Marsipulami
26-02-08, 00:42
Red de protestantse kerk van de ondergang
Ronald van Steden, actief lid van de Keizersgrachtkerk (PKN) in Amsterdam
Velen zoeken naar levensrichting, maar de PKN doet niets. De kerk staat met de rug naar de samenleving.
Een blik op statistieken wijst uit dat het ledenaantal van de Nederlands Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken Nederland en de Lutheranen – onlangs samengegaan in de Protestantse Kerk Nederland (PKN) – tussen 1947 en 2005 is gehalveerd van vier miljoen tot twee miljoen, terwijl de totale Nederlandse bevolking over dezelfde periode sterk toenam. Deze duizelingwekkende neergang ligt niet aan de individuele kerkgangers die bovengemiddeld veel vrijwilligerswerk doen en in allerlei activiteiten participeren. Hun inzet verdient trots en respect.
Met de continuïteit van PKN is het somber gesteld. Volgens het SCP zal het aantal PKN-leden in 2020 naar verwachting ongeveer 4 procent van de Nederlandse bevolking bedragen. Er is dus weinig doemdenken voor nodig om te voorspellen dat rond 2050 de laatste protestantse kerk tot een kantoorgebouw is omgetoverd. Of tot een discotheek. Dit brengt ons op een intrigerende vraag: waar moeten we verklaringen voor deze desastreuse ontwikkeling zoeken als het niet aan het enthousiasme van de overgebleven kerkleden ligt?
Het is een vraag waarop tal van ingewikkelde antwoorden mogelijk zijn. Antwoorden die echter veelal in één bepaalde richting wijzen: mensen voelen zich vervreemd van waar de PKN als geheel – als instituut – voor staat. Daarbij neigt de PKN naar een orthodoxe standpuntsbepaling die met de rug naar onze samenleving toestaat. De taal en presentatie van de kerk passen niet meer in ’het systeem’ van moderne mensen. Zij raken zodoende, mede door toedoen van de kerk zelf, gestaag ’van God los’. Een aantal voorbeelden.
Wie, op zoek naar inspirerend studiemateriaal voor jongeren naar de PKN-site surft, komt van een koude kermis thuis. Niets geen flitsende site met downloadbaar materiaal. Zelfs als de volhouder na enig getob dan toch nog bij JOP – de landelijke jeugdorganisatie van de PKN – komt. Hier wel een kleurrijke site voor kids en young, maar wederom geen relevant en vrij verkrijgbaar materiaal voorhanden. Dit in tegenstelling tot de evangelicals zoals Pinkstergemeenten die zeer professionele websites in de lucht hebben, maar voor de PKN-doelgroep minder relevant zijn. Een flinke misser, want de jeugd heeft de toekomst die de PKN zo ernstig ontbeert.
Andere voorbeelden zijn de EO-Jongerendag en het Flevofestival die elk jaar weer tienduizenden jongeren aan zich weten te binden. Of kijk naar een Amerikaanse getinte kerk zoals Crossroads die zondag na zondag meerdere bomvolle kerkdiensten draait. Het is dus mogelijk om jongeren aan te spreken, mits de juiste snaar wordt geraakt. Soms wordt hier in PKN-kringen wat denigrerend over gedaan: geloven voor beginners, emotiegeloof.
Anders dan hun ouders klit de jeugd niet meer zo aan traditionele verbanden (lees: zuilen) en heeft zij minder negatieve associaties bij de kerk. Het is voor de meeste zestienjarigen op z’n zacht gezegd niet stoer om bij de PKN te horen. Met een geloofsbelijdenis van vijf eeuwen her en gezangen of psalmen uit datzelfde tijdvak kun je meteen inpakken. Ieder weldenkend mens zal snappen dat het geven van verjaarde antwoorden op hedendaagse vragen weinig stimulerend werkt.
De kerk heeft kortom een eigen geluid in het publieke domein nodig dat mensen aanspreekt. Het christelijk-sociale ideaal heeft wat dat betreft goede kaarten. We leven in een tijdsgewricht waar velen zoeken naar ’zin’ en levensrichting en liefde voor elkaar. Het blijft alleen oorverdovend stil vanuit de PKN. Natuurlijk is er een elite die zijn stem laat horen, maar die blijft beperkt tot kerkelijke bladen, websites en conferenties: preken voor eigen parochie.
Wie het als PKN’er wel goed doet is de zelfverklaarde ’atheïstische’ dominee Klaas Hendrikse. Toegegeven: dit heeft zeker te maken met journalistieke sensatiezucht. En wat Hendrikse zegt is ook niet heel nieuw – zijn collega Harry Kuitert zegt dit al jaren. Tegelijkertijd laat Hendrikse een moedig geluid horen. Hij doet in ieder geval een poging om een uitnodigende houding aan te nemen, om los te komen van mistig kerkelijk jargon en onnavolgbare leerstellingen. Al hanteert Hendrikse niet de meest gelukkigste woorden, hij probeert toch in contact te treden met allerhande ’ietsisten’. Verstandig, want er is een wereld te winnen bij deze groep.
Dat de ’PKN-directie’ vervolgens weigert om met deze man in gesprek te gaan en hem zelfs verkettert, is werkelijk godgeklaagd. Is de PKN te bang en in zichzelf gekeerd? Dit lijkt de kerk ten voeten uit. Evenwel is hiermee niet gezegd dat Hendrikse of Kuitert de redders in nood zijn. Te veel vrijzinnigheid zou tot te veel vrijblijvendheid kunnen leiden.
Maar laten we het ook eens van de andere kant bekijken: menig ketter heeft in de geschiedenis de kerk evenzogoed een nieuwe en nodige wending gegeven. Zij dwingen tot intellectuele openheid en stemmen tot nadenken over een doorstart die de kerk ontegenzeggelijk nodig heeft. Ik hoop van harte op zo’n doorstart, want een Nederland zonder protestants-christelijke kerk verwordt tot een koud en hol Nederland.
Ronald van Steden, actief lid van de Keizersgrachtkerk (PKN) in Amsterdam
Velen zoeken naar levensrichting, maar de PKN doet niets. De kerk staat met de rug naar de samenleving.
Een blik op statistieken wijst uit dat het ledenaantal van de Nederlands Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken Nederland en de Lutheranen – onlangs samengegaan in de Protestantse Kerk Nederland (PKN) – tussen 1947 en 2005 is gehalveerd van vier miljoen tot twee miljoen, terwijl de totale Nederlandse bevolking over dezelfde periode sterk toenam. Deze duizelingwekkende neergang ligt niet aan de individuele kerkgangers die bovengemiddeld veel vrijwilligerswerk doen en in allerlei activiteiten participeren. Hun inzet verdient trots en respect.
Met de continuïteit van PKN is het somber gesteld. Volgens het SCP zal het aantal PKN-leden in 2020 naar verwachting ongeveer 4 procent van de Nederlandse bevolking bedragen. Er is dus weinig doemdenken voor nodig om te voorspellen dat rond 2050 de laatste protestantse kerk tot een kantoorgebouw is omgetoverd. Of tot een discotheek. Dit brengt ons op een intrigerende vraag: waar moeten we verklaringen voor deze desastreuse ontwikkeling zoeken als het niet aan het enthousiasme van de overgebleven kerkleden ligt?
Het is een vraag waarop tal van ingewikkelde antwoorden mogelijk zijn. Antwoorden die echter veelal in één bepaalde richting wijzen: mensen voelen zich vervreemd van waar de PKN als geheel – als instituut – voor staat. Daarbij neigt de PKN naar een orthodoxe standpuntsbepaling die met de rug naar onze samenleving toestaat. De taal en presentatie van de kerk passen niet meer in ’het systeem’ van moderne mensen. Zij raken zodoende, mede door toedoen van de kerk zelf, gestaag ’van God los’. Een aantal voorbeelden.
Wie, op zoek naar inspirerend studiemateriaal voor jongeren naar de PKN-site surft, komt van een koude kermis thuis. Niets geen flitsende site met downloadbaar materiaal. Zelfs als de volhouder na enig getob dan toch nog bij JOP – de landelijke jeugdorganisatie van de PKN – komt. Hier wel een kleurrijke site voor kids en young, maar wederom geen relevant en vrij verkrijgbaar materiaal voorhanden. Dit in tegenstelling tot de evangelicals zoals Pinkstergemeenten die zeer professionele websites in de lucht hebben, maar voor de PKN-doelgroep minder relevant zijn. Een flinke misser, want de jeugd heeft de toekomst die de PKN zo ernstig ontbeert.
Andere voorbeelden zijn de EO-Jongerendag en het Flevofestival die elk jaar weer tienduizenden jongeren aan zich weten te binden. Of kijk naar een Amerikaanse getinte kerk zoals Crossroads die zondag na zondag meerdere bomvolle kerkdiensten draait. Het is dus mogelijk om jongeren aan te spreken, mits de juiste snaar wordt geraakt. Soms wordt hier in PKN-kringen wat denigrerend over gedaan: geloven voor beginners, emotiegeloof.
Anders dan hun ouders klit de jeugd niet meer zo aan traditionele verbanden (lees: zuilen) en heeft zij minder negatieve associaties bij de kerk. Het is voor de meeste zestienjarigen op z’n zacht gezegd niet stoer om bij de PKN te horen. Met een geloofsbelijdenis van vijf eeuwen her en gezangen of psalmen uit datzelfde tijdvak kun je meteen inpakken. Ieder weldenkend mens zal snappen dat het geven van verjaarde antwoorden op hedendaagse vragen weinig stimulerend werkt.
De kerk heeft kortom een eigen geluid in het publieke domein nodig dat mensen aanspreekt. Het christelijk-sociale ideaal heeft wat dat betreft goede kaarten. We leven in een tijdsgewricht waar velen zoeken naar ’zin’ en levensrichting en liefde voor elkaar. Het blijft alleen oorverdovend stil vanuit de PKN. Natuurlijk is er een elite die zijn stem laat horen, maar die blijft beperkt tot kerkelijke bladen, websites en conferenties: preken voor eigen parochie.
Wie het als PKN’er wel goed doet is de zelfverklaarde ’atheïstische’ dominee Klaas Hendrikse. Toegegeven: dit heeft zeker te maken met journalistieke sensatiezucht. En wat Hendrikse zegt is ook niet heel nieuw – zijn collega Harry Kuitert zegt dit al jaren. Tegelijkertijd laat Hendrikse een moedig geluid horen. Hij doet in ieder geval een poging om een uitnodigende houding aan te nemen, om los te komen van mistig kerkelijk jargon en onnavolgbare leerstellingen. Al hanteert Hendrikse niet de meest gelukkigste woorden, hij probeert toch in contact te treden met allerhande ’ietsisten’. Verstandig, want er is een wereld te winnen bij deze groep.
Dat de ’PKN-directie’ vervolgens weigert om met deze man in gesprek te gaan en hem zelfs verkettert, is werkelijk godgeklaagd. Is de PKN te bang en in zichzelf gekeerd? Dit lijkt de kerk ten voeten uit. Evenwel is hiermee niet gezegd dat Hendrikse of Kuitert de redders in nood zijn. Te veel vrijzinnigheid zou tot te veel vrijblijvendheid kunnen leiden.
Maar laten we het ook eens van de andere kant bekijken: menig ketter heeft in de geschiedenis de kerk evenzogoed een nieuwe en nodige wending gegeven. Zij dwingen tot intellectuele openheid en stemmen tot nadenken over een doorstart die de kerk ontegenzeggelijk nodig heeft. Ik hoop van harte op zo’n doorstart, want een Nederland zonder protestants-christelijke kerk verwordt tot een koud en hol Nederland.