PDA

Bekijk Volledige Versie : De bisschoppen over seksueel misbruik in de Kerk



Marsipulami
21-12-10, 21:55
De bisschoppen over seksueel misbruik in de KerkE-


18/12 18 DECEMBER 2010 - Dinsdag en woensdag worden kardinaal Godfried Danneels en aartsbisschop André Léonard in de Kamercommissie Seksueel Misbruik gehoord over pedofilie in de Kerk. In de voorbije week passeerden reeds alle andere Belgische bisschoppen. Ook werden de bisschoppen-referent gehoord. Dat zijn zij die binnen de bisschoppenconferentie belast zijn met het opvolgen van seksueel misbruik in de Kerk: Guy Harpigny (Doornik) en Johan Bonny (Antwerpen) en vroeger: Arthur Luysterman (Gent). De hoorzittingen leverden nogal wat discussiestof op. Een kritische analyse.


WAT DOEN DE BISSCHOPPEN NU?

Hoe treden de huidige bisschoppen op als ze klachten krijgen over seksueel misbruik van minderjarigen door hun priesters?

* De meeste huidige bisschoppen kennen maar weinig zaken, meestal niet meer dan tien. In deze zaken zijn de vertrouwelijke dossiers uit het verleden dan nog begrepen. Definitieve cijfers zijn er echter nog niet. Een reden kan zijn dat de meeste feiten in internaten plaatsgrepen en dat die onder ordes vallen, waarover de bisschoppen niets te zeggen hebben.

* Ze verklaarden deze week dat ze de zaken die ze vernamen eerst bezorgden aan het telefonisch meldpunt (tussen 1997 en 2000), vervolgens aan de Commissie-Halsberghe (tot 2008), daarna aan de Commissie-Adriaenssens (vanaf 2009) en na de stopzetting van die Commissie aan het federale parket, waar magistrate Lieve Pellens de klachten coördineert. De meesten schorsten ook de bewuste pastoor, zodat hij niet meer in contact kon komen met minderjarigen.

* Het werd duidelijk dat de enen (De Kesel, Bonny, Harpigny) wat verder gingen dan de anderen (Van Looy), maar de verschillen tussen de bisschoppen zijn uitvergroot in de pers.

De opvolger van Roger Vangheluwe als bisschop van Brugge, Jozef De Kesel, ging zelfs verder dan wat het gerecht of de psychiaters wilden. Ook als die zegden dat er geen gevaar voor recidive meer was en de priester dus opnieuw een pastorale opdracht zou kunnen krijgen, gaven hij hem toch nog een administratieve taak. De Kesel stapte met àlle klachten naar het gerecht, ook als hij er rotsvast van overtuigd was dat de verdachte onschuldig was.

De Antwerpse bisschop Johan Bonny schorste sinds zijn aantreden zelfs vier priesters preventief, hoewel er geen enkel nieuw feit over hen bekend was. Hij deed het "uit grote voorzichtigheid". Er werden nog twee anderen geschorst, over wie wel feiten gemeld werden.

Anderen gingen zo ver niet. De Gentse bisschop Luc Van Looy, die aanvankelijk werd geprezen omdat hij pleitte voor een onafhankelijk meldpunt voor seksueel misbruik van minderjarigen en omdat hij verklaarde dat een pedofiel geen priester meer kan zijn, kreeg bakken kritiek omdat hij zes zaken die hij in september 2010 had binnengekregen nog niet had doorgespeeld aan het gerecht. De commissieleden zagen hierin hét bewijs van een doofpotoperatie. "Realiseert U zich niet dat die zaken kunnen verjaren en dat de slachtoffers zo schadevergoeding kunnen mislopen door Uw gedrag", zo sneerde Carina Van Cauter.

De zes brieven betroffen "meldingen over priesters die reeds overleden zijn, waarbij de slachtoffers zelf de federale magistraat op de hoogte brachten of waarvan de commissie-Adriaenssens reeds op de hoogte gebracht was en meldingen van feiten die dateren van voor 1970." Van Looy zegde dat hij wachtte op een gemeenschappelijke strategie van de bisschoppen én dat de feiten toch al verjaard waren. Hij beloofde om de brieven nu onmiddellijk over te maken aan de federale magistraat.

Ongetwijfeld reageerde Van Looy te traag. Maar toch rijzen bij de kritiek op Van Looy ook bedenkingen:

- Van Looy is geen ambtenaar en heeft dus geen meldingsplicht van misdrijven die hem bekend zijn. Juridisch gezien maakte hij geen fout, tenminste als de daders overleden zijn of geen gevaar meer vormen voor iemand.

- Wil de politiek iedere appreciatiebevoegdheid ontzeggen aan mensen die een (anonieme) klacht over pedofilie binnen krijgen? Blijkbaar wel. Laten we dit even toepassen op andere sectoren, bv. op de politiek zelf. Bart De Wever krijgt een anonieme brief of een brief van getuige X1. Daarin wordt seksueel misbruik van minderjarigen door een van zijn verkozenen gemeld. De feiten dateren van veertig jaar geleden. Volgens de redenering van de meeste commissieleden moet De Wever met deze brief onmiddellijk naar het gerecht stappen én aan de mandataris vragen om zijn ambt neer te leggen zolang het onderzoek loopt. Wordt iedere politicus dan niet vogelvrij? Kan iedere politicus dan niet op ieder moment zijn mandaat verliezen omdat een vijand anoniem klachten indient? Want klachten over seksueel misbruik van minderjarigen zijn niet noodzakelijk altijd waar, zoals huidig PS-voorzitter Elio Di Rupo mocht ondervinden in de zaak-Trusnagh! Willen de politici dat hun grote bazen met alle klachten tegen hen onmiddellijk naar het parket stappen? Of menen ze dat de maatregelen die zij voor bisschoppen aanbevelen niet voor hen zelf moeten gelden? Hierover zou enige duidelijkheid mogen komen.

- Moet het gerecht belast worden met allerlei klachten over priesters die overleden zijn of klachten die al elders zijn ingediend? Of met klachten van notoire klagers, die al vervolgd werden voor tergend en roekeloos geding, zoals bv. wijnhandelaar Francesconi. De politici antwoorden volmondig ja. Maar toch zijn ook zij de eersten om het gerecht traagheid te verwijten. In sommige gerechtelijke arrondissementen wegen zinloze burgerlijke partijstellingen nu al kolossaal op de rechtsgang (zie: hier, nvdr). Wil men deze gerechtelijke achterstand nog verder vergroten?

* Op het eerste gezicht hebben de meeste huidige bisschoppen de klachten met grote verantwoordelijkheidszin afgehandeld. Ze verwezen door naar de commissies die ze hadden opgericht en mengden zich niet in hun werking. Eerder verklaarde Peter Adriaenssens dat hij van de huidige bisschoppen geen druk had ondervonden en dat ze nooit in zijn werk waren tussen gekomen.

In de behandeling van de klachten zijn de meeste huidige bisschoppen op het eerste gezicht verder gegaan dan menig ander manager of verantwoordelijke in vergelijkbare gevallen zou doen. Een aantal bisschoppen heeft alle slachtoffers die dat wilden persoonlijk ontmoet (Bonny, De Kesel, Hoogmartens). In Hasselt richtte Hoogmartens een zorgteam op voor de slachtoffers en stelde voor hen een externe deskundige aan. Een uniek initiatief dat onderbelicht bleef in het debat.

Maar omdat de Bijzondere Commissie uiteindelijk geen grondig onderzoek kan doen omdat ze daarvoor de dwangmiddelen én de competenties mist (ze is noch onderzoeksrechter, noch historisch geschoold), blijven deze bedenkingen onder voorbehoud.

WELKE MAATREGELEN?

Welke maatregelen werden tot nu toe gesuggereerd om het probleem aan te pakken?

A. BINNEN DE KERK

* Een meer democratische structuur, precies omdat de autoritaire gezagsverhoudingen het seksueel misbruik hebben vergemakkelijkt in het verleden (De Kesel).

* Een open debat over seksualiteit omdat de onderdrukking daarvan en de cultuur van het zwijgen daarrond het misbruik hebben mogelijk gemaakt (De Kesel).

* Een betere screening van de seminaristen, ook op pedofilie en minstens door twee psychiaters los van elkaar (Van Looy, Harpigny) én een betere vorming van de priesters terwijl ze opgeleid worden.

* Een deontologische code voor pastorale werkers. De Doornikse bisschop Guy Harpigny zegde dat de Belgische Kerk daarmee bezig is.

* Een protocol om klachten van slachtoffers overal eenvormig af te handelen, zodat in alle openheid geweten is wie wat mag doen in welk geval (Harpigny, Van Looy).

* Het kerkelijk recht moet gevoelig worden verstrengd en Rome moet ook strenger optreden tegen priesters die seksueel misbruik op kinderen hebben gepleegd. (Vancottem).

* De bisschoppen zouden meer suspensies moeten opleggen aan pedofiele pastoors. Dat is een weinig bekende sanctie. Priesters mogen dan nooit nog de mis opdragen of sacramenten toedienen en velen vinden dit een erge straf, zo zegde Vancottem.

* Moeten de bisschoppen schadevergoeding betalen voor priesters en pastoors die minderjarigen seksueel misbruikten? Ja, zo vinden de parlementsleden in koor.

Binnen de bisschoppenconferentie wordt gedacht aan een solidariteitsfonds, maar de bisschoppen zijn het niet eens over de modaliteiten. Deze terughoudendheid heeft te maken met de Commissie-Halsberghe, die binnen de Kerk tussen 2000 en 2009 de bisschoppen moest adviseren over seksueel misbruik. Die Commissie liep - volgens Guy Harpigny - immers stuk op het eigenzinnige gedrag van haar voorzitster, eremagistrate Godelieve Halsberghe, die absoluut schadevergoedingen wilde uitbetalen aan de slachtoffers. Ze legde dat soms erg autoritair op. De Hasseltse bisschop Hoogmartens citeerde een zaak waarin ze een voorschot eiste van 7 miljoen Belgische frank. "Maar omdat de feiten al 45 jaar oud waren - de dader zou nu 100 jaar oud zijn -, dateerden van voor het bisdom Hasselt zelfs maar was opgericht (1967) en enkele getuigen de feiten ontkenden, terwijl geen enkele ze bevestigde werd die 7 miljoen niet betaald", aldus Hoogmartens.

De bisschoppen hadden in november 2007 over dit onderwerp een advies gevraagd aan enkele deskundigen, onder wie professor Matthias Storme (Universiteit Antwerpen). Die zegden dat de Commissie-Halsberghe "de aanvankelijke statuten niet meer naleefde en haar boekje te buiten ging". Ze was geëvolueerd van een adviescommissie naar een soort onderzoekscommissie. Volgens de deskundigen kan de Kerk bovendien geen schadevergoedingen uitbetalen namens foute priesters omdat bisschoppen juridisch niet aansprakelijk zijn voor foute gedragingen van hun pastoors. Een schadevergoeding zou bovendien de slachtoffers niet noodzakelijk helpen en zou de indruk van een schuldbekentenis wekken.

Halsberghe wilde echter haar visie niet herzien, ze wilde eerder het mandaat van haar Commissie-Halsberghe veranderen. De relaties met de bisschoppen verslechterden, de bisschoppen wilden haar mandaat niet meer verlengen, maar zij wilde voortdoen. Halsberghe wilde de nog resterende dossiers zelfs niet teruggeven en uiteindelijk werd Halsberghe vervangen door Adriaenssens. Deze nare ervaring met de Commissie-Halsberghe, die zich ontwikkeld had van een adviesorgaan tot een parallelle justitie, verklaart de terughoudendheid van de bisschoppen, zo bleek uit de uiteenzettingen tijdens de voorbije week.

Toch kwamen sommige bisschoppen met voorstellen en denkt de bisschoppenconferentie hierover na.

Johan Bonny, Luc Van Looy en Patrick Hoogmartens vonden in ieder geval dat de Kerk moet wachten op een rechterlijke uitspraak en dat daarna de daders eerst moeten betalen. Wat moet gebeuren als die dat niet kan, werd niet duidelijk.

Bonny pleitte voor een solidariteitsfonds vanuit kerkelijke hoek, of voor een systeem van tegensprekelijke arbitrage, met mogelijkheid tot beroep bij de rechtbank.

Hoogmartens wil eventueel wel een fonds, maar denkt dat dit op vrijwillige basis door daders moet worden gespijsd en dat ook andere sectoren, waarin veel seksueel misbruik (de sport, de scouts, e.d.) voorkomt, erbij moeten worden betrokken. In zijn mening kan er geen algemene regel worden uitgevaardigd, maar moet in ieder individueel geval afzonderlijk beslist worden.

Hoogmartens werd voor zijn visie scherp bekritiseerd door de parlementsleden. Siegfried Bracke (N-VA) verweet hem "een gebrek aan ethisch gedrag" en vond het "raar" dat de daders zouden moeten bijdragen aan het fonds. (Een opmerking die op zichzelf raar is, gezien het fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke geweldsmisdrijven ook door daders wordt gespijsd, nvdr). Marie-Christine Marghem (MR) riep uit dat Hoogmartens "het imago van de Kerk in het gedrang brengt. De Kerk moet schadevergoeding uitbetalen en moet zich bij de slachtoffers excuseren", zo zegde ze.

Ook Carina Van Cauter (Open Vld) viel Hoogmartens scherp aan. In haar visie moet de Kerk bovendien schadevergoeding betalen voor alle slachtoffers van wie de zaken verjaard zijn en moet zij in niet-verjaarde zaken al met de uitbetaling starten vanaf het moment dat de dader bekend heeft. Hoe dit moet georganiseerd worden als de rechtbanken dan ook nog schadevergoedingen opleggen, werd niet duidelijk. Nog volgens Van Cauter moeten alle kosten onder het begrip "schade" vallen, niet alleen therapie of morele schade, maar ook allerlei materiële schade.

Bij deze discussie rijzen meerdere bedenkingen:

- De politiek heeft niets te zeggen aan de Kerk. Zij kan dus niet beslissen dat de Kerk schadevergoedingen uitkeert, noch hoe of aan wie dat moet gebeuren. Zij moet de beginselen van de godsdienstvrijheid en van de scheiding van kerk en staat respecteren en dat gebeurde de voorbije week zeker niet altijd.

- Als je schadevergoeding eist van een organisatie, die de feiten niet zelf gepleegd heeft maar er een morele verantwoordelijkheid voor draagt, moet je dat bovendien op een niet-discriminerende wijze doen. Als je van de kerk eist dat zij ook schadevergoedingen betaalt voor zaken die verjaard zijn, dan moet je dit ook eisen van de Moslimexecutieve, de sportfederaties, de scoutsverenigingen, de beheerraden van scholen e.d. Dat gebeurde voorlopig nog niet.

- Momenteel kan een bisschop volgens de geldende rechtspraak niet burgerlijk aansprakelijk gesteld worden voor het seksueel misbruik van zijn pastoors. De relatie bisschop-pastoor is immers geen relatie werkgever-werknemer, er zou juridisch gezien geen hiërarchische gezagsband zijn. Dat staat haaks op de mogelijkheid die bisschoppen hebben om toch allerlei ingrijpende beslissingen tegen hun pastoors te nemen. De vraag rijst of de relatie bisschop-pastoor niet moeten worden gemoderniseerd en als een gewone relatie werkgever-werknemer moet worden gezien, zodat bisschoppen burgerlijk aansprakelijk kunnen zijn voor bepaalde fouten van hun priesters. Vervolgens rijst de vraag of dit juridisch gezien zou kunnen. De Commissie heeft dit belangrijke probleem nog niet aangesneden, zelfs nog niet vermeld, laat staan dat hierover experten (zoals bv. UA-professor Alois Van Oevelen of VUB-professor Ludo Cornelis) zouden zijn uitgenodigd.

B. BUITEN DE KERK

* De oprichting van een onafhankelijk meldpunt voor seksueel misbruik van minderjarigen in gezagsrelaties (Van Looy). Dat is er evenwel momenteel al: nl. het federaal parket. Maar de bedoeling is wellicht dat dit meldpunt niet bij justitie komt, omdat het rekening moet kunnen houden met de wensen van het slachtoffer om niet naar het gerecht te stappen. Het moet - zoals ook Peter Adriaenssens bepleit - zowel hulp en zorg als de gerechtelijke weg kunnen aanbieden.

* Er moet opgetreden worden tegen geweld op televisie en het internet, omdat dit het seksueel misbruik kan versterken (Jousten).

* Harpigny pleitte ook voor een meldingsplicht voor bisschoppen die seksueel misbruik van minderjarigen vaststellen bij hun priesters. "Priesters biechten niet bij hun bisschop, tussen hen is er geen biechtgeheim", zo zegde hij. Een meldingsplicht zou z.i. dus kunnen. Hij vond wel dat het biechtgeheim momenteel nog absoluut is, maar "Rome zou dat willen herzien". Hij bepleitte - net als kerkjurist Luc De Fleurquin - het Franse model, waarbij iedereen een meldingsplicht heeft.

Terzake had de Antwerpse bisschop Johan Bonny reserves tegenover een meldingsplicht. "Het biechtgeheim is voor mij absoluut. Maar we kunnen wel de biechteling stimuleren om aangifte te doen. En we kunnen ook tegen de juiste personen tips laten vallen van het genre "kijk eens in dat huis". Of er een meldingsplicht voor bisschoppen moet komen weet ik niet. Ik ben er niet tegen, maar toch ben ik voorzichtig: er moet iets vertrouwelijks tussen priester en bisschop kunnen blijven, want anders zullen we niets meer vernemen van onze priesters".

De parlementsleden leken nogal gewonnen voor zo'n meldingsplicht. Momenteel kùnnen de houders van een beroepsgeheim (en het biechtgeheim is een soort beroepsgeheim) bij seksueel misbruik van minderjarigen hun beroepsgeheim opheffen om feiten aan het gerecht te melden. Maar ze moeten dat niet en intern-kerkelijk kan het nooit.

Als er een meldingsplicht komt, dan zal die voor alle houders van een beroepsgeheim moeten worden ingevoerd. Anders dreigt een vernietiging door het Grondwettelijk Hof. Zo'n algemene meldingsplicht zou wel eens een opstand van de hulpverlening kunnen uitlokken. Het zou ook tot gevolg kunnen hebben dat slachtoffers van seksueel misbruik niet meer naar de hulpverlening stappen omdat ze vrezen dat de hulpverlener naar het gerecht zal gaan. Zo kan het misbruik gewoon voortduren. Aan de andere kant laat de huidige situatie (géén meldingsplicht) wel een zeker discretionair en mogelijk arbitrairoptreden toe.

Een bijkomend probleem zal de vraag zijn voor welke misdrijven deze meldingsplicht dan moet gelden: waarom wel voor seksueel misbruik en niet voor echtelijk geweld of moord? Het debat zal niet eenvoudig zijn.

C. TENSLOTTE

De Bijzondere Kamercommissie Seksueel Misbruik wekt soms een nogal partijdige en amateuristische indruk. De commissieleden richtten zich te veel op de Kerk en te weinig op het seksueel misbruik van minderjarigen. Sommige commissarissen lijken wat paranoïde, ze beschuldigen de bisschoppen ervan dat zij "op voorhand overleg hebben gepleegd over de hoorzittingen" en zien daarin een bewijs van een doofpotoperatie, alsof zo'n overleg op voorhand niet de normaalste zaak van de wereld is.

Andere commissarissen, die grote pleitbezorgers zijn van de aanwezigheid én de interventiemogelijkheid van advocaten bij verhoren, vinden het "bizar dat de bisschoppen een advocaat onder de arm hebben genomen", alsof ook dat niet normaal zou zijn.

Nog anderen hanteren bij wijlen een voorbijgestreefd anticlericalisme. De commissarissen willen de bisschoppen nog te veel voorschrijven wat zij in hun eigen organisatie moeten doen (Olivier Deleuze wilde zelfs de kwestie van het celibaat aansnijden), terwijl het parlement daar niets aan te zeggen heeft en de godsdienstvrijheid en de scheiding van kerk en staat moet respecteren.

Ze hebben soms ook te weinig oog voor maatregelen die ze wel kunnen nemen, zoals met betrekking tot de burgerlijke aansprakelijkheid van bisschoppen. Soms gaan ze niet eens in op voorstellen die ze wel kunnen nemen, zoals bv. op het voorstel van Luikse bisschop Jousten om iets te doen aan het geweld op het internet en op de televisie.

Mag de Kerk dan niet streng worden aangepakt?

Zeker wel. Het valt te verdedigen om voor pedofiele priesters strenger te zijn dan voor andere pedofielen. De Kerk heeft immers vele jaren lang van morele regels inzake seksualiteit haar kerntaak gemaakt. Ze heeft vele jaren aan gewone mensen verregaande beperkingen op seksueel gebied opgelegd en het vingertje hoog geheven. Terwijl nu blijkt dat een reeks priesters die regels zelf niet naleefden. Dat is een reden om pedofiele priesters strenger te beoordelen dan zeg maar pedofiele sporttrainers.

Maar anderzijds is het onefficiënt om preventie- of repressiemaatregelen voor onze tijd af te leiden uit wat misliep binnen één organisatie in een periode die grotendeels voorbij is en die heel andere sociologische kenmerken heeft. En het blijft discriminerend om ook niet de huidige situatie binnen andere godsdiensten, zoals bv. de islam, in de studie te betrekken.

Hoe groot het seksueel misbruik van minderjarigen in de Kerk ook geweest is in het verleden, momenteel situeert dit seksueel misbruik zich ongetwijfeld in andere sectoren. Om efficiënte maatregelen te treffen moet je eerst en vooral die sectoren doorlichten.


http://www.gva.be/dekrant/experts/johndewit/de-bisschoppen-over-seksueel-misbruik-in-de-kerk.aspx

Pizzaman
21-12-10, 23:23
WC eend over WC eend...

naam
22-12-10, 07:33
http://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase/regular/FC/0/7/0/0/1001004010210070.jpg

super ick
22-12-10, 07:46
WC eend over WC eend...

Was precies de gedachte die bij mij opkwam.
En maar konkelen en draaien ipv schoon schip maken. Nog nooit is er ergens 1-tje de laan uit gestuurd zonder druk van buitenaf.

Zouden ze er stiekem een volwassen sexuele relatie op nahouden dan zou 95% van Nederland in zijn vuistje lachen en ze nog gelijk geven ook.
Zwwar achterhaald fundisysteem. En maar gek vinden dat zoveel mensen vervreemden vd kerk.