IbnRushd
10-07-09, 15:11
'Landroof' in Afrika wordt heet discussiethema
BERLIJN, 10 juli 2009 (IPS) - De grootschalige overdracht van Afrikaanse landbouwgrond aan buitenlandse firma's en regeringen zorgt voor hevige discussie tussen experts. Vormen de buitenlandse investeringen een opportuniteit of net een bedreiging voor de ontwikkeling in Afrika?
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) publiceerde vorige maand een paper over het thema onder de titel "Land grab or development opportunity? Agricultural investment and international land deals in Africa". De organisatie neemt daarin de trend onder de loep en weegt de risico’s af tegenover de voordelen. Volgens de organisatie werden tussen 2004 en begin 2009 in vijf Afrikaanse landen (Ethiopië, Ghana, Madagaskar, Mali en Soedan) alleen al minstens 2,5 miljoen hectare land gekocht of gepacht door buitenlandse investeerders. De verkopen waren samen goed voor naar schatting 1 miljard dollar.
Waterig
De FAO komt tot de conclusie dat buitenlandse investeringen “goed nieuws kunnen betekenen als de doelstellingen van de kopers of pachters stroken met de investeringsnoden van de gastlanden”, maar onafhankelijke deskundigen maken brandhout van de vage maatstaven die de FAO daarbij oplegt. Uwe Hoering, een Duitse ontwikkelingsexpert die het debat volgt, noemde het FAO-rapport zelfs “waterig”. Hoering, die de buitenlandse investeringen eerder “een nieuwe vorm van landbouwkolonialisme” noemde, klaagt dat de FAO zich wil manoeuvreren “tussen kritiek en bewondering”.
“De FAO benadrukt de macro-economische voordelen die de verkoop of het verpachten van land kunnen meebrengen voor een Afrikaans land, zoals meer inkomsten voor de staat en nieuwe kansen voor ontwikkeling op het platteland”, zegt Hoering. “Maar als het erop aankomt om normen te ontwikkelen die de Afrikaanse nationale belangen veilig moeten stellen, worden er enkel zwakke suggesties gegeven, die bovendien vrijwillig zijn en de buitenlandse investeerders nauwelijks beperkingen opleggen.”
Hoering vindt bovendien dat de FAO vergeet dat veel Afrikaanse landen de capaciteit niet hebben om een legaal kader op te stellen, laat staan af te dwingen. “Het is voorspelbaar dat de vrijwillige kaders die de FAO voorstelt nooit toegepast zullen worden”, zegt hij.
Lokale bevolking
Ruth Meinzen-Dick, onderzoekster aan het International Food Policy Research Institute in Washington, vindt ook dat goede wettelijke kaders van levensbelang zijn. “De buitenlandse investeerder zit op rozen tijdens dit soort onderhandelingen”, zegt ze. “Met name als de doelstellingen van die investeerders gedeeld worden door de overheid of de lokale elite. Kleine boeren die van hun land verjaagd worden, zijn niet in de positie om sterk te onderhandelen met dergelijke machtige nationale of internationale actoren, en ze hebben de macht niet om na de onderhandelingen de toegevingen van de investeerder af te dwingen, zoals de creatie van lokale jobs of de bouw van faciliteiten.”
De FAO-studie gaat niet helemaal voorbij aan de gevaren van de “land-grab” zoals de massale aankopen van land genoemd worden. De auteurs zijn zich ervan bewust dat veel Afrikaanse landen niet over de mechanismen beschikken om de rechten, belangen en welvaart van de lokale bevolking te beschermen. Vaak is er ook een gebrek aan transparantie, met corruptie en achterkamerpolitiek tot gevolg.
Auteur: Julio Godoy.
Bron: mo.be
BERLIJN, 10 juli 2009 (IPS) - De grootschalige overdracht van Afrikaanse landbouwgrond aan buitenlandse firma's en regeringen zorgt voor hevige discussie tussen experts. Vormen de buitenlandse investeringen een opportuniteit of net een bedreiging voor de ontwikkeling in Afrika?
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) publiceerde vorige maand een paper over het thema onder de titel "Land grab or development opportunity? Agricultural investment and international land deals in Africa". De organisatie neemt daarin de trend onder de loep en weegt de risico’s af tegenover de voordelen. Volgens de organisatie werden tussen 2004 en begin 2009 in vijf Afrikaanse landen (Ethiopië, Ghana, Madagaskar, Mali en Soedan) alleen al minstens 2,5 miljoen hectare land gekocht of gepacht door buitenlandse investeerders. De verkopen waren samen goed voor naar schatting 1 miljard dollar.
Waterig
De FAO komt tot de conclusie dat buitenlandse investeringen “goed nieuws kunnen betekenen als de doelstellingen van de kopers of pachters stroken met de investeringsnoden van de gastlanden”, maar onafhankelijke deskundigen maken brandhout van de vage maatstaven die de FAO daarbij oplegt. Uwe Hoering, een Duitse ontwikkelingsexpert die het debat volgt, noemde het FAO-rapport zelfs “waterig”. Hoering, die de buitenlandse investeringen eerder “een nieuwe vorm van landbouwkolonialisme” noemde, klaagt dat de FAO zich wil manoeuvreren “tussen kritiek en bewondering”.
“De FAO benadrukt de macro-economische voordelen die de verkoop of het verpachten van land kunnen meebrengen voor een Afrikaans land, zoals meer inkomsten voor de staat en nieuwe kansen voor ontwikkeling op het platteland”, zegt Hoering. “Maar als het erop aankomt om normen te ontwikkelen die de Afrikaanse nationale belangen veilig moeten stellen, worden er enkel zwakke suggesties gegeven, die bovendien vrijwillig zijn en de buitenlandse investeerders nauwelijks beperkingen opleggen.”
Hoering vindt bovendien dat de FAO vergeet dat veel Afrikaanse landen de capaciteit niet hebben om een legaal kader op te stellen, laat staan af te dwingen. “Het is voorspelbaar dat de vrijwillige kaders die de FAO voorstelt nooit toegepast zullen worden”, zegt hij.
Lokale bevolking
Ruth Meinzen-Dick, onderzoekster aan het International Food Policy Research Institute in Washington, vindt ook dat goede wettelijke kaders van levensbelang zijn. “De buitenlandse investeerder zit op rozen tijdens dit soort onderhandelingen”, zegt ze. “Met name als de doelstellingen van die investeerders gedeeld worden door de overheid of de lokale elite. Kleine boeren die van hun land verjaagd worden, zijn niet in de positie om sterk te onderhandelen met dergelijke machtige nationale of internationale actoren, en ze hebben de macht niet om na de onderhandelingen de toegevingen van de investeerder af te dwingen, zoals de creatie van lokale jobs of de bouw van faciliteiten.”
De FAO-studie gaat niet helemaal voorbij aan de gevaren van de “land-grab” zoals de massale aankopen van land genoemd worden. De auteurs zijn zich ervan bewust dat veel Afrikaanse landen niet over de mechanismen beschikken om de rechten, belangen en welvaart van de lokale bevolking te beschermen. Vaak is er ook een gebrek aan transparantie, met corruptie en achterkamerpolitiek tot gevolg.
Auteur: Julio Godoy.
Bron: mo.be