Marsipulami
25-11-09, 21:51
Eerste Europese president is katholieke intellectueel
Hoe ziet het geloof van Herman Van Rompuy eruit?
(Bron: Tertio)
BRUSSEL (RKnieuws.net) - Hoe ziet het geloof van Herman Van Rompuy eruit? Deze vraag kreeg het christelijk weekblad Tertio van verschillende buitenlandse media na zijn aanstelling tot Europees president.
Tertio- redacteur Jan De Volder poogt een antwoord te formuleren: ’Twee beeldjes sieren de werktafel van Herman Van Rompuy: een biddende en een lezende monnik. Voor hem kan politiek niet zonder contemplatie. Als politicus is hij niet te beroerd zich als gelovig katholiek te tonen. Op zondag 11 oktober onderbrak hij de delicate begrotingsbesprekingen om de heiligverklaring van Damiaan in Rome bij te wonen. Onlangs gaf hij in Luik zijn visie op Caritas in veritate. “Een document dat door zijn uitgesproken spirituele toon wellicht minder directe politieke impact zal hebben dan andere sociale encyclieken. Maar misschien heeft onze tijd precies aan die spirituele toon grote behoefte”, was zijn slotoordeel’.
’Na de federale verkiezingen van 2007 organiseerde Tertio een rondvraag over het levensbeschouwelijke profiel van de volksvertegenwoordigers. Van Rompuy’s antwoorden lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Van zijn wekelijkse misbezoek maakte hij geen geheim. Zijn geloofsbeleving omschreef hij kernachtig als “een ervaring van verlangen naar God”. Dat kenmerkt hem. Voor hem was het christelijke geloof nooit een zich zonder meer bekennen tot een geloofstraditie, het was en is ook het resultaat van een persoonlijke zoektocht. In zijn jongere jaren verwijderde hij zich van het geloof, maar rond zijn dertigste keerde hij ernaar terug. Nooit had zijn benadering iets ‘fundamentalistisch’ – wat politieke tegenstanders hem wel eens trachtten in de schoenen te schuiven –, veel meer ging het om de rationele benadering van een intellectueel en om de persoonlijke zoektocht van een zich vragen stellende mens. Toen ik hem eind 2004 interviewde, kort na de dood van zijn beide ouders, zei hij: “Het geloof is in die omschandigheden te cerebraal om een troost te zijn.” Wel was het voor hem “een antidotum tegen de wanhoop”.
’Van Rompuy wist altijd de scheiding te maken tussen zijn gelovige politieke overtuiging en de politieke haalbaarheid ervan. Dat bleek nog het best in het abortusdossier, dat hij als CVP-voorzitter vanop de eerste rij meemaakte. Hij kantte zich tegen de depenalisering van abortus, niet bij gebrek aan inlevingsvermogen voor noodsituaties, maar omdat hij inzag dat de wettelijke norm het besef van goed en kwaad moet ondersteunen, “veraf van een banalisering waarin ieder zijn norm maakt”. De abortuswetgeving kwam in 1990 tot stand met een ‘paarse’ wisselmeerderheid. Het was evenwel mee Van Rompuy’s keuze de regering daar niet over te laten vallen. “Dan was paars al begin jaren 1990 aan de macht gekomen”, rechtvaardigde hij achteraf die keuze. In het kerstinterview van 2004 zei hij, kardinaal Joseph Ratzinger citerend: “Politiek is altijd een evenwicht van ethisch idealisme en politiek realisme.”
’Van Rompuy stond als minister van Begroting in de jaren 1990 bekend als een koele cijferaar, een sfinx met een rekenmachine. Samen met Jean-Luc Dehaene loodste hij België zo de euro in. Van dat kille imago kon hij later afstappen. Als ‘rechter’ in Goedele Liekens’ tv-programma Recht van antwoord moest hij zich uitspreken over allerlei conflicten tussen burgers. Hij deed dat met wijsheid, mildheid en een zekere humor. Een onverwachte populariteit viel hem ten deel, en die deed hem goed. De oppositiekuur – die hem als echte beleidsman niet lag – gaf hem de tijd om te lezen en te schrijven. Dagboeken als De binnenkant op een kier en Dagboeken van een vijftiger geven wel degelijk een inkijk in de mens Van Rompuy. Hij stelde zich de grote vragen: het geluk, de liefde, het leven en de dood. Op geregelde tijdstippen zocht hij de rust op van zijn vakantiehuis in De Haan of de abdij van Affligem. Toch was hij veel meer de gelukkige familieman dan de ongelukkige dichter of de monnik. “Er zit misschien een stukje monnik in mij, maar het is ruim onvoldoende om er een leven van te maken.”
’Zijn katholicisme is dat van een hedendaagse Europese leek, die zijn eigen ratio en geweten niet wegcijfert, maar die ook nederig genoeg is om zich in te schrijven in een traditie en openbaring die hem overstijgen. Van Rompuy is overtuigd christen en democraat, in de zin van de founding fathers die de Europese gedachte vormgaven. Met hem is Europa in uitstekende handen’.
Hoe ziet het geloof van Herman Van Rompuy eruit?
(Bron: Tertio)
BRUSSEL (RKnieuws.net) - Hoe ziet het geloof van Herman Van Rompuy eruit? Deze vraag kreeg het christelijk weekblad Tertio van verschillende buitenlandse media na zijn aanstelling tot Europees president.
Tertio- redacteur Jan De Volder poogt een antwoord te formuleren: ’Twee beeldjes sieren de werktafel van Herman Van Rompuy: een biddende en een lezende monnik. Voor hem kan politiek niet zonder contemplatie. Als politicus is hij niet te beroerd zich als gelovig katholiek te tonen. Op zondag 11 oktober onderbrak hij de delicate begrotingsbesprekingen om de heiligverklaring van Damiaan in Rome bij te wonen. Onlangs gaf hij in Luik zijn visie op Caritas in veritate. “Een document dat door zijn uitgesproken spirituele toon wellicht minder directe politieke impact zal hebben dan andere sociale encyclieken. Maar misschien heeft onze tijd precies aan die spirituele toon grote behoefte”, was zijn slotoordeel’.
’Na de federale verkiezingen van 2007 organiseerde Tertio een rondvraag over het levensbeschouwelijke profiel van de volksvertegenwoordigers. Van Rompuy’s antwoorden lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Van zijn wekelijkse misbezoek maakte hij geen geheim. Zijn geloofsbeleving omschreef hij kernachtig als “een ervaring van verlangen naar God”. Dat kenmerkt hem. Voor hem was het christelijke geloof nooit een zich zonder meer bekennen tot een geloofstraditie, het was en is ook het resultaat van een persoonlijke zoektocht. In zijn jongere jaren verwijderde hij zich van het geloof, maar rond zijn dertigste keerde hij ernaar terug. Nooit had zijn benadering iets ‘fundamentalistisch’ – wat politieke tegenstanders hem wel eens trachtten in de schoenen te schuiven –, veel meer ging het om de rationele benadering van een intellectueel en om de persoonlijke zoektocht van een zich vragen stellende mens. Toen ik hem eind 2004 interviewde, kort na de dood van zijn beide ouders, zei hij: “Het geloof is in die omschandigheden te cerebraal om een troost te zijn.” Wel was het voor hem “een antidotum tegen de wanhoop”.
’Van Rompuy wist altijd de scheiding te maken tussen zijn gelovige politieke overtuiging en de politieke haalbaarheid ervan. Dat bleek nog het best in het abortusdossier, dat hij als CVP-voorzitter vanop de eerste rij meemaakte. Hij kantte zich tegen de depenalisering van abortus, niet bij gebrek aan inlevingsvermogen voor noodsituaties, maar omdat hij inzag dat de wettelijke norm het besef van goed en kwaad moet ondersteunen, “veraf van een banalisering waarin ieder zijn norm maakt”. De abortuswetgeving kwam in 1990 tot stand met een ‘paarse’ wisselmeerderheid. Het was evenwel mee Van Rompuy’s keuze de regering daar niet over te laten vallen. “Dan was paars al begin jaren 1990 aan de macht gekomen”, rechtvaardigde hij achteraf die keuze. In het kerstinterview van 2004 zei hij, kardinaal Joseph Ratzinger citerend: “Politiek is altijd een evenwicht van ethisch idealisme en politiek realisme.”
’Van Rompuy stond als minister van Begroting in de jaren 1990 bekend als een koele cijferaar, een sfinx met een rekenmachine. Samen met Jean-Luc Dehaene loodste hij België zo de euro in. Van dat kille imago kon hij later afstappen. Als ‘rechter’ in Goedele Liekens’ tv-programma Recht van antwoord moest hij zich uitspreken over allerlei conflicten tussen burgers. Hij deed dat met wijsheid, mildheid en een zekere humor. Een onverwachte populariteit viel hem ten deel, en die deed hem goed. De oppositiekuur – die hem als echte beleidsman niet lag – gaf hem de tijd om te lezen en te schrijven. Dagboeken als De binnenkant op een kier en Dagboeken van een vijftiger geven wel degelijk een inkijk in de mens Van Rompuy. Hij stelde zich de grote vragen: het geluk, de liefde, het leven en de dood. Op geregelde tijdstippen zocht hij de rust op van zijn vakantiehuis in De Haan of de abdij van Affligem. Toch was hij veel meer de gelukkige familieman dan de ongelukkige dichter of de monnik. “Er zit misschien een stukje monnik in mij, maar het is ruim onvoldoende om er een leven van te maken.”
’Zijn katholicisme is dat van een hedendaagse Europese leek, die zijn eigen ratio en geweten niet wegcijfert, maar die ook nederig genoeg is om zich in te schrijven in een traditie en openbaring die hem overstijgen. Van Rompuy is overtuigd christen en democraat, in de zin van de founding fathers die de Europese gedachte vormgaven. Met hem is Europa in uitstekende handen’.