Qaiys
08-12-07, 12:31
Islam is niet ’de’ oorzaak van achterstelling vrouw
Jan Michiel Otto, hoogleraar, directeur Van Vollenhove Instituut voor recht, bestuur en ontwikkeling, universiteit Leiden
f
Vrouwen hebben het in veel landen slecht, maar niet alleen in moslimlanden.
Publiciste Nahed Selim is ervan overtuigd: ’Nergens is de kloof tussen de seksen zo groot als onder moslims’. In Letter & Geest, 24 november) voerde ze als bewijsmateriaal de ranglijst van het World Economic Forum (WEF) aan, een vergelijking tussen 128 landen naar de mate waarin vrouwen toegang hebben tot gezondheidszorg, onderwijs, politiek en arbeidsmarkt. Tussen de eerste vijftig landen is geen moslimland te bekennen, zag Selim, de laatste twintig landen zijn allemaal moslimlanden.
Wie alleen dat ene rapport bekijkt, zou zo inderdaad kunnen denken. Maar er zijn over de positie van vrouwen vele statistieken in omloop. Toevallig verscheen 27 november het jaarlijkse rapport Human Development Report van de Verenigde Naties, dat 157 landen vergelijkt. Minister Koenders nam het in ontvangst.
Dit rapport bevat altijd lange reeksen statistieken over de positie van vrouwen. Het geeft een heel ander beeld. Bij de dertig laagste landen zit zegge en schrijve één moslimland: Jemen. Van de overige 29 vrouwonvriendelijke landen ligt er één in Zuid-Azië, de rest in Afrika, bezuiden de Sahara.
Het Human Development-rapport wordt sinds 1990 door het Ontwikkelingsprogramma van de VN opgesteld door toonaangevende wetenschappers op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. Met het rapport wil de VN meer aandacht geven aan de menselijke kant van de ontwikkeling, naast de economische.
Tussen de eerste 50 landen staan vijf moslimlanden: het Aziatische Brunei (31), en de Arabische Golfstaten Koeweit (32), Qatar (37), Bahrein (42) en de Verenigde Arabische Emiraten (43).
Godsdienst blijkt überhaupt geen sterke verklarende factor. Vrouwen hebben het volgens de VN-index slechter in het hindoeïstische India (113) en Nepal (128) dan in de strenge moslimstaten. Ook in het boeddhistische Vietnam (91), Cambodja (114) en Laos (115) is het niet beter.
Er zijn over de positie van vrouwen veel verschillende statistieken in omloop. Er zijn die van de VN, van zijn gespecialiseerde organisaties, van nationale staten, van maatschappelijke organisaties en nu dus ook van het Wereld Economisch Forum (WEF) , het Zwitserse instituut waar zich elk jaar leidende figuren uit de zakenwereld en politiek verzamelen.
Het is niet eenvoudig om aan goede cijfers te komen, laat staan een evenwichtig overzicht te krijgen. Daarom is het niet mogelijk om statistisch te ’bewijzen’ dat de islam de primaire oorzaak van achterstelling is. Daarvoor is er te veel bekend over de slechte positie van de vrouw in Zuid- Azië, Afrika, zelfs Latijns-Amerika en Oost-Europa, en over de niet-religieuze, tribale elementen van patriarchale culturen.
De positie van vrouwen wereldwijd moet verbeteren. Nahed Selim heeft gelijk dat daarbij vaak strijd nodig is tegen religieuze gezagsdragers en conservatieve familiehoofden, en tegen patriarchale patronen. Daar zijn progressieve groepen in de meeste moslimlanden dagelijks bezig. Voor de meeste van hen is een aanval op de islam als zodanig geen effectieve strijdmethode. Dat is precies wat Nobelprijswinnares Shirin Ebadi onlangs zei bij een bezoek naar Nederland.
http://www.trouw.nl/deverdieping/podium/article864397.ece/Islam_is_niet_de_oorzaak_van_achterstelling_vrouw_ opinie
Jan Michiel Otto, hoogleraar, directeur Van Vollenhove Instituut voor recht, bestuur en ontwikkeling, universiteit Leiden
f
Vrouwen hebben het in veel landen slecht, maar niet alleen in moslimlanden.
Publiciste Nahed Selim is ervan overtuigd: ’Nergens is de kloof tussen de seksen zo groot als onder moslims’. In Letter & Geest, 24 november) voerde ze als bewijsmateriaal de ranglijst van het World Economic Forum (WEF) aan, een vergelijking tussen 128 landen naar de mate waarin vrouwen toegang hebben tot gezondheidszorg, onderwijs, politiek en arbeidsmarkt. Tussen de eerste vijftig landen is geen moslimland te bekennen, zag Selim, de laatste twintig landen zijn allemaal moslimlanden.
Wie alleen dat ene rapport bekijkt, zou zo inderdaad kunnen denken. Maar er zijn over de positie van vrouwen vele statistieken in omloop. Toevallig verscheen 27 november het jaarlijkse rapport Human Development Report van de Verenigde Naties, dat 157 landen vergelijkt. Minister Koenders nam het in ontvangst.
Dit rapport bevat altijd lange reeksen statistieken over de positie van vrouwen. Het geeft een heel ander beeld. Bij de dertig laagste landen zit zegge en schrijve één moslimland: Jemen. Van de overige 29 vrouwonvriendelijke landen ligt er één in Zuid-Azië, de rest in Afrika, bezuiden de Sahara.
Het Human Development-rapport wordt sinds 1990 door het Ontwikkelingsprogramma van de VN opgesteld door toonaangevende wetenschappers op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. Met het rapport wil de VN meer aandacht geven aan de menselijke kant van de ontwikkeling, naast de economische.
Tussen de eerste 50 landen staan vijf moslimlanden: het Aziatische Brunei (31), en de Arabische Golfstaten Koeweit (32), Qatar (37), Bahrein (42) en de Verenigde Arabische Emiraten (43).
Godsdienst blijkt überhaupt geen sterke verklarende factor. Vrouwen hebben het volgens de VN-index slechter in het hindoeïstische India (113) en Nepal (128) dan in de strenge moslimstaten. Ook in het boeddhistische Vietnam (91), Cambodja (114) en Laos (115) is het niet beter.
Er zijn over de positie van vrouwen veel verschillende statistieken in omloop. Er zijn die van de VN, van zijn gespecialiseerde organisaties, van nationale staten, van maatschappelijke organisaties en nu dus ook van het Wereld Economisch Forum (WEF) , het Zwitserse instituut waar zich elk jaar leidende figuren uit de zakenwereld en politiek verzamelen.
Het is niet eenvoudig om aan goede cijfers te komen, laat staan een evenwichtig overzicht te krijgen. Daarom is het niet mogelijk om statistisch te ’bewijzen’ dat de islam de primaire oorzaak van achterstelling is. Daarvoor is er te veel bekend over de slechte positie van de vrouw in Zuid- Azië, Afrika, zelfs Latijns-Amerika en Oost-Europa, en over de niet-religieuze, tribale elementen van patriarchale culturen.
De positie van vrouwen wereldwijd moet verbeteren. Nahed Selim heeft gelijk dat daarbij vaak strijd nodig is tegen religieuze gezagsdragers en conservatieve familiehoofden, en tegen patriarchale patronen. Daar zijn progressieve groepen in de meeste moslimlanden dagelijks bezig. Voor de meeste van hen is een aanval op de islam als zodanig geen effectieve strijdmethode. Dat is precies wat Nobelprijswinnares Shirin Ebadi onlangs zei bij een bezoek naar Nederland.
http://www.trouw.nl/deverdieping/podium/article864397.ece/Islam_is_niet_de_oorzaak_van_achterstelling_vrouw_ opinie