PDA

Bekijk Volledige Versie : "Wij, Blanken versus Zij, Indianen" in West Brazilië



Amaeru
08-12-09, 01:56
"Wij, Blanken versus Zij, Indianen" in West Brazilië

door landcruising.nl op zondag 6 december 2009

Brazilië

Brazilië is een wereld van 'wij Blanken' en 'zij, Indianen'. Als ik onze gids Toco voorzichtig vraag of het klopt dat ik het gevoel heb dat veel Brazilianen geen respect hebben voor de Indianen, zegt hij zonder aarzeling, "Ja, dat klopt." Deze vraag stel ik de komende tijd vaker en ik schrik ervan hoe die zonder aarzelen of schromen bevestigend beantwoord wordt. Andersom trouwens ook, Indianen hebben evenmin respect voor 'Blanken' [zoals hier de niet-indiaan wordt gegeneraliseerd]. "Blanken maken alles kapot, ze hebben geen respect voor de natuur," zeggen de Indianen.

Toco verwoordt wat vele 'blanken' vinden, "Er komen veel buitenlanders naar Indianendorpen – veelal onderzoekers want toeristisch bezoek wordt nog erg afgehouden – en die hebben prachtige verhalen en plaatjes. Maar wij kennen de echte Indianen. Wij zien hoe ze drinken, hun geld verpatsen en niets doen." Dit verhaal horen we niet voor het eerst. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het voor ons buitenlanders min of meer onmogelijk is om daar nu echt goed inzicht in te krijgen. Misschien lukt dat ook niet. Er zijn tenslotte altijd meer waarheden. De waarheid van 'de' Blanke is per definitie anders dan die van 'de' Indiaan.

Van wie is de vuilnis?

Als we bij de rivier arriveren die de grens met het Indianenreservaat aangeeft, kan Toco het dan ook niet nalaten om direct te wijzen op de bierblikjes, "Die Indianen zeggen de natuur te willen behouden maar ze maken er een zooitje van." Dat punt herken ik wel. Ook al zien we overal bierblikjes – neergegooid door dč blanke Braziliaan – en is dat op geen enkele manier goed te praten, het doet toch nog meer zeer om rotzooi te zien op een plek waar mensen leven die zelf zeggen 'met de natuur te leven'. Dat dit op veel plekken allang geen waarheid meer is, hebben we maar al te vaak gezien in andere landen.

Toco zegt dat de rotzooi van Indianen is, maar hij kent Coen's oog voor detail nog niet.

"Gebruiken Indianen ook zonnebrandcrčme?" vraagt Coen onschuldig een paar uur later, als we weer terug zijn.

"Nee, die hebben een natuurlijke bescherming," zegt Toco.

Coen pakt een leeg flesje zonnebrandspul van de grond op. Mmm, dan kan deze rotozooi toch niet van een indiaan zijn…

De rivier is de grens met het Indianen Reservaat Utiariti van de Paresi Indianen en over de hele breedte van de rivier – zo'n honderd meter – dondert de Salto Belo Waterval als een dik wit gordijn veertig meter naar beneden. Toco organiseert hier abseil-excursies – waarbij je aan zo'n touw langs de wand naar beneden gaat. We gaan niet abseilend naar beneden maar lopend. Een smal pad met hele steile afdalingen waarbij touwen noodzaak zijn. Prachtig. Wij houden van dit soort klauterwerk. We komen tot op de bodem van de waterval, waar de nevel ons nat spettert en het spekglad is. Ik kan me blijven verbazen over watervallen: zoveel water, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Waar komt het vandaan en waar gaat het naar toe? Ik blijf het een waanzinnig natuurfenomeen vinden waar ik uren naar kan kijken.

Een Braziliaanse kanoër is hier naar beneden ‘gevaren’. Gewoon leuk, een uitdaging, zeg maar. Toco was een van de personen aanwezig als hulptroep, maar het ging allemaal goed. Het opspattende water vormt een dikke damplaag boven het water, die volgens de deskundigen als een kussen functioneert en de val opvangt. Een Amerikaan wilde het record breken en ging vervolgens ergens in zuid Brazilië van een ruim zeventig meter hoge waterval af met een kano. Nu is er een Braziliaan die dat weer wil overtreffen, en gaat dat doen bij de Utiariti Waterval – deze ligt een paar kilometer voorbij Salto Belo. Deze waterval is door z'n hoogte nog imposanter. Een pad door de jungle slingert naar beneden en leidt naar een rots waardoor we tot vlak voor de waterval kunnen komen. In een mum van tijd zijn we doorweekt van de nevel. We worden opgenomen in het water en zijn omringd door ongerepte natuur van jungle, waar we niets anders horen dan het water en het gekwetter van grote groepen zwaluwen die af en aan vliegen – die hebben hun nesten in de rotswand achter de waterval.

Behoud van de natuur dankzij de Indianen

Op de terugweg stoppen we in het Indianendorp. Er moet namelijk met de cacique – opperhoofd – gesproken worden over de prijs die we moeten betalen het bezichtigen van de watervallen en het nemen van foto's hiervan. Ja, er zijn wel prijzen [ongeveer], maar het hangt van de bui van de cacique af wat hij precies vraagt. Maar de cacique is er niet, zijn vervanger ook niet. We praten een poosje met z'n echtgenote en Toco bespreekt een prijs. Het Indianendorp ziet er even moedeloos uit als we in noord Argentinië hebben gezien: vervallen met veel troep en vuilnis. Hun traditionele waarden en manier van leven hebben ze hier veelal verloren. Ze lopen rond in t-shirts en jeans en wonen in stenen huizen.

Zoals een aantal mensen, die het belang van de Indianen wel oprecht behartigen en verdedigen, ons uitlegt komt het erop neer dat veel Indianen teveel contact hebben met de blanken om nog 'echt' indiaan te kunnen zijn. Dus ze zijn geen indiaan meer, maar ook geen blanke. Ze vallen tussen wal en schip – niet in het minst wat betreft hun gevoel van eigenwaarde: 'Wie ben ik en waar hoor ik bij'.

Een ding is duidelijk, dank zij de vorming van de Indianenreservaten blijft er in elk geval natuur behouden. 12% van de Braziliaanse grond is Indianengebied – toebedeeld aan 0,2% van de bevolking. Geen wonder dat menig 'blanke' Braziliaan vindt dat de Indianen veel te veel krijgen [overigens krijgen ze niets, de grond blijft van de overheid, maar de Indianen hebben het exclusieve gebruik ervan]. De blanke kan dan wel klagen over die indiaan die een bierblikje in het bos gooit, of een stuk bos afbrandt om daar vee te houden, maar dit staat in geen enkele verhouding tot de kaalslag die de 'blanke' Braziliaan pleegt op z'n land.

"Blanken zijn boos en begrijpen niet waarom die Indianenreservaten mogen bestaan. Ondergronds zitten grote rijkdommen aan goud, diamanten en mineralen. Die blijven nu onbereikbaar," zegt Toco.

"Wees blij," zeg ik. "Want wat als die handel geëxploiteerd wordt? Daar worden maar een paar mensen rijk van; met de huidige sociale en politieke structuur van Brazilië zal de meerderheid daar echt niet beter van worden. Wie weet, over vijftig of honderd jaar heeft de Braziliaanse overheid een betere sociale structuur en meer betrokkenheid bij het behouden van natuur voor de toekomst. Laat die schatten maar lekker onder deze bossen blijven," is mijn mening.

Maar ja, ik woon hier niet en heb hier geen economische belangen. Ik ben hier de buitenlandse idealist. En deze idealist is ervan overtuigd dat er op termijn zal worden geconcludeerd dat de Indianen – dankzij hun afgedwongen reservaten – de redding van Brazilië, en misschien wel het continent of de wereld zijn, want dankzij hen blijft een deel van de planeet onaangetast.

Soldim
08-12-09, 07:05
'Blanken' [zoals hier de niet-indiaan wordt gegeneraliseerd]

Van de drie Brazilianen die ik persoonlijk ken, is er een van Westerse afkomst. De andere twee zijn Afrikaanse 'blanken'. 't Is daar dus in ieder geval niet racistische generaliserend.