PDA

Bekijk Volledige Versie : Duistere dood in holst van de nacht



IbnRushd
17-03-08, 23:48
Duistere dood in holst van de nacht

Door: Arnold Karskens
Gepubliceerd: gisteren 23:11
Update: vandaag 00:26

Sabah Jaloud vraagt om vervolging van de Nederlandse luitenant die in Irak zijn zoon dood-schoot. Uit zelfverdediging, heette het. Een roekeloos schietincident’, zo classificeert de Amsterdamse advocate Liesbeth Zegveld het nachtelijke drama in de Irakese woestijn op 21 april 2004, bijna vier jaar geleden. De Irakees Azhar Sabah Jaloud (29) werd in een auto dodelijk onder vuur genomen door een Nederlandse luitenant.

Na onderzoek door de marechaussee besloot het Openbaar Ministerie (OM) niet tot vervolging over te gaan. De luitenant zou zich aan de ‘Rules of Engagement’ hebben gehouden, de regels waarbinnen geweld is toegestaan.

Nu wil vader Sabah Jaloud (65) dat er alsnog een strafzaak komt tegen de luitenant. Daarom dient vandaag bij het gerechtshof in Arnhem een zogenoemde beklagzaak tegen de beslissing van het OM. Bij toekenning zal het de eerste maal zijn dat een burger met succes om de vervolging van een individuele Nederlandse militair vraagt. De Jaloud-zaak kan verstrekkende gevolgen hebben, omdat ook nabestaanden van burgerdoden in Uruzgan, waarvan het aantal in de honderden loopt, deze stap kunnen zetten. Zegveld, die vader Jaloud vertegenwoordigt: ‘Mocht het niet tot een strafzaak komen, dan kunnen ze de militairen of de staat civiel aansprakelijk stellen.’

Het OM vindt de eis tot vervolging onterecht. ‘De zaak is destijds beoordeeld en er is geconcludeerd dat het aangewende geweld rechtmatig was’, meldt woordvoerster Madeleen Roelofse-Pater. Er was sprake van een ‘putatieve noodweersituatie’. De luitenant zou terecht hebben vastgesteld dat zijn leven gevaar liep. Er zou ook geen sprake zijn van een oorlogsmisdrijf omdat Nederland geen partij was in een internationaal of intern gewapend conflict. Zegveld vindt dat niet relevant, omdat het Nederlandse Wetboek van Strafrecht van toepassing is. ‘De luitenant mocht alleen schieten bij zelfverdediging. En daarvan was volgens mij geen sprake.’

Wim van der Burg, voorzitter van de militaire vakbond AFMP, legt de verantwoordelijkheid voor een eventuele strafzaak bij de politiek, de Tweede Kamer en de toenmalige minister van Defensie Henk Kamp: ‘Zij hebben onze militairen naar Irak gestuurd met een onuitvoerbaar mandaat. Er is geen ruimte voor geweldaanwending anders dan bij zelfverdediging. Als die instructie helder, robuust en passend op de situatie zou zijn geweest, dan zou de individuele militair nooit aansprakelijk gesteld kunnen worden.’

Het schietincident vond plaats op 21 april 2004 aan de ‘main supply route Jackson’ in de provincie al Muthanna, een belangrijke doorvoerweg tussen de havenstad Basra en de hoofdstad Bagdad. ’s Nachts monitort de Nederlandse luitenant F., die deel uitmaakt van Stabilisation Force Iraq SFIR 3, twee Verkeers Check Points, controleposten aan de weg. Ze worden bemand door leden van de Iraqi Civil Defense Corps, een soort burgerwacht. Nadat de post, genaamd B1.3, die avond is beschoten, spoedt luitenant F. zich er heen. Aangekomen zoekt hij samen met een collega-militair en een Irakese burgerwacht honderd meter van de post langs de asfaltweg naar mogelijke achtergebleven bewijzen als kogelhulzen. Juist dan, het is zo’n drie uur in de nacht, nadert een auto het checkpoint van de andere zijde. Er brandt geen licht, er is geen waarschuwingsteken van een naderende controlepost en de bewakers hebben zich tijdelijk teruggetrokken.

De auto, een zwarte Mercedes gereden door de Irakees Dawoud Joad Kathim, ramt met hoge snelheid een paar markeringstonnen en wat keien die op de as van de weg liggen. Hij rijdt vervolgens verder in de richting van luitenant F., die honderd meter verder links van de weg loopt. Die pakt zijn Diemacogeweer en schiet – volgens eigen zeggen – op het moment dat de auto is gepasseerd zijn magazijn, 28 kogels, leeg op de auto. De auto stopt. De chauffeur blijft ongeschonden. Zijn medepassagier Azhar Sabah Jaloud, autohandelaar van beroep, heeft zeven kogelwonden en sterft.

Luitenant F. motiveert zijn actie als volgt: Hij hoort plots lawaai, gevolgd door schoten uit de richting van de auto. Hij schiet terug. Het was dus zelfverdediging. Twee aanwezige Nederlandse militairen verklaren tegenover de marechaussee, twee dagen later, dat er door de Irakese burgerwachters bij de post werd geschoten op het moment dat de auto passeerde. Een soldaat die met een nachtkijker een goed beeld had van de situatie, zegt in eerste instantie dat hij alleen vuur zag uit de richting waar de luitenant zich bevond. Zegveld: ‘Heel vreemd is dat hij eindigt met de opmerking dat de burgerwachten wel hebben geschoten.’

De Irakese burgerwachten die bij de post aanwezig waren en direct na het schietincident door de marechaussee zijn gehoord, ontkennen echter te hebben geschoten. Ook de Irakese burgerwacht en een Irakese tolk die met de luitenant meeliepen, ontkennen dat op hun groep is geschoten uit de richting van de naderende auto. In het dossier zit een in het Nederlands vertaalde verklaring van een Irakese politiekolonel waarin staat dat de Irakezen hadden geschoten op de auto. Zegveld: ‘In het origineel staat echter dat ze ‘schreeuwden’ naar de auto om hem te stoppen.’

Volgens advocate Zegveld, tevens hoogleraar Internationaal Humanitair Recht aan de Universiteit Leiden, herbergt het dossier Jaloud zoveel tegenstrijdigheden en onbeantwoorde vragen dat een strafzaak gerechtvaardigd lijkt. ‘De schutter beweert dat hij bewust handelde, zo zou hij gewacht hebben met schieten tot de auto voorbij was. Wat de vraag opwerpt of je dan nog wel kunt spreken van zelfverdediging. De luitenant zou 28 maal enkelschots hebben geschoten. Binnen zeven seconden. Dat lijkt me onmogelijk.’ Luitenant F. verklaart verder, volgens Zegveld, dat hij op de linkerachterzijde van de auto richtte. Die vaststelling is belangrijk omdat uit voorlopig onderzoek door de marechaussee blijkt dat naast de kogelgaten die veroorzaakt kunnen zijn door de 5.56 mm kogels van een Nederlands Diemaco–geweer, ook grotere gaten in de auto zitten. Of die ontstaan zijn door kogels afgevuurd met een 7.62 mm AK47 geweer, waarmee de Irakese politieagenten zijn uitgerust, is niet duidelijk. Het Openbaar Ministerie sluit niet uit dat de fatale kogels door een Irakees zijn afgevuurd. Uit het lijk van Jaloud zijn metalen deeltjes gehaald en naar Bagdad gestuurd, maar waarvan het metaal, vooral lood, afkomstig is, kon niet worden vastgesteld.

Ten slotte vindt advocate Zegveld het opmerkelijk dat zij het OM moest attenderen op een parallel onderzoek door de Irakese politie. Daarin is een getuigenverklaring opgenomen waarin de chauffeur vertelt dat hij van de tolk van de Nederlandse militairen de opdracht kreeg te zeggen dat de Irakese burgerwachten het eerst hadden geschoten. Zegveld: ‘Vreemd, want er zitten ook foto’s in het politiedossier die van de marechaussee afkomstig zijn. Volgens Defensie zou er bij incidenten altijd sprake zijn van samenwerking. Nu kwam het zeker niet goed uit.’

Of luitenant F. wordt vervolgd, besluit het gerechtshof binnen enkele weken. Vader Jaloud is niet bij de behandeling van de zaak aanwezig. Vanuit zuid-Irak zegt hij telefonisch: ‘Ik verwacht dat de zaak goed zal worden besproken en dat in ons voordeel zal worden besloten omdat het recht aan onze kant staat.’ Schietincidenten Irak

Nederlandse militairen in de zuidelijke provincie al Muthanna maakten tussen augustus 2003 en maart 2005 deel uit van Stabilisatiemacht Irak (SFIR), opgericht na een VN-mandaat om stabiliteit en wederopbouw te bevorderen na de verdrijving van het regime van Saddam Hoessein. In deze periode zijn, voorzover na te gaan, zes burgers doodgeschoten.

Naast Jaloud waren dit:

Abdallah Mushir Ethafa (33) op 27 december 2003. Hij werd van 103 meter afstand in de rug geschoten door sergeant-majoor Eric O.

Jameel Ulkom Saeed (47) werd op 25 april 2004 gedood door militairen die verklaarden op de banden van de auto te hebben gemikt.

Ali Abdul Addim (15) en Mustafa Newaf stierven 19 augustus 2004 toen militairen op hun auto schoten omdat ze vermoedden dat van daaruit werd geschoten. In de auto zijn nooit wapens of kruitsporen gevonden.

Nachmy Hafer (20) kwam 19 januari 2005 om nadat Nederlandse militairen op de auto schoten waarin hij zat toen die niet snel genoeg stopte.

Opmerkelijk is dat vijf van de zes burgers om het leven zijn gekomen bij nachtelijke controleposten die onvoldoende of geheel niet waren verlicht. Toch oordeelde het OM in Arnhem in alle zaken dat er sprake is van ‘functioneel geweld’, gebonden aan internationale verdragen, VN-resoluties en Rules of Engagement.

depers.nl

mark61
18-03-08, 08:01
Putatief noodweer vanaf 103 meter. Yep.