mark61
21-06-09, 15:10
zaterdag 13 juni 2009 NRC
Ramkoers
De typische PVV-stemmer, hoorde je in politieke kringen voorafgaande aan de Europese verkiezingen opvallend vaak beweren, was weliswaar tegen Europa, maar zou toch niet gaan stemmen. En mocht de PVV onverhoopt toch groot worden, binnen het Europees Parlement zou zij juist heel klein zijn. Weinig om je zorgen over te maken, dus.
Even opvallend was de stemverklaring die veel nieuwe PVV-kiezers naderhand aflegden: ze hadden alleen een signaal willen afgeven. Niet dat ze ineens heil van Wilders verwachten, ze vonden hem op sommige punten extreem, en ook wel onbeschoft, maar zo kon het niet langer. Hun stem was een waarschuwingsschot.
Zo gezien is de Nederlandse politiek gevaarlijk onthecht geworden. Een gevestigde politiek die niet in staat is een groot deel van het electoraat aan te spreken, en dus maar hoopt dat het vanzelf overgaat – uiteindelijk zal de kiezer wel inzien dat extreem-rechtse verbetenheid niet het antwoord is, dat simplisme nog nooit iets heeft opgelost. En D66 heeft toch ook gewonnen? Bovendien, hoor je steeds, Geert kan niet menen wat hij zegt, zo kennen ze hem niet, daar in Den Haag, vroeger tijdens parlementaire reisjes schoof hij altijd gezellig aan bij gastvrije moslims in het Midden-Oosten. Onmachtige bezweringen.
Aan de andere kant een groeiende groep burgers die besloten heeft tot een ramkoers. Ze weten ook wel dat een minister-president Wilders ons land veel meer schade toebrengt dan welk zwak kabinet dan ook, dat het hun land in dezelfde positie brengt als Oostenrijk met de partij van Haider in de regering – gehoond, geboycot, geďsoleerd. Ze weten dat de Koran nooit verboden gaat worden, ze willen dat niet eens, ze weten best dat de islam in Nederland een blijvende plaats zal krijgen. Ze weten dat je de grote, boze wereld niet op afstand houdt door hem botweg te negeren, dat nationalisme in tijden van globalisering hoogstens een vorm van folklore kan zijn, dat politiek in Nederland altijd een kwestie van onderhandelen en compromis zal zijn – en toch kiezen ze voor Wilders.
Een tijdje geleden zag ik op televisie een groepje Limburgse voetbalsupporters, dat met overslaande stemmen vierde dat de fusie tussen twee rivaliserende clubs, Fortuna Sittard en Roda JC, door de provincie was afgeblazen omdat die clubs financieel toch niet meer te redden waren. De interviewer probeerde hen te laten beseffen dat hun club zelfstandig nooit zou kunnen overleven, maar dat deed er niet toe: de fusie was afgeblazen, hun club hoefde niet met de vijand samen, ze hadden de strijd gewonnen. Dat het hun ondergang betekende namen ze op de koop toe. Dat is de stemming: nooit met de elite, nooit met Den Haag, nooit met Europa, nooit met de islam.
Dan liever Wilders, die een cordon sanitaire om de werkelijkheid heeft gelegd. Zijn ideologie, een inmiddels achterhaald Amerikaans neoconservatisme dat zich in een botsing van beschavingen verwikkeld waant, spreekt de nieuwe PVV-stemmer nauwelijks aan; na de rede van Obama in Kairo ligt hij op de schroothoop van de geschiedenis. Men kiest voor de emotie, en die emotie is woede.
De bestuurlijke orde begrijpt die aanhoudende woede niet, vandaar dat ze bij iedere onbehoorlijke aanval van Wilders met de mond vol tanden staat. Het is niet alleen dat Wilders zich niet aan de regels van het spel houdt, zijn tegenstanders begrijpen zijn spel niet. Ze doen keer op keer een beroep op zijn gevoel voor redelijkheid, terwijl zijn geheim juist zijn stugge onredelijkheid is, het volhouden tegen beter weten in. Zijn electoraat zit gevangen in paradoxen: mordicus tegen te toetreding van Turkije tot Europa, terwijl Turkije al jaren met stip het favoriete vakantieland is. In Volendam stemt meer dan helft van de inwoners PVV, maar wie al zappend op de kinderzender Zeppelin belandt, ziet de intens Volendamse Monique Smit, zus van Jan, een popprogramma presenteren te midden van een groep kinderen die minstens voor de helft van buitenlandse afkomst is – er zit ook steevast een lief meisje met hoofddoek tussen. Het islamo-fascisme of de terreur van het Marokkaanse straattuig is dan ineens ver weg. In deze krant verklaarde een jongen van Marokkaanse afkomst dat hij ieder weekend zonder problemen uitgaat in Volendam; dat een groot deel van de mensen in de kroeg stemt op een partij die hem keer op keer als een gevaarlijk gezwel in de maatschappij bestempelt, begreep hij niet. De stemverklaring van de na de uitslag inderhaast massaal ondervraagde Volendammers luidde: „Nederland moet weer Nederland worden.”
Alle gepikeerde onredelijkheid zit in dat ene zinnetje. Nederland zal nooit meer Nederland zijn, dat voelt de Volendammer ook wel – en al helemaal niet met Geert Wilders aan de macht. Ook de tegenstanders van Wilders c.s. verzuchten dagelijks dat Nederland weer Nederland moet worden, dat wil zeggen een rustige, tolerante, bedachtzame natie, waarin alle geschillen tot in het kleinste detail door verantwoordelijke mensen worden uitonderhandeld. Ook dat gaat niet meer gebeuren. De gevestigde politiek probeert krampachtig een houding te vinden tegenover de dynamiek van een emotionele mediacultuur en schiet zichzelf daarbij steeds opnieuw in haar eigen voet. Het jammerlijke lijsttrekkersdebat na afloop van de Europese verkiezingen is daarvan het beste voorbeeld.
Omdat het beeld van een wereldwijde poging tot machtsovername door de islam aan het verbleken is, zoekt Wilders zijn nieuwe vijanden dichtbij huis: Marokkaanse jochies en de elite, de ‘kunstmaffia’, et cetera. Het gevolg tekent zich nu al af: in de strijd om de volksgunst stort de politiek (en de volksgevoelige televisie) zich massaal op ontspoorde, jonge Marokkanen, die inmiddels Nederlands genoeg zijn om op hun beurt te zwelgen in recalcitrantie. De kloof tussen een Marokkaanse straatjongere die een ambulancebroeder dood wenst en een reaguurder op GeenStijl die een ander virtueel deaud wil hebben, is minder groot dan wel wordt aangenomen.
Het onvermogen van de gevestigde politiek is dat men geen verhaal meer heeft dat de kiezer met een idee van Nederland verbindt. Er is geen verhaal over Europa, geen verhaal over Nederland, geen verhaal over de islam. Echt, het gaat over identiteit. Alle voorstellen gaan nu over beperking en inperking, over regels en restricties. In navolging van Wilders hebben middenpartijen als PvdA en de VVD zich laten verleiden tot een obsessie met ‘vrijheid’. Maar vrijheid is niet het probleem, dat is tegenwoordig een synoniem voor angst. Binding is het probleem, je thuis voelen in een omgeving die niet vanzelf vertrouwd aandoet. Wie dat niet begrijpt, vraagt om ongelukken.
http://weblogs.nrc.nl/weblog/heijne/2009/06/13/ramkoers/
Ramkoers
De typische PVV-stemmer, hoorde je in politieke kringen voorafgaande aan de Europese verkiezingen opvallend vaak beweren, was weliswaar tegen Europa, maar zou toch niet gaan stemmen. En mocht de PVV onverhoopt toch groot worden, binnen het Europees Parlement zou zij juist heel klein zijn. Weinig om je zorgen over te maken, dus.
Even opvallend was de stemverklaring die veel nieuwe PVV-kiezers naderhand aflegden: ze hadden alleen een signaal willen afgeven. Niet dat ze ineens heil van Wilders verwachten, ze vonden hem op sommige punten extreem, en ook wel onbeschoft, maar zo kon het niet langer. Hun stem was een waarschuwingsschot.
Zo gezien is de Nederlandse politiek gevaarlijk onthecht geworden. Een gevestigde politiek die niet in staat is een groot deel van het electoraat aan te spreken, en dus maar hoopt dat het vanzelf overgaat – uiteindelijk zal de kiezer wel inzien dat extreem-rechtse verbetenheid niet het antwoord is, dat simplisme nog nooit iets heeft opgelost. En D66 heeft toch ook gewonnen? Bovendien, hoor je steeds, Geert kan niet menen wat hij zegt, zo kennen ze hem niet, daar in Den Haag, vroeger tijdens parlementaire reisjes schoof hij altijd gezellig aan bij gastvrije moslims in het Midden-Oosten. Onmachtige bezweringen.
Aan de andere kant een groeiende groep burgers die besloten heeft tot een ramkoers. Ze weten ook wel dat een minister-president Wilders ons land veel meer schade toebrengt dan welk zwak kabinet dan ook, dat het hun land in dezelfde positie brengt als Oostenrijk met de partij van Haider in de regering – gehoond, geboycot, geďsoleerd. Ze weten dat de Koran nooit verboden gaat worden, ze willen dat niet eens, ze weten best dat de islam in Nederland een blijvende plaats zal krijgen. Ze weten dat je de grote, boze wereld niet op afstand houdt door hem botweg te negeren, dat nationalisme in tijden van globalisering hoogstens een vorm van folklore kan zijn, dat politiek in Nederland altijd een kwestie van onderhandelen en compromis zal zijn – en toch kiezen ze voor Wilders.
Een tijdje geleden zag ik op televisie een groepje Limburgse voetbalsupporters, dat met overslaande stemmen vierde dat de fusie tussen twee rivaliserende clubs, Fortuna Sittard en Roda JC, door de provincie was afgeblazen omdat die clubs financieel toch niet meer te redden waren. De interviewer probeerde hen te laten beseffen dat hun club zelfstandig nooit zou kunnen overleven, maar dat deed er niet toe: de fusie was afgeblazen, hun club hoefde niet met de vijand samen, ze hadden de strijd gewonnen. Dat het hun ondergang betekende namen ze op de koop toe. Dat is de stemming: nooit met de elite, nooit met Den Haag, nooit met Europa, nooit met de islam.
Dan liever Wilders, die een cordon sanitaire om de werkelijkheid heeft gelegd. Zijn ideologie, een inmiddels achterhaald Amerikaans neoconservatisme dat zich in een botsing van beschavingen verwikkeld waant, spreekt de nieuwe PVV-stemmer nauwelijks aan; na de rede van Obama in Kairo ligt hij op de schroothoop van de geschiedenis. Men kiest voor de emotie, en die emotie is woede.
De bestuurlijke orde begrijpt die aanhoudende woede niet, vandaar dat ze bij iedere onbehoorlijke aanval van Wilders met de mond vol tanden staat. Het is niet alleen dat Wilders zich niet aan de regels van het spel houdt, zijn tegenstanders begrijpen zijn spel niet. Ze doen keer op keer een beroep op zijn gevoel voor redelijkheid, terwijl zijn geheim juist zijn stugge onredelijkheid is, het volhouden tegen beter weten in. Zijn electoraat zit gevangen in paradoxen: mordicus tegen te toetreding van Turkije tot Europa, terwijl Turkije al jaren met stip het favoriete vakantieland is. In Volendam stemt meer dan helft van de inwoners PVV, maar wie al zappend op de kinderzender Zeppelin belandt, ziet de intens Volendamse Monique Smit, zus van Jan, een popprogramma presenteren te midden van een groep kinderen die minstens voor de helft van buitenlandse afkomst is – er zit ook steevast een lief meisje met hoofddoek tussen. Het islamo-fascisme of de terreur van het Marokkaanse straattuig is dan ineens ver weg. In deze krant verklaarde een jongen van Marokkaanse afkomst dat hij ieder weekend zonder problemen uitgaat in Volendam; dat een groot deel van de mensen in de kroeg stemt op een partij die hem keer op keer als een gevaarlijk gezwel in de maatschappij bestempelt, begreep hij niet. De stemverklaring van de na de uitslag inderhaast massaal ondervraagde Volendammers luidde: „Nederland moet weer Nederland worden.”
Alle gepikeerde onredelijkheid zit in dat ene zinnetje. Nederland zal nooit meer Nederland zijn, dat voelt de Volendammer ook wel – en al helemaal niet met Geert Wilders aan de macht. Ook de tegenstanders van Wilders c.s. verzuchten dagelijks dat Nederland weer Nederland moet worden, dat wil zeggen een rustige, tolerante, bedachtzame natie, waarin alle geschillen tot in het kleinste detail door verantwoordelijke mensen worden uitonderhandeld. Ook dat gaat niet meer gebeuren. De gevestigde politiek probeert krampachtig een houding te vinden tegenover de dynamiek van een emotionele mediacultuur en schiet zichzelf daarbij steeds opnieuw in haar eigen voet. Het jammerlijke lijsttrekkersdebat na afloop van de Europese verkiezingen is daarvan het beste voorbeeld.
Omdat het beeld van een wereldwijde poging tot machtsovername door de islam aan het verbleken is, zoekt Wilders zijn nieuwe vijanden dichtbij huis: Marokkaanse jochies en de elite, de ‘kunstmaffia’, et cetera. Het gevolg tekent zich nu al af: in de strijd om de volksgunst stort de politiek (en de volksgevoelige televisie) zich massaal op ontspoorde, jonge Marokkanen, die inmiddels Nederlands genoeg zijn om op hun beurt te zwelgen in recalcitrantie. De kloof tussen een Marokkaanse straatjongere die een ambulancebroeder dood wenst en een reaguurder op GeenStijl die een ander virtueel deaud wil hebben, is minder groot dan wel wordt aangenomen.
Het onvermogen van de gevestigde politiek is dat men geen verhaal meer heeft dat de kiezer met een idee van Nederland verbindt. Er is geen verhaal over Europa, geen verhaal over Nederland, geen verhaal over de islam. Echt, het gaat over identiteit. Alle voorstellen gaan nu over beperking en inperking, over regels en restricties. In navolging van Wilders hebben middenpartijen als PvdA en de VVD zich laten verleiden tot een obsessie met ‘vrijheid’. Maar vrijheid is niet het probleem, dat is tegenwoordig een synoniem voor angst. Binding is het probleem, je thuis voelen in een omgeving die niet vanzelf vertrouwd aandoet. Wie dat niet begrijpt, vraagt om ongelukken.
http://weblogs.nrc.nl/weblog/heijne/2009/06/13/ramkoers/