PDA

Bekijk Volledige Versie : Westerse commentatoren over Iran



IbnRushd
19-06-09, 12:21
Westerse commentatoren over Iran

18 juni 2009 (MO) - Niet weinig westerse analysten en Midden-Oostenexperts houden de ontwikkelingen in Iran in de gaten. We selecteerden vijf interessante bijdragen (van onder andere Robert Fisk en Alastair Crooke) om beter te begrijpen waar het over gaat in Iran.

The essence of Islamist resistance (http://conflictsforum.org/2009/the-essence-of-islamist-resistance-a-different-view-of-iran-hezbollah-and-hamas/): a different view of Iran, Hezbollah and Hamas is een analyse van Alastair Crooke. Hij probeert op de eerste plaats duidelijk te maken dat de steun voor de Islamitische Revolutie diepe wortels heeft in Iran -en in het hele Midden-Oosten. Hij omschrijft de islamistische beweging als een soort Afwijzingsfront van groepen en mensen die weigeren om te aanvaarden dat het geseculariseerde Westen definieert wat het goede leven en de juiste maatschappijvorm is.

Hij schrijft: ‘But the Islamist revolution is more than politics. It is an attempt to shape a new consciousness — to escape from the most far-reaching pre-suppositions of our time. It draws on the intellectual tradition of Islam to offer a radically different understanding of the human being, and to escape from the hegemony and rigidity of the Cartesian mindset.’

Je moet het niet eens zijn met de Hezbollah-leiders die Crooke citeert, maar hij signaleert zeker een deel van een vrijwel onzichtbaar gemaakte realiteit.

Iran’s Rural Vote and Election Fraud (http://tehranbureau.com/2009/06/17/irans-rural-vote-and-election-fraud/) is een bijzonder interessante analysevan Eric Hooglund, waarin die zich afzet tegen de intussen algemeen verbreide opinie dat het de armen zijn die voor Ahmadinejad stemmen. ‘I just heard a CNN reporter in Tehran say that Ahmadinejad’s support base was rural. Is it possible that rural Iran, where less than 35 percent of the country’s population lives, provided Ahmadinejad the 63 percent of the vote he claims to have won? That would contradict my own research in Iran’s villages over the past 30 years, including just recently.’ Het uitgebreide artikel put vooral uit een recnt onderzoek dat Hooglund deed in Bagh-e Iman, een dorp met 850 gezinnen in het Zagros gebergte Shiraz. De auteur beschijft onder andere dat alleen de mensen die direct verbonden zijn met het regime in dat dorp voor Ahmadinejad gestemd hebben, en dat ze dat zo onopvallend mogelijk gedaan hebben omdat ze wisten dat de sfeer in het dorp grotendeels pro-Mousavi was.

Iran’s Power Struggle (http://tehranbureau.com/2009/06/16/irans-power-struggle/) van Gareth Smith analyseert het hervormingskamp en stelt dat de coalitie die nu honderdduizenden mensen op straat brengt het resultaat is van jaren werk dat begon in 2006 met de coalition of the concerned:. ‘The anti-Ahmadinejad coalition began in 2006 as a group of reformists and pragmatic conservatives alarmed at the new president’s foreign policy pronouncements, which they felt imperiled Iran’s international position. The group was also concerned at the president’s reflationary economics — and the harm inflicted on businesses by tougher western sanctions they blamed in part on Mr Ahmadinejad’s bellicose approach.’

Volgens Smith is het voor de verschillende tendensen binnen die uitgebreide coalitie nu een moeilijk moment van afweging om te zien wat de toekomst kan brengen. Met name wijst hij op een verschil tussen de positie van Khatami, Mousavi en Kherrubi (die moeten doorgaan met de protesten en een nieuwe verkiezing eisen) en Rafsanjani (die als voorzitter van de Raad van Experts een grote vinder in de regimepap heeft en die al bijna een halve eeuw samenwerkt met Khamenei).

In Iran, It's Modernists Against Traditionalists (http://www.payvand.com/news/09/jun/1173.html) van Charles Recknagel stelt dat het deze dagen erop of er definitief onder is voor de hervormers binnen het Iraanse staatsbestel. Daarmee maakt hij ook duidelijk dat voormalig president Mohammad Khatami, voormalig premier Mir Hossein Musavi en voormalig parlementsvoorzitter Mehdi Karrubi geen anti-revolutionairen zijn maar hervormers.

Volgens Recknagel kreeg die beweging een eerste uppercut in 2005, toen Ahmedinajad een vleugel van die beweging uitschakelde, ‘the technocrats led by moderate conservative and then presidential candidate Ali Akbar Hashemi Rafsanjani. That wing -- perhaps best known by its largest organizational body, the Servants of Reconstruction and for publishing its own newspapers -- champions modern industrial capitalism within the existing framework of Iran's theocracy. In last week's election, Ahmadinejad sought to knock out the second wing of the reformist movement. That is the wing best embodied for the West by former President Muhammad Khatami and the organization around him, the Islamic Participation Party. It, too, has its own newspapers and its champion today is Musavi, who by official count won just 34 percent of the vote compared to Ahmadinejad's almost 63 percent.’

In Secret letter 'proves Mousavi won poll' (http://www.independent.co.uk/opinion/commentators/fisk/robert-fisk-secret-letter-proves-mousavi-won-poll-1707896.html) geeft Robert Fisk zijn uitgebreid verslag annex bedenkingen van de voorbije dagen in Teheran. Fisk is de westerse correspondent met de langste staat van dienst in het Midden-Oosten en heeft daarom terecht een grote bekendheid bij het publiek. Hij signaleert -als een van de meest relevante feiten tijdens de demonstraties van gisteren en de voorbije dagen, dat de ordediensten de aanhangers van Mousavi niet aanvielen. ‘Military conscripts wearing bright yellow jackets and standing with their hands clasped behind their back – rather than holding batons – lined the first mile of the road but then abandoned the marchers to their own devices. This followed less than 24 hours after the frightening confrontation between up to 20,000 Mousavi and Ahmadinejad supporters at Vanak Square on Tuesday night when Iranian special forces paramilitary police protected Mr Mousavi's men and women from the government "Basiji" militia. Although some civilians were later hurt in fist-fights on the street, the government cops brought in reinforcements and prevented the Basiji and thousands of other Ahmadinejad supporters from entering north Tehran.’ Ook andere commentatoren hebben al op dat feit gewezen en vergelijken het -misschien prematuur- met de nadagen van het Sjah-regime, toen het leger ook weigerde te schieten op de massale betogingen tegen de autoritaire leider.

Auteur: Gie Goris.

Bron: mo.be

IbnRushd
19-06-09, 13:45
Neocons vallen Obama aan over Iran

WASHINGTON, 19 juni 2009 (IPS) - De voorzichtigheid van de Amerikaanse president Barack Obama met betrekking tot de politieke crisis in Iran maakt hem kwetsbaar voor de aanvallen uit neoconservatieve hoek. Rechtse haviken roepen hem op om de Iraanse oppositie onvoorwaardelijk te steunen en de diplomatieke toenadering tot het Iraanse regime op te blazen.

De terughoudendheid van Obama heeft veel lof gekregen van Iraanse activisten, kenners van de regio en een groot deel van het Amerikaanse diplomatieke establishment. Ze zijn het erover eens dat Amerikaanse steun voor de Iraanse oppositie een averechts effect zou kunnen hebben.

“Wat er in Iran gaande is, is een zaak van het Iraanse volk, en het is aan hen om hun stem te laten horen”, zei Nobelprijswinnares Shirin Ebadi in de Washington Post gisteren (donderdag).

De rechtse haviken in de VS zijn het daar niet mee eens. Ze verhogen de druk op de president om een actief standpunt in te nemen en vergroten daarmee het risico op politieke schade voor Obama als de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad aan de macht blijft.

De leiders van de aanval zijn prominente Republikeinse congresleden zoals senator John McCain en volksvertegenwoordiger Eric Cantor, maar ook bekende neoconservatieve commentatoren als Robert Kagan. Die schreef in de Washington Post dat “de strategie van Obama hem in het kamp van de Iraanse overheid plaatst om zo snel mogelijk naar de orde van de dag over te gaan.” Ook de invloedrijke commentator Charles Krauthammer noemde de terughoudendheid van de Amerikaanse regering “schandalig” en “impliciete steun voor het repressieve regime in Iran.”

Averechts effect

Wie oproept voor een duidelijk pro-Mousavi standpunt “speelt met dynamiet”, zegt Patrick Disney van de National Iranian American Council (NIAC), een groep die de activisten in Iran steunt. “Dat zou de hardliners in Iran in het beste geval het argument geven dat de hervormingsgezinden poppen van het Westen zijn. In het slechtste geval zou het de bevolking nog meer opzwepen en de situatie helemaal oncontroleerbaar maken”, schreef hij op de blogsite Huffington Post.

Veel haviken in de VS kijken inmiddels al verder dan de huidige politieke crisis, die volgens velen zal eindigen in een onvermijdelijk verlies van de oppositie, en verzetten zich tegen diplomatieke toenadering tot Teheran.

Ze voeren aan dat de veronderstelde fraude bij de verkiezingen en de hardhandige onderdrukking van de protesten het bewijs zijn dat de top van de Islamitische Republiek te brutaal en te aggressief is om mee te onderhandelen.

In de rechtse vleugel, ook buiten de neoconservatieve groep, groeit de mening dat de enige oplossing van het Iraanse probleem een volledige regeringswissel in Teheran is. Mousavi en zijn volgelingen zijn echter helemaal geen voorstander van het einde van de Islamitische Republiek. Bovendien heeft Mousavi al duidelijk gemaakt dat hij Irans nucleaire programma wil verder zetten.

Precies daarom vinden sommige neoconservatieven dat een overwinning van Ahmadinejad beter zou zijn, omdat zijn confronterende koers het makkelijker maakt om internationale steun te verzamelen voor sancties tegen Iran. Ook in Israël zijn velen die mening toegedaan. Dinsdag zei Meir Dagan, hoofd van de Mossad voor de Knesset, dat “een overwinning voor de hevormingsgezinde kandidaat Mousavi een probleem zou zijn, omdat Israël de wereld zou moeten overtuigen van ernst van de Iraanse dreiging, omdat Mousavi als gematigd beschouwd wordt.”

Auteur: Daniel Luban.

Bron: mo.be

fisherman1969
19-06-09, 13:49
Westerse commentatoren over Iran

18 juni 2009 (MO) - Niet weinig westerse analysten en Midden-Oostenexperts houden de ontwikkelingen in Iran in de gaten. We selecteerden vijf interessante bijdragen (van onder andere Robert Fisk en Alastair Crooke) om beter te begrijpen waar het over gaat in Iran.

The essence of Islamist resistance (http://conflictsforum.org/2009/the-essence-of-islamist-resistance-a-different-view-of-iran-hezbollah-and-hamas/): a different view of Iran, Hezbollah and Hamas is een analyse van Alastair Crooke. Hij probeert op de eerste plaats duidelijk te maken dat de steun voor de Islamitische Revolutie diepe wortels heeft in Iran -en in het hele Midden-Oosten. Hij omschrijft de islamistische beweging als een soort Afwijzingsfront van groepen en mensen die weigeren om te aanvaarden dat het geseculariseerde Westen definieert wat het goede leven en de juiste maatschappijvorm is.

Hij schrijft: ‘But the Islamist revolution is more than politics. It is an attempt to shape a new consciousness — to escape from the most far-reaching pre-suppositions of our time. It draws on the intellectual tradition of Islam to offer a radically different understanding of the human being, and to escape from the hegemony and rigidity of the Cartesian mindset.’

Je moet het niet eens zijn met de Hezbollah-leiders die Crooke citeert, maar hij signaleert zeker een deel van een vrijwel onzichtbaar gemaakte realiteit.

Iran’s Rural Vote and Election Fraud (http://tehranbureau.com/2009/06/17/irans-rural-vote-and-election-fraud/) is een bijzonder interessante analysevan Eric Hooglund, waarin die zich afzet tegen de intussen algemeen verbreide opinie dat het de armen zijn die voor Ahmadinejad stemmen. ‘I just heard a CNN reporter in Tehran say that Ahmadinejad’s support base was rural. Is it possible that rural Iran, where less than 35 percent of the country’s population lives, provided Ahmadinejad the 63 percent of the vote he claims to have won? That would contradict my own research in Iran’s villages over the past 30 years, including just recently.’ Het uitgebreide artikel put vooral uit een recnt onderzoek dat Hooglund deed in Bagh-e Iman, een dorp met 850 gezinnen in het Zagros gebergte Shiraz. De auteur beschijft onder andere dat alleen de mensen die direct verbonden zijn met het regime in dat dorp voor Ahmadinejad gestemd hebben, en dat ze dat zo onopvallend mogelijk gedaan hebben omdat ze wisten dat de sfeer in het dorp grotendeels pro-Mousavi was.

Iran’s Power Struggle (http://tehranbureau.com/2009/06/16/irans-power-struggle/) van Gareth Smith analyseert het hervormingskamp en stelt dat de coalitie die nu honderdduizenden mensen op straat brengt het resultaat is van jaren werk dat begon in 2006 met de coalition of the concerned:. ‘The anti-Ahmadinejad coalition began in 2006 as a group of reformists and pragmatic conservatives alarmed at the new president’s foreign policy pronouncements, which they felt imperiled Iran’s international position. The group was also concerned at the president’s reflationary economics — and the harm inflicted on businesses by tougher western sanctions they blamed in part on Mr Ahmadinejad’s bellicose approach.’

Volgens Smith is het voor de verschillende tendensen binnen die uitgebreide coalitie nu een moeilijk moment van afweging om te zien wat de toekomst kan brengen. Met name wijst hij op een verschil tussen de positie van Khatami, Mousavi en Kherrubi (die moeten doorgaan met de protesten en een nieuwe verkiezing eisen) en Rafsanjani (die als voorzitter van de Raad van Experts een grote vinder in de regimepap heeft en die al bijna een halve eeuw samenwerkt met Khamenei).

In Iran, It's Modernists Against Traditionalists (http://www.payvand.com/news/09/jun/1173.html) van Charles Recknagel stelt dat het deze dagen erop of er definitief onder is voor de hervormers binnen het Iraanse staatsbestel. Daarmee maakt hij ook duidelijk dat voormalig president Mohammad Khatami, voormalig premier Mir Hossein Musavi en voormalig parlementsvoorzitter Mehdi Karrubi geen anti-revolutionairen zijn maar hervormers.

Volgens Recknagel kreeg die beweging een eerste uppercut in 2005, toen Ahmedinajad een vleugel van die beweging uitschakelde, ‘the technocrats led by moderate conservative and then presidential candidate Ali Akbar Hashemi Rafsanjani. That wing -- perhaps best known by its largest organizational body, the Servants of Reconstruction and for publishing its own newspapers -- champions modern industrial capitalism within the existing framework of Iran's theocracy. In last week's election, Ahmadinejad sought to knock out the second wing of the reformist movement. That is the wing best embodied for the West by former President Muhammad Khatami and the organization around him, the Islamic Participation Party. It, too, has its own newspapers and its champion today is Musavi, who by official count won just 34 percent of the vote compared to Ahmadinejad's almost 63 percent.’

In Secret letter 'proves Mousavi won poll' (http://www.independent.co.uk/opinion/commentators/fisk/robert-fisk-secret-letter-proves-mousavi-won-poll-1707896.html) geeft Robert Fisk zijn uitgebreid verslag annex bedenkingen van de voorbije dagen in Teheran. Fisk is de westerse correspondent met de langste staat van dienst in het Midden-Oosten en heeft daarom terecht een grote bekendheid bij het publiek. Hij signaleert -als een van de meest relevante feiten tijdens de demonstraties van gisteren en de voorbije dagen, dat de ordediensten de aanhangers van Mousavi niet aanvielen. ‘Military conscripts wearing bright yellow jackets and standing with their hands clasped behind their back – rather than holding batons – lined the first mile of the road but then abandoned the marchers to their own devices. This followed less than 24 hours after the frightening confrontation between up to 20,000 Mousavi and Ahmadinejad supporters at Vanak Square on Tuesday night when Iranian special forces paramilitary police protected Mr Mousavi's men and women from the government "Basiji" militia. Although some civilians were later hurt in fist-fights on the street, the government cops brought in reinforcements and prevented the Basiji and thousands of other Ahmadinejad supporters from entering north Tehran.’ Ook andere commentatoren hebben al op dat feit gewezen en vergelijken het -misschien prematuur- met de nadagen van het Sjah-regime, toen het leger ook weigerde te schieten op de massale betogingen tegen de autoritaire leider.

Auteur: Gie Goris.

Bron: mo.be

Ach waar maken de mensen zich druk om: Iran is al 30 jaar een Religieuze Dictatuur (na de val van de Shah ) de ware leiders zijn de Ayatollach,s en het duurd niet lang meer of ze laten hun WARE gezicht wel zien.
Met geweld aan de macht gekomen kan je alleen die macht weer verliezen met ..geweld (kijk maar naar de SJAH deze kwam ook met geweld en ging met geweld destijds) lijkt wel een wisseling van de macht.