PDA

Bekijk Volledige Versie : M. Theresa:"Ik voel dat God me niet wil, dat God God niet is, dat God niet bestaat."



Marsipulami
05-09-07, 08:46
Moeder Teresa’s donkere nacht


ANTWERPEN (RKnieuws.net) - Vandaag, woensdag 5 september, is het precies tien jaar geleden dat Moeder Teresa (1910-1997) overleed. Binnenkort verschijnt een boek met haar dagboeken en brieven onder de titel Mother Teresa: Come Be My Light. Fragmenten daarvan verschenen recentelijk in het gerenommeerde magazine Time en ontlokten hevige controverse. De heilige van de goot bleek namelijk de laatste vijftig jaar van haar leven door een gevoel van godverlatenheid gekweld. Is daarmee aangetoond dat die eminente geloofsicoon van de twintigste eeuw hypocriet was en de kerk die haar vereert, huichelachtig? Neen, het brengt haar net in beeld als een intrigerende mystica met een grote relevantie voor deze tijd.
,,In mijn ziel voel ik vreselijke pijn die met een groot verlies gepaard gaat,’’ schreef ze in 1959. ,,Ik voel dat God me niet wil, dat God God niet is, dat God niet bestaat.’’ Wie niet vertrouwd is met de mystieke literatuur, leest zulke woorden – het zijn zowat de strafste uit het hele boek – als een glasheldere belijdenis van geloofsafval. Hoe dat te rijmen valt met een leven van radicale evangelische dienstbaarheid aan de armsten en met een veeleisend gebedsleven, stemt tot nadenken.

Dat de verdenking van ‘huichelachtigheid’ opklinkt, verwondert niet. Zeker in het geval van Moeder Teresa, wier persoon en werk bij leven al controverse wekten. Terwijl ngo’s en geëngageerde economen wereldwijd de structurele mechanismen van onrechtvaardigheid blootlegden, maakte ze nooit enig politiek statement. Ze zwoer bij individuele caritas: mensen uit de goot oprapen en hen wat menselijke nabijheid en een waardig levenseinde schenken. Een zeldzame keer verdedigde ze zich: dat ze niet was geroepen om systemen te veranderen – daar waren gelukkig anderen mee bezig – maar om er te zijn voor de actuele slachtoffers, de meest verlatenen.

Die solidariteit met verlaten mensen komt nu in een nieuw licht te staan: ze was zelf ook een verlatene. Het fenomeen van de ‘donkere nacht’ is bekend in de spirituele geschiedenis. Grote mystici als Johannes van het Kruis (zie blz. 14), Teresa van Avila of Thérèse van Lisieux, maakten het ook mee. Op hun weg naar heiligheid beleefden ze periodes van extreme godverlatenheid. Of beter: waren ze aangewezen op de trouw aan hun roeping en op hun loutere geloof in Gods – reële, maar onvoelbare – nabijheid.

Die ervaring is verwant aan wat zich in de partnerliefde afspeelt: ook die krijgt, na de aanvankelijke overrompelende verliefdheid, een rustiger elan, kent haar dorre periodes, maar rijpt op haar best tot een intense, milde liefde. De vergelijking illustreert hoe moeilijk de hele kwestie ligt in onze cultuur.

Mystici van hun kant ontwikkelen door hun gevoel van godverlatenheid veelal een innige band met de verlaten Christus aan het kruis die uitriep ,,God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’’ Dat ze zo op een duizelingwekkende manier het hart van het christelijke geloofsgeheim naderen, hoeft geen betoog.

De ontdekking dat ook Moeder Teresa in dat rijtje thuishoort, doet haar betekenis ver boven haar oorspronkelijke apostolaat uitstijgen. Ze heeft blijkbaar niet alleen een boodschap voor dakloze dompelaars, maar ook voor wie met existentiële geloofstwijfels kampt: voor athe-isten, twijfelaars, zoekers en… gelovigen. Voor iedereen dus.

Althans voor iedereen die bereid is een soortgelijke existentiële strijd te leveren. Teresa’s ervaring staat ver af van het praktische atheïsme, het leven ‘etsi Deus non daretur’ – alsof God niet bestond – van de gemiddelde westerse consument. Ze had om te beginnen weet van een initiële ‘aanraking’ en cultiveerde ook haar leven lang een zoektocht naar God. Die was weliswaar getekend door verlangen, gemis en pijn, maar getuigde juist daardoor wel van een intense godsbetrokkenheid.

De ‘affaire-Teresa’ vormt ten slotte een appel voor de kerk op het oude continent. In de meeste Europese landen beschikt de katholieke gemeenschap over een stevig uitgebouwd caritasnetwerk. De kerk van ons land behoort daarin tot de koplopers. Op die manier lijkt de evangelische armen- en ziekenzorg verzekerd. Bij nader toezien heerst evenwel vaak een schrijnende leegte in de geloofsbeleving. Daar bestaat een woord voor: ecclesiaal atheïsme. Dat wil zeggen: in de kerk ‘los van God’ geraken. Tegen die kwaal vormt Mother Teresa: Come Be My Light een uitstekend medicijn. Hopelijk laat een Nederlandse vertaling niet lang op zich wachten.

knuppeltje
05-09-07, 09:49
Geplaatst door Marsipulami
Moeder Teresa’s donkere nacht


ANTWERPEN (RKnieuws.net) - Vandaag, woensdag 5 september, is het precies tien jaar geleden dat Moeder Teresa (1910-1997) overleed. Binnenkort verschijnt een boek met haar dagboeken en brieven onder de titel Mother Teresa: Come Be My Light. Fragmenten daarvan verschenen recentelijk in het gerenommeerde magazine Time en ontlokten hevige controverse. De heilige van de goot bleek namelijk de laatste vijftig jaar van haar leven door een gevoel van godverlatenheid gekweld. Is daarmee aangetoond dat die eminente geloofsicoon van de twintigste eeuw hypocriet was en de kerk die haar vereert, huichelachtig? Neen, het brengt haar net in beeld als een intrigerende mystica met een grote relevantie voor deze tijd.
,,In mijn ziel voel ik vreselijke pijn die met een groot verlies gepaard gaat,’’ schreef ze in 1959. ,,Ik voel dat God me niet wil, dat God God niet is, dat God niet bestaat.’’ Wie niet vertrouwd is met de mystieke literatuur, leest zulke woorden – het zijn zowat de strafste uit het hele boek – als een glasheldere belijdenis van geloofsafval. Hoe dat te rijmen valt met een leven van radicale evangelische dienstbaarheid aan de armsten en met een veeleisend gebedsleven, stemt tot nadenken.

Dat de verdenking van ‘huichelachtigheid’ opklinkt, verwondert niet. Zeker in het geval van Moeder Teresa, wier persoon en werk bij leven al controverse wekten. Terwijl ngo’s en geëngageerde economen wereldwijd de structurele mechanismen van onrechtvaardigheid blootlegden, maakte ze nooit enig politiek statement. Ze zwoer bij individuele caritas: mensen uit de goot oprapen en hen wat menselijke nabijheid en een waardig levenseinde schenken. Een zeldzame keer verdedigde ze zich: dat ze niet was geroepen om systemen te veranderen – daar waren gelukkig anderen mee bezig – maar om er te zijn voor de actuele slachtoffers, de meest verlatenen.

Die solidariteit met verlaten mensen komt nu in een nieuw licht te staan: ze was zelf ook een verlatene. Het fenomeen van de ‘donkere nacht’ is bekend in de spirituele geschiedenis. Grote mystici als Johannes van het Kruis (zie blz. 14), Teresa van Avila of Thérèse van Lisieux, maakten het ook mee. Op hun weg naar heiligheid beleefden ze periodes van extreme godverlatenheid. Of beter: waren ze aangewezen op de trouw aan hun roeping en op hun loutere geloof in Gods – reële, maar onvoelbare – nabijheid.

Die ervaring is verwant aan wat zich in de partnerliefde afspeelt: ook die krijgt, na de aanvankelijke overrompelende verliefdheid, een rustiger elan, kent haar dorre periodes, maar rijpt op haar best tot een intense, milde liefde. De vergelijking illustreert hoe moeilijk de hele kwestie ligt in onze cultuur.

Mystici van hun kant ontwikkelen door hun gevoel van godverlatenheid veelal een innige band met de verlaten Christus aan het kruis die uitriep ,,God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’’ Dat ze zo op een duizelingwekkende manier het hart van het christelijke geloofsgeheim naderen, hoeft geen betoog.

De ontdekking dat ook Moeder Teresa in dat rijtje thuishoort, doet haar betekenis ver boven haar oorspronkelijke apostolaat uitstijgen. Ze heeft blijkbaar niet alleen een boodschap voor dakloze dompelaars, maar ook voor wie met existentiële geloofstwijfels kampt: voor athe-isten, twijfelaars, zoekers en… gelovigen. Voor iedereen dus.

Althans voor iedereen die bereid is een soortgelijke existentiële strijd te leveren. Teresa’s ervaring staat ver af van het praktische atheïsme, het leven ‘etsi Deus non daretur’ – alsof God niet bestond – van de gemiddelde westerse consument. Ze had om te beginnen weet van een initiële ‘aanraking’ en cultiveerde ook haar leven lang een zoektocht naar God. Die was weliswaar getekend door verlangen, gemis en pijn, maar getuigde juist daardoor wel van een intense godsbetrokkenheid.

De ‘affaire-Teresa’ vormt ten slotte een appel voor de kerk op het oude continent. In de meeste Europese landen beschikt de katholieke gemeenschap over een stevig uitgebouwd caritasnetwerk. De kerk van ons land behoort daarin tot de koplopers. Op die manier lijkt de evangelische armen- en ziekenzorg verzekerd. Bij nader toezien heerst evenwel vaak een schrijnende leegte in de geloofsbeleving. Daar bestaat een woord voor: ecclesiaal atheïsme. Dat wil zeggen: in de kerk ‘los van God’ geraken. Tegen die kwaal vormt Mother Teresa: Come Be My Light een uitstekend medicijn. Hopelijk laat een Nederlandse vertaling niet lang op zich wachten.

Als zelfs die het zegt.....