PDA

Bekijk Volledige Versie : 'Arabieren denken dat medailles te koop zijn'



super ick
12-08-08, 15:49
'Arabieren denken dat medailles te koop zijn'
INTERVIEW, Van onze verslaggever John Volkers
gepubliceerd op 12 augustus 2008 02:45, bijgewerkt op 12 augustus 2008 07:04

PEKING - Ontboezemingen van twee zwemcoaches van eenlingen uit Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten.

De twee zwemtrainers hebben elkaar getroffen in hun omzwervingen rond de wereld. De Nederlander Eric Landa en de Amerikaan Jay Benner zijn in Peking coach van eenlingen, zwemmers op speciale wildcards van het Internationaal Olympisch Comité.

Landa, een globetrotter die eerder in Singapore en Nieuw-Zeeland werkte, is coach van de Egyptenaar Mohamed El Nady. Benner traint Obaid Ahmed Al-Jasmi uit de Verenigde Arabische Emiraten.

De blonde Amerikaan, befaamd opleidingscoach in eigen land, begint eigener beweging over de gewoonten van pupil Al-Jasmi. ‘Wij zitten nu naar deze finale 4x100 vrij te kijken, een hoogtepunt in de zwemgeschiedenis. En hij ligt op zijn bed. Veertien uur per dag. Om een uur moet ik dagelijks op zijn deur kloppen. Meneer slaapt.

‘Het is haast zielig. Als sportman is dit je hoogtepunt. Hier leef en werk je voor. Behalve in de Emiraten. Daar hoeven ze niks. En moeten ze niks. Ze krijgen alles. Er is zoveel geld. Niemand hoeft te werken. En als je niet hoeft te werken, waar leer je dan dat je je moet inspannen om resultaat te halen.

‘De Arabieren denken dat je medailles kunt kopen. Zij halen toptrainers die ze het liefst niet te veel betalen. Want zo zijn ze dan ook weer. En dan kan ik vijf procent van mijn mogelijkheden als coach benutten. Er zijn 150 zwemmers in het hele land. Het is pathetisch.’

Landa werkt sinds 2006 als zwemcoach bij de Egyptische federatie in Cairo. ‘Dat is met twintig miljoen inwoners de smerigste stad ter wereld. Ik vind de lucht hier in Peking daarom uitstekend, veel beter dan thuis in Egypte. Ik heb in Cairo gek genoeg betere trainingsomstandigheden dan Jay in Dubai. Er zijn vijf clubs met 50-meterbaden.

‘Het is een derdewereldland met grote armoede. Vijf procent van de bevolking van 82 miljoen kan het zich veroorloven aan sport te doen. Mijn pupillen zwemmen voor de extra punten die ze op hun schoolrapport krijgen. Op die manier kun je overgaan als je goed bent in sport.’

Benner zegt dat zijn zwemmers geld krijgen. ‘Zelfs kinderen van 8 die nauwelijks kunnen zwemmen, krijgen geld. Honderd dollar per maand voor die kleintjes. Het is de enige manier om ze te motiveren naar het zwembad te komen. Het is de wereld op zijn kop. In de Verenigde Staten of in Europa moet je contributie betalen om te kunnen zwemmen bij een club.

‘Nog een groot verschil. De ouders in de Emiraten bemoeien zich helemaal niet met hun kinderen. Ze komen nooit kijken. Ik heb in vijftien maanden twee ouders in het bad gezien. Als je iets wilt, neem je de zwemmers mee naar het buitenland. Daar kun je ze controleren. Anders blijven ze zomaar weken weg.’

Landa: ‘In Egypte is een dictatuur. Moebarak, een klootzak maar dat hoor je mij niet zeggen, alleen maar denken, heeft de macht. De mensen onder hem oefenen ook macht uit. Sporters krijgen bij een olympisch succes geld. Zeggen ze. Maar de werkelijkheid is anders. Karam Gaber, de worstelaar, won goud in Athene. Hij zou een miljoen dollar en een huis krijgen.

‘Toen hij dat niet kreeg en naar de Verenigde Staten wilde emigreren, hebben ze hem bij de luchthaven opgepakt en in de gevangenis gegooid. Zonder enige discussie.

‘Wij zouden naar de Spelen gaan, maar tot één dag voor vertrek was dat onzeker. Ze willen macht over je uitoefenen. Straks na terugkeer gaan ze zeggen. Zoveel geld uitgegeven en zonder medaille terug.

‘Intussen doe ik vijf banen voor één salaris. Hoofdcoach, assistent, jeugdcoach, manager, administrateur. Zonder dat ze je extreem betalen.’

Benner: ‘Op 1 oktober wil ik wel het echte boek opendoen over de Emiraten, hoe ze daar leven en doen. Maar ik moet mijn salaris nog ontvangen. En voor je het weet, kom je het land niet meer uit.’

Landa: ‘Wij kunnen samen een boek schrijven over wat we meemaken. Dat zou er niet om liegen. Sportmensen zijn in deze landen zo anders. Een Egyptenaar wil niet verliezen. Dat hoort bij een sport als zwemmen. Als de ander je voorbij zwemt, dan verlies je. Maar ik heb het meegemaakt dat de zwemmer die achter raakt, stopt met zwemmen en niet aantikt. Heb ik niet verloren, zegt hij dan.’

Benner: ‘De Arabische wereld is overal hetzelfde qua mentaliteit. Hij maakt het mee in Cairo, ik in Dubai. Het is corrupt. Liegen en bedriegen zijn hun voornaamste kwaliteiten. En als je je zwemmers discipline wilt bijbrengen, lukt dat niet. Aan alle dingen die zij fout doen, wordt geen consequentie verbonden. Nooit is er straf.’

Landa: ‘Maar als je als buitenlandse vrouw Egypte wilt vertegenwoordigen als coach, moet je je haar zwart verven. Het overkwam een Russische collega van mij. Anders mocht ze niet naar de Spelen. Een schande.’