PDA

Bekijk Volledige Versie : Vrijspraak voor beledigen van islam



Marsipulami
10-03-09, 17:23
Vrijspraak voor beledigen van islam


10/03/09 16:43 - In Nederland heeft het hoogste rechtsorgaan, de Hoge Raad, een man vrijgesproken die was veroordeeld voor het beledigen van moslims.
De man uit Valkenswaard had na de moord op cineast Theo Van Gogh begin november 2004 een affiche aan zijn raam gehangen met daarop de tekst 'Stop het gezwel dat Islam heet".

Hij was daarvoor veroordeeld omdat hij daarmee de moslims zou hebben beledigd.

De Hoge Raad veegt dat oordeel van tafel. Volgens de raad was de affiche alleen beledigend voor het geloof islam, en dat is volgens de Nederlandse wet toegestaan.

Het is wel strafbaar om een groep mensen te beledigen, maar dat is in dit geval niet gebeurd, oordeelt de Hoge Raad.

Munier
10-03-09, 18:33
Deze beslissing vindt ik heel logisch. Het kan ook niet anders: Zeggen dat Jesus de zoon van God is - wat het Christelijk geloof doet, is voor de Islam een belediging en deszelve ontkennen - wat de Islam doet is een beledeging voor het Chriselijk geloof. En zo kun je nog wel even verder gaan.

Om maar weer een een oude (maroc.nl forum) koe uit de sloot te halen, dit illustreer waarom een seculiere staat, waar mensen met uiteenlopende geloven leven, onontkoombaar is.

nour_islam
12-03-09, 10:18
Deze beslissing vindt ik heel logisch. Het kan ook niet anders: Zeggen dat Jesus de zoon van God is - wat het Christelijk geloof doet, is voor de Islam een belediging en deszelve ontkennen - wat de Islam doet is een beledeging voor het Chriselijk geloof. En zo kun je nog wel even verder gaan.

Om maar weer een een oude (maroc.nl forum) koe uit de sloot te halen, dit illustreer waarom een seculiere staat, waar mensen met uiteenlopende geloven leven, onontkoombaar is.

Stop de pest die het jodendom heet

Ik durf te wedden dat als iemand een affiche met zo'n tekst ophangt dat ie direct vervolgd gaat worden wegens anti-semitisme

reason
12-03-09, 13:13
Stop de pest die het jodendom heet

Ik durf te wedden dat als iemand een affiche met zo'n tekst ophangt dat ie direct vervolgd gaat worden wegens anti-semitisme

Dat lijkt me best waarschijnlijk, maar dat wil niet zeggen dat er iets niet klopt.

Belangrijk is dat de rechter uitsluitend oordeelt op grond van het misdrijf dat ten laste is gelegd.
Als in jouw voorbeeld wordt ten laste gelegd op grond van het verbod op haatzaaien (in plaats van het beledigen van een groep mensen wegens hun godsdienst), kun je een andere uitkomt krijgen.
Ook betrekt de rechter altijd de context en omstandigheden er bij. En je ontkomt er niet aan, dan ook te kijken naar de jodenvervolging in het verleden.

Hierna een stuk toelichting op het arrest van de Hoge Raad, van de griffier van de Raad zelf.

De uitspraak van de Hoge Raad houdt het volgende in:
Artikel 137c Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het zich beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun godsdienst (zgn. groepsbelediging). Dit artikel stelt niet strafbaar het zich beledigend uitlaten over een godsdienst, ook niet als dat gebeurt op zo’n manier dat de aanhangers van die godsdienst daardoor in hun godsdienstige gevoelens worden gekrenkt. Deze wetsbepaling moet volgens de wetsgeschiedenis beperkt worden uitgelegd. De uitlating moet onmiskenbaar betrekking hebben op een bepaalde groep mensen die zich door hun godsdienst onderscheiden van anderen. De enkele omstandigheid dat grievende uitlatingen over een godsdienst ook de aanhangers krenken is niet voldoende om van belediging van een groep mensen wegens hun godsdienst te spreken.
Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich met zijn poster met daarop de tekst “Stop het gezwel dat Islam heet” onnodig grievend heeft uitgelaten over de Islam. Het hof heeft daaraan de gevolgtrekking verbonden dat “gezien de verbondenheid tussen de Islam en haar gelovigen” deze uitlating reeds daardoor ook beledigend is voor “die groep mensen die de Islam belijden”. Het hof heeft daarmee een te ruime uitleg gegeven aan de in art. 137c, eerste lid, Sr voorkomende uitdrukking “een groep mensen wegens hun godsdienst”
Daarom heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd en de verdachte van het hem tenlastegelegde vrijgesproken.

Gevolg van de uitspraak
De verdachte is definitief vrijgesproken.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 10 maart 2009. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend.

Nadere informatie in verband met deze zaak
Artikel 137c Wetboek van Strafrecht (zgn. groepsbelediging) luidt:
“Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.”
Het gaat in deze zaak alleen om een strafvervolging ter zake van het doen van een beledigende uitlating over een groep mensen wegens hun godsdienst (art. 137c Sr). Het gaat dus niet om een vervolging wegens - kort gezegd - het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld tegen persoon of goed van mensen wegens hun godsdienst (art. 137d Sr) en evenmin om een vervolging wegens het zich door smalende godslastering op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze uitlaten (art. 147 Sr).
Voorts gaat het hier om de specifieke betekenis van de in art. 137c Sr opgenomen uitdrukking ‘belediging van een groep mensen wegens hun godsdienst of levensovertuiging’. Het gaat hier niet om andere in dit artikel genoemde gevallen van belediging van een groep mensen en dus niet om belediging van een groep mensen wegens hun ras, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap.
Indien, zoals in deze zaak, uitlatingen niet kunnen worden aangemerkt als ‘belediging van een groep mensen wegens hun godsdienst’ en dus in dit opzicht buiten het bereik van art. 137c Sr vallen, komt de vraag of daarbij de grenzen van de - onder meer door art. 10 EVRM gewaarborgde - vrijheid van meningsuiting zijn overschreden niet in beeld. Dus is in deze zaak ook niet aan de orde geweest of de bij de wet voorziene beperking die art. 137c Sr aan het recht op vrijheid van meningsuiting stelt in concreto gerechtvaardigd is.

Verband met Wilders-beschikking
In de zogenaamde Wilders-beschikking van het hof Amsterdam (LJN BH0496) heeft dat hof de vervolging van Wilders bevolen. In die beschikking gaat het op enige punten ook over art. 137c Sr. In paragraaf 12.1.3 heeft het hof voorlopig geoordeeld dat er voldoende aanwijzingen zijn om de vervolging in gang te zetten voor uitspraken van Wilders die beledigend zijn voor een groep mensen als bedoeld in art. 137c Sr die tot de moslimgemeenschap behoren. Daarbij heeft het hof onder meer betekenis toegekend aan de omstandigheid dat uit de samenhang van de door Wilders gepresenteerde uitlatingen duidelijk zou blijken dat hij de groep moslimgelovigen op het oog heeft. De uitspraak van de Hoge Raad in de zaak van de verdachte M.B. betekent dat de rechter die eventueel over een tenlastelegging op dit punt in de zaak tegen Wilders moet gaan oordelen, zal moeten onderzoeken of - zoals de Hoge Raad hier heeft overwogen - een uitlating onmiskenbaar betrekking heeft op een bepaalde groep mensen die zich door hun godsdienst onderscheiden van anderen. Het hangt van dat onderzoek af wat de uitkomst zal zijn.