PDA

Bekijk Volledige Versie : Nederlandse melk houdt Afrika arm



IbnRushd
07-10-07, 23:32
Nederlandse melk houdt Afrika arm

Door: Marcel van Engelen
Gepubliceerd: vandaag 22:45
Update: vandaag 22:50

Boeren en boerinnen, meer dan een miljard wereldwijd. Over hen gaat het nieuwste boek van de Vlaamse ‘andersglobalist’ Dirk Barrez. Hoe kan het dat zij voor ons eten zorgen, maar zelf van de honger omkomen?

http://www.depers.nl/beeld/w178/2007/200710/20071007/NederlandseMelk-MarcelvanEngelen.178.jpg
Dirk Barrez: Koe 80 heeft een probleem. Uitgeverij EPO

De eerste zin in Koe 80 heeft een probleem is een aardige: ‘Toch geen boek over landbouw zeker?’ De schrijver zelf was de eerste die zich realiseerde dat het niet bepaald een sexy thema is. ‘In onze samenleving zijn boeren iets marginaals geworden’, zegt Barrez in het rokerige ‘buffet’ van het station van Leuven, zijn woonplaats. ‘Wie kent zelf nog een boer? Maar we eten wel allemaal, we willen dat ons voedsel veilig is en dat dat zo blijft. Vier op de tien actieve mensen van de wereldbevolking is boer of boerin, maar slechts vier procent van het inkomen komt bij hen terecht.’

Welk label zullen we eens op hem plakken? Antiglobalist? Andersglobalist? In zijn jongste boek schrijft Barrez een pleitbezorger van de vrije markt te zijn. ‘Overal waar dat het beste resultaat oplevert’, zegt hij. ‘Bij mobiele telefoons of auto’s werkt de markt prima. Maar als het om de voedselmarkt gaat, stuiten we op grote tekortkomingen, van de mondiale markt tenminste. En dan moet de overheid ingrijpen. Het opmerkelijke is dat we ons zorgen maken over energie, maar zelden over voedsel. Ik kan je vertellen: voedsel is onmisbaarder dan energie. De auto kunnen we laten staan.’

Dus ja, ‘andersglobalist’ kan. Voor een deel is antiglobalist zelfs gerechtvaardigd: de voedselmarkt zou per regio georganiseerd moeten worden, is de overtuiging van Barrez. West-Afrika zijn eigen markt, Zuid-Amerika, Zuid-Azië, Europa.

Een voorbeeld. Nu raken de veehouders in Senegal hun verse melk aan de straatstenen niet kwijt, omdat Senegalezen massaal melkpoeder kopen. Gekookt water erbij, veel goedkoper. Komt dikwijls uit Nederland, waar de boeren honderden koeien tegelijk machinaal melken en met subsidies hun product exporteren. Daar kunnen de Senegalese boeren niet tegenop. Nu niet, en in de toekomst niet. Ze hebben geen geld voor investeringen, geen geld om op grotere schaal te produceren. En dat is nodig om op de vrije wereldmarkt te kunnen concurreren.

Tegelijk voorzien we Afrikaanse landen als Senegal van miljoenen euro’s aan ontwikkelingshulp en patrouilleert de Europese Unie aan de kust voor West-Afrika, om te voorkomen dat nog meer jonge Senegalezen met houten vissersbootjes de overtocht maken naar de Canarische Eilanden. Hier wringt iets.

‘Overschotten bepalen de prijs op de internationale markten van voeding, zoals die van graan’, zegt Barrez. ‘De enige manier om te concurreren is je productie te verhogen. Maar een miljard boeren en boerinnen heeft vaak niet eens een trekdier, laat staan een tractor. Wie dan durft te vertellen dat ze beter moeten concurreren op de wereldmarkt, die dwaalt. Dat is alsof je een voetbalwedstrijd zou laten spelen tussen een wereldploeg uit Milaan en de amateurs uit jouw eigen gemeente. Dat is geen eerlijke wedstrijd.’

Barrez is op dreef. ‘Waarom laten we het inkomen van honderden miljoenen mensen afhankelijk zijn van de graanbeurs in Chicago? Bijna negentig procent van al het wereldwijd geoogste graan wordt nooit geëxporteerd, maar de prijs wordt wel mondiaal bepaald. Waarom geven we boeren in ontwikkelingslanden niet het recht zich te beschermen? Laat ze zich eerst ontwikkelen, sterker worden, voordat ze zich op de wereldmarkt begeven. Alle rijke landen, van Groot-Brittannië tot Zuid-Korea, hebben zich eerst geïndustrialiseerd achter min of meer gesloten grenzen. En nu moeten alle grenzen van de Wereldhandelsorganisatie open zijn.’

De kleine boeren in ontwikkelingslanden worden niet alleen vermalen in een ongelijke strijd met grote, professionele concurrenten zet Barrez in zijn boek uiteen, maar ook door grote conglomeraties van inkopers en distributeurs, die het grootste deel pakken van de prijs die de consument betaalt. Supermarkten.

Niet alleen de boeren in Afrika of Zuid-Amerika zijn daar de dupe van. ‘Vele dorpen in Frankrijk, Italië en Spanje verliezen hun vitaliteit, sterven uit of zijn volledig verlaten. En het vreemde is dat we wel naar die streken op vakantie willen. Omdat het er prachtig is, omdat we daar kennelijk het goede leven vinden.’

Barrez verdiepte zich na zijn studie politieke en sociale wetenschappen in ‘ontwikkelingseconomie’, was jarenlang tv-journalist bij VRT-achtergrondprogramma’s als Panorama en Terzake, en maakte in België vooral faam met zijn bestsellers Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw (1999) en De antwoorden van het antiglobalisme(2001). Er is weinig verbeelding voor nodig hem de Vlaamse versie van Naomi Klein of Noreena Hertz te noemen, de Canadese en Britse schrijfsters die een intellectueel gezicht gaven aan het antiglobalisme, een beweging die verder vooral in het nieuws is gekomen door zijn militante voorhoede, steevast rellend bij bijeenkomsten van de G8.

Waarom horen we zo weinig meer van de antiglobalisten, tegenwoordig liever andersglobalisten genoemd?

‘Klein en Hertz waren wegbereiders van een beweging die zich nu veel meer heeft verdiept en zich onttrekt aan de aandacht van de media, maar daardoor niet minder krachtig is. Boeren, vakbonden, milieuorganisaties. Ze werken allemaal internationaal samen en ze willen het allemaal anders. Ja, in zekere zin kun je Al Gore ook een andersglobalist noemen. In zijn analyse van de problemen tenminste. Hij wil ook dat de zaken anders geregeld worden.’

Barrez grijpt de boeren aan om de groeiende ongelijkheid in de wereld te illustreren. Maar niet alleen dat. In de landbouw ligt ook de óórzaak van veel armoede, en de sleutel om die ten goede te keren. In de jaren dat hij rondreisde als tv-journalist en documentairemaker ontmoette hij veel boeren. Hij logeerde bij hen, leerde door hun ogen naar de wereld te kijken. ‘Het is toch niet goed te praten dat veel Ethiopiërs van de honger omkomen, terwijl hun land voedsel exporteert naar andere landen?’

In veel analyses over het achterblijven van ontwikkelingslanden worden de Europese landbouwsubsidies genoemd. Die zouden de Afrikaanse economieën belemmeren om te groeien. In uw boek presenteert u cijfers waaruit blijkt dat deze subsidies bijna niet meer bestaan.

‘Ze bestaan nog wel maar zijn inderdaad sterk afgebouwd. Daar zit het grootste probleem ook niet. Het kippenvlees dat inwoners van Kameroen nu eten zijn gedumpte Europese vleesoverschotten. Die zijn mede ontstaan door subsidies. Toch, als die subsidies volledig zouden wegvallen, nemen de Braziliaanse vleesproducenten de markt over. Die produceren op enorme schaal, en daar kunnen Kameroense veehouders ook niet tegenop. De voedselmarkten hebben dus bescherming nodig. Het klopt inderdaad dat te veel ngo’s en andere organisaties nog steeds de Europese landbouwsubsidies als belangrijke oorzaak van armoede noemen. Zij zouden zich beter op de hoogte moeten stellen en hun analyses moeten aanpassen.’

U zegt: alle moderne welvaartsstaten hebben eerst hun landbouw kunnen ontwikkelen en zich van daaruit geïndustrialiseerd. Ontwikkelingslanden zouden ook die kans moeten krijgen. Tegelijk pleit u voor kleinschalige, familiale landbouwbedrijven. Dat zou de toekomst zijn. Staat dit niet haaks op elkaar?

‘Het boek heeft niet als uitgangspunt: klein is fijn. Ik begrijp je punt. Als tachtig procent van de inwoners van Burkina Faso boer blijft, waar haal je dan de leraren, doktoren en koopmannen vandaan die nodig zijn in een ontwikkeld land? De ideale uitkomst zal ergens in het midden liggen.’

U lijkt alles vanuit de mondiale markt van landbouwproducten te verklaren. De leegloop van het platteland naar de steden. De krottenwijken daar. Migratiestromen naar Europa. Maar is het echt zo simpel? Is de armoede niet ook een gevolg van pakweg droogtes, overstromingen, wanbeleid in het land zelf?

‘Ten eerste, het gaat hier niet om de verschillen tussen noord en zuid, tussen de Westerse wereld en ontwikkelingslanden. Het gaat om de twintig procent armsten versus de twintig procent rijksten. Die laatste groep woont ook in ontwikkelingslanden. Daar zijn ook winnaars van het mondiale systeem. Al wonen daar natuurlijk wel de meeste mensen die buiten de boot vallen.’

‘En natuurlijk zijn er ook andere factoren die een rol spelen. Maar met landbouw begint alles. Samenlevingen moeten de kans krijgen om hun landbouw sterker te maken en van daaruit hun welvaartsmachine uit te bouwen. Fabrieken neer te zetten, bijvoorbeeld. Want het is echt niet logisch dat een land als Senegal bijna de volle honderd procent van zijn katoen uitvoert, maar de stoffen voor de katoenen kleren die Senegalezen dragen allemaal zijn ingevoerd.’

depers.nl

fransjan
07-10-07, 23:57
Geplaatst door IbnRushd
[B]Nederlandse melk houdt Afrika arm

Door: Marcel van Engelen
Gepubliceerd: vandaag 22:45
Update: vandaag 22:50

Boeren en boerinnen, meer dan een miljard wereldwijd. Over hen gaat het nieuwste boek van de Vlaamse �andersglobalist� Dirk Barrez. Hoe kan het dat zij voor ons eten zorgen, maar zelf van de honger omkomen?

http://www.depers.nl/beeld/w178/2007/200710/20071007/NederlandseMelk-MarcelvanEngelen.178.jpg
Dirk Barrez: Koe 80 heeft een probleem. Uitgeverij EPO

De eerste zin in Koe 80 heeft een probleem is een aardige: �Toch geen boek over landbouw zeker?� De schrijver zelf was de eerste die zich realiseerde dat het niet bepaald een sexy thema is. �In onze samenleving zijn boeren iets marginaals geworden�, zegt Barrez in het rokerige �buffet� van het station van Leuven, zijn woonplaats. �Wie kent zelf nog een boer? Maar we eten wel allemaal, we willen dat ons voedsel veilig is en dat dat zo blijft..../B]
De basis van de Nederlandse melkveehouderij is altijd het familiebedrijf geweest. De schaalvergroting gaat wel door, maar dan zie je dus ook steeds verdere specialisatie.

Verder vind ik het niet raar dat Afrika melkproducten importeert. Nederland is qua klimaat ideaal voor grasetende koeien, misschien nog wel beter dan Afrika. Wij gaan op onze beurt onze koffie toch ook niet zelf verbouwen.

Red Sonja
08-10-07, 00:22
En zo gaat dat..

Vandana Shiva (http://www.daughters-sisters.org/8_interviews/vandanaShiva.htm)

..."Don’t listen to the voices of global corporations. Monsanto, for example, came to India about four years ago and started to buy up local seed companies. The result of all that concentration and deregulation has been that farmers are buying more costly seed, buying more pesticide and have become more dependent on external inputs. They are getting into such deep debt that hundreds and thousands of small farmers are now starting to commit suicide. We also have Monsanto subverting all the environmental laws of the country."

"...So companies like Monsanto and global institutions like the WTO aren’t just spreading genetic pollution, they’re spreading political pollution and knowledge pollution, too. That is the root of growing violence in our society."

Laten we maar zwijgen over Cargill :boogjes:

knuppeltje
08-10-07, 10:37
Geplaatst door IbnRushd
Nederlandse melk houdt Afrika arm

Door: Marcel van Engelen
Gepubliceerd: vandaag 22:45
Update: vandaag 22:50

Boeren en boerinnen, meer dan een miljard wereldwijd. Over hen gaat het nieuwste boek van de Vlaamse ‘andersglobalist’ Dirk Barrez. Hoe kan het dat zij voor ons eten zorgen, maar zelf van de honger omkomen?

http://www.depers.nl/beeld/w178/2007/200710/20071007/NederlandseMelk-MarcelvanEngelen.178.jpg
Dirk Barrez: Koe 80 heeft een probleem. Uitgeverij EPO

De eerste zin in Koe 80 heeft een probleem is een aardige: ‘Toch geen boek over landbouw zeker?’ De schrijver zelf was de eerste die zich realiseerde dat het niet bepaald een sexy thema is. ‘In onze samenleving zijn boeren iets marginaals geworden’, zegt Barrez in het rokerige ‘buffet’ van het station van Leuven, zijn woonplaats. ‘Wie kent zelf nog een boer? Maar we eten wel allemaal, we willen dat ons voedsel veilig is en dat dat zo blijft. Vier op de tien actieve mensen van de wereldbevolking is boer of boerin, maar slechts vier procent van het inkomen komt bij hen terecht.’

Welk label zullen we eens op hem plakken? Antiglobalist? Andersglobalist? In zijn jongste boek schrijft Barrez een pleitbezorger van de vrije markt te zijn. ‘Overal waar dat het beste resultaat oplevert’, zegt hij. ‘Bij mobiele telefoons of auto’s werkt de markt prima. Maar als het om de voedselmarkt gaat, stuiten we op grote tekortkomingen, van de mondiale markt tenminste. En dan moet de overheid ingrijpen. Het opmerkelijke is dat we ons zorgen maken over energie, maar zelden over voedsel. Ik kan je vertellen: voedsel is onmisbaarder dan energie. De auto kunnen we laten staan.’

Dus ja, ‘andersglobalist’ kan. Voor een deel is antiglobalist zelfs gerechtvaardigd: de voedselmarkt zou per regio georganiseerd moeten worden, is de overtuiging van Barrez. West-Afrika zijn eigen markt, Zuid-Amerika, Zuid-Azië, Europa.

Een voorbeeld. Nu raken de veehouders in Senegal hun verse melk aan de straatstenen niet kwijt, omdat Senegalezen massaal melkpoeder kopen. Gekookt water erbij, veel goedkoper. Komt dikwijls uit Nederland, waar de boeren honderden koeien tegelijk machinaal melken en met subsidies hun product exporteren. Daar kunnen de Senegalese boeren niet tegenop. Nu niet, en in de toekomst niet. Ze hebben geen geld voor investeringen, geen geld om op grotere schaal te produceren. En dat is nodig om op de vrije wereldmarkt te kunnen concurreren.

Tegelijk voorzien we Afrikaanse landen als Senegal van miljoenen euro’s aan ontwikkelingshulp en patrouilleert de Europese Unie aan de kust voor West-Afrika, om te voorkomen dat nog meer jonge Senegalezen met houten vissersbootjes de overtocht maken naar de Canarische Eilanden. Hier wringt iets.

‘Overschotten bepalen de prijs op de internationale markten van voeding, zoals die van graan’, zegt Barrez. ‘De enige manier om te concurreren is je productie te verhogen. Maar een miljard boeren en boerinnen heeft vaak niet eens een trekdier, laat staan een tractor. Wie dan durft te vertellen dat ze beter moeten concurreren op de wereldmarkt, die dwaalt. Dat is alsof je een voetbalwedstrijd zou laten spelen tussen een wereldploeg uit Milaan en de amateurs uit jouw eigen gemeente. Dat is geen eerlijke wedstrijd.’

Barrez is op dreef. ‘Waarom laten we het inkomen van honderden miljoenen mensen afhankelijk zijn van de graanbeurs in Chicago? Bijna negentig procent van al het wereldwijd geoogste graan wordt nooit geëxporteerd, maar de prijs wordt wel mondiaal bepaald. Waarom geven we boeren in ontwikkelingslanden niet het recht zich te beschermen? Laat ze zich eerst ontwikkelen, sterker worden, voordat ze zich op de wereldmarkt begeven. Alle rijke landen, van Groot-Brittannië tot Zuid-Korea, hebben zich eerst geïndustrialiseerd achter min of meer gesloten grenzen. En nu moeten alle grenzen van de Wereldhandelsorganisatie open zijn.’

De kleine boeren in ontwikkelingslanden worden niet alleen vermalen in een ongelijke strijd met grote, professionele concurrenten zet Barrez in zijn boek uiteen, maar ook door grote conglomeraties van inkopers en distributeurs, die het grootste deel pakken van de prijs die de consument betaalt. Supermarkten.

Niet alleen de boeren in Afrika of Zuid-Amerika zijn daar de dupe van. ‘Vele dorpen in Frankrijk, Italië en Spanje verliezen hun vitaliteit, sterven uit of zijn volledig verlaten. En het vreemde is dat we wel naar die streken op vakantie willen. Omdat het er prachtig is, omdat we daar kennelijk het goede leven vinden.’

Barrez verdiepte zich na zijn studie politieke en sociale wetenschappen in ‘ontwikkelingseconomie’, was jarenlang tv-journalist bij VRT-achtergrondprogramma’s als Panorama en Terzake, en maakte in België vooral faam met zijn bestsellers Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw (1999) en De antwoorden van het antiglobalisme(2001). Er is weinig verbeelding voor nodig hem de Vlaamse versie van Naomi Klein of Noreena Hertz te noemen, de Canadese en Britse schrijfsters die een intellectueel gezicht gaven aan het antiglobalisme, een beweging die verder vooral in het nieuws is gekomen door zijn militante voorhoede, steevast rellend bij bijeenkomsten van de G8.

Waarom horen we zo weinig meer van de antiglobalisten, tegenwoordig liever andersglobalisten genoemd?

‘Klein en Hertz waren wegbereiders van een beweging die zich nu veel meer heeft verdiept en zich onttrekt aan de aandacht van de media, maar daardoor niet minder krachtig is. Boeren, vakbonden, milieuorganisaties. Ze werken allemaal internationaal samen en ze willen het allemaal anders. Ja, in zekere zin kun je Al Gore ook een andersglobalist noemen. In zijn analyse van de problemen tenminste. Hij wil ook dat de zaken anders geregeld worden.’

Barrez grijpt de boeren aan om de groeiende ongelijkheid in de wereld te illustreren. Maar niet alleen dat. In de landbouw ligt ook de óórzaak van veel armoede, en de sleutel om die ten goede te keren. In de jaren dat hij rondreisde als tv-journalist en documentairemaker ontmoette hij veel boeren. Hij logeerde bij hen, leerde door hun ogen naar de wereld te kijken. ‘Het is toch niet goed te praten dat veel Ethiopiërs van de honger omkomen, terwijl hun land voedsel exporteert naar andere landen?’

In veel analyses over het achterblijven van ontwikkelingslanden worden de Europese landbouwsubsidies genoemd. Die zouden de Afrikaanse economieën belemmeren om te groeien. In uw boek presenteert u cijfers waaruit blijkt dat deze subsidies bijna niet meer bestaan.

‘Ze bestaan nog wel maar zijn inderdaad sterk afgebouwd. Daar zit het grootste probleem ook niet. Het kippenvlees dat inwoners van Kameroen nu eten zijn gedumpte Europese vleesoverschotten. Die zijn mede ontstaan door subsidies. Toch, als die subsidies volledig zouden wegvallen, nemen de Braziliaanse vleesproducenten de markt over. Die produceren op enorme schaal, en daar kunnen Kameroense veehouders ook niet tegenop. De voedselmarkten hebben dus bescherming nodig. Het klopt inderdaad dat te veel ngo’s en andere organisaties nog steeds de Europese landbouwsubsidies als belangrijke oorzaak van armoede noemen. Zij zouden zich beter op de hoogte moeten stellen en hun analyses moeten aanpassen.’

U zegt: alle moderne welvaartsstaten hebben eerst hun landbouw kunnen ontwikkelen en zich van daaruit geïndustrialiseerd. Ontwikkelingslanden zouden ook die kans moeten krijgen. Tegelijk pleit u voor kleinschalige, familiale landbouwbedrijven. Dat zou de toekomst zijn. Staat dit niet haaks op elkaar?

‘Het boek heeft niet als uitgangspunt: klein is fijn. Ik begrijp je punt. Als tachtig procent van de inwoners van Burkina Faso boer blijft, waar haal je dan de leraren, doktoren en koopmannen vandaan die nodig zijn in een ontwikkeld land? De ideale uitkomst zal ergens in het midden liggen.’

U lijkt alles vanuit de mondiale markt van landbouwproducten te verklaren. De leegloop van het platteland naar de steden. De krottenwijken daar. Migratiestromen naar Europa. Maar is het echt zo simpel? Is de armoede niet ook een gevolg van pakweg droogtes, overstromingen, wanbeleid in het land zelf?

‘Ten eerste, het gaat hier niet om de verschillen tussen noord en zuid, tussen de Westerse wereld en ontwikkelingslanden. Het gaat om de twintig procent armsten versus de twintig procent rijksten. Die laatste groep woont ook in ontwikkelingslanden. Daar zijn ook winnaars van het mondiale systeem. Al wonen daar natuurlijk wel de meeste mensen die buiten de boot vallen.’

‘En natuurlijk zijn er ook andere factoren die een rol spelen. Maar met landbouw begint alles. Samenlevingen moeten de kans krijgen om hun landbouw sterker te maken en van daaruit hun welvaartsmachine uit te bouwen. Fabrieken neer te zetten, bijvoorbeeld. Want het is echt niet logisch dat een land als Senegal bijna de volle honderd procent van zijn katoen uitvoert, maar de stoffen voor de katoenen kleren die Senegalezen dragen allemaal zijn ingevoerd.’

depers.nl

Afschaffen van de landbouwsubsidies en de importbeperkingen voor produkten uit Afrika.

mark61
08-10-07, 13:00
Geplaatst door knuppeltje
Afschaffen van de landbouwsubsidies en de importbeperkingen voor produkten uit Afrika.

Rommelen met zuivel is wat lastig in een tropische, arme omgeving.


Ze zouden zelf es melkpoeder kunnen gaan maken.