PDA

Bekijk Volledige Versie : een middenklasse in paniek is een democratie in gevaar



Orakel
02-09-07, 21:41
Net genoeg verdienen om het te redden

De middenklasse wapent zich wereldwijd in de marge van de steden tegen de globalisering. Zuchtend en steunend, maar niet zonder hoop. We moeten sterk zijn en aan onszelf denken, zegt Francis Pegny in zijn dorp op anderhalf uur rijden van Parijs. Slot van een serie.

Door onze correspondent René Moerland

Illiers-Combray, 31 augustus. Dat heerlijke gevoel te wonen in een wereld op menselijke maat. Toen Francis Pegny (50) gisteren in zijn dorp naar de bakker ging, liepen zeven kinderen met hem mee – inclusief vijf buurkinderen bij zijn gloednieuwe koophuis. De burgemeester lachte hem toe: gelukkig zijn ze niet allemaal van u, Francis!

Wat een verschil met Chartres, de stad twintig kilometer verderop waar zijn vrouw Karine (37) en hij tot negen maanden geleden woonden. Toen hij daar tegen de buren in zijn huurflat klaagde dat hun zoons spuug smeerden op de leuning in het trappenhuis, werd voor straf zijn auto bekrast.

Nee, dan Illiers-Combray, lieflijk dorpje van 5.000 inwoners op anderhalf uur rijden van Parijs. Op een met klimplanten bedekte straathoek staat het huis van tante Léonie. Een museum. Hier bracht Proust als kind uren spelend door, die hij later verheerlijkte in A la recherche du Temps Perdu.

Honderd jaar later is Illiers-Combray nog steeds een droomhaven – van de middenklasse. Als je te voet het park doorsteekt, daagt het paradijs van Monsieur en Madame Tout-le-Monde. Een kavel met vrij zicht op de glooiende landbouwgronden rondom. Sinds Kerst wonen Francis en Karine Pegny hier met hun kinderen van zeven en vier. In hun eerste koophuis. Kinderen spelen in de modderpoelen die tuinen zullen worden.

Francis en Karine Pegny rekenen zich tot de middenklasse. „Wij verdienen net genoeg om onszelf te redden”, definieert Karine aan de eettafel in de keuken, in een decor van drogende was. Op de leren fauteuil geeuwt een spitse zwarte kat. „Van de buren”, licht Francis toe. De kinderen spelen buiten – ze zullen zich pas melden als ze moe worden. De vakantie loopt op haar einde.

Deze zomer was deze krant op bezoek bij de middenklasse in de wereld. In de wetenschap dat geen klasse zo verschillend is. In Engeland hangt de middenklasser niet ver onder de upper class. Huizenbezit en toegang tot goede scholen hoort erbij. In de Verenigde Staten voelt de middenklasser zich bijna arm – hoe hard hij ook werkt. In Indonesië werkt hij ook altijd, maar voor het gevoel (misschien wel) rijk te zijn. In Spanje slaat de stemming om. Na een inhaalslag verwachten middenklassers nu dat de toekomstige generaties het minder breed zullen krijgen. Maar er zijn ook constanten. Van Shanghai tot Johannesburg geldt: tot de middenklasse behoren is in de eerste plaats een gevoel.

Overal zijn middenklassers niet rijk genoeg om zorgeloos te zijn, en niet arm genoeg voor hulp. En er werd in elk geval één trend zichtbaar: er is een mondiale sociaal-geografische hergroepering gaande. Van Jakarta tot New York is er voor de middenklasse steeds minder plaats in de stad. De centra zijn voor kantoren en bobo’s. De multiculturele probleemwijken verloederen. De villawijken verderop zijn te duur. Een middenklasser die zijn toekomst wil verzekeren, verschanst zich ergens voorbij de files, in goedkope nieuwbouwhuizen. Waar (spel-)computers veilig kunnen worden opgeborgen en de auto op het erf kan worden geparkeerd. Waar efficiënte winkelcentra even dichtbij zijn als school en ziekenhuis, zo bleek uit die verhalen.

„Alle voorzieningen in de buurt. Dat was voor mij heel belangrijk om me hier te vestigen.” Karine Pegny, medewerker op een boekhouderskantoor in Chartres, moest erg wennen aan het idee dat haar toekomst in Illiers zou liggen. Ze kon zich een paar jaar geleden nog niet voorstellen dat ze ooit de stad uit zou gaan. Ze woonde sinds haar kindertijd in Chartres, een van de aantrekkelijke provinciesteden op forensafstand van Parijs.

Toen ze besloten een huis te bouwen, begonnen ze met zoeken in de gemeenten die tegen Chartres aanleunen. Onbetaalbaar. „,We zouden in een caravan moeten wonen”, zegt Karine. „Vooral bij mij kwam dat hard aan”, bekent Francis. „We voelden ons arm. Ik dacht: we zullen nooit ons eigen huisje hebben.”

De cijfers komen op tafel. Frankrijk is een middenklasseland bij uitstek. Driekwart van de bevolking rekent zich ertoe. Sociologen houden het op tweederde – ergens in de ruime inkomensklasse tussen netto 1.143 en 3.429 euro per maand. Als Karine en Francis zich over de tabellen buigen verslikken ze bijna. Met ongeveer 2.500 euro netto per maand horen ze bij het bovenste deel van de middenklasse! „We zijn bijna welvarend”, zegt Francis. Hij kauwt even op de gedachte.

Met buurman Frédéric Poullain (31), die elke dag twee uur naar zijn werk bij Parijs treint, filosofeerde hij die middag nog of middenklasse eigenlijk nog wel een goede term is. „De scheiding ligt steeds elders”, had buurman Frédéric gezegd, „tussen aan de ene kant rijken die mee kunnen komen in het systeem en voor wie alles open ligt, en aan de andere kant de armen, die erbuiten vallen en hun achterstand nooit meer inhalen.”

Dat had Francis aan het denken gezet. Hij draagt een uitkering bij aan het gezinsinkomen. Net 1.000 euro. 40 procent van zijn vroegere inkomen. Hij was logistiek expert voor vrachtvervoer. Vijf jaar geleden smakte een chauffeur die als Tarzan uit zijn truck slingerde tegen hem aan. Nu is hij invalide. Vermolmde rug. Hij is elke dag thuis, doet de zorg voor de kinderen. „Zonder Karine had ik bij de verliezers gehoord. Dan was ik uit het systeem gevallen.”

Ook dat is een wereldwijd kenmerk van de middenklasse: angst. Om de onzekere toekomst voor de kinderen, om de altijd maar hogere woonlasten en de kans op tegenspoed in het algemeen. Maar het is geen hysterische angst. Eerder een permanente staat van zorgelijkheid. Een middenklasser klaagt, maar telt ook zijn zegeningen. Zijn angsten bestrijdt hij met flink rekenen en behoedzaam investeren. Geen risico’s. Alles op een koopje. De Pegny’s hebben een auto, een computer en een hypotheek. Ze kunnen voorlopig geen grote uitgaven meer doen. Op het werk van Karine staat het vol Ikea-meubelen, maar zelf houden ze daar niet van. Hun meubels moeten van klassiek hout zijn, en niet duur. Hun tafel hebben ze gewoon bij de hypermarkt gekocht, de Carrefour. Francis wijst naar het pas gewitte plafond. „Het liefst hadden we houten balken ingebouwd”, zegt hij. Maar dat is veel te duur. Daarom hebben ze nu een standaardhuis. Voor 180.000 euro op ruim 835 vierkante meter grond.

Toen de verhuizing naar Illiers een feit was, kreeg Karine een terugslag. Ze kon de verbanning uit de stad niet aan. „Ik voelde me zo buitengesloten.” In Chartres vroegen ze haar: waarom doe je je kinderen bij al die boeren op school? Het geplande familiefeest met Kerst in hun nieuwe huis moest elders gevierd worden. De drempel was zo hoog geworden als de berg dozen die onuitgepakt binnen stond.

Angst voor sociale declassering is een sleutelwoord geworden van de middenklasse, beweerde de socioloog Louis Chauvel vorig jaar in het essay Les classes moyennes à la dérive (De middenklassen op drift). De prijs voor zekerheid, zoals een eigen huis, wordt steeds hoger. De verbanning uit de steden – de economische centra – is een teken van hun nieuwe kwetsbaarheid. Globalisering heeft een einde gemaakt aan hun vertrouwen dat economische groei hun en de kinderen ten goede komt.

Chauvels essay werd het lijfboek voor Franse politici op verkiezingscampagne. Hij leverde verklaringen voor het pessimisme van de Fransen, voor hun antiglobalisme, voor hun angst voor de toekomst, voor de markt, voor immigratie. Anders gezegd: een middenklasse in paniek is een democratie in gevaar.

Maar de breuk met het optimisme lijkt in elk geval niet wereldwijd. In booming economieën als China en India groeit juist de groep middeninkomens die zich op eigen kracht toegang kan verschaffen tot luxe, scholing en een zo veilig mogelijke toekomst. De hoop dat de kinderen het beter kunnen krijgen groeit mee. In China ontstaat zelfs in onstuimige vaart de grootste middenklasse uit de geschiedenis. De mondiale verhoudingen veranderen, sneller dan ooit tevoren, dat wel.

Als je Karine en Francis Pegny vraagt of ze geloven dat Frankrijk – Europa – over dertig jaar nog even rijk zal zijn, knikken ze meteen. „Maar we moeten er wel harder voor werken”, zegt Karine. Frankrijk redt het niet alleen, denkt Francis. „We hebben Europa nodig. Alle voorwaarden zijn aanwezig, in onze cultuur, onze economie om mee te doen aan de globalisering. Maar Europa moet sterk zijn.”

Iedereen moet afscheid nemen van de geruststellende wereld van eeuwige veiligheid. Weerbaar zijn. Dat moet je kinderen leren, vindt Francis. „Je moet eerst aan jezelf denken. Zo is het tegenwoordig nu eenmaal.” Maar tegelijk wil een ouder ook bescherming bieden. Hij denkt daar veel over na. In Illiers-Combray houdt hij de kinderen weg van het nieuws – te gewelddadig. Maar in Chartres verborg hij ook geweld in hun eigen straat. De kras in de auto hebben ze nooit gezien.

Francis maakt zich zorgen. „We zijn bezig alles te verkwanselen. Familiewaarden, saamhorigheid, respect.” De mentaliteit verandert. In China klaagt de middenklasse al net zo. Francis ziet het bij de judoles van Hugo, zijn zoon. Nu eens komen achttien kinderen opdagen, dan twaalf. En als er iets bijzonders op tv is, zijn er maar negen. „Kinderen willen tegenwoordig alles, maar ze zetten zich nergens voor in.” Zo moet het niet, vindt hij. „Je moet leren winnen. Volhouden. Soms verlies je, dat hoort erbij. Maar je houding moet zijn dat je altijd verder wil komen.”

De Pegny’s rekenen wat dat betreft op hun kinderen. Elke maand gaat een bescheiden bedrag naar het spaarboekje. Straks moeten zij immers lang doorleren om zich te kunnen redden. Minstens vier of vijf jaar na het eindexamen. „En dan een opleiding waarmee je werk krijgt.”

Ook Karine denkt erover weer te gaan studeren. Misschien neemt ze een jaar vrij, als het financieel kan. Ze wil volwaardig boekhouder worden, carrière maken. En dan? Terug naar de stad? Nee, Karine heeft zich verzoend met Illiers-Combray. Laat haar maar forensen. „Chartres is voor mij een beetje Parijs geworden. Zo druk, zo gestresst. Elke dag leef ik op als ik thuiskom.”

Dit is de negentiende en laatste aflevering in een serie over de middenklasse in de wereld. De vorige afleveringen staan op nrc.nl/economie.
31 augustus 2007