PDA

Bekijk Volledige Versie : Opgepakte Somaliërs werden erin geluisd door landgenoten



Slinger
29-12-10, 09:11
'Erin geluisd door landgenoten'

ALEX BURGHOORN EN JANNY GROEN
ROTTERDAM/AMSTERDAM

Abdulrahman Said wijst op de knieën van zijn spijkerbroek. Twee kleine slijtplekjes zijn er te zien. Van het asfalt zegt hij, waar de politie hem een kwartier lang geknield en geblinddoekt liet zitten.

'Ze reden op de snelweg mijn Nissan met drie auto's klem. Ik was bang. Bij het tv-programma Opsporing Verzocht zag ik eens hoe nepagenten een vrachtwagen van de weg af loodsten om hem te beroven. Ik wist niet met wie ik te maken had. Waren het moordenaars die de politie nadeden? Waren het racisten?'

Op een stoel in de Rotterdamse belwinkel Benadir komt hij op verhaal. De 31-jarige Said was een van de twaalf Somaliërs die vrijdagavond werden opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij terrorisme. Hij woont bijna twintig jaar in Nederland en kan nog maar moeilijk begrijpen wat er is gebeurd. 'Ik werk als uitzendkracht bij Van Dijk Food. Ik heb tot 6 januari vakantie, en was van plan naar familie in Engeland te gaan. In mijn auto lagen de inkopen die ik daarvoor had gedaan.'

De belwinkel is het trefpunt van de vrijgelaten Somaliërs. Eén zit er dinsdag nog vast, van de vrijgelatenen staan er nog twee te boek als verdachte. Ze omhelzen elkaar en wisselen ervaringen uit. 'Ik kreeg nog een foto van jou te zien', zegt Said tegen Osman Farah (48), de eigenaar van de belwinkel die ook vastzat. 'Ken je hem, vroegen ze.'

De vrijgelaten zinnen op manieren om hun naam en die van hun winkels te zuiveren. 'Ik heb al zeven jaar belwinkel Juba', zegt Omar Abdullahi H. (44), die in zijn huis werd gearresteerd en nog verdachte is. 'Ik heb twee man personeel. Nu hebben ze alles kapotgemaakt. Ik zie oneerlijke dingen, machtsmisbruik.'

Gaandeweg blijkt dat de woede van de vrijgelaten Somaliërs niet alleen gericht is op het optreden van de Nederlandse justitie. Nuur Farah, de jongere broer van de gearresteerde belwinkeleigenaar, vertelt na aandringen dat er interne Somalische twisten schuilgaan achter de arrestatieronde. 'Wij zijn erin geluisd door andere Somaliërs, omdat we ons niet wilden laten afpersen. Zij hebben de namen van de belwinkels doorgegeven aan een inlichtingendienst, misschien de CIA.'

Het is een ingewikkeld verhaal waarin stammenstrijd, nieuwswebsites, de strijders van Al Shabaab en malafide informanten een rol spelen. Woensdag wil de groep Somaliërs in een Rotterdams buurthuis openheid van zaken geven. Hun advocaat Michael Ruperti komt donderdag met een juridisch plan van aanpak. Tot die tijd zegt hij alleen dat 'er aanwijzingen zijn dat de AIVD op het verkeerde been is gezet'.

Spil in het verhaal is Dahir Alasow, die twee jaar geleden politiek asiel in Nederland kreeg. Hij heeft volgens Nuur Farah geprobeerd Nuurs buurman Mohamed Abdullahi R., de vrijgelaten maar nog verdachte eigenaar van belwinkel Benadir II, ruim vier maanden geleden geld af te persen. 'Toen heb ik gezegd, dat we aangifte moesten doen. Maar dat durfden de anderen niet.'

Om hen te dwingen in te gaan op de afpersing, zegt Farah, heeft Alasow op een Somalische nieuwssite een bandopname gezet van een gesprek waarin hij zich voordoet als R. en een leider van de Shabaab-militie in Somalië aanbiedt geld over te maken naar zijn islamitische strijders. 'Wij willen met geluidsopnamen bewijzen dat die stem niet van R. is.'

Omdat ze daarna nog niet toegaven, zou Alasow hun namen hebben doorgespeeld aan een inlichtingendienst. Hij zou daarbij geholpen zijn door zijn zwager Cabdi Shugri, een Somaliër die volgens Farah tussen Mogadishu en Nairobi pendelt en in Somalië bekendstaat als iemand die zijn vijanden bij de CIA als terroristen afschildert.

Per e-mail reageert Dahir Alasow verontwaardigd op de aantijgingen. Hij noemt zichzelf onderzoeksjournalist, die in Breda in ballingschap zit. Momenteel verblijft hij in Nairobi, waar hij de Kerstdagen doorbracht. Hij schrijft van dezelfde stam te zijn als Mohamed Abdullahi R. Maar dat hij hem nooit heeft ontmoet en ook niet heeft gebeld. 'Ze zijn boos over een radio-interview dat ik heb gehad met een van de Al Shabaab-leiders die vrijuit heeft gesproken.'

Alasow heeft zich naar eigen zeggen met een valse naam telefonisch bij de Al Shabaab-leider, Ahmed Ali Gees, gemeld. 'Ik gebruikte een naam van iemand die heel dicht bij hem stond. Hij vertrouwde dat en heeft toen geheimen verteld over Al Shabaab.' Het gesprek was op de website waagacusub.com 'heel populair', zegt hij. Dinsdagavond was het ruim 15 duizend keer beluisterd.

Ook schrijft Alasow, tevens voorzitter van een bond van Somalische journalisten in de diaspora, de ASOJ, voor de site sunatimes.com. Daarop wordt bericht over wreedheden van de 'aan Al Qaida gelieerde terreurbeweging Al Shabaab'. Sunatimes meldde Tweede Kerstdag dat R. via het geldtransferkantoor OlympicMoney minstens 200 duizend dollar aan Al Shabaab heeft overgemaakt. Bewijzen daarvoor ontbraken.

Het afpersingsverhaal rond de Benadir-belwinkel doet inmiddels de ronde in de Somalische gemeenschap in Nederland. Maar afpersingspraktijken komen hier nauwelijks voor, zeggen diverse bronnen. Er valt ook weinig te halen: slechts een handjevol Somaliërs heeft een eigen bedrijfje en rijk is nog vrijwel niemand daarvan geworden. 'Het is allemaal nogal schimmig', zegt een bron die niet met naam in de krant wil. 'De stammenstrijd is vanuit Somalië naar Nederland geïmporteerd. Onderlinge haat en nijd kan in deze affaire een rol hebben gespeeld.'

Hoewel in zijn verhaal beelden oproept van sterke, duistere krachten, zegt Nuur Farah 'niet meer' bang te zijn. 'We dachten dat we in Nederland veilig waren, maar ook hier kunnen ze ons iets aandoen. Het is alsof de Somalische film nu hier draait. Maar in Nederland hebben we een rechter die als het goed is iedereen gelijk behandelt.'

Geen tijd voor onderzoek naar betrokkenheid

In het ambtsbericht van de AIVD dat vrijdag leidde tot de arrestatie van twaalf Somalische terreurverdachten, werden slechts vier personen met naam genoemd. De andere acht werden door de Nationale Recherche op de genoemde plekken aangetroffen en de tijd ontbrak om hun eventuele betrokkenheid nader uit te zoeken. Dit heeft directeur binnenlandse veiligheid van de AIVD, Wil van Gemert, dinsdag bekendgemaakt. Van Gemert zei verder dat de AIVD al langer onderzoek deed naar mogelijke terroristische dreiging vanuit de Somalische gemeenschap. Tijdens dat onderzoek kreeg de dienst aanwijzingen dat op 24 of 25 december een aanslag gepleegd zou worden. Het doelwit was onbekend.

De Volkskrant, 29 december 2010

Pizzaman
29-12-10, 12:38
Het is alsof de Somalische film nu hier draait.

Uiteindelijk is het doen van valse aangifte ook een misdrijf.