mark61
08-10-10, 09:33
dinsdag 5 oktober 2010 door Frits Abrahams NRC
Was de omstreden opmerking van de Amsterdamse rechter Moors tegen Wilders een ‘eigen doelpunt’, zoals veel deskundigen menen? Moors vond dat Wilders ook in de rechtszaal de discussie uit de weg leek te gaan door zich op zijn zwijgrecht te beroepen.
Voor de niet-voetballiefhebbers: een ‘eigen doelpunt’ is een lelijk germanisme dat we ontlenen aan het woord ‘Eigentor’, gebruikt wanneer een team de bal in het eigen doel werkt. Zelf zou ik de opmerking van Moors liever een ‘uitglijer’ noemen en hem daarom willen vergelijken met de tackle waarmee Nigel de Jong het been van een tegenstander brak. De Jong glijdt bij zijn gevaarlijke tackles met beide benen laag over de grond. Net zomin als die Amsterdamse rechter heeft hij de bedoeling de ander te beschadigen, maar wél neemt hij het risico voor lief dat die ander beschadigd wórdt.
Twee affaires die samen het gesprek van de dag vormen en naadloos in elkaar overgaan, hoewel ze verder niets met elkaar te maken hebben – voor mij is zoiets het bewijs dat God bestaat. Die zit daarboven, als Hij zich verveelt, voor ons wat legpuzzels te bedenken, waarvan Hij de stukjes met een slordige zwaai naar beneden gooit.
Het laatste stukje dat Hij bedacht was gisteren dat zwijgrecht. Heel Nederland gonsde er opeens van: zwijgrecht. Omdat ik vroeger nogal wat uren in de rechtszaal heb doorgebracht (voor mijn werk, zeg ik er haastig bij) is het voor mij een bekend begrip. Het werd bijna altijd in praktijk gebracht door maffiose types, die van de vreselijkste misdaden verdacht werden en wijselijk hun mond hielden. „Van praten bij de rechter word je nooit beter”, zeggen die zware jongens, mede op advies van hun raadsman, allemaal tegen elkaar.
Dat ook Wilders, eveneens op advies van zijn advocaat, zijn toevlucht nam tot deze defensieve strategie, was interessant. Het wijst erop dat hij onzekerder is dan hij zich voordoet. Moors had gelijk: echte discussies gaat Wilders zoveel mogelijk uit de weg. In verkiezingstijd kan hij er niet helemaal aan ontkomen, maar verder legt hij liever verklaringen af. Ik heb het ook altijd een teken aan de wand gevonden dat hij nooit met Eberhard van der Laan, de enige PvdA’er die hij vreesde, wilde discussiëren. In serieuze discussies moet hij toelichten, motieven en bewijzen leveren – ook die Amsterdamse rechters hadden hem daar graag toe bewogen.
Maar Wilders, dat moet gezegd, was niet de enige die zich gisteren op zijn zwijgrecht beriep. Zijn rechters hoorde je verder ook niet, die lieten het hun persrechter opknappen. En hier komt God weer in beeld: ook Nigel de Jong, de straffende bondscoach Van Marwijk en de CDA-dissidenten Ferrier en Koppejan hielden de kaken op elkaar. Het begint een beetje flauw te worden. De publieke personen houden hun mond als het hun beter uitkomt. Pas zodra ze hun eigen belang ermee kunnen dienen, schuiven ze aan in de talkshows en de kranten. Kunnen wij, gewonere stervelingen, ook niet wat meer gebruikmaken van dat zwijgrecht?
Je maakt een flater op je werk, je baas roept je ter verantwoording en je zegt: „Sorry, zwijgrecht.” Je komt thuis met een verdacht parfumluchtje aan je kleren en je zegt tegen je ruikende vrouw alleen maar: „Ik vind je reactie schándelijk.”
Was de omstreden opmerking van de Amsterdamse rechter Moors tegen Wilders een ‘eigen doelpunt’, zoals veel deskundigen menen? Moors vond dat Wilders ook in de rechtszaal de discussie uit de weg leek te gaan door zich op zijn zwijgrecht te beroepen.
Voor de niet-voetballiefhebbers: een ‘eigen doelpunt’ is een lelijk germanisme dat we ontlenen aan het woord ‘Eigentor’, gebruikt wanneer een team de bal in het eigen doel werkt. Zelf zou ik de opmerking van Moors liever een ‘uitglijer’ noemen en hem daarom willen vergelijken met de tackle waarmee Nigel de Jong het been van een tegenstander brak. De Jong glijdt bij zijn gevaarlijke tackles met beide benen laag over de grond. Net zomin als die Amsterdamse rechter heeft hij de bedoeling de ander te beschadigen, maar wél neemt hij het risico voor lief dat die ander beschadigd wórdt.
Twee affaires die samen het gesprek van de dag vormen en naadloos in elkaar overgaan, hoewel ze verder niets met elkaar te maken hebben – voor mij is zoiets het bewijs dat God bestaat. Die zit daarboven, als Hij zich verveelt, voor ons wat legpuzzels te bedenken, waarvan Hij de stukjes met een slordige zwaai naar beneden gooit.
Het laatste stukje dat Hij bedacht was gisteren dat zwijgrecht. Heel Nederland gonsde er opeens van: zwijgrecht. Omdat ik vroeger nogal wat uren in de rechtszaal heb doorgebracht (voor mijn werk, zeg ik er haastig bij) is het voor mij een bekend begrip. Het werd bijna altijd in praktijk gebracht door maffiose types, die van de vreselijkste misdaden verdacht werden en wijselijk hun mond hielden. „Van praten bij de rechter word je nooit beter”, zeggen die zware jongens, mede op advies van hun raadsman, allemaal tegen elkaar.
Dat ook Wilders, eveneens op advies van zijn advocaat, zijn toevlucht nam tot deze defensieve strategie, was interessant. Het wijst erop dat hij onzekerder is dan hij zich voordoet. Moors had gelijk: echte discussies gaat Wilders zoveel mogelijk uit de weg. In verkiezingstijd kan hij er niet helemaal aan ontkomen, maar verder legt hij liever verklaringen af. Ik heb het ook altijd een teken aan de wand gevonden dat hij nooit met Eberhard van der Laan, de enige PvdA’er die hij vreesde, wilde discussiëren. In serieuze discussies moet hij toelichten, motieven en bewijzen leveren – ook die Amsterdamse rechters hadden hem daar graag toe bewogen.
Maar Wilders, dat moet gezegd, was niet de enige die zich gisteren op zijn zwijgrecht beriep. Zijn rechters hoorde je verder ook niet, die lieten het hun persrechter opknappen. En hier komt God weer in beeld: ook Nigel de Jong, de straffende bondscoach Van Marwijk en de CDA-dissidenten Ferrier en Koppejan hielden de kaken op elkaar. Het begint een beetje flauw te worden. De publieke personen houden hun mond als het hun beter uitkomt. Pas zodra ze hun eigen belang ermee kunnen dienen, schuiven ze aan in de talkshows en de kranten. Kunnen wij, gewonere stervelingen, ook niet wat meer gebruikmaken van dat zwijgrecht?
Je maakt een flater op je werk, je baas roept je ter verantwoording en je zegt: „Sorry, zwijgrecht.” Je komt thuis met een verdacht parfumluchtje aan je kleren en je zegt tegen je ruikende vrouw alleen maar: „Ik vind je reactie schándelijk.”