PDA

Bekijk Volledige Versie : extremistische hindoes gaan door met vermoorden christenen



reason
19-12-08, 13:09
Het vermoorden van christenen door extremistische hindoes in de Indiase deelstaat Orissa blijft maar doorgaan.
Zie hieronder een bericht van vandaag, en daarna twee oudere berichten.

Orissa: verdwenen catechist dood gevonden
geplaatst: vrijdag, 19 december 2008, 7.52 uur

Yuvraj Digal, de 40-jarige catechist die deze week in de Indiase deelstaat Orissa verdween, is dood gevonden, meldt AsiaNews. De alom gerespecteerde Digal uit het dorp Kanjamedi in het district Kandhamal werd afgelopen dinsdag herkend en aangevallen en zwaar mishandeld door een groep hindoe-fundamentalisten. Digal en zijn 20-jarige zoon Bidyadhar keerden net terug uit het dorp Tikabali, toen zij door enkele tientallen hindoe’s werden aangevallen. ”Ze hielden ons tegen en begonnen mijn vader te beledigen en sloegen zonder enig spoor van mededogen op hem in”, aldus zijn zoon.
Hij wist te ontkomen en zocht hulp bij een nabijgelegen politiebureau. De politie begon een zoektocht naar de catechist, maar hij was spoorloos verdwenen.
Volgens AsiaNews is inmiddels zijn levenloze lichaam teruggevonden. Hij is gestorven aan de gevolgen van de zware mishandelingen die hij te verduren kreeg.
Bidyadhar zegt dat de rond 20 aanvallers hen beschuldigden van betrokkenheid bij de moord van de fundamentalistische hindoeleider swami Laxmanananda Saraswati, waarna ze op hen insloegen.
Onlangs zijn radicale hindoe-groepen begonnen met een systematische campagne tegen priesters, zusters en catechisten, die in hun ogen Dalits en andere kastelozen aanzetten zich te bekeren tot het christendom. Sinds de moord op Saraswati, eind augustus, zijn naar schatting 500 christenen om het leven gekomen tijdens het aanhoudende geweld tegen christenen. (KN)

http://www.katholieknieuwsblad.nl/


Overheid Orissa steunt de christenvervolging
5 september 2008 - Katholiek Nieuwsblad

Christenen in India eisen onmiddellijke afzetting van de regering van de deelstaat Orissa, waar inmiddels meer dan honderd doden zijn gevallen na een nieuwe golf van geweld tegen christenen. Dat meldt de internationale hulporganisatie Kerk in Nood.
Het is de tweede keer in acht maanden tijd dat hindoefundamentalisten een ware klopjacht op christenen zijn begonnen en moordend, verkrachtend, brandschattend en plunderend rondtrekken. De huidige golf van geweld, die zondag een week geleden begon, overtreft zelfs die van de kerstdagen van 2007. Toen werden zo’n zeventig kerken en zeshonderd woningen vernietigd en kwamen enkele tientallen mensen om het leven.

Overheid betrokken
In een scherpe verklaring van de Wereldraad van Indiase Christenen (GCIC) wordt ingrijpen van de centrale regering gevraagd en eist de GCIC onderzoek naar betrokkenheid van de regionale regering en de deelstaatregering. In een aantal gevallen lijkt het erop dat het geweld van bovenaf is georkestreerd.
De Raad beschuldigt de deelstaatregering van het naburige Chattisgarh ervan extremisten te helpen in Orissa deel te kunnen nemen aan de ‘christenjacht’. Ook de Indiase bisschoppenconferentie heeft bij de centrale regering aangedrongen op snelle maatregelen.

Aanleiding voor het geweld was de moord op geestelijke leider swami Laxmanananda Saraswati van de partij Vishwa Hindu Parishad (VHP) op zaterdag 23 augustus. Hoewel de overheid maoïstische extremisten als daders van de aanslag aanwees, gaven de hindoefundamentalisten christenen de schuld en begonnen zij kerkelijke gebouwen en bezittingen aan te vallen. Aanvankelijk werden geen persoonlijke ongelukken gemeld, maar dat veranderde in de loop van de week. Na enkele dagen werden al zeker honderd doden gemeld. Christenen zijn massaal op de vlucht geslagen terwijl christelijke kerken en andere gebouwen worden aangevallen, geplunderd en in brand gestoken.

Incidenten
De GCIC heeft de centrale regering opgeroepen de noodtoestand af te kondigen en het leger de orde te laten herstellen omwille van de “veiligheid van de minderheidsgroepering”. In een brief van vorige week donderdag aan Kerk in Nood meldt de GCIC 92 incidenten, variërend van moord tot brandstichting.
Daaronder is een incident waarbij een duizendkoppige menigte vier christenen opjoeg en met dolken en zwaarden vermoordde. De vier hadden geprobeerd de fundamentalisten ervan te weerhouden hun kerk in brand te steken. In het dorp Rupa werd de gehandicapte Rasananda Pradhan levend verbrand nadat hij eerst had geprobeerd naar het bos te vluchten. Daarna werd het dorp aangevallen en in de as gelegd. Twee vrouwelijke religieuzen werden openlijk door een hele groep extremisten verkracht, waarna het dienstencentrum waar zij werkten werd platgebrand.
In Kanjamindi werd de priesterdirecteur van het pastoraal centrum, pater Thomas, ernstig mishandeld waarna hij naakt aan de menigte werd getoond. Vervolgens werd hij met benzine overgoten en probeerde men hem in brand te steken, maar het begon zo hard te regenen dat die pogingen mislukten. Talloze huizen, kerken, kloosters, scholen en winkels zijn aangevallen en vernield. In de dorpen Mandakia en Batingia zijn de woningen van de christelijke gemeenschappen volledig vernietigd.

Emancipatie kastenlozen
Diepere oorzaak van het geweld is de groei van de christelijke Kerken onder de dalits en andere kastelozen. Hoewel het kastensysteem officieel is afgeschaft, worden de kastelozen nog steeds als een soort slaven beschouwd. Doordat zij voor de rest van de hindoes niet meetellen en de christelijke Kerken gelijkwaardigheid prediken en emancipatie nastreven, voelen veel van deze mensen zich tot het christendom aangetrokken. Dat zij zich door het christendom zelfbewust zijn geworden, zich organiseren, ontwikkelen en voor hun rechten opkomen, zet kwaad bloed bij de hogere kasten. Ruim tachtig procent van de Indiërs is hindoe.
Onder de hindoes heerst bovendien een sterk nationalisme, dat vindt dat iedere Indiër hindoe hoort te zijn. Moslims, boeddhisten en christenen vormen in hun ogen wezensvreemde elementen. Christenen worden wegens hun succes onder de dalits er steeds vaker van beschuldigd aan zieltjeswinnerij onder hindoes te doen, waarbij ook sprake zou zijn van gedwongen bekeringen. In dit klimaat doet zich steeds vaker kleinschalig geweld tegen christenen voor, maar er is weinig voor nodig om het uit de hand te laten lopen.

Veroordeling
Hetzelfde geldt voor moslims, die in 2002 drieduizend doden te betreuren hadden na een vergelijkbare geweldsexplosie in de deelstaat Gujurat. De Indiase Moslimraad heeft onmiddellijk steun betuigd aan de christenen en er bij de regering op aangedrongen maatregelen te nemen. Overigens hebben ook hindoes hun afschuw over het geweld uitgesproken en zich er volledig van gedistantieerd. “Wij veroordelen dit geweld tegen de christelijke gemeenschap zonder meer”, aldus Srinivas Rao, schooldirecteur in het district Bargarh. “Deze extremisten berokkenen onze christelijke broeders en zusters ernstig kwaad.” Rao was een van de eersten die het geweld veroordeelde. “Ik heb christelijke vrienden in Orissa. Wij hebben het nooit over godsdienst. Wij zijn vrienden. Dat is alles. Christenen zijn mensen als ieder ander. Ieder mens heeft recht op zijn eigen godsdienstige overtuiging”, aldus Rao.

Proeftuin
Volgens aartsbisschop Raphael Cheenath van Chuttack-Bhubaneswar is het werk van de christenen onder de stammen en dalits de belangrijkste reden voor het geweld. “Voorheen waren het net slaven. Nu studeren sommigen van hen in onze scholen, beginnen bedrijfjes in de dorpen, komen op voor hun rechten. Degenen die ook in het economische sterk groeiende India alles bij het oude willen laten, zijn bang dat zij te veel macht krijgen. Het Orissa van vandaag is net een proeftuin. De toekomst van miljoenen dalits en tribals in heel het land staat op het spel.”

Protesten
Afgelopen vrijdag bleven alle 25.000 katholieke scholen in India gesloten uit protest tegen het geweld. Komende zondag is door de bisschoppen uitgeroepen tot een dag van vasten en gebed. De schoolstaking en de vreedzame protestdemonstraties vormden voor sommigen aanleiding voor nieuwe beschuldigingen aan het adres van de christenen. De niet-christelijke leerlingen zouden zijn “gedwongen” aan de demonstraties mee te doen. In Maydhya Pradesh vielen fundamentalisten vijf scholen en een kerk aan uit wraak voor de schoolstaking. Snel ingrijpen van de politie kon al te grote schade voorkomen. Op andere plaatsen werden vreedzame demonstraties door christenen tegengehouden door de oproerpolitie. (KN/ACN/AsiaNews/Chiesa)


Christenvervolging Orissa gaat door
geplaatst: donderdag, 4 december 2008, 7.28 uur

De vervolging van christenen in de Indiase deelstaat Orissa gaat gewoon door. De regering dwingt gevluchte christenen terug te keren naar hun woonplaatsen, maar biedt hen daar geen enkele veiligheid, meldt AsiaNews.

Het geweld concentreert zich in het district Kandhamal, waar het in augustus ook begon na de moord op een fundamentalistische hindoeleider door maoïsten.
Afgelopen tijd zijn er in Kandhamal twee christenvrouwen vermoord. Zij waren naar hun dorp teruggekeerd om de oogst binnen te halen voor hun gezin.
De 52-jarige Birmala Nayak had het vluchtelingenkamp van Nuagaon verlaten om rijst te oogsten. Haar lichaam werd in drie stukken gehakt teruggevonden in het bos. De 45-jarige Lalita Digal werd eveneens vermoord toen zij naar haar dorp was teruggekeerd om rijst te oogsten. Zij logeerde bij bevriende hindoes, maar daar werd zij ontvoerd en vermoord. Haar lichaam is nog niet teruggevonden.
Rond dezelfde tijd werden in het dorp Tiangia twee huizen van christenen in brand gestoken. Een derde woning die in vlammen opging behoorde tot een hindoegezin dat het had gewaagd de christenen welkom te heten. Het dorp is de geboorteplaats van pater Bernard Digal, een priester die onlangs overleed aan de gevolgen van zware mishandeling. Ook zes andere christelijke dorpelingen waren eerder al vermoord.
De brandstichting vond ’s nachts plaats nadat de dorpelingen overdag een ‘verzoeningsbijeenkomst’ hadden gehouden waarbij de christenen een veilige terugkeer was beloofd.
De Wereldraad van Indiase Christenen (GCIC) beschuldigt de lokale overheden ervan niet in staat te zijn of zelfs onwillig om de christenen te beschermen. Volgens GCIC-voorzitter Sajan George “heerst grote angst onder de christenen in Kandhamal. Nu de Kerst nadert zijn ze niet alleen getraumatiseerd door het geweld van vorig jaar met Kerstmis, maar ook door het volledig falen van de overheid om het geweld tegen christenen te stoppen.”
Aanleiding voor het georganiseerde geweld was de moord op hindoeleider swami Laxamananda Saraswati op 23 augustus. “Drie maanden na het uitbreken van het geweld is er nog niet één verantwoordelijke voor het geweld gearresteerd terwijl de regering wel de 54000 gevluchte christenen dwingt naar hun dorpen terug te keren.
Hoewel er drie arrestaties zijn verricht wegens de moord op de swami, hebben radicale hindoegroepen een demonstratie aangekondigd om te protesteren tegen de traagheid van het politie-onderzoek. De demonstraties zijn gepland op eerste Kerstdag. De christenen zijn bang dat die zullen leiden tot een nieuwe golf van geweld tegen hen. (KN)