PDA

Bekijk Volledige Versie : Boek: De herovering van de Amerikaanse droom - Barack Obama



sjaen
30-11-07, 12:38
De herovering van de Amerikaanse droom - Barack Obama


Volgend jaar kiezen de Amerikanen hun nieuwe president. Na de twee termijnen van de conservatief George W. Bush, die vooral de geschiedenis zal ingaan als de weinig succesvolle oorlogsstoker in Irak, lijkt een terugkeer van de Democraten waarschijnlijk. Zij hebben twee waardevolle kandidaten in huis die onderling zullen moeten uitmaken tegen welke Republikein ze het moeten opnemen: Hillary Clinton, de vrouw van de gewezen president Bill Clinton of Barack Obama, een zwarte senator uit Illinois, een van de belangrijkste staten in de VS met meer dan 12 miljoen inwoners en waarvan Chicago de feitelijke hoofdstad vormt. Daarmee was hij de vijfde Afro-Amerikaan die een plaats verwierf in de Amerikaanse senaat. Obama verwierf nationale bekendheid door zijn toespraak op de Democratische partijconventie van 2004 waar hij een opmerkelijke toespraak hield. ‘Er is geen links Amerika en geen conservatief Amerika; er is de Verenigde Staten van Amerika. Er is niet een zwart Amerika en een blank Amerika en een latino Amerika en een Aziatisch Amerika; er is de Verenigde Staten van Amerika’, zo sprak hij. Obama werd het symbool van de talrijke minderheden in de VS en doet nu een gooi naar het presidentschap. Naar aanleiding hiervan schreef hij het boek De herovering van de Amerikaanse droom waarin hij de uitdagingen voor de toekomst uiteen zet en tegelijk oplossingen aanbiedt.

Boeken van en over politici zijn doorgaans weinig boeiend. Ze zijn teveel gericht op zijn (of haar) leven, de persoonlijke tegenslagen en realisaties. In de meeste gevallen zijn ze geschreven door medewerkers die er een soort hagiografie van maken en de politicus in kwestie voorstellen als een heilige, een altruďstische persoon die zonder fouten door het leven gaat en enkel het goede voor de medemens in gedachten heeft. Ze staan vol zelfverheerlijking en zijn derhalve zelden interessant om iets meer te vernemen over de ware drijfredenen van de protagonisten en hun visie op de toekomst. Het boek van Obama vormt een uitzondering hierop. Het handelt echt over politiek en politieke filosofie. Het schetst hoe het met Amerika en de wereld beter kan. De auteur zet uiteen hoe de groeiende economische problemen kunnen worden opgelost, hoe het welzijn van de lage inkomens kan worden verbeterd, maar ook hoe de spanningen tussen de verschillende etnische groeperingen kunnen worden verzacht, en hoe we moeten omgaan met de groeiende internationale crisissen en de dreiging van terrorisme. De auteur hekelt de bestaande conservatieve machthebbers en president Bush in het bijzonder, maar hij doet dat aan de hand van feiten. Geen persoonlijke afrekeningen, geen moddergooien, maar loutere beoordelingen van de resultaten of het gebrek eraan.

Net die zin voor nuancering maakt zijn boek zo speciaal. Natuurlijk keert hij zich tegen de politiek van de conservatieven van de voorbije jaren, maar tegelijk neemt hij afstand van de vaak ‘eenvoudige’ oplossingen uit het eigen, progressieve kamp. De waarheid ligt in het midden en voor Obama is elke stem het waard om gehoord te worden. Steeds opnieuw verwijst hij naar de idealen die aan de grondslag liggen van de Amerikaanse samenleving en het gemeenschappelijk bewustzijn prikkelen: het geloof in de vrijheid, in ondernemersschap, in creativiteit en in de exploitatie van nieuwe ideeën. Maar tegelijk in de noodzaak om diegenen die minder geluk hadden te helpen en te ondersteunen. In die zin verwerpt hij elke vorm van absoluut geloof in de vrije markt en propageert hij een sterke overheid die de minstbedeelden helpt om uit hun miserie te raken. Even belangrijk is zijn visie op de botsing tussen etnische en religieuze groepen, waarbij hij zich afzet tegen politici die geen oplossingen voorstellen, maar juist groot worden op dergelijke conflicten en ze desnoods aanjagen.

Obama is een politiek beest, maar hij gruwelt van de praktijk van de fondsenwerving. Politici in de VS zijn blijkbaar constant bezig met geld te verzamelen om hun komende campagnes te bekostigen. Hij wijst op de nefaste gevolgen ervan, in het bijzonder bij de conservatieven. ‘Ze boorden de onuitputtelijke donaties van bedrijven en rijke individuen aan om een netwerk van denktanks en media op te zetten’. Hun kandidaten ontvangen massa’s geld van lobbygroepen. Zo voeren ze politiek. Doorgaans gaat het om politici die geloven in het ‘absolutisme van de vrije markt’ maar eveneens in de absolute waarheid van het christendom en het absolute gezag van de meerderheid. Zoals president Bush zelf met zijn ‘bijna messiaanse overtuigdheid’, aldus Obama die eerder pleit voor een evenwicht tussen idealisme en realisme en voortdurend hamert op de noodzaak van een groter inlevingsvermogen, het luisteren naar de argumenten van de ander. En hij verwijst naar de Founding Fathers die met hun grondwet net de absolute macht wilden voorkomen en zich afkeerden van elke vorm van absolute macht of onfeilbaarheid van welk idee, ideologie of theologie ook. Rijken hebben meer kans op een succesvolle politieke carričre dan minder begoeden. In die zin pleit Obama voor een openbare financiering van de campagnes, net zoals dat in de meeste Europese democratieën het geval is.

De toenemende globalisering laat zich intussen steeds meer voelen in het politieke discours. Tal van westerse ondernemingen verhuizen hun productie naar lage loonlanden. Obama wil die evolutie keren door bedrijven die hun productie verhuizen naar het buitenland uit te sluiten van belastingsvoordelen en meer geld uit te trekken voor federale omschakelingsprogramma’s. Hij wil de kloof tussen de grootverdieners en de arbeiders verkleinen. Hiervoor moet de overheid niet uitgeschakeld worden zoals sommige conservatieven en libertariërs vragen, maar ze aanpassen voor de toekomst. En de auteur verwijst naar het verleden waarbij geijverd werd voor de aanleg van spoorwegen, scholen, bruggen en wegen ‘om producten naar de markt te brengen’. Maar ook naar de macht van de federale overheid om antitrustmaatregelen en consumentenwetten goed te keuren en zo de vrije concurrentie mogelijk te houden. Toch beseft hij het gevaar van een teveel aan overheid. De progressieve welvaartstaat was te zelfvoldaan en bureaucratisch geworden. Clinton deed wat moest: de belastingen voor de middenklasse verlagen, de begroting in evenwicht brengen en de bureaucratie inperken. Maar onder Bush ging het verkeerd. Zijn politiek van lagere belastingen voor de rijken en een beperkter sociaal vangnet leidde tot een heuse tweedeling en de staatsschuld steeg als nooit tevoren.

De belangrijkste doelstelling van Obama is een forse investering ‘in onderwijs, wetenschappen en technologie, en in een onafhankelijke energievoorziening’. Alleen met meer en betere kennis kan de VS de uitdagingen aan die mee gevolg zijn van de toenemende globalisering. Het huidige onderwijs in de VS voldoet daar volgens hem niet aan. Zo telt het land ‘tegenwoordig een van de hoogste percentages schooluitvallers in de geďndustrialiseerde wereld’. Daar zijn vooral de kinderen op het platteland, van zwarten en latino’s de dupe van. Het is onthutsend te lezen dat in het rijkste land van de wereld blijkbaar tal van scholen bestaan met achterhaalde boeken, onvoldoende uitrusting en slecht opgeleide leraren. ‘Als we een 21e-eeuwse onderwijsstelsel willen opbouwen, moeten we het vak van leraar serieus nemen’, zegt Obama. Het meest schrijnende is het feit dat volgens de auteur jaarlijks zo’n 200.000 leerlingen die voldoende kwalificaties hebben om hogere studies te volgen, daarvan afzien omwille van de hoge kostprijs. En tevens dat de federale overheid steeds minder bereid is te investeren in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Hetzelfde voor de energievoorziening. In plaats van oliebedrijven allerlei belastingsvoordelen te geven, zoals Bush doet, zou men hen moeten verplichten een deel van hun winst te besteden aan onderzoek naar alternatieve energie. Dat zal ook duizenden nieuwe banen opbrengen en de VS opnieuw een voorsprong bezorgen op technologisch vlak.

Obama keert zich niet tegen de globalisering en de vrije markt. Maar hij wijst er scherp op dat de baten en de lasten van de globalisering eerlijker over de bevolking verdeeld moeten worden. Hij verwijst naar de beslissing van een CEO om een bedrijf te delocaliseren naar Mexico, niet omdat het geen winst maakt, integendeel, maar omdat het de waarde van de aandelen nog zou verhogen, iets waarvan vooral de CEO en aandeelhouders bij gebaat zijn. Hiermee plaatst de auteur zich in de traditie van de Democraten. Als allerbelangrijkste taak ziet hij ‘het repareren van onze gebrekkige gezondheidszorg’. Hij verwijst naar zijn eigen dochtertje dat een vorm van hersenvliesontsteking had maar snel kon genezen worden door adequate zorg. Dat was alleen mogelijk omdat hij daartoe de middelen had, een goede verzekering en geld. Dat is niet het geval voor miljoenen Amerikanen. Daar is geld voor nodig en het stoort de kandidaat president dan ook bijzonder hoe Bush steeds meer belastingsvoordelen voor rijken geeft en zelfs de nalatenschapsbelasting wil afschaffen. Het gevolg is een oplopende staatsschuld en nog meer bezuinigingen op belangrijke zaken als onderwijs en gezondheidszorg. Het zijn overtuigende standpunten die duidelijk maken dat Obama een globale visie heeft op sociaal-economisch vlak.

Minder duidelijk is zijn houding tegenover ethische kwesties en het geloof, zaken die blijkbaar heel belangrijk zijn voor de kiezers en waar de Conservatieven zich krachtig profileren. Ze zijn tegen het homohuwelijk, abortus en euthanasie (zie de zaak Terri Schiavo), maar voor bidden op school, het ophangen van de 10 geboden in rechtbanken, thuisonderwijs en het financieren van christelijke scholen. Zoals Michelle Goldberg in haar boek Uw koninkrijk kome beschreef, willen ze vooral meer greep krijgen op de rechtbanken, in het bijzonder het Hooggerechtshof. Obama woonde vijf jaar in Indonesië en ging er naar een katholieke en later een islamitische school. Na zijn studies werkte hij als opbouwwerker voor een groep kerken in Chicago en liet zich uiteindelijk dopen. Een seculiere presidentskandidaat lijkt in de VS onmogelijk, daarvoor is het land te religieus. Maar vanuit zijn liberale levensvisie betoont Obama zich tolerant tegenover godsdienstige overtuigingen van anderen, en dat is een groot verschil met het christelijk nationalisme dat zo sterk aanwezig is binnen de Republikeinse partij. Daarom is de volgende uitspraak van hem ook zo moedig: ‘we zijn niet alleen een christelijke natie; we zijn ook een joodse natie, een islamitische natie, een boeddhistische natie, een hindoďstische natie en een natie van ongelovigen’.

Als enig lid van de Afro-Amerikaanse gemeenschap in de Senaat is Obama dé vertegenwoordiger van de talrijke minderheden die in de VS leven en die in aantallen steeds toenemen (volgens een studie zouden de blanken in 2050 niet langer de meerderheid vormen in de VS, een doembeeld voor ondermeer Samuel Huntington). Dat maakt de kans van Obama om president te worden groter. Daarom richt hij zijn programma ook nadrukkelijk op de problemen van ondermeer de zwarte en latino Amerikanen, hun sociaal economische achterstand, hogere kindersterfte en minder onderwijskansen. Bij de komende verkiezingen zal echter vooral de oorlog in Irak een belangrijk thema vormen. In tegenstelling tot zijn rivaal Hillary Clinton heeft Obama zich van in het begin verzet tegen deze oorlog. Tijdens een toespraak in Chicago legde hij uit dat hij geen steun kon geven aan ‘een domme oorlog, een overijlde oorlog, een oorlog gebaseerd op drift in plaats van rede, op politiek in plaats van principes’ en hij waarschuwde voor de gevolgen ervan. Hij pleit dan ook voor een herziening van het buitenlandbeleid dat meer moet gericht zijn op het winnen van wat hij een ‘mondiale ideeënstrijd’ noemt. Aantonen dat de liberale democratie de meeste kans op een beter leven biedt voor iedereen. Dat is duidelijk iets anders dan het met geweld trachten op te leggen van een democratie zoals Bush nu doet in Irak. Opvallend is ook zijn overtuiging dat de VS en andere rijke landen hun handelsbarričres moeten opheffen, zodat arme landen tot ontwikkeling kunnen komen. En helemaal tegengesteld tot het huidige Amerikaanse beleid is zijn geloof dat ‘geen enkel land meer baat heeft bij het versterken van de internationale instellingen dan wij (de VS).’

Het is duidelijk dat de eventuele verkiezing van Obama tot nieuwe president van de VS een breuk zou betekenen met het huidige Amerikaanse beleid. Zijn boek getuigt van inlevingsvermogen en mededogen voor anderen. Dat ziet men wereldwijd als een pluspunt, maar zou hem in eigen land wel eens zuur kunnen opbreken. Veel Amerikanen blijven immers geloven dat zij de wereldleiders zijn en dat hun samenlevingsmodel en sociaal economisch systeem superieur zijn. Obama gaat daar tegenin. Veel van zijn voorstellen neigen naar het Europese model waarin de overheid een grotere rol speelt in het streven naar vrijheid en rechtvaardigheid voor haar burgers. Dit boek schetst een hoopvol beeld van de toekomst. Vooral de passages over het belang van een goed democratisch overleg tussen mensen met uiteenlopende ideeën zullen lezers overtuigen van de bezieling van een man die streeft neer een betere wereld. Het is nu aan de Amerikanen om te kiezen of ze zijn pad willen volgen.



Barack Obama, De herovering van de Amerikaanse droom, Atlas, 2007

Olive Yao
02-12-07, 19:16
:duim: