Qaiys
12-09-07, 01:53
Vooral CDA hoort Wilders te stuiten (opinie)
Joop van Rijswijk, CDA-lid en oud-fractiemedewerker van de ARP en het CDA
Het zou premier Balkenende sieren als hij duidelijk ’nee’ zou zeggen tegen de kroegtaal van Wilders.
Minister Vogelaar heeft de Nederlandse cultuur ’verraden’. Ze heeft ’gekwekt’ dat er in ons land, als gevolg van de immigratie van moslims, een ’joods-christelijk-islamitische cultuur’ zal ontstaan. Dus is ze ’knettergek’. Dat zei Geert Wilders in de Tweede Kamer tijdens de behandeling van het rapport van de WRR ’Dynamiek in islamitisch activisme’.
Daar tegenover kan worden gesteld dat de minister de enig passende conclusie trekt uit het feit dat er in ons land ruim een miljoen moslims wonen, die onze cultuur onvermijdelijk beďnvloeden. Het islamitische element is uit onze samenleving niet meer weg te denken. Sinds het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1587) heeft ons volk grote groepen immigranten in zich opgenomen: doopsgezinden uit Duitsland, hugenoten uit Frankrijk, joden uit Oost-Europa, Surinamers, Turken en Marokkanen.
Autochtone Nederlanders en immigranten kennen in cultureel opzicht onderlinge kruisbestuiving. Die leidt tot onze multiculturele samenleving. Vondel, Spinoza en Busken Huet waren immigranten of stamden uit families die in ons land toevlucht zochten en vonden. Veel islamitische immigranten zijn in ons land geďntegreerd. Zij hebben de Nederlandse nationaliteit. Ze spreken onze taal. Ze respecteren onze democratie en rechtsstaat en nemen daaraan deel. Ze proberen hun islamitische geloof in harmonie te brengen met onze moderne samenleving. De staatssecretarissen Aboutaleb en Albayrak zijn daar voorbeelden van.
Natuurlijk zijn er spanningen en fricties. Er zijn inderdaad imams die in de moskee haat prediken tegen onze samenleving van ’ongelovigen’. Het is waar dat er radicale moslims zijn die onze maatschappij met geweld uit haar voegen willen tillen. De aanslagen van 11 september, de moord op Van Gogh, de misdrijven van de Hofstadgroep wekken weerstand en belemmeren integratie van moslims in onze samenleving.
Men kan de minister-president slechts bijvallen als hij zegt dat die activiteiten zullen worden bestreden met alle middelen waarover de rechtsstaat beschikt, inclusief het strafrecht. Maar hij zou tegenover de moslims in ons land veel geloofwaardiger zijn als hij er in een adem bij zou zeggen dat de rechtsstaat ook optreedt tegen Geert Wilders. Want die heeft buiten de Tweede Kamer en dus niet onder het beslag van zijn parlementaire onschendbaarheid zoveel haatzaaiende en opruiende dingen over de islam gezegd, dat een strafvervolging tegen hem alleszins gerechtvaardigd zou zijn.
Van de een miljoen moslims in ons land zijn er ongeveer 2500 radicale activisten die tot geweld neigen. Dat komt neer op 0,25 procent van het totaal. Daarmee wordt het probleem niet gebagatelliseerd, maar tot de juiste proporties teruggebracht. In het Kamerdebat vorige week werd sterk de nadruk gelegd op het aspect van de openbare orde. Maar integratie gaat verder.
Hier heeft het CDA een bijzondere taak. Het heeft als emancipatie- en integratiepartij van rooms-katholieken en protestanten de potentie hierin een leidende rol te spelen en een brugfunctie te vervullen. Maar in de praktijk mist de partij hier profiel en koers. Ze wil vrede in het Midden-Oosten, maar weigert met Hamas te praten. Ze wil de moslims in de samenleving integreren, maar legt teveel eenzijdig het accent op de openbare orde.
Juist het CDA zou zijn beginselen van ’soevereiniteit in eigen kring’ en ’subsidiariteit’ onverkort ook op onze moslims moeten toepassen. Net als andere groepen moeten die zelf hun plaats in de samenleving vinden. De overheid biedt daarbij de helpende hand.
Het gaat niet aan alleen maar te wijzen op het gevaar van een kleine kwaadwillende minderheid binnen de islam. Natuurlijk moet daartegen streng worden opgetreden. Maar als men daarmee impliciet alle islamieten in een kwaad daglicht stelt, zou het CDA moeten denken aan de Spreukendichter: ’De drukking der melk brengt boter voort.’ Zo wordt radicaliteit niet tegengegaan maar bevorderd.
Ondertussen krijgen de escapades van Wilders in de media alle ruimte. Hij zet de koevoet in onze samenleving. Ook het CDA staat er werkeloos bij. Kennelijk weet het geen raad met de boosheid en het onbehagen in de eigen achterban. Maar het zou zichzelf en de samenleving als geheel een dienst bewijzen als het Wilders toont zoals hij is. Hij heeft geen respect voor zijn medemensen. Hij spreekt de taal van de kroeg. Die taal getuigt van gebrek aan kennis en van bot vooroordeel.
Daarom zou het premier Balkenende sieren als hij zijn pretenties waarmaakt. Van hem worden visie en leiderschap gevraagd. Onder zijn leiding moet de overheid ook principieel stelling nemen tegen Wilders en ook hem aanpakken als hij onze rechtsstaat tart. Want juist nu geldt meer dan ooit een motto van het CDA: de samenleving vernieuwen.
Joop van Rijswijk, CDA-lid en oud-fractiemedewerker van de ARP en het CDA
Het zou premier Balkenende sieren als hij duidelijk ’nee’ zou zeggen tegen de kroegtaal van Wilders.
Minister Vogelaar heeft de Nederlandse cultuur ’verraden’. Ze heeft ’gekwekt’ dat er in ons land, als gevolg van de immigratie van moslims, een ’joods-christelijk-islamitische cultuur’ zal ontstaan. Dus is ze ’knettergek’. Dat zei Geert Wilders in de Tweede Kamer tijdens de behandeling van het rapport van de WRR ’Dynamiek in islamitisch activisme’.
Daar tegenover kan worden gesteld dat de minister de enig passende conclusie trekt uit het feit dat er in ons land ruim een miljoen moslims wonen, die onze cultuur onvermijdelijk beďnvloeden. Het islamitische element is uit onze samenleving niet meer weg te denken. Sinds het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1587) heeft ons volk grote groepen immigranten in zich opgenomen: doopsgezinden uit Duitsland, hugenoten uit Frankrijk, joden uit Oost-Europa, Surinamers, Turken en Marokkanen.
Autochtone Nederlanders en immigranten kennen in cultureel opzicht onderlinge kruisbestuiving. Die leidt tot onze multiculturele samenleving. Vondel, Spinoza en Busken Huet waren immigranten of stamden uit families die in ons land toevlucht zochten en vonden. Veel islamitische immigranten zijn in ons land geďntegreerd. Zij hebben de Nederlandse nationaliteit. Ze spreken onze taal. Ze respecteren onze democratie en rechtsstaat en nemen daaraan deel. Ze proberen hun islamitische geloof in harmonie te brengen met onze moderne samenleving. De staatssecretarissen Aboutaleb en Albayrak zijn daar voorbeelden van.
Natuurlijk zijn er spanningen en fricties. Er zijn inderdaad imams die in de moskee haat prediken tegen onze samenleving van ’ongelovigen’. Het is waar dat er radicale moslims zijn die onze maatschappij met geweld uit haar voegen willen tillen. De aanslagen van 11 september, de moord op Van Gogh, de misdrijven van de Hofstadgroep wekken weerstand en belemmeren integratie van moslims in onze samenleving.
Men kan de minister-president slechts bijvallen als hij zegt dat die activiteiten zullen worden bestreden met alle middelen waarover de rechtsstaat beschikt, inclusief het strafrecht. Maar hij zou tegenover de moslims in ons land veel geloofwaardiger zijn als hij er in een adem bij zou zeggen dat de rechtsstaat ook optreedt tegen Geert Wilders. Want die heeft buiten de Tweede Kamer en dus niet onder het beslag van zijn parlementaire onschendbaarheid zoveel haatzaaiende en opruiende dingen over de islam gezegd, dat een strafvervolging tegen hem alleszins gerechtvaardigd zou zijn.
Van de een miljoen moslims in ons land zijn er ongeveer 2500 radicale activisten die tot geweld neigen. Dat komt neer op 0,25 procent van het totaal. Daarmee wordt het probleem niet gebagatelliseerd, maar tot de juiste proporties teruggebracht. In het Kamerdebat vorige week werd sterk de nadruk gelegd op het aspect van de openbare orde. Maar integratie gaat verder.
Hier heeft het CDA een bijzondere taak. Het heeft als emancipatie- en integratiepartij van rooms-katholieken en protestanten de potentie hierin een leidende rol te spelen en een brugfunctie te vervullen. Maar in de praktijk mist de partij hier profiel en koers. Ze wil vrede in het Midden-Oosten, maar weigert met Hamas te praten. Ze wil de moslims in de samenleving integreren, maar legt teveel eenzijdig het accent op de openbare orde.
Juist het CDA zou zijn beginselen van ’soevereiniteit in eigen kring’ en ’subsidiariteit’ onverkort ook op onze moslims moeten toepassen. Net als andere groepen moeten die zelf hun plaats in de samenleving vinden. De overheid biedt daarbij de helpende hand.
Het gaat niet aan alleen maar te wijzen op het gevaar van een kleine kwaadwillende minderheid binnen de islam. Natuurlijk moet daartegen streng worden opgetreden. Maar als men daarmee impliciet alle islamieten in een kwaad daglicht stelt, zou het CDA moeten denken aan de Spreukendichter: ’De drukking der melk brengt boter voort.’ Zo wordt radicaliteit niet tegengegaan maar bevorderd.
Ondertussen krijgen de escapades van Wilders in de media alle ruimte. Hij zet de koevoet in onze samenleving. Ook het CDA staat er werkeloos bij. Kennelijk weet het geen raad met de boosheid en het onbehagen in de eigen achterban. Maar het zou zichzelf en de samenleving als geheel een dienst bewijzen als het Wilders toont zoals hij is. Hij heeft geen respect voor zijn medemensen. Hij spreekt de taal van de kroeg. Die taal getuigt van gebrek aan kennis en van bot vooroordeel.
Daarom zou het premier Balkenende sieren als hij zijn pretenties waarmaakt. Van hem worden visie en leiderschap gevraagd. Onder zijn leiding moet de overheid ook principieel stelling nemen tegen Wilders en ook hem aanpakken als hij onze rechtsstaat tart. Want juist nu geldt meer dan ooit een motto van het CDA: de samenleving vernieuwen.