PDA

Bekijk Volledige Versie : Vandaag strandt de Moslimexecutieve



Marsipulami
01-04-09, 22:36
Vandaag strandt de Moslimexecutieve


Adriaan Overbeeke vindt dat de overheid gefaald heeft. Hij is verbonden aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam.


Vanaf vandaag is de Moslimexecutieve niet meer officieel erkend als islamrepresentant. De erkenningstermijn, vastgelegd in een Koninklijk Besluit van 9 mei 2008, is gisteren verlopen. 'Men is geneigd om dit als een probleem voor de islamitische gemeenschappen te beschouwen', schrijft professor en jurist Adriaan Overbeeke, die de kwestie al jaren bestudeert. 'Er is echter eerst en vooral een probleem voor de overheid die op allerlei domeinen grote behoefte heeft aan vertegenwoordigers voor de islamitische gemeenschappen.'

De islam is sinds 1974 erkend en heeft daarmee bijvoorbeeld recht op overheidsbezoldigde bedienaren, godsdienstleraars en aalmoezeniers. Met het einde van de erkenning van de Moslimexecutieve verliest de overheid nu haar enige 'officiële' moslimrepresentant. Hoe moet het verder?

Omdat er lang onzekerheid bestond over de vraag wie namens de islam kon spreken heeft minister van Justitie Stefaan De Clerck in 1998 gezorgd voor een novum in ons eredienstenregime: moslimverkiezingen. Op basis daarvan (en van een omstreden overheidsscreening) kreeg België voor het eerst een homemade hoofd van de eredienst, een bij Koninklijk Besluit erkende moslimexecutieve. Critici stelden dat de overheidsbemoeienis hier wel erg ver ging, maar die kritiek werd gesmoord in een bijna algemeen enthousiasme.

Het enthousiasme bleef niet, de eerste Executieve net zomin. Na veel gekrakeel maakte hij plaats voor een Executieve-bis, in 2003. Minister van Justitie Onkelinx trok de stekker er definitief uit in 2004. Zij verordonneerde én organiseerde op een drafje nieuwe moslimverkiezingen, via een spoedwetje. Moslims en moslimorganisaties die meenden dat de overheid hier buiten haar (grondwettelijke) boekje ging, vingen bot bij het Grondwettelijk Hof. Na de verkiezingen van 2005 trad zo een nieuwe Executieve aan. Opnieuw was er twist en vooral gedoe over geld. Weer ruimde een Executieve plaats voor een opvolger in 2008. Dit orgaan - dat nog steeds bestaat maar waarvan de erkenningstermijn dus gisteren eindigde - zag voor zichzelf een bijzondere taak weggelegd, namelijk "overleg te plegen met alle geledingen van de islamitische gemeenschap om een beter geschikte vorm te zoeken voor een representatief orgaan van de islamitische eredienst in België" en daarnaast zorgen ze "voor continuïteit in afwachting van de overgang naar andere structuren." Uit deze tekst, geciteerd uit het Belgisch Staatsblad, blijkt dat het voor deze Executieve volkomen helder is: er moet iets beters komen dan wat er nu is.

Mogelijk nieuwe moslimverkiezingen
Vanaf vandaag is het speelveld weer vrij. De overheid lijkt daarbij wel weer (even?) de greep kwijt te zijn op de organisatie van de islam. Van het resultaat van het "overleg met alle geledingen van de islamitische gemeenschap", van "beter geschikte" representatievormen en van de "overgang naar andere structuren" is nog niets bekend. Ondertussen staat de federale overheid (maar ook alle gewesten en gemeenschappen) met lege handen. Welke kanten kan de overheid op? In het besluit dat de laatste Executieve instelde wordt niet alleen melding gemaakt van de mogelijkheid van andere structuren, maar ook van een eventuele verlenging van de erkenning. En dan is er natuurlijk de mogelijkheid van nieuwe moslimverkiezingen.

Het verlengen van de erkenning is een kleinigheid: een nieuw besluit volstaat. Dit zou echter niet verstandig zijn. De in 2005 erkende Executieve had een gebrek aan electorale representativiteit, want de moslimverkiezingen waren door het wegblijven van veel moslimkiezers, vooral Marokkaanse, mislukt. De in 2008 aangestelde Executieve-bis treft dat oordeel in versterkte mate: de individuele leden van de in 2005 aangetreden Executieve hadden 33,4 procent van de uitgebrachte stemmen achter zich, de huidige nog slechts 19,5 procent. Op die ontsnappingsroute van de verlenging wordt nochtans serieus gerekend door Stefaan De Clerck. Op zijn website houdt hij die mogelijkheid open, "indien de Moslimexecutieve aantoont dat zij naar behoren kan functioneren als medium tussen de overheid en de moslimgemeenschap." En dan is er natuurlijk de Onkelinx-aanpak: gewoon opnieuw moslimverkiezingen organiseren. Qua regelgeving een fluitje van een cent, gewoon een copy and paste van het spoedwetje van zomer 2004. Bovendien lijkt het Grondwettelijk hof deze formule, overheidsingrijpen in de organisatie van de islam, niet af te wijzen. We kunnen aannemen dat de huidige minister Stefaan De Clerck, architect van de eerste moslimverkiezingen, die route niet zomaar zal kiezen. Een ezel stoot zich in 't gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen....

Blijft een laatste formule, een zoeken naar "andere structuren" in de kring van de moslimorganisaties die zich met de godsdienstuitoefening bezighouden. Daarbij hoeft niet te worden vastgehouden aan een unitaire, via landelijke verkiezingen tot stand gebrachte moslimrepresentatie. Een formule waarbij gebruik kan worden gemaakt van de reeds op het grondvlak bestaande organisatiestructuren (met name moskeekoepels), waarbij aan moslims qua organisatie de ruimte wordt gelaten die de Belgische staatsorganisatie kenmerkt: pluriformiteit, eventueel verdeelde bevoegdheden, eventueel meerdere bevoegde organen met elk een eigen achterban.

Het zou eigenlijk wel eens mogen, na tien jaar staatsorganisatie zonder succes. Wel moet worden erkend dat het veel betrokkenen zo langzamerhand aan enthousiasme zal mankeren: er is al zoveel vergeefse energie gestoken in het verkiezingsmodel en in de daarbij op poten gezette organisatiestructuren. Maar wellicht minstens zo belangrijk: het wordt tijd dat de overheid haar eigen rol onder de loupe neemt. Tot nu toe is de indruk gevestigd dat de moslimgemeenschappen een paternalistisch ingestelde, zorgende (maar ook controlerende) overheid nodig hebben. En alle gedoe rond bij de Moslimexecutieve spelende financiële kwesties doet sommigen vermoeden dat er voor overheidsbemoeienis en -controle álles te zeggen valt. Maar misschien is het brokkenparcours van de Executieve eerder te wijten aan een tekort, dan wel aan een teveel aan ruimte voor zelfstandige organisatievorming.

01/04/09 07u58

Orakel
03-04-09, 07:48
Vandaag strandt de Moslimexecutieve


De islam is sinds 1974 erkend
01/04/09 07u58

Kan iemand die Belgen es vertellen dat de klok in de wintertijd maar een achteruit gaat?

Rourchid
03-04-09, 09:48
Kan iemand die Belgen es vertellen dat de klok in de wintertijd maar een achteruit gaat?
Een onderzoek uit 1993 ter vergelijking van de positie van Islam in België, Nederland en Groot Brittanië leert:

"Van de door ons onderzochte landen is België het enige waar de overheid op grond van de
vigerende wetgeving een geloofsrichting met één pennestreek formeel kan erkennen. Daar kan de
overheid ook het meest direct financiële steun verstrekken. Artikel 117 van de Grondwet regelt de
financiële verhouding tussen kerk en staat (Overheid, 1988: 143-146; Blaise en De Coorebyter,
1990: 21 e.v.). Volgens dit artikel betaalt de overheid de wedden en pensioenen van de bedienaren
van de erediensten, zonder dat hieruit verdere wederzijdse verplichtingen voortvloeien. Om voor
deze financiële steunverlening in aanmerking te komen moet de betreffende eredienst wettelijk zijn
erkend. Wanneer dat gebeurt, wordt bij wet of koninklijk besluit een commissie ingesteld die het
beheer voert over de voor de eredienst gebruikte goederen en die fungeert als contactorgaan van
de eredienst met de burgerlijke overheid. Dat is de eerste fase. In de tweede fase kunnen
plaatselijke godsdienstige gemeenschappen een verzoek indienen tot formele erkenning, hetgeen
bij koninklijk besluit geschiedt. De criteria die de overheid hierbij hanteert, liggen niet wettelijk vast
en kunnen derhalve variëren. Dat houdt dus in dat er ruimte is voor politiek en ideologisch
gemanoeuvreer. Aan de erkenning zijn voor de godsdienstige gemeenschap een reeks voordelen
gekoppeld. De uitvoerder van de eredienst van erkende plaatselijke godsdienstige
gemeenschappen wordt van overheidswege naast wedde ook woonruimte ter beschikking gesteld.
Voorts komt de gemeenschap in aanmerking voor partiële subsidiering bij koop, bouw of verbouw
van gebedsruimten, voor gunstige fiscale faciliteiten en voor portvrijdom. Daarnaast zijn staats- en
gemeentelijke scholen verplicht om onderricht aan te bieden in de godsdienst van de erkende
gemeenschap. De betreffende godsdienstleraren worden op advies van de erkende
vertegenwoordiging van de godsdienst aangesteld en door de overheid betaald.
De achterliggende gedachte van de verregaande (financiële) bemoeienis van de overheid is dat de
erediensten een sociaal en moreel belang vertegenwoordigen en daarmee een bijdrage leveren tot
het algemeen belang. De bemoeienis beperkt zich overigens wel tot de ’aardse’ aspecten van de
godsdienst; de overheid onthoudt zich officieel van bemoeienis met inhoudelijke aspecten van de
godsdienstuitoefening. De artikelen 14, 15 en 16 van de Belgische Grondwet garanderen immers
de vrijheid van godsdienstuitoefening en kerkelijke organisatie. De praktijk is soms echter
weerbarstiger, zoals de ervaring van de erkenning van de islam laat zien.
Een belangrijke stap op weg naar erkenning van de islam in België werd gezet in 1963 met de
opening van het Islamitisch Cultureel Centrum (ICC). Aan deze organisatie, die sterke banden
5
onderhoudt met Saoudi-Arabië,4 kende de Belgische regering een eersterangsrol toe in de
organisatie van moslims in Belgie, zo schrijft het Koninklijk Commissariaat voor het
Migrantenbeleid (1989: 389). Het duurde even eer die erkenning een wettelijke basis kreeg: in
1974 werd de islam met unanieme steun van het parlement gelijkgesteld met andere erkende
godsdiensten (Blaise en De Coorebyter, 1990: 28). De betreffende wet bepaalt dat het beheer van
de islamitische cultus op dezelfde wijze wordt georganiseerd als de andere, zij het op provinciale
basis, niet op gemeentelijke. Dat laatste wijkt af van wat gebruikelijk is. Het gevolg van deze
regeling is dat de kosten ten laste komen van de provinciale overheid. Deze opmerkelijke gang van
zaken is terug te voeren op het advies van de directeur-grootimam van het ICC aan een
senaatscommissie. Waarom de Grand-Imam zo geporteerd was voor provinciale organisatie, is
niet helemaal duidelijk. In de literatuur wordt de indruk gewekt dat het orthodoxe en op Saoudi
Arabië georiënteerde ICC zich op die manier beter in staat acht om greep te houden op de
islamitische gemeenschap.
[ . . .]
Net zo min als de Britse wetgeving kent de huidige Nederlandse een algemene formele erkenning
van kerkgenootschappen of godsdiensten."

Bron: http://www.maroc.nl/forums/showpost.php?p=3075137&postcount=33