Bofko
01-07-09, 00:59
Op de dag dat het Amerikaanse leger de macht in Bagdad officieel overdraagt aan de Iraakse troepen, vissen de Amerikaanse olieconcerns vooralsnog achter het net bij de verdeling van de lucratieve olie- en gasvelden van het land. Bij een openbare veiling van acht grote velden in Irak is het op vier na grootste olieveld ter wereld in handen gekomen van een consortium van Britten en Chinezen. Bij de verkoop van de olieconcessie versloeg het tweetal van BP en CNPC een consortium onder leiding van het Amerikaanse olieconcern ExxonMobil.
Naar de veiling van de olievelden is zes jaar lang uitgekeken. Na de inval in Irak door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in 2003 bestond bij veel oliemaatschappijen stille hoop dat de rijk gevulde olievelden snel verdeeld konden worden onder de westerse bedrijven. De Amerikaanse en Britse bedrijven zouden daarbij als ‘bevrijder’ een voorsprong hebben.
‘Maar in de praktijk is mij niet gebleken dat Amerikanen zijn voorgetrokken’, zegt oliedeskundige Lucia van Geuns van Clingendael. ‘Uiteindelijk moesten alle commerciële partijen op basis van Iraakse criteria bepalen of ze een concessie wilden bemachtigen.’
Veel concerns bleken dinsdag nauwelijks interesse te hebben in de velden. Voor de Iraakse overheid draaide de veiling daarmee uit op een teleurstelling. Voor zeven van de acht aangeboden velden is nog geen definitieve exploitant aangewezen. De Iraakse regering vindt de biedingen te laag.
Ook een bod van het Nederlandse Shell is afgewezen. De Iraakse overheid vindt dat het consortium van Shell een te hoge vergoeding vraagt voor het oppompen van de olie. De komende tijd kan Bagdad nog onderhandelen met Shell om alsnog tot een deal te komen.
‘Gezien alle risico’s is de terughoudendheid van oliebedrijven te begrijpen’, zegt Van Geuns. ‘Er kleeft onzekerheid aan de financiering en de juridische afwikkeling van de contracten. Bovendien blijft de veiligheid een probleem.’
volkskrant.nl
Naar de veiling van de olievelden is zes jaar lang uitgekeken. Na de inval in Irak door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in 2003 bestond bij veel oliemaatschappijen stille hoop dat de rijk gevulde olievelden snel verdeeld konden worden onder de westerse bedrijven. De Amerikaanse en Britse bedrijven zouden daarbij als ‘bevrijder’ een voorsprong hebben.
‘Maar in de praktijk is mij niet gebleken dat Amerikanen zijn voorgetrokken’, zegt oliedeskundige Lucia van Geuns van Clingendael. ‘Uiteindelijk moesten alle commerciële partijen op basis van Iraakse criteria bepalen of ze een concessie wilden bemachtigen.’
Veel concerns bleken dinsdag nauwelijks interesse te hebben in de velden. Voor de Iraakse overheid draaide de veiling daarmee uit op een teleurstelling. Voor zeven van de acht aangeboden velden is nog geen definitieve exploitant aangewezen. De Iraakse regering vindt de biedingen te laag.
Ook een bod van het Nederlandse Shell is afgewezen. De Iraakse overheid vindt dat het consortium van Shell een te hoge vergoeding vraagt voor het oppompen van de olie. De komende tijd kan Bagdad nog onderhandelen met Shell om alsnog tot een deal te komen.
‘Gezien alle risico’s is de terughoudendheid van oliebedrijven te begrijpen’, zegt Van Geuns. ‘Er kleeft onzekerheid aan de financiering en de juridische afwikkeling van de contracten. Bovendien blijft de veiligheid een probleem.’
volkskrant.nl