PDA

Bekijk Volledige Versie : Samen tegen eerwraak en slankheidsideaal



Divine_70
21-08-07, 17:06
Betere samenwerking tussen allochtone en autochtone vrouwen is geboden, menen Stine Jensen en Çilay Özdemir. Benadruk niet wat ons scheidt maar wat ons bindt.

‘Tijd voor een derde feministische golf!’ schreef Heleen Mees (Opiniepagina, 18 april). Het is niet de eerste keer dat hiervoor het startschot is gegeven. Naast het powerfeminisme van Mees, die meer vrouwen aan de top wil en afwil van deeltijdbanen, gaf Cisca Dresselhuys in 2003 al het startsein voor de derde golf, die volgens haar moest gaan over de emancipatie van de allochtone vrouw – die van de autochtone vrouw was zo goed als voltooid.

Onder de noemer De derde feministische golf (2006) schoof Dirk Verhofstadt, broer van de Belgische premier en lid van de liberale denktank Liberales, vervolgens zes Nederlandse vrouwen uit moslimlanden als rolmodellen naar voren (onder wie Ayaan Hirsi Ali en Yasmine Allas, actrice en auteur van Somalische afkomst). Maar dat autochtone vrouwen nog niet zijn uitgeëmancipeerd, bewijst het manifest Seks moet weer haute couture worden, waarin het onbereikbare schoonheidsideaal en de seksualisering van de maatschappij worden aangepakt.

Gelukkig. Er is weer aandacht voor de positie van vrouwen, en hoe! Maar van wie is die golf eigenlijk? En waar dienen de prioriteiten te liggen?

De derde feministische golf in Nederland splitst vrouwen op in allochtoon en autochtoon. Voor ‘autochtone’ vrouwen lijkt het een strijd te zijn voor betere doorstroomkansen naar de top en een strijd tegen onhaalbare opgelegde schoonheidsnormen (jong, slank, energiek, en sexy all the time!).

De strijd van ‘allochtone’ vrouwen lijkt over heel andere dingen te gaan, namelijk eerwraak, geloof, hoofddoek, besnijdenis en gedwongen huwelijken. Zowel Cisca Dresselhuys als Hedy d’Ancona (in het onlangs verschenen Zwartboek, de positie van vrouwen wereldwijd) stelde enigszins maternalistisch vast dat juist allochtone en niet-westerse vrouwen de nieuwe feministische beweging dienen vorm te geven en daarbij kunnen profiteren van de tweede golf lessen van westerse vrouwen om zaken als eerwraak en besnijdenis te lijf te gaan.

Het lijkt alsof autochtonen ervan uitgaan dat allochtone vrouwen zoveel achterstand op hen hebben, dat ze eerst die achterstand moeten inlopen om in de emancipatiebeweging mee te mogen lopen. Maar hebben autochtone en allochtone vrouwen wel andere problemen? Slechts een minderheid van de allochtone vrouwen in Nederland heeft te maken met zaken als eerwraak, besnijdenis en uithuwelijking – ook voor hen zijn dit extreme situaties.

Allochtone vrouwen delen met de autochtone vrouwen de last van discriminatie op de arbeidsmarkt, geringe doorstroomkansen naar topfuncties, en de media-maniakale beeldvorming van vrouwelijkheid. In een land waar de christelijke regeringspartijen verworvenheden van de emancipatie van de vrouw trachten terug te draaien; waar de invloed van de salafitische richting, die de moslimvrouwen verder achter de man probeert te duwen, binnen de islam groeit (vorige week geconstateerd door de AIVD); en waar de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders moslims tegenover autochtonen plaatst, daar is een gezamenlijk machtsblok van allochtone en autochtone vrouwen prioriteit nummer één.

Wat arbeid betreft: alle vrouwen in Nederland, allochtoon en autochtoon, delen de achterstandspositie op de arbeidsmarkt. Slechts 10 procent van de top in het bedrijfsleven en de overheid is vrouw, 73 procent van de Nederlandse vrouwen werkt in deeltijd en is daarmee niet volledig economisch onafhankelijk. Verder hebben autochtone en allochtone vrouwen gemeen dat zij meer risico lopen in armoede te leven dan mannen. Vooral alleenstaande vrouwen lopen dat risico (het CBS waarschuwde in februari hiervoor).

Onderzoeken laten daarnaast zien dat allochtone meisjes grote ambities hebben: ze willen hogere vormen van studie volgen, ze willen in hun vakgebied werken en ze willen gezin en carrière combineren. Dat willen autochtone meisjes ook, maar die geven eerder aan een stap terug te zullen doen als ze kinderen krijgen. De cijfers tonen aan dat ze dezelfde obstakels tegenkomen: glazen plafond, kinderopvang, ongelijke beloning voor hetzelfde werk. Gezamenlijk strijden voor economische zelfstandigheid dient in het hart van de emancipatoire beweging te staan, omdat het helpt de andere problemen waar (jonge) vrouwen tegen oplopen, op te lossen. Een economisch zelfstandige vrouw wordt bijvoorbeeld minder snel uitgehuwelijkt. Zij kan ook gemakkelijker in opstand komen tegen besnijdenis van haar nichtjes door hen onder haar hoede te nemen. En wat te denken van de voorbeeldfunctie die ze uitstraalt? Eén allochtone vrouw als manager heeft meer invloed dan tien imams in de moskee.

Wat betreft seksualiteit en zelfbeschikking lijken er op het eerste gezicht verschillen te zijn. Voor de moslima kan het symbolische ‘ontkleden’, het op de kaart zetten van haar seksualiteit, het flirtend verleggen van de grenzen en het claimen van haar vrouwelijkheid een daad van emancipatie zijn, terwijl de autochtone vrouw juist de grenzeloosheid en de maakbaarheidsdwang ter discussie wil stellen. De schaamlipcorrectie, een extreme consequentie van het westerse schoonheidsideaal, ontmoet op ironische wijze het ‘ideaal’ van haar islamitische zuster op de operatietafel die een maagdenvliesoperatie of een besnijdenis ondergaat. Beide zijn uitwassen van eenzelfde symptoom, namelijk dat vrouwen nog altijd proberen te voldoen aan een door mannen opgelegde norm van kuisheid, seksualiteit en schoonheid. De commercialisering van schoonheid en seksualiteit treft álle vrouwen. Maar het debat hierover wordt vooralsnog alleen door autochtone vrouwen gevoerd.

Autochtone vrouwen dienen op hun beurt het misplaatste maternalisme (‘wij willen hen wel helpen bij hun strijd maar ze moeten het zelf doen!’) en tevredenheidsgevoel te laten varen (‘onze emancipatie is voltooid!’). De retorische wijze waarop Heleen Mees haar gedachtegoed in bestraffende imperatieven uitdraagt (‘de Nederlandse vrouw is lui en niet ambitieus!’) stimuleert het debat en is in grote lijnen juist, maar is niet vruchtbaar. Het leidt terecht tot irritatie bij autochtone vrouwen die zich niet in haar typering herkennen.

Vruchtbaarder is: een krachtige beweging vormen door het vertrekpunt ‘wat kúnnen vrouwen en wat bindt hen’ in plaats van ‘wat zijn hun beperkingen en verschillen’. Wij noemen dat het mediterrane gevoel in alle vrouwen. Dat behelst: leren genieten van de ‘zonnige’ kanten die emancipatie ons heeft gebracht, namelijk de keuzevrijheid van de vrouwen die nu groter is dan ooit. Maar ook voorbereid zijn op de harde winters. Denk aan de keuzevrijheid die dreigt te worden ingeperkt door de ChristenUnie, religieuze bewegingen en de commercie. Aan het bewaken van individualiteit maar ook het kracht ontlenen aan het behoren bij een gemeenschap. Strijdlustig zijn ondanks sociale druk om ambities te laten varen. De dialoog zoeken in plaats van mee te gaan in de maatschappelijke polariserende trend. Optimistisch en krachtig streven naar de top, maar zonder daarbij de vrouwelijkheid compleet overboord te zetten.

De derde feministische golf moet er een zijn van autochtone en allochtone vrouwen samen. Alleen zo kunnen wij een effectief machtsblok vormen voor de belangrijkste thema’s van de feministische agenda: arbeidsparticipatie, seksualiteit en armoede.


Bron: nrc.nl

Olive Yao
21-08-07, 19:24
NIET DE RECLAME MAAR HET BREIN ZEGT “MOOI!”

Marcel Zuijderland, NRC Next woensdag 25 april 2007


Schoonheidsideaal is evolutionair bepaald; wat mooi is staat al duizenden jaren vast

Volgens Dove is het huidige schoonheidsideaal voor vrouwen onrealistisch, en de druk om eraan te voldoen zo groot dat veel vrouwen ongelukkig worden met hun uiterlijk. Daarom startte de fabrikant van verzorgingsproducten twee jaar geleden een campagne met advertenties waarop nu eens geen supermodellen waren te zien, maar gewone, “echte” vrouwen.

Met het campagnefilmpje Evolution wil Dove zelfs laten zien dat de modellenschoonheid, die we dagelijks door media en commercie krijgen voorgeschoteld, niet eens authentiek is: de kijker ziet hoe een niet bijzonder knappe vrouw door styling en photoshop beeldschoon op de foto komt te staan. Het filmpje eindigt met de text: “Geen wonder dat onze kijk op schoonheid zo vertekend is”.

De campagne onderscheidt zich van andere cosmetica-advertenties door zich niet als “verleiding” maar als een cultuurkritisch pamflet te presenteren. Dove verklaart de cultuur ziek. En de diagnose luidt: een ongezonde fixatie op een onnatuurlijk schoonheidsideaal. Als schuldige wordt de commercie aangewezen; bedrijven houden het ideaal onbereikbaar om producten te kunnen verkopen die beloven dat het wel haalbaar is.

Je zou bijna vergeten dat de kritiek van Dove zelf ook gewoon een reclamecampagne is. Dove is een commercieel bedrijf. Niet de vrouwen, maar de verkoopcijfers doen ertoe. Dat kan aanleiding geven tot cynisme. Toch is het commerciële motief te billijken als het Dove zou lukken om alle vrouwen zich weer mooi te laten voelen “zoals ze zijn”. Maar dat is onmogelijk.

Schoonheid is namelijk niet innerlijk maar uiterlijk, niet subjectief maar objectief en bovendien schaars. Alle onderzoeken naar wat “aantrekkelijk” wordt gevonden bevestigen dit gegeven: het is altijd dezelfde jonge, gezonde vrouw met symmetrische trekken, grote ogen, een smalle neus, een kleine kin en volle lippen die het aantrekkelijkst wordt gevonden – waar ter wereld ook. Slechts de culturele voorkeuren – dikker of dunner, blauwe of bruine ogen, wel of geen spleetje tussen de tanden – variëren.

De aantrekkelijkheid van dit “basismodel” is evolutionair bepaald. De mens is in de afgelopen millenia afgeleerd om sterke prikkels te krijgen bij alles wat van het model afwijkt. We reageren minder sterk op “lelijk” en “oud”, omdat het brein dat vertaalt naar zwakker of verminderd nageslacht. Jong en symmetrisch betekent “vruchtbaar” en dus aantrekkelijk.

Het verwijt dat media en bedrijven een fictief schoonheidsideaal onderhouden klopt dus niet. De vrouwen in reclames, op televisie en in tijdschriften werden voor het mediatijdperk ook al mooi gevonden. Aan dat ideaal is niets vertekend. Ook het verwijt dat de commercie het belang van een mooi uiterlijk teveel benadrukt is niet terecht. Toen uithuwelijking nog practijk was, waren - naast het uiterlijk – vooral status, traditie en ouderlijk gezag van belang. Met de opkomst van de moderne, geïndividualiseerde samenleving verloren deze normen hun waarde en bleef het uiterlijk als het belangrijkste kapitaal op de relatiemarkt over. De wens om juist dat kapitaal te vergroten groeide. Bedrijven plachten, zoals gebruikelijk, slechts aan die vraag te voldoen.

Natuurlijk is de commercie in onze cultuur zo alom vertegenwoordigd dat ze als opdringerig kan worden ervaren. Was schoonheid voorheen nog een schaarse verschijning, nu lonkt ze op elk bushokje. De aanklacht tegen de “terreur van de schoonheid” is in die zin op zijn plaats.

Overigens gaat Dove in de aanklacht tegen het onrealistische schoonheidsideaal lang niet zo ver als ze zelf beweert. De “echte” vrouwen van Dove zijn immers verre van oud en “lelijk”. Ze zijn weliswaar rond en royaal, maar hun buik is plat en hun taille smal. Ze hebben prachtig haar, gave witten tanden, een mooie huid, prettige gezichten en ze zijn nog lang geen 40. Met hun volslanke, wulpse en brutale vitaliteit vormen deze dames geen radicale breuk met het schoonheidsideaal voor zover deze op vruchtbaarheid is gebaseerd. Het is moeilijk voor te stellen dat deze vrouwen ooit onder een “vertekend beeld van schoonheid” hebben geleden.

Duizenden jaren van evolutionaire afstemming zullen het schoonheidsideaal niet zomaar prijsgeven aan de revolutionaire bedoelingen van Dove. Toch blijft het een sympathiek gebaar dat Dove alle vrouwen recht op schoonheid wil geven.

[Er volgt nu een passage met de onvermijdelijke verwijzing naar Nietzsche die ik zo onzinnig vind dat ik geen zin heb om hem over te typen en hem weglaat, O. Y.]

Want alle vrouwen zijn mooi. Niet omdat het zo is, maar omdat alleen de liefde de moeder van de schoonheid is, en alle vrouwen lief zijn.