse journalisten worden geschonden door het Marokkaanse koningshuis dat zij dient. Of gaan sommige mensenrechten niet op voor journalisten?
Afgezien van enkele verbeteringen op papier, zoals die van de positie van de vrouw en een berberinstituut (IRCAM) betaald door de koning, lijkt Marokko met het opsluiten van journalisten weer terug bij af te zijn. Een echte democratie bestaat bij de gratie van het vrijelijk kunnen uiten van kritiek, hetzij op het koningshuis, hetzij op de islamitische moraal. Niets mag daar van gevrijwaard blijven.
Als het de koning ernst is met de democratie dan dient hij een keuze te maken: ofwel hij legt journalisten geen strobreed meer in de weg bij het uitoefenen van hun vak, of hij houdt de hypocrisie in stand door symboolpolitiek te bedrijven terwijl tegelijkertijd bladen in beslag worden genomen en journalisten van hun vrijheid worden beroofd.
Deze hypocriete houding werd het beste geuit door de Marokkaanse minister van Cultuur, Mohammed Achaari (ook dichter) toen hij in 2004 op uitnodiging van de Universiteit van Amsterdam een lesje democratie kwam geven, zoals de rector magnificus dat verwoordde. Op de vraag hoe hij Marokko als democratie kon verdedigen, antwoordde hij zonder ironie dat Marokko wel degelijk een democratie is, maar wel een met specifieke perswetten.
Wat deze perswetten inhouden, heeft iemand als de journalist Ali Lamrabet persoonlijk aan den lijve ondervonden toen hij voor meer dan zeven maanden in de gevangenis verdween. Zijn bladen Demain Magazine en Doumane, waarvan Lamrabet directeur is, zagen hierna nooit meer het daglicht.
Een democratie is pas een echte democratie zo lang er niet gemarchandeerd wordt met het recht van journalisten om te schrijven over welk willekeurig onderwerp dan ook, zonder te vrezen voor een publicatieverbod, intimidaties, geldboetes of erger nog: een gevangenisstraf. Een land waar zulke praktijken wel aan de orde van de dag zijn, is een dictatuur, geen democratie.
Info: Asis Aynan is student filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en columnist;
Hassan Bahara is journalist en schrijver
Bron:nrc 13 augustus 2007
nrcnext 14 augustus 2007
http://hespress.com/_img/benchamssi1.jpg