Marsipulami
07-05-08, 09:55
Eendracht maakt macht, met een keerzijde(Belga)
ma 05/05/08 - België wordt onafhankelijk in 1830 na een opstand tegen het bewind van de Nederlandse koning Willem I. De Belgische Revolutie heeft te maken met een verlangen naar onafhankelijkheid door de katholieke Franstalige burgerij in de Zuidelijke Nederlanden en ideeën van liberalisme en nationalisme. Later zal blijken dat dit niet meteen garant staat voor stabiliteit.
Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van Willem I was niet echt een hecht geheel, en bestond overigens pas sinds 1815. De culturele verschillen tussen Noord en Zuid waren groot: in het protestantse noorden werd Nederlands gesproken, terwijl in het katholieke zuiden Frans de voertaal was, tenminste bij de elite.
De Belgische Opstand wordt als het ware uitgelokt door een opvoering van de opera “De Stomme van Portici” van Daniel François Esprit Auber in de Brusselse Muntschouwburg. De vlam slaat in de pan na een aria: “Amour sacré de la patrie, rends-nous l’audace et la fierté; à mon pays je dois la vie, il me devra sa liberté.”
Het leger van Willem I blijkt niet in staat om het oproer neer te slaan, en op 4 oktober 1830 roept het Voorlopig Bewind de onafhankelijkheid uit. Bijna een jaar later, op 21 juli 1831, legt Leopold I van Saksen-Coburg en Gotha de eed af als Koning der Belgen.
Taal en onderwijs
Onder het bewind van Willem I was het aantal kinderen in het basisonderwijs drastisch toegenomen door de oprichting van openbare scholen. Onder het Nederlandse bewind werd in de volkstaal onderwezen. Het onderwijs in heel Vlaanderen, Brussel inbegrepen, was in het Nederlands.
(VRT) Een van de eerste daden van het Voorlopig Bewind (foto) is de afschaffing van de openbare scholen. De Franstalige openbare universiteiten van Luik en Gent blijven wel bestaan, want daar wordt de nieuwe elite van het land opgeleid.
Het onderwijs in het België van de 19e eeuw zal in eerste instantie vooral een zaak van de katholieke zuil worden en is ook Franstalig. Hoger onderwijs, parlement, gerechtelijk apparaat, leger, kerkleiding: alles is Franstalig.
De taal van de elite
Wie als Vlaming in België iets wil betekenen, moet Frans spreken. Het economische zwaartepunt ligt trouwens ook in het Franstalige zuiden van het land, waar de zware industrie bloeit en waar veel jobs zijn.
Van Vlaams nationalisme is in de eerste jaren na de onafhankelijkheid geen sprake. De elite spreekt Frans en Frans is ook de enige officiële taal van het land.
Algemeen Nederlands bestaat (nog) niet. In Vlaanderen spreekt het volk Vlaamse dialecten.
Van taalstrijd naar Vlaamse Beweging
In de loop van de 19e eeuw gaan de eisen voor Nederlands in het onderwijs, de administratie en het gerecht steeds luider klinken. Steeds meer flaminganten stappen af van het Belgische patriottisme en bekeren zich tot het Vlaamse volksnationalisme.
Aanvankelijk zegt de Franstalige burgerij botweg nee tegen de Vlaamse eisen, maar geleidelijk komen er taalwetten tot stand. Het Nederlands wordt toegelaten in gerechtelijke zaken, in lokale bestuurszaken en geleidelijk ook in de Vlaamse rijksscholen.
De zogenoemde taalstrijd wordt gestuwd door Vlaamse literaire boegbeelden zoals Hendrik Conscience, Jan-Frans Willems en Albrecht Rodenbach.
1898 betekent een doorbraak voor de Vlaamse Beweging. De Gelijkheidswet wordt goedgekeurd en het Nederlands wordt naast het Frans erkend als officiële landstaal.
Geleidelijk raken de tenoren van de Vlaamse Beweging ervan overtuigd dat Vlaanderen volledig moet worden vernederlandst. Dat loopt niet van een leien dakje: zo duurt het nog tot 1930 voor de Gentse Rijksuniversiteit wordt vernederlandst.
Een hypotheek op de Vlaamse Beweging
Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakt de Duitse bezetter handig gebruik van de Vlaamse verzuchtingen op het vlak van taal en cultuur. Een deel van de flaminganten - de activisten - gaat zelfs collaboreren met de bezetter, terwijl de pacifisten naar Nederland vluchten.
Aan het IJzerfront groeit het ongenoegen bij de Vlaamse soldaten, die hun bevelen van Belgische officieren in het Frans krijgen. Dat leidt tot de Frontbeweging, die zelfs contacten zoekt met de activisten.
Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog begaat een deel van de Vlaamse Beweging dezelfde fout als de activisten: een partij zoals het VNV kiest openlijk voor collaboratie met de nazi’s.
De periode na 1945 betekent dan ook een flinke opdoffer voor de Vlaamse Beweging. De Belgische staat, waar de francofonie nog zeer invloedrijk is, rekent genadeloos af met de Vlaamse collaborateurs tijdens de repressie.
Maar de Vlaamse Beweging blijkt niet dood, want geleidelijk nemen de communautaire spanningen in het dan nog unitaire België toe.
Verschillende kwesties brengen de steeds groter wordende tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen aan het licht. Tegelijk verschuift het economische zwaargewicht in de naoorlogse periode geleidelijk van Wallonië naar Vlaanderen.
De staat België zou nog moeilijke tijden voor de boeg hebben.
Rik Arnoudt
ma 05/05/08 - België wordt onafhankelijk in 1830 na een opstand tegen het bewind van de Nederlandse koning Willem I. De Belgische Revolutie heeft te maken met een verlangen naar onafhankelijkheid door de katholieke Franstalige burgerij in de Zuidelijke Nederlanden en ideeën van liberalisme en nationalisme. Later zal blijken dat dit niet meteen garant staat voor stabiliteit.
Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van Willem I was niet echt een hecht geheel, en bestond overigens pas sinds 1815. De culturele verschillen tussen Noord en Zuid waren groot: in het protestantse noorden werd Nederlands gesproken, terwijl in het katholieke zuiden Frans de voertaal was, tenminste bij de elite.
De Belgische Opstand wordt als het ware uitgelokt door een opvoering van de opera “De Stomme van Portici” van Daniel François Esprit Auber in de Brusselse Muntschouwburg. De vlam slaat in de pan na een aria: “Amour sacré de la patrie, rends-nous l’audace et la fierté; à mon pays je dois la vie, il me devra sa liberté.”
Het leger van Willem I blijkt niet in staat om het oproer neer te slaan, en op 4 oktober 1830 roept het Voorlopig Bewind de onafhankelijkheid uit. Bijna een jaar later, op 21 juli 1831, legt Leopold I van Saksen-Coburg en Gotha de eed af als Koning der Belgen.
Taal en onderwijs
Onder het bewind van Willem I was het aantal kinderen in het basisonderwijs drastisch toegenomen door de oprichting van openbare scholen. Onder het Nederlandse bewind werd in de volkstaal onderwezen. Het onderwijs in heel Vlaanderen, Brussel inbegrepen, was in het Nederlands.
(VRT) Een van de eerste daden van het Voorlopig Bewind (foto) is de afschaffing van de openbare scholen. De Franstalige openbare universiteiten van Luik en Gent blijven wel bestaan, want daar wordt de nieuwe elite van het land opgeleid.
Het onderwijs in het België van de 19e eeuw zal in eerste instantie vooral een zaak van de katholieke zuil worden en is ook Franstalig. Hoger onderwijs, parlement, gerechtelijk apparaat, leger, kerkleiding: alles is Franstalig.
De taal van de elite
Wie als Vlaming in België iets wil betekenen, moet Frans spreken. Het economische zwaartepunt ligt trouwens ook in het Franstalige zuiden van het land, waar de zware industrie bloeit en waar veel jobs zijn.
Van Vlaams nationalisme is in de eerste jaren na de onafhankelijkheid geen sprake. De elite spreekt Frans en Frans is ook de enige officiële taal van het land.
Algemeen Nederlands bestaat (nog) niet. In Vlaanderen spreekt het volk Vlaamse dialecten.
Van taalstrijd naar Vlaamse Beweging
In de loop van de 19e eeuw gaan de eisen voor Nederlands in het onderwijs, de administratie en het gerecht steeds luider klinken. Steeds meer flaminganten stappen af van het Belgische patriottisme en bekeren zich tot het Vlaamse volksnationalisme.
Aanvankelijk zegt de Franstalige burgerij botweg nee tegen de Vlaamse eisen, maar geleidelijk komen er taalwetten tot stand. Het Nederlands wordt toegelaten in gerechtelijke zaken, in lokale bestuurszaken en geleidelijk ook in de Vlaamse rijksscholen.
De zogenoemde taalstrijd wordt gestuwd door Vlaamse literaire boegbeelden zoals Hendrik Conscience, Jan-Frans Willems en Albrecht Rodenbach.
1898 betekent een doorbraak voor de Vlaamse Beweging. De Gelijkheidswet wordt goedgekeurd en het Nederlands wordt naast het Frans erkend als officiële landstaal.
Geleidelijk raken de tenoren van de Vlaamse Beweging ervan overtuigd dat Vlaanderen volledig moet worden vernederlandst. Dat loopt niet van een leien dakje: zo duurt het nog tot 1930 voor de Gentse Rijksuniversiteit wordt vernederlandst.
Een hypotheek op de Vlaamse Beweging
Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakt de Duitse bezetter handig gebruik van de Vlaamse verzuchtingen op het vlak van taal en cultuur. Een deel van de flaminganten - de activisten - gaat zelfs collaboreren met de bezetter, terwijl de pacifisten naar Nederland vluchten.
Aan het IJzerfront groeit het ongenoegen bij de Vlaamse soldaten, die hun bevelen van Belgische officieren in het Frans krijgen. Dat leidt tot de Frontbeweging, die zelfs contacten zoekt met de activisten.
Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog begaat een deel van de Vlaamse Beweging dezelfde fout als de activisten: een partij zoals het VNV kiest openlijk voor collaboratie met de nazi’s.
De periode na 1945 betekent dan ook een flinke opdoffer voor de Vlaamse Beweging. De Belgische staat, waar de francofonie nog zeer invloedrijk is, rekent genadeloos af met de Vlaamse collaborateurs tijdens de repressie.
Maar de Vlaamse Beweging blijkt niet dood, want geleidelijk nemen de communautaire spanningen in het dan nog unitaire België toe.
Verschillende kwesties brengen de steeds groter wordende tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen aan het licht. Tegelijk verschuift het economische zwaargewicht in de naoorlogse periode geleidelijk van Wallonië naar Vlaanderen.
De staat België zou nog moeilijke tijden voor de boeg hebben.
Rik Arnoudt