PDA

Bekijk Volledige Versie : Buurt belangrijkste boosdoener voor boefjesgedrag



Orakel
06-12-08, 20:08
Leefomgeving belangrijker bij jeugddelinquentie dan etniciteit
Buurt belangrijkste boosdoener voor boefjesgedrag

Utrecht, 24 juni 2008
Crimineel jongerengedrag hangt vooral samen met de kwaliteit van de buurt, het gezin, schooluitval en de vriendengroep van de jongere en minder met etniciteit zoals vaak wordt gedacht. Jongeren uit probleemwijken nemen vaker deel aan jeugdbendes. Dat blijkt uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut en het Willem Pompe Instituut van de universiteit Utrecht Achtergronden van jeugddelinquentie en middelengebruik.

Voor het onderzoek is delinquent gedrag, middelengebruik en slachtofferschap van jongeren via zelfrapportage in kaart gebracht. 2300 leerlingen uit de eerste drie klassen van het voortgezet onderwijs gaven antwoord op de vraag of zij bepaalde delicten gepleegd hebben, hoe vaak zij dat deden en onder welke omstandigheden. Deze methode is voor het eerst in Nederland toegepast en levert nieuwe en verrassende gegevens op over de grootte van de groep jongeren die structureel strafbare feiten pleegt.

Buurten
De onderzoeksresultaten tonen in de eerste plaats aan dat problemen in de buurt direct verband houden met delinquent gedrag van jongeren die daar wonen. Een buurt met veel criminaliteit en drugsgebruik geeft opgroeiende jongeren de boodschap af dat het om normale verschijnselen gaat. Een dergelijke omgeving vergemakkelijkt de inwijding in een criminele levensstijl. Het verband tussen delinquentie en etniciteit blijkt zwak: eerder speelt de sociaaleconomische situatie een rol.

Gezin en school
Ouderlijke controle is een andere sterke voorspeller van delinquentie. Verder is school, of het gebrek daaraan, een belangrijke factor in het leven van jongeren. Het begint met mislukking op school en eindigt met spijbelen en voortijdige schooluitval. Mislukking op school voorspelt weinig goeds: het betekent lage status, marginalisering en weinig perspectief op een redelijke baan.

De vriendengroep
Jongeren die slecht functioneren in school en gezin, zullen aansluiting zoeken bij andere gemarginaliseerde jongeren, waar gebruik van alcohol en drugs wordt aangemoedigd en delinquent gedrag normaal wordt gevonden. Er is een duidelijke samenhang tussen delinquent gedrag van vrienden en de eigen delinquentie. Jongeren plegen zelden een delict in hun eentje: dat gebeurt vrijwel altijd in groepsverband.

Etnische minderheden
Delinquent gedrag onder allochtone jongeren is hoger dan onder Nederlandse jongeren. Etniciteit heeft echter weinig verklarende waarde waar het gaat om delinquentie. Etnische groepen in onze samenleving wonen vaak in de slechtste buurten met de slechtste woningen en kennen een hoge werkloosheid. Deze lage positie op de sociaaleconomische ladder werkt weer negatief uit op de schoolcarrière van jongeren, de vriendengroep en ook de vrijetijdsbesteding. Al die factoren kunnen voorspellers zijn van delinquent gedrag: hoe kleiner de kansen op een maatschappelijk en economisch succesvolle toekomst, hoe minder ze te verliezen hebben en hoe groter de kans op een criminele carrière.

Aandachtspunten voor beleid
In lijn met de uitkomsten van het onderzoek bevat het rapport tal van aanbevelingen aan de lokale en landelijke overheid. De belangrijkste zijn:

Ervoor zorgen dat er in probleemwijken een gemengde populatie ontstaat. Dat wil zeggen: meer welvarende bewoners, minder werkloosheid, minder uitkeringsafhankelijkheid en een levendig midden- en kleinbedrijf. In zon wijk is te verwachten dat er een grotere overeenstemming komt over de gewenste normen en waarden in de buurt.

Hulpverlening bieden aan gezinnen in armoede en sociaal isolement om zowel hun levensomstandigheden als hun opvoedingsvaardigheden te verbeteren.

Extra investeren in openbare orde en veiligheid en als gemeente zorg dragen voor voldoende en kwalitatief goede sociale dienstverlening in de wijk.

Streng toezicht op leerplicht, goede voorbereiding op een succesvolle schoolcarrière door voor- en vroegschoolse educatie en investeringen in het onderwijs zelf. Het vmbo-onderwijs moet praktischer worden met meer nadruk op vakgerichtheid en handvaardigheid.

Tot slot moet het alcoholgebruik van jongeren drastisch worden teruggedrongen door het in aanvulling op al getroffen maatregelen - beperkter beschikbaar stellen van alcohol en het bieden van andere vrijetijdsalternatieven. Het duurder maken van alcohol blijkt een goede preventieve strategie volgens internationaal onderzoek.


http://www.verwey-jonker.nl/actueel/persberichten/buurt_belangrijkste_boosdoener_voor_boefjesgedrag