PDA

Bekijk Volledige Versie : ‘Islam heeft een Leo XIII nodig’



Marsipulami
09-02-08, 15:20
‘Islam heeft een Leo XIII nodig’


De islam heeft geen Luther of ‘reformatie’ nodig, maar een paus Leo XIII. Niet een religieus leider die breekt met de traditie, maar een die daaruit de schatten weet op te delven om de moderne samenleving mee te verrijken. Een verrassende kijk van George Weigel, in een tamelijk grimmig nieuw boek.

Henk Rijkers

“Theologie doet ertoe.” Als er iets sinds 11 september 2001 duidelijk is geworden, is het dat wel. Alles draait om godsdienst. Zonder dat kun je de geschiedenis niet begrijpen. En dat doen de grote media dan ook niet, stelt George Weigel in zijn nieuwe boekje Faith, Reason, and the War Against Jihadism. Zij blijven de wereld uitsluitend bekijken door de lenzen van politiek, economie en technologie. Maar op die manier mis je de hoofdzaak: “de waarschijnlijke opkomst van een opstandige islam als een majeure factor in de wereld van de eenentwintigste eeuw”. Of, zoals Norman Podhoretz het noemt, ‘De Vierde Wereldoorlog’. Aan de strijd tegen het ‘jihadisme’ zal de postmoderne samenleving zich niet kunnen onttrekken, al maakt zij zichzelf dat graag wijs. De atheïstische ‘bende van vier’ (Richard Dawkins, Daniel Dennett, Christopher Hitchens en Sam Harris) mag voor eigen parochie nog zo fulmineren tegen godsdienst, dat betoog zal weinig indruk maken in Teheran. En juist daar dreigt godsdienstig fanatisme met een kamikaze-mentaliteit aan atoomwapens te komen, om daarmee zijn apocalyptisch eindvisioen voor de mensheid te verhaasten. Zelfs als Iran, bijvoorbeeld na een aanval op Israël, als vergelding tot een nucleair kerkhof wordt gemaakt, dan kan het alsnog zijn macabere doelen bereiken door tevoren handzame nucleaire wapens in handen te spelen van min of meer gelijkgezinde terreurbewegingen als Al-Qaeda.

Foto’s: AP


Giftige loot
George Weigel heeft in een handzaam boekje vijftien lessen bijeengezet die we zouden moeten trekken uit het recente verleden. Want Weigel is niet een vrijblijvende moralist, hij wíl ook wat. A Call to Action, luidt de ondertitel: een oproep tot actie. In zekere zin is dat ook een oproep tot méér actie, want de rode lijn is dat de oorlog in Irak hoe dan ook gewonnen moet worden. Verlies zou namelijk (net als het Afghanistandebacle van de Sovjets) door jihadisten opgevat worden als een gebrek aan fut, met alle “onbekende maar zeker vreselijke gevolgen” van dien. Weigel geeft een voortreffelijk overzicht hoe zich uit de islam de giftige loot van het jihadisme heeft kunnen ontwikkelen. Jihadisme en islam zijn immers van elkaar te onderscheiden, al hoeft het geen betoog dat ze verbonden zijn: jihadisten zijn immers islamieten. Natuurlijk knoopt Weigel ook aan bij de ‘Regensburger rede’, waarin paus Benedictus XVI de vinger op de zere plaats legde: het gebrekkige godsbeeld dat de radicale islam erop nahoudt. Hoe staat de islamitische wereld daar als geheel tegenover? Een van de weinige lichtpunten is het feit dat een groep geleerden van naam die handschoen heeft opgenomen.

Verbasterd
Weigel weigert intussen te spreken van de drie ‘Abrahamitische religies’ of ‘monotheïstische godsdiensten’: uitdrukkingen die meer verhullen dan verhelderen. Er gaapt immers een kloof tussen enerzijds joden- en christendom en anderzijds de islam. Alleen al diens ‘supersessionisme’, de fundamentele opvatting dat de islam de voorgaande religies geheel en al overbodig heeft gemaakt, roept een problematiek in het leven die je niet oplost door haar toe te dekken. Natuurlijk is het tussen jodendom en christendom ook geen pais en vree, maar zij kunnen elkaar wel erkennen zonder zichzelf existentieel te verloochenen. Bij alle geschillen bevestigen zij elkaar ook. Bij de islam lijkt dat alleen maar zo. God, Abraham, Mozes, Jezus en Maria komen weliswaar in de koran voor, maar net zo verbasterd als hun namen. Pregnant blijkt dit bij de kruisdood van Jezus. Voor de moslim is het onverteerbaar dat een bode van God het onderspit delft. Dus moet aan het kruis een plaatsvervanger gestorven zijn.

Schaarse lichtpunten
Weigel houdt een pleidooi voor een “echt realisme in de buitenlandse politiek” dat de menselijke verdorvenheid serieus neemt, anderzijds waakt voor een “voortijdige intellectuele afsluiting voor de mogelijkheden van positieve veranderingen in de wereldpolitiek”. Hier is het moment op te merken dat wat voor de Amerikaan Weigel een buitenlands probleem is, voor het islamiserende, tot vrijwillige onderwerping (dhimmitude) neigende Europa een binnenlands probleem is. Maar juist daarom is het voor Europeanen die geen dhimmi’s willen worden, van belang notie te nemen van de schaarse lichtpunten in Weigels betoog. Zijn uitgangspunt is dat bij realisme ook hoort “dat dingen beter gemaakt kunnen worden, mits we er de wijsheid, de wil en het geduld voor hebben”. Echt realisme neemt de wereld zoals die is “maar laat die niet zoals zij is”, vooral niet “wanneer die houding suïcidaal wordt”. De ervaring met de nazi’s in de jaren dertig blijft het voorbeeld hoe tijdig ingrijpen erger had kunnen voorkomen.

Islamitische hervormers
Na de oorlog werd het Midden-Oosten een ideologische gifstortplaats van zowel nazisme als communisme. Uit die mix rezen de Baath-partijen op en de dictatoriale regimes die overal in het Midden-Oosten aan de macht zijn. “Maar die”, schreef expert Bernard Lewis, “zoals ik steeds weer herhaal en benadruk, hebben als zodanig niets te maken met het traditionele Arabische en islamitische verleden.” Weigel houdt daarom een pleidooi voor een politiek van begunstiging voor landen die de weg zoeken naar een authentieke islamitische hervorming. Moslimgeleerden, religieuze leiders en activisten die proberen de redelijke traditie van de islam weer leven in te blazen, moeten ondersteund worden. Religieus is er – vanwege het islamitisch suppersessionisme – geen overlap. Maar in de gezamenlijke verdediging van de rede tegenover zowel jihadisten als postmoderne secularisten kunnen we gemeenschappelijke grond vinden. Dat kan weer leiden tot erkenning van de morele waarheden, die in de wereld liggen ‘ingebouwd’: de bouwstenen voor een gezamenlijke toekomst.

Het is daarbij kortzichtig om te pleiten voor een nieuwe Luther, vindt Weigel. Het wijst op een historisch “wat te gemakkelijke” verbinding van de Reformatie met de opkomst van de vrije samenleving. In plaats van ‘protestant’ te breken met de eigen traditie, kunnen islamitische hervormers beter uitzien naar een Leo XIII: “een religieus leider die teruggrijpt naar de diepste filosofische bronnen van zijn traditie om een kritisch engagement te bemiddelen met het politieke denken van de Verlichting en om de ontmoeting van die traditie vorm te geven met de economische en politieke instituties van de moderniteit”.

George Weigel
Faith, Reason, and the War Against Jihadism.
A Call to Action
Uitg. Doubleday
195 pp., geb
ISBN 978-0-385-52378-3.