PDA

Bekijk Volledige Versie : De netwerksamenleving



Orakel
06-12-08, 19:05
ff heel wat anders; omineus of realistisch?

De netwerksamenleving.

De term netwerksamenleving bevalt mij beter dan informatiesamenleving.
Natuurlijk hangen veel veranderingen die we waarnemen samen met de revolutionaire ontwikkeling van informatie- en communicatietechnologie. Maar er is geen eenzijdige determinatie: culturele, economische en sociale veranderingen zijn minstens zo belangrijk. Natuurlijk neemt het belang van informatie als
productiefactor dramatisch toe, maar meer nog gaat het om kennis en betekenis in allerlei samenhangen. Natuurlijk zijn economische veranderingen van groot belang, maar uiteindelijk gaat het toch om transformaties in een breder maatschappelijk perspectief. De netwerksamenleving is daarom een betere metafoor voor de veranderingen die we zien.

Het begrip netwerksamenleving verwijst naar een complex geheel van ontwikkelingen. Van Dijk noemt netwerken het zenuwstelsel van onze maatschappij.
Informatie- en communicatietechnologieën zijn weliswaar cruciaal, maar ze zijn niet de enige drijvers van de verandering. Veel van de karakteristieken van de netwerksamenleving hangen evenzeer samen met economische, culturele en sociale ontwikkelingen. Ook in het monumentale werk van Castells treffen we die samenhangen aan.Het unieke van ICT in dat geheel is de bijzondere verdichting van technologische innovaties in een relatief kort tijdsbestek: de industriële revolutie nam vijf eeuwen om tot volledige doorwerking te komen, de ICT-revolutie lijkt eerder in decennia gemeten te moeten worden.

Dan zwijg ik nog over de onvoorstelbare veranderingen die het gevolg kunnen zijn van bio- en nanotechnologie. Over deze veranderingen zijn veel auteurs ofwel eenzijdig positief, ofwel eenzijdig pessimistisch. Aan de ene kant is er de utopische droom van grotere vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid, kortom vooruitgang. Aan de andere kant lijkt de netwerksamenleving een nieuwe stap op weg naar onderdrukking, ongelijkheid en uitsluiting. Men spreekt van techno-optimisten en
technopessimisten. Beide posities zijn natuurlijk naïef en hoogmoedig tegelijk: ze zijn van een gelukzalige enkelvoudigheid terwijl ze tegelijkertijd een overkoepelend standpunt veronderstellen dat tot eenduidige oordeelsvorming in staat stelt.

In mijn opvatting zien we alleen verandering, niet noodzakelijkerwijze verbetering.
Bin Laden is net zozeer een product van de netwerksamenleving als de antiglobalisten
dat zijn, om nog maar te zwijgen van het flitskapitaal.
Een eerste karakteristiek van de netwerksamenleving is het patroon van ‘horizontalisering’ dat optreedt in maatschappelijke verhoudingen. Minister Peper noemde dit in zijn roemruchte essay een van de belangrijkste veranderingen die ons soort samenlevingen doormaken. Dat zijn essay onmiddellijk op internet te lezen was nadat premier Kok openbaarmaking had verboden was een even onbedoelde als
ironische bevestiging van Pepers boodschap.

De capaciteitstoename van ICT heeft horizontalisering, die natuurlijk ook sociale en culturele oorzaken heeft, aanzienlijk bevorderd. Per achttien maanden verdubbelt de capaciteit van computers, zo luidt de wet van Moore, en dat is een conservatieve schatting. Ook de GSM is een computer. Die kan nu wat dertig jaar geleden een rekencentrum kon. Bovendien hangen alle computers in netwerken van netwerken.
Het internet is een van de meest sensationele verschijnselen van onze technocultuur.
Horizontalisering van informatievoorziening en communicatie verbindt zich met de horizontalisering die het gevolg is van sociale en culturele emancipatie.

De onderhandelingshuishouding van De Swaan bestaat ook digitaal en wereldwijd.
Organisatiepatronen krijgen steeds meer een netwerkkarakter, als ze al niet virtueel van gedaante worden.8 De piramide – als symbool voor hiërarchie en bureaucratie – verliest zingevende betekenis. Het internet leert ons dat systemen zonder centrum vitaal zijn, juist omdat ze centrumloos zijn. Wat in zekere zin altijd al voor markten gold, heeft nu ook het domein van de informatievoorziening en communicatie bereikt.

In die zin heeft het anarchisme – zonder de politiek-filosofische connotatie van machtsvrijheid en absolute gelijkheid – de toekomst. Gedecentreerde werkelijkheden zijn slimmer en gevarieerder, waardoor ze beter kunnen omgaan met de complexiteiten en turbulenties van onze samenlevingen. Natuurlijk deelt niet
iedereen die observatie. Bellamy en Taylor verwachten vooral bestendiging van bestaande institutionele machtsverhoudingen in wat zij de ‘information polity’ noemen. En Zuurmond laat niet na te betogen dat in de nieuwe informatiearchitecturen oude en nieuwe machtsverhoudingen zijn gestold.

Een tweede karakteristiek van de netwerksamenleving is ‘deterritorialisering’.
In de virtuele wereld van informatievoorziening en communicatie raken handeling en effect van handeling ontkoppeld, zoals de WRR enkele jaren geleden in Staat zonder land het kabinet voorhield.11 De plek, de geografie verliezen aan betekenis. Natuurlijk blijft het territorium van de fysieke wereld bestaan. Daar komt echter een wereld zonder fysieke begrenzingen bij. Dat kan overigens tot de paradox leiden dat
wanneer het niet meer uitmaakt waar je werkt, het des te belangrijker wordt waar je woont en recreëert. Vandaar dat de metropolen van deze wereld zo aantrekkelijk zijn voor de nomaden van de kennisindustrie.

Deterritorialisering lijkt op het proces van economische internationalisering of globalisering. In een aantal opzichten heeft ICT de volledige ontplooiing van dat proces pas mogelijk gemaakt. Wat vroeger alleen
multinationals konden – presentie over de hele wereld – kan nu in principe elk individu met een internetverbinding. Dat maakt ook meteen duidelijk dat deterritorialisering vooral problematische effecten heeft voor instituties die aan een geografisch territorium gebonden zijn. En dat geldt bij uitstek voor de instituties van politiek en bestuur.

Wie heft BTW op virtuele transacties? Wie bestrijdt cyberterrorisme? Waar bevindt zich het communicatiecentrum van een terroristennetwerk? Wie dwingt solidariteit af als ik me in de virtuele wereld kan verzekeren? Juist omdat de gevolgen van deterritorialisering zo ingrijpend zijn voor de instituties van de territoriale wereld, zijn de pogingen tot sturing en regulering zo bruut. Wat de Amerikaans-Engelse snuffelorganisatie ‘Echelon’ zich permitteert is ongehoord. Een spion in elke slaapkamer en elke directieruimte zou nog een flauwe afspiegeling zijn. Tegelijkertijd lijkt het op het wieden van onkruid in een tropisch regenwoud: even hopeloos als pathologisch.

Tenslotte is virtualisering een belangrijke karakteristiek van de netwerksamenleving.
Omdat informatievoorziening en communicatie met bits en niet met atomen te maken hebben, ontstaat er een wereld zonder materiële grondslag.
Dat betekent alleen al dat klassieke begrippen als schaarste en intellectuele eigendom problematisch worden. Een computer ontleent zijn waarde aan de netwerken waardoor hij met andere computers in verbinding staat. Een computer wordt met andere woorden meer waard naarmate er meer andere computers zijn. Het ding zelf is al bij aanschaf fors in waarde gedaald. Eigendom is al net zo’n tragisch fenomeen. Surfen is kopiëren. Downloaden is geen eigendomstransactie,
omdat niemand iets verliest noch exclusief verwerft.

Virtualisering betekent ook dat identiteit een te manipuleren en te creëren fenomeen wordt. Niets of niemand hoeft te zijn wat het of hij lijkt te zijn. In virtuele gemeenschappen kan iedereen een karakter kiezen dat hem of haar lief is. Natuurlijk is dat niet volledig nieuw: de mens heeft altijd een spel met identiteiten gespeeld.
Door ICT is echter een integratie van media ontstaan die de mogelijkheden van dit spel heeft doen exploderen en die eventuele fysieke of morele belemmeringen lijkt op te heffen. Een beetje CD-rom game maakt van je zoon een professionele killer, waarbij het cowboy en indianen spel van onze jeugd verbleekt. In maatschappelijke verhoudingen leidt dat tot een hernieuwd belang van betrouwbaarheid en herkenbaarheid. Duurzame verbanden, gemeenschapsvorming, culturele codes, alles wat we uit onze eigen geschiedenis kennen moet opnieuw worden uitgevonden in een werkelijkheid waarin vertrouwde territoriale en fysieke begrenzingen verdampen.

http://www.publicinnovation.nl/downloads/1999%20Bekkers-Thaens%20Sturingsconcepties%20(IOB).pdf